ESP Lancia Lybra 2005 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2005Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 2 of 283

Zeer geachte cliënt,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto voll\
edig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken goed door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto
gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen\
helpen de technische
kwaliteiten van uw LANCIA te benutten. U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken
van uw LANCIA maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de verzorging, het onderhoud, de
rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud.
In de SERVICE- EN GARANTIEHANDLEIDING vindt u naast het schema voor het geprogram-
meerd onderhoud:
Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoed\
ig met uw auto vertrouwd
zult raken en dat uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig
tevreden zullen stellen.
Veel leesplezier en goede reis!
Page 3 of 283

VEILIG EN MILIEUBEWUST RIJDEN
Veiligheid en respect voor het milieu zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwerpen \
van de
Lybra.
Dankzij deze opvatting kon de Lybra strenge veiligheidstests het hoofd bieden en goed doorstaan.
De Lybra voldoet aan de strengste eisen in zijn klasse. Bovendien is deze auto, naar alle waarschij\
n-
lijkheid, al voorbereid op de toekomstige normen.
Daarnaast is de Lybra door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende bijdragen aan
het behoud van het milieu, een auto die navolging verdient.
Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van
het milieu, waardoor de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager is dan de nu gelden\
de normen.
Wij herinneren u er bovendien aan dat LANCIA hard heeft gewerkt een zeer ambitieus doel te
bereiken: 100% recycling. Aan het einde van zijn lange levensduur kan de Lybra eenvoudig ontman-
teld en al zijn onderdelen gerecycleerd worden.
Voor de natuur betekent dat een groot voordeel: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn
minder nieuwe grondstoffen nodig.
Page 27 of 283

26
ZITPOSITIE
INSTELLEN licht gebogen zijn en de handen op het
stuurwiel steunen. Laat de hendel los
en controleer of de stoel goed ge-
blokkeerd is door hem naar voren en
naar achteren te schuiven. Als de stoel
niet goed geblokkeerd is, kan deze on-
verwachts verschuiven, waardoor een
gevaarlijke situatie kan ontstaan.
HoogteverstellingTrek of duw hendel B meerdere
keren omhoog of omlaag om de stoel
respectievelijk in een hogere of lagere
stand te zetten.
Rugleuning verstellen
Draai knop C naar voren of naar
achteren om de rugleuning rechtop te
zetten of naar achteren te verplaatsen. Lendensteun van de
bestuurdersstoel verstellen
(indien aanwezig)
De lendensteun zorgt voor een betere
steun in de rug. Draai voor de gewen-
ste instelling aan knop D (fig. 13).
Bij uitvoeringen met een airbag aan
de zijkant kan de lendensteun van de
bestuurdersstoel worden afgesteld met
knop E (fig. 14).
De bestuurdersstoel mag
alleen worden afgesteld als
de auto stilstaat.
VOORSTOELEN MET
HANDBEDIENDE VERSTELLING
(fig. 12-13-14)
Verstelling in lengterichting
Trek hendel A (fig. 12) omhoog en
schuif de stoel naar voren of naar
achteren. Als u rijdt, moeten de armen
fig. 12
P4T0007
fig. 13
P4T0009
fig. 14
P4T0270
Page 33 of 283

32
VEILIGHEIDS-
GORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIG HEIDS GORDELS
(zitplaatsen voor en achter - fig. 30)
Maak de gordel vast door gesp Ain
sluiting Bte drukken, totdat hij hoor-
baar blokkeert.
Trek de veiligheidsgordel geleidelijk
uit. Als de oprolautomaat blokkeert,
laat dan de gordel een stukje terug -
lopen en trek hem vervolgens weer ge-
leidelijk uit.
Als de veiligheidsgordel aan bestuur-
derszijde niet is omgelegd en de con-
tactsleutel in stand MAR wordt ge-
draaid, gaat op het instrumentenpaneel
het waarschuwingslampje
maken. Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen om te voorkomen dat de
gordelband draait.
Via de rolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager, waar-
bij er voldoende bewegingsruimte
overblijft. Als de auto op een steile De hoogteverstelling van
de veiligheidsgordels mag
alleen worden uitgevoerd
als de auto stilstaat.
helling staat, kan de rolautomaat
blokkeren; dit is een normaal ver-
schijnsel.
Bovendien blokkeert de rolautomaat
als u de gordel snel uittrekt. Hij
blokkeert ook bij hard remmen, bot-
singen en bij hoge snelheden in boch-
ten. HOOGTEVERSTELLING VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS VOOR
(fig. 31)
Pas de hoogte van de geleidebeugel
van de veiligheidsgordels altijd aan
het postuur van de inzittende aan. Zo
wordt de kans op letsel bij een onge-
val verkleind.
De gordel is goed afgesteld als hij
over de schouder halverwege tussen
nek en uiteinde van de schouder ligt.
De geleidebeugel kan in 5 standen
worden gezet.
fig. 30
P4T0019
fig. 31
P4T0018
Voor maximale bescher-
ming moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de leu-
ning aan gaan zitten en de gordel
goed laten aansluiten op borst en
bekken.
Page 35 of 283

34
Ook vrouwen die in verwachting zijn
moeten een gordel dragen: ook voor
hen (zowel voor de aanstaande moe-
der als het kind) is de kans op letsel
bij een ernstig ongeval groter als ze
geen gordel dragen. Uiteraard moeten
zwangere vrouwen het onderste deel
van de gordel meer naar beneden om-
leggen, zodat de gordel onder de buik
langs loopt (fig. 34).
fig. 34
P4T0043
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN
VEILIGHEIDSGORDELS EN
KINDERZITJES
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplichte
gebruik van de veiligheidsgordels (en
de inzittenden erop attent te maken).
fig. 33
P4T0042
Draag altijd veiligheids -
gordels zowel voorin als
achterin. Rijden zonder
veiligheidsgordels vergroot het
risico op ernstig letsel of dodelijke
afloop bij een ongeval.
De gordelband mag nooit
gedraaid zijn. Het diago-
nale gordelgedeelte moet
via het midden van de schouder
schuin over de borst liggen. Het ho-
rizontale gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik lig-
gen, zodat wordt voorkomen dat u
tijdens een botsing onder de gordel
uitschuift (fig. 33). Draag geen
voorwerpen (sieraden, gespen, enz.)
die een goed aansluiten van de gor-
del op het lichaam van de passagier
verhinderen.
BELANGRIJK Het kinderzitje moet
op de achterbank worden geplaatst
(achter de passagiersstoel voor) om-
dat die plaats bij een ongeval de mee-
ste bescherming biedt.
Page 58 of 283

57
– Boordcomputer (TRIP)
– Check control (*)
(*) Zie voor de beschrijving en de
werking de betreffende paragraaf.
BEDIENINGSORGANEN
1 - Keuzetoetsen autoradio/casset-
tespeler/CD (indien aanwezig)
2 – Knop voor in- en uitschakeling
ICS en autoradio en volume-/audio-
regeling
3 - Knop voor selecteren en beves -
tigen ICS-functies
4 - Toets voor weergave scherm van
de autoradio-instellingen
5 - Keuzetoets voor taal, f uncties
klokje en instelling snelheidslimiet
6 - Toets voor functies boordcom-
puter (TRIP)
7 - Toets voor traploze regeling
lichtsterkte sc herm.
P4T0037fig. 57
Het I.C.S. (Integrated Control
System) van Lancia is een geïnte-
greerd bedienings- en informatiesys -
teem met een multifunctioneel 5”
LCD-scherm (liquid cristal display),
dat ook door de passagier gelezen
kan worden. Het multifunctionele scherm toont
en regelt de volgende functies:
– Autoradio met cassettespeler en
CD (indien aanwezig) (*)
– Analoog/digitaal klokje
ICS VAN VAN LANCIA MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(zonder NAVIGATIESYSTEEM)
Page 70 of 283

69
BEDIENINGSPANEEL 1 - Voorkeuzetoets, PTY-program ma
en functie volgend muziekstuk op CD
2 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie muziekstukken op CD her -
halen
3 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie muziekstukken op CD wil-
lekeurig weergeven
4 - Voorkeuzetoets en PTY-pro-
gramma
5 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie vorige CD selecteren
6 - Voorkeuzetoets, PTY-programma
en functie volgende CD selecteren
7 - Keuzetoets radio, cassettespeler,
CD-speler (indien geïnstalleerd)
8 - Keuzetoets AUDIO-functies (Bass/
Treble/Balance/Fader/Volume). Op en -
kele uitvoeringen kan onder het op -
schrift AUDIO het opschrift MUTE
staan
9 - Knop voor in- en uitschakeling:
display, radio en volumeregeling
10 - Inschakeltoets LOUDNESS-
functie (automatisch voor hifi-audio-
systeem) 11
- Inschakeltoets Traffic Program
en Alternative Frequence (voor ont-
vangst van RDS-programma’s)
12 - Inschakeltoets functies:
SCAN (opgeslagen zenders kort be-
luisteren), MSS (Music Search Sys -
tem) om een muziekstuk over te slaan
of te herhalen
13 - Inschakeltoets IS-functie om
een zender met optimale ontvangst te
zoeken
14 - Inschakeltoets EXP-functie
voor instellen van parameters voor de
autoradio
15 - Knop voor het selecteren en be-
vestigen van functies en veldwaarden
16 - Keuzetoets zenderband (LW –
MW – FM) en inschakeling AUTO-
REVERSE cassette. Op enkele uit-
voeringen kan onder het opschrift
BAND het opschrift DIR staan in
plaats van het afgebeelde symbool
17 - Toets voor zenderzoeken op
hogere frequentie en snel vooruit
spoelen van de cassette
18 - Toets voor zenderzoeken op
lagere frequentie en snel achteruit
spoelen van de cassette 19
- Keuzetoets Dolby/Mono
20 - Inschakeltoets functie maximale
ontvangstgevoeligheid
21 - Inschakeltoets RADIO-scher-
men
22 - Toets LIGHT voor lichtsterkte-
regeling DISPLAY
23 - Uitwerptoets audiocassette.
BEDIENINGSORGANEN OP
HET STUURWIEL (fig. 73)
(indien aanwezig) Ook op het stuurwiel zijn de bedie-
ningsknoppen van de belangrijkste
functies van de autoradio geplaatst,
zodat u tijdens het rijden de auto radio
kunt bedienen zonder afgeleid te wor-
den:
fig. 73
P4T0259
Page 71 of 283

70
A- Druktoets verhogen volume
B - Druktoets MUTE(volume op
nul zetten)
C - Druktoets verlagen volume
D - Druktoets voor zenderzoeken op
hogere frequentie, snel vooruit spoe-
len van de cassette en weergave vol-
gend muziekstuk op CD
E - Keuzetoets radio, cassettespeler,
CD-speler (indien geïnstalleerd)
F - Druktoets voor zenderzoeken op
lagere frequentie, snel achteruit spoe-
len van de cassette en weergave vorig
muziekstuk op CD.
Volumeregeling
Druk op toets A om het volume te
verhogen of op toets C om het te ver-
lagen (zie de aanwijzingen in de
paragraaf “Volumeregeling”). De
functie van de toetsen is gelijk aan die
van knop 9 (fig. 72) op het ICS van
Lancia. Volume op nul zetten (MUTE)
Druk op toets MUTE Bom de func-
tie voor het op nul zetten van het
volume in of uit te schakelen. De
functie van de toets is gelijk aan die
van toets AUDIO 8 op het ICS van
Lancia, en heeft betrekking op de
functie MUTE.
Keuzemogelijkheid voor
geluidsbron systeem (Radio,
Cassette of Compact Disc)
Druk meerdere keren op toets
MODE E om de functies Radio, Cas-
sette (indien geplaatst), Compact
Disc (indien de CD-speler is geïnstal-
leerd) en Phone (als de handsfree
carkit/mobiele telefoon is geïnstal-
leerd) te kiezen.
De functie van toets MODE Eis
gelijk aan die van toets MODE 7
( fig. 72 ) op het ICS van Lancia. Instellingen Radio, Cassette
en Compact Disc
De toetsen D en Factiveren de drie
verschillende functies, afhankelijk
van de met toets MODE E geselec-
teerde geluidsbron (Radio, Cassette of
Compact Disc).
De functies van de toetsen zijn gelijk
aan die van de toetsen 17 en 18 (fig.
72) op het ICS van Lancia, en hebben
betrekking op de hierna vermelde
functies.
1) Functie Radio:
zenderafstemming
Druk op toets D of Fom de zenders
op de gekozen zenderband te zoeken.
2) Functie Cassette: snel
vooruit/achteruit spoelen
Druk op toets D of op toets Fom
res pectievelijk de cassette snel vooruit
of achteruit te spoelen (zie de aan -
wijzingen in de paragraaf “Snel voor -
uit/achteruit spoelen”).
Page 72 of 283

71
3) Compact Disc: volgend/vorig
muziekstuk op CD selecterenDruk op toets D of op toets Fvoor
weergave van respectievelijk het vol-
gende of vorige muziekstuk van de CD
die wordt beluisterd (zie de aanwijzin-
gen in de paragraaf “Muziekstuk se-
lecteren of herhalen”).
TIPS EN AANWIJZINGEN
Verkeersveiligheid
Wij raden u aan om bekend te raken
met de verschillende functies van de
autoradio (bijv. het opslaan van zen-
ders) voordat u gaat rijden. Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden wisselen de ont-
vangstomstandigheden voortdurend.
De ontvangst kan gestoord worden
door de aanwezigheid van bergen, ge-
bouwen of bruggen, vooral als u ver
verwijderd bent van de zender waar-
naar u luistert.
BELANGRIJK Bij verkeersinforma-
tie kan het volume aanzienlijk toene-
men in vergelijking tot de normale
weergave.
Voorzorgsmaatregelen en
onderhoud
Zonder dat er speciale voorzorgs -
maatregelen nodig zijn, is een lange
levensduur van de speciaal ontworpen
autoradio gegarandeerd. Raadpleeg
bij storingen een Lancia-dealer.
Stel de cassettebandjes nooit bloot
aan hitte en direct zonlicht en berg ze
na gebruik altijd op in de cassette-
doosjes.
Wij raden het gebruik aan van cas-
settes van een goede kwaliteit en met
een speelduur van maximaal 90 mi- nuten, waardoor altijd een perfecte
weergave is gegarandeerd.
Maak het display en het bedienings -
paneel alleen met een zachte en anti-
statische doek schoon. Schoonmaak-
en glansmiddelen kunnen het front
beschadigen.
Vuil op de koppen van de cassette-
speler kan na verloop van tijd een
vermindering van de hoge-tonen -
weergave veroorzaken.
Wij raden u daarom aan om de kop-
pen regelmatig met een reinigingscas-
sette schoon te maken.
Het oppervlak van de CD’s mag niet
met de vingers worden aangeraakt of
stoffig worden; krassen op de CD’s
veroorzaken een onderbreking van de
weergave.
Plaats geen beschadigde of ver-
vormde CD’s in de wisselaar.
Stel de CD’s niet bloot aan warmte-
bronnen of zonnestraling.
Als het oppervlak vuil is, kan de CD
vanuit het midden naar de rand wor-
den schoongemaakt met een zachte
doek.
Een te hoog volume tij-
dens het rijden kan zowel
uw leven als het leven van
anderen in gevaar brengen. Wij
raden u dan ook aan om het
volume altijd zo te regelen dat ge-
luiden van buiten (bijv. claxons,
sirenes van ambulance, brandweer,
politie e.d.) hoorbaar blijven.
Page 73 of 283

72
ToetsFunctie radio Functie cassettespeler Functie CD-wisselaar Functie PHONE-IN
Kort 2 tot 4 sec. l> dan 4 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec.
indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken
a
b
c
d
e
f
( n ) Frequenties in geheugen opslaan met de voorkeuzetoetsen 1÷6 ( u) Programmatype opslaan (PTY) ( ) Status ingeschakelde CD-functies
Opgeslagen zen-
der selecteren
met de voorkeu-
zetoetsen (1÷6)
PTY: Program-
matype
selecteren (PTY)
Opgeslagen zen-
der selecteren
met de voorkeu-
zetoetsen (1÷6)
PTY: Programmatype
selecteren (PTY)
Opgeslagen zen-
der selecteren
met de voorkeu-
zetoetsen (1÷6)
PTY:Programmatype
selecteren (PTY)
Opgeslagen zen-
der selecteren
met de voorkeu-
zetoetsen (1÷6)
PTY:Programmatype
selecteren (PTY)
Opgeslagen zen-
der selecteren
met de voorkeu-
zetoetsen (1÷6)
PTY:Programmatype
selecteren (PTY)
Opgeslagen zen-
der selecteren
met de voorkeu-
zetoetsen (1÷6)
PTY: Programmatype
selecteren (PTY) Opslaan (
n)
PTY:
Opslaan ( u)
Opslaan ( n)
PTY:
Opslaan ( u)
Opslaan ( n)
PTY:
Opslaan ( u)
Opslaan ( n)
PTY:
Opslaan ( u)
Opslaan ( n)
PTY:
Opslaan ( u)
Opslaan ( n)
PTY:
Opslaan ( u) PTY ON TRACK REPEAT
ON/OFF
Keuzetoets
REPEAT
of REPEAT
wisselaar
Keuzetoets
RANDOM
TRACK
ON/OFF
Vorige CD
Volgende CD
1
TRK
2
RPT
3
RND
5
CD–
6
CD+