dashboard Lancia Musa 2006 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2006, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2006Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 8 of 338

SYMBOLEN .......................................................... 8
LANCIA CODE ..................................................... 8
DE SLEUTELS EN PORTIERVERGRENDELING 10
START-/CONTACTSLOT ..................................... 20
DASHBOARD ........................................................ 23
INSTRUMENTENPANEEL ................................... 26
INSTRUMENTEN ................................................ 27
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ......................... 29
STUURWIEL VERSTELLEN ............................... 61
ZITPOSITIE INSTELLEN ................................... 62
HOOFDSTEUNEN ............................................... 69
SPIEGELS ............................................................ 71
KLIMAATREGELING .......................................... 73
HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING ............ 75
KLIMAATREGELING, AUTOMATISCH MET
GESCHEIDEN REGELING .................................. 80
BUITENVERLICHTING ...................................... 91
RUITEN REINIGEN ............................................. 96
CRUISE-CONTROL ............................................. 101
PLAFONDVERLICHTING ................................... 104
BEDIENINGSKNOPPEN VERLICHTING ............. 107
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR ...................... 109
INTERIEURUITRUSTING ................................... 110ROKERSKIT ......................................................... 115
ZONNEKLEPPEN................................................. 115
OPENDAK ............................................................ 116
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ...................... 118
HANDMATIGE RUITBEDIENING ACHTER......... 121
BAGAGERUIMTE ................................................ 121
MOTORKAP ......................................................... 126
DAKRAILS ........................................................... 128
KOPLAMPEN ....................................................... 128
ABS ...................................................................... 130
ESP-SYSTEEM .................................................... 132
ASR-SYSTEEM ..................................................... 134
EOBD-SYSTEEM ................................................. 136
BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM
T.P.M.S. ................................................................. 137
AUTORADIO ........................................................ 139
EXTRA ACCESSOIRES ....................................... 141
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE” .................................................... 142
PARKEERSENSOREN ......................................... 144
TANKEN MET DE LANCIA MUSA ...................... 146
BESCHERMING VAN HET MILIEU .................... 148
DASHBOARD EN BEDIENING
7
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 9 of 338

SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn
specifieke, gekleurde plaatjes aangebracht, met daarop symbolen die
uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in
acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte
samenvatting van de symbolen.
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust
met een elektronische startblokkering. Het systeem schakelt
automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die bij
het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale
antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt
bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de
regeleenheid van de Lancia CODE gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan
stuurt het Lancia CODE-systeem een code naar de regeleenheid van
de motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de
functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem
de door de sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in de stand STOP zet, schakelt de
Lancia CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de
motor uit.
L0D0012m
8
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 10 of 338

Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat
op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje
Ybranden.
Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en
vervolgens opnieuw in stand MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de
andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, voer dan een noodstart uit (zie het
hoofdstuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot
de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die
in de regeleenheid van het systeem moet worden
opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels
(maximaal acht) moet u zich tot de Lancia-dealer
wenden.Als het lampje
Ytijdens het rijden gaat
branden
❒Als het lampje
Ygaat branden, betekent dit
dat het systeem zichzelf controleert (bijv. bij een
vermindering van de spanning). Als u het
systeem wilt controleren, moet u de auto
stilzetten en de contactsleutel in stand STOP en
vervolgens opnieuw in stand MAR draaien: als er
geen enkele storing wordt gevonden, gaat het
waarschuwingslampje
Yniet branden.
❒Als het lampje
Yblijft branden, dan moet de
gehele procedure herhaald worden, waarbij de
contactsleutel ten minste 30 seconden in stand
STOP moet blijven. Als de storing blijft bestaan,
wendt u dan tot de Lancia-dealer.
❒Als het waarschuwingslampje
Yblijft branden,
wordt de code niet herkend. Draai in dat geval
de sleutel in stand STOP en vervolgens opnieuw
in stand MAR. Als de motor nog niet aanslaat,
voer dan een noodstart uit (zie het hoofdstuk
“Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de
Lancia-dealer.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden.
9
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 11 of 338

DE SLEUTELS EN
PORTIERVERGRENDELING
CODE-CARD
Bij de auto worden de sleutels geleverd en de CODE-card waarop
staat aangegeven:
❒de elektronische code A voor het uitvoeren van een noodstart (zie
de paragraaf “Noodstart” in het hoofdstuk “Starten en rijden”);
❒de mechanische code van de sleutels B, die bij aanvraag van
duplicaatsleutels aan de Lancia-dealer moet worden medegedeeld.
Wij raden u aan de elektronische code A altijd bij u te hebben omdat
deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart.
BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de
sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe
zonnestraling worden blootgesteld.
Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels en de CODE-card overhandigd worden aan de
nieuwe eigenaar.
L0D0013m
10
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 12 of 338

HOOFDSLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard A van de sleutel zit in de handgreep opgeborgen.
De sleutel dient voor:
❒het start-/contactslot;
❒het slot in het bestuurdersportier;
❒het ver-/ontgrendelen van het tankklepje (bij uitvoeringen met
tankdop met slot);
❒de sleutelschakelaar (indien aanwezig) voor het uitschakelen van
de airbag aan passagierszijde;
❒het bedienen van de noodportiervergrendeling D van de voor- en
achterportieren als het elektrische systeem niet werkt (bijv. lege accu);
❒het inschakelen van de kinderveiligheidssloten E op de achterportieren.
De knop B dient voor het uitklappen van de metalen baard A.
Voor het inklappen van de metalen baard A in de handgreep moet u:
– het knopje B indrukken en ingedrukt houden
– de metalen baard A bewegen
– het knopje B loslaten en de metalen baard A draaien totdat hij op de
juiste wijze is ingeklapt en vergrendeld.
Knop
Ëdient voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de
achterklep en op enkele uitvoeringen, het tankklepje.
Knop
Ádient voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de
achterklep en op enkele uitvoeringen, het tankklepje.
Knop
Rdient voor het openen van de achterklep.
Het lampje C gaat branden als de opdracht naar de ontvanger is verzonden.
L0D0015m
ATTENTIEDruk het knopje B alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal
de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken)
is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat
iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt.
L0D0246m
11
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 13 of 338

BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden
gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van
mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking
van de afstandsbediening worden beïnvloed.
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk kort op de knop Ë: de portieren en de achterklep worden
ontgrendeld, de plafondverlichting wordt tijdelijk ingeschakeld en de
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt, worden de
portieren automatisch ontgrendeld.
In het “Instelmenu” op het instelbare multifunctionele display (zie de
betreffende paragraaf in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”)
kunt u het systeem zo instellen dat na het indrukken van de knop Ë
alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld.
BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden
gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van
mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking
van de afstandsbediening worden beïnvloed.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de knop Á: de portieren en de achterklep worden op
afstand vergrendeld, de plafondverlichting dooft en de
richtingaanwijzers knipperen één keer.
L0D0016m
12
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 14 of 338

Signaleringen bewakingslampje
Als u de portieren vergrendelt, gaat het bewakingslampje op de knop
A ongeveer 3 seconden branden en daarna knipperen
(bewakingsfunctie). Als u de portieren vergrendelt en een of meer
portieren of de achterklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het
lampje en de richtingaanwijzers snel knipperen.
BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden
gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van
mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking
van de afstandsbediening worden beïnvloed.
Achterklep op afstand ontgrendelen
Druk de knop
Rin en houd de knop even ingedrukt om op afstand
de achterklep te ontgrendelen (openen). Als de achterklep wordt
geopend, knipperen de richtingaanwijzers twee keer; bij het
vergrendelen knipperen de richtingaanwijzers één keer.
BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden
gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van
mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking
van de afstandsbediening worden beïnvloed.
L0D0016m
L0D0100m
Portieren van binnenuit vergrendelen
Druk bij gesloten portieren op de knop A of de knop B, in het midden op het dashboard, om de portieren
respectievelijk te vergrendelen of te ontgrendelen.
BELANGRIJK De centrale portiervergrendeling werkt niet als een portier niet goed gesloten is of als er een
storing in het systeem is.
Als de oorzaak van de storing is opgelost, werkt het systeem weer normaal.
Als onbedoeld het vergrendelknopje vanuit het interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat,
worden uitsluitend de gebruikte portieren ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het
herstellen van de centrale portiervergrendeling moet u de ver-/ontgrendelknopjes opnieuw
indrukken.
13
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 15 of 338

KINDERVEILIGHEIDSSLOT
Hierdoor kunnen de achterportieren niet van binnenuit geopend
worden.
Het systeem kan alleen bij een geopend portier worden ingeschakeld.
❒stand 1 - systeem ingeschakeld (portier vergrendeld);
❒stand 2 - systeem uitgeschakeld (portier kan van binnenuit
worden geopend).
Het systeem A blijft ook ingeschakeld na het elektrisch ontgrendelen
van de portieren.
BELANGRIJK Schakel dit systeem altijd in als u kinderen vervoert.
BELANGRIJK Controleer nadat u het kinderveiligheidsslot bij beide
achterportieren hebt ingeschakeld of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de handgreep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
L0D0101m
Het kinderveiligheidsslot A schakelt alleen in als u het slot in horizontale stand 1
draait en het slot vergrendelt.ATTENTIE
Het kinderveiligheidsslot A schakelt alleen uit als u het slot in verticale stand 2
draait en het slot vergrendelt.ATTENTIE
14
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 16 of 338

NOODPORTIERVERGRENDELING VAN BUITENAF
De portieren zijn voorzien van een systeem waarmee alle portieren via
het slot kunnen worden vergrendeld als er geen stroom aanwezig is.
In dat geval kunt u de portieren van de auto vergrendelen door:
❒de contactsleutel in het slot B te steken
❒het slot in stand 1 te draaien en het portier te sluiten.
U kunt de portieren weer openen door:
❒de contactsleutel in het slot van het bestuurdersportier te steken en
de sleutel linksom te draaien
❒het bestuurdersportier te openen
❒vanuit het interieur de andere portieren te openen met de
betreffende hendels in de handgrepen.
L0D0247m
Bedien het kinderveiligheidsslot niet gelijktijdig met de handgreep voor opening
van het portier.ATTENTIE
15
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 17 of 338

Batterij vervangen van de sleutel met afstandsbediening
Als u de knopjes van de afstandsbediening indrukt en het lampje F op
de sleutel knippert één keer kort, dan moet de batterij worden
vervangen door een nieuw exemplaar dat normaal in de handel
verkrijgbaar is.
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❒druk op de knop A en klap de metalen baard B uit;
❒draai de schroef C los met een kleine schroevendraaier;
❒trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E; let
daarbij goed op de polariteit;
❒plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de schroef C vast.
Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u
in de loop der tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, kunt u
zich tot een Lancia-dealer wenden. Neem dan alle in uw bezit zijnde
sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autopapieren mee.
L0D0018m
Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze moeten in daarvoor bestemde containers worden
gedeponeerd of kunnen ingeleverd worden bij de Lancia-dealer, die voor de verwerking zorgt.
16
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING