Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 151 of 380

OPMERKING: U mag pas op de
knop SET drukken als de auto met
een gelijkmatige snelheid op een
vlakke weg rijdt.
UITSCHAKELEN
Als u het rempedaal licht indrukt, op
de knop CANCEL (annuleren) drukt
of normale remdruk uitoefent tijdens
het afremmen, wordt de cruisecontrol
uitgeschakeld zonder dat de inge-
stelde snelheid uit het geheugen wordt
gewist. Wanneer u op de knop ON/
OFF drukt of de contactschakelaar in
de stand OFF zet, wordt de ingestelde
snelheid uit het geheugen gewist.
SNELHEID HERVATTEN
Als u een eerder ingestelde snelheid
opnieuw wilt aanhouden, drukt u kort
op de knop RES (+). Dit is alleen
mogelijk als u met een snelheid boven
32 km/u rijdt.
INGESTELDE SNELHEID
AANPASSEN
Wanneer de cruisecontrol is ingesteld,
kunt u de snelheid verhogen door op
de knop RES (+) te drukken. Als u deknop ingedrukt houdt, wordt de inge-
stelde snelheid continu verhoogd tot-
dat u de knop loslaat. De nieuwe snel-
heid wordt dan ingesteld.
Wanneer u één keer op de knop RES
(+) drukt, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd:
2,0 km/u (3,0-liter dieselmotor)
1,6 km/u (3,6-liter motor)
Telkens wanneer op de knop wordt
gedrukt, wordt de snelheid met
2,0 km/u (3,0-liter dieselmotor) of
1,6 km/u (3,6-liter motor) verhoogd.
Als u de snelheid wilt verlagen terwijl
de cruisecontrol is ingesteld, drukt u
op de knop SET (-). Als u de knop
SET (-) ingedrukt houdt, wordt de
ingestelde snelheid continu verlaagd
totdat u de knop loslaat. Laat de knop
los zodra de gewenste snelheid is be-
reikt. De nieuwe snelheid zal vervol-
gens worden ingesteld.
Wanneer u één keer op de knop SET
(-) drukt, wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verlaagd:
2,0 km/u (3,0-liter dieselmotor)
1,6 km/u (3,6-liter motor)
Telkens wanneer op de knop wordt
gedrukt, wordt de snelheid met
2,0 km/u (3,0-liter dieselmotor) of
1,6 km/u (3,6-liter motor) verlaagd.
ACCELEREREN OM IN TE
HALEN
Trap het gaspedaal in op dezelfde
wijze als u normaal gesproken zou
doen. Wanneer u het pedaal loslaat,
keert de auto terug naar de ingestelde
rijsnelheid.
Gebruik van de cruisecontrol op
hellingen
De versnellingsbak schakelt op hellin-
gen mogelijk terug om de ingestelde
snelheid van de auto te handhaven.
OPMERKING: De cruisecontrol
houdt de snelheid op hellingen en
bij afdalingen constant. Een kleine
snelheidsverandering op lichte
hellingen is normaal.
Op steile berghellingen kan de snel-
heid veel hoger of lager worden, waar-
door het in die gevallen beter is om
zonder cruisecontrol te rijden.
145
Page 152 of 380

WAARSCHUWING!
De cruisecontrol kan gevaarlijk zijn
in situaties waar het systeem geen
constante snelheid kan aanhouden.
Uw auto kan gezien de omstandig-
heden te snel gaan, waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen
en mogelijk een ongeval veroor-
zaakt. Gebruik de cruisecontrol
nooit in druk verkeer of op boch-
tige, beijzelde, besneeuwde of an-
derszins gladde wegen.
ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Adaptieve cruisecontrol (ACC) ver-
groot het gebruiksgemak van de
cruisecontrol tijdens het rijden op au-
tosnelwegen en andere hoofdwegen.
Het is echter geen veiligheidssysteem
en draagt niet bij aan het voorkomen
van ongevallen.
Met ACC kunt u de cruisecontrol in-
geschakeld houden in lichte tot ma-
tige verkeersdrukte zonder dat uvoortdurend uw cruisecontrol op-
nieuw hoeft in te stellen. ACC maakt
gebruik van een radarsensor, die is
ontworpen om direct voor u rijdende
voertuigen te detecteren.
OPMERKING:
Als de sensor geen voor u rijdend
voertuig detecteert, houdt ACC
een vaste ingestelde snelheid
aan.
Wanneer de ACC-sensor een voor u rijdend voertuig detec-
teert, zorgt ACC dat uw auto au-
tomatisch iets afremt of versnelt
(maximaal tot de oorspronkelijk
ingestelde snelheid) om een
vooraf ingestelde volgafstand
aan te houden, waarbij de snel-
heid wordt aangepast aan de
snelheid van uw voorligger.
WAARSCHUWING!
Adaptieve cruisecontrol (ACC) iseen systeem voor meer gebruiks-
gemak. Het is geen systeem dat de
taken en verantwoordelijkheden
van de bestuurder overneemt. De
bestuurder blijft te allen tijde ver-
antwoordelijk voor het aanpassen
van zijn of haar rijstijl aan de
weg-, verkeers- en weersomstan-
digheden, rijsnelheid, afstand tot
de voorligger en - als belangrijk-
ste - het bedienen van de remmen
voor veilig gebruik van de auto
onder alle omstandigheden. Vei-
lig autorijden vereist altijd uw
volle aandacht. Het negeren van
deze waarschuwingen kan een
aanrijding en ernstig of zelfs do-
delijk letsel tot gevolg hebben.
Het ACC-systeem:
Reageert niet op voetgangers, te- gemoetkomend verkeer, en stil-
staande objecten (bijv. stilstaande
voertuigen in een file).
(Vervolgd)
146
Page 153 of 380

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Houdt geen rekening met weg-,verkeers- en weersomstandighe-
den en kent soms beperkingen als
gevolg van slecht zicht.
Herkent niet altijd complexe rijomstandigheden, wat kan lei-
den tot onjuiste of ontbrekende
afstandswaarschuwingen.
Kan slechts maximaal 40% van het remvermogen van uw auto
aanspreken en kan derhalve uw
auto niet volledig tot stilstand
brengen. U dient het ACC-
systeem uit te schakelen:
Tijdens het rijden bij mist, zware regenval, zware sneeuwval, natte
sneeuw, druk verkeer en com-
plexe rijomstandigheden (bijv. bij
wegwerkzaamheden).
Tijdens het oprijden van op- en afritten van snelwegen, het rijden
op bochtige, beijzelde, be-
sneeuwde, anderszins gladde we-
gen, of op steile hellingen of afda-
lingen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Tijdens het rijden met een aan-hanger op steile hellingen of afda-
lingen.
Als veilig rijden met een con- stante snelheid door de omstan-
digheden niet mogelijk is.
Het cruisecontrolsysteem biedt twee
bedrijfsmodi:
De modus Adaptieve cruisecontrol, die zorgt dat een veilige afstand
tussen voertuigen wordt aangehou-
den.
De modus Normale cruisecontrol (vaste snelheid), die zorgt dat een
constante, vooraf ingestelde snel-
heid wordt aangehouden. Raad-
pleeg de paragraaf "Modus Nor-
male cruisecontrol (vaste
snelheid)" in dit hoofdstuk voor
meer informatie hierover.
OPMERKING: Het systeem rea-
geert in deze modus niet op voor-
liggers. Zorg dat u zich tijdens het
rijden bewust bent van de gekozen
modus. U kunt de modus wijzigen met de
knoppen voor de cruisecontrol. De
twee bedrijfsmodi werken op verschil-
lende manieren. Controleer altijd
welke modus u hebt gekozen.
WERKING VAN
ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
U bedient het ACC-systeem met de
knoppen voor de cruisecontrol (die
zich aan de rechterzijde van het stuur
bevinden).
Knoppen Adaptive Cruise Control
1 — DISTANCE SETTING
2 — RES
+
3—SET-
4 — CANCEL
5 — ON/OFF
6 — MODE
147
Page 154 of 380

OPMERKING: Eventuele wijzi-
gingen aan het chassis of de op-
hanging van de auto zijn van in-
vloed op de prestaties van de
adaptieve cruisecontrol.
ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
ACTIVEREN
ACC kan alleen worden geactiveerd
als de auto een snelheid heeft van
meer dan 30 km/u.
Wanneer het systeem is ingeschakeld
en zich in de READY-status (status
gereed) bevindt, toont het elektroni-
sche voertuiginformatiecentrum
(EVIC) de melding "Adaptive Cruise
Ready" (adaptieve cruisecontrol ge-
reed).
Wanneer het systeem is uitgescha-
keld, toont het EVIC de melding
"Adaptive Cruise Control OFF"
(adaptieve cruisecontrol uitgescha-
keld).
OPMERKING: Onder de volgende
omstandigheden kunt u ACC niet
inschakelen: Als u de remmen bedient.
Als de handrem is ingeschakeld.
Als de automatische versnel-
lingsbak in de stand PARK, RE-
VERSE of NEUTRAL staat.
Als u op de knop RES + drukt terwijl er geen ingestelde snel-
heid in het geheugen is
opgeslagen.
INSCHAKELEN
Druk kort op de knop ON/OFF. Het
ACC-menu in het EVIC toont de mel-
ding "Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready" (adaptieve cruisecontrol ge-
reed).
Als u het systeem wilt uitschakelen,
drukt u nogmaals kort op de knop ON/OFF. Het systeem wordt dan uit-
geschakeld en het EVIC toont de mel-
ding "Adaptive Cruise Control OFF"
(adaptieve cruisecontrol uitgescha-
keld).
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de adaptieve
cruisecontrol (ACC) ingeschakeld
te laten wanneer u deze niet ge-
bruikt. U kunt het systeem dan per
ongeluk instellen en sneller rijden
dan u wilt. U zou de macht over het
stuur kunnen verliezen en een aan-
rijding kunnen veroorzaken. Laat
het systeem altijd uitgeschakeld als
u het niet gebruikt.
Adaptive Cruise Control (ACC) Ready
(adaptieve cruisecontrol gereed)
Adaptive Cruise Control (ACC) OFF (adaptieve cruisecontroluitgeschakeld)
148
Page 155 of 380

GEWENSTE ACC-
SNELHEID INSTELLEN
Wanneer de auto de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET
-. Het bericht "ACC Set" (ACC inge-
steld) verschijnt op het EVIC gevolgd
door de ingestelde snelheid.
Neem uw voet van het gaspedaal.
Doet u dat niet, dan kan de auto blij-
ven versnellen tot voorbij de inge-
stelde snelheid. Als dat gebeurt:
Verschijnt de melding "DRIVEROVERRIDE" (ingreep door be-
stuurder) op het EVIC. Regelt het systeem niet langer de
afstand tussen uw auto en uw voor-
ligger. Wordt de voertuigsnelheid
alleen bepaald door de stand van
het gaspedaal.
ANNULEREN
Het systeem schakelt ACC uit zonder
het geheugen te wissen als:
U het rempedaal kort intrapt enweer loslaat.
U het rempedaal intrapt.
U op de schakelaar CANCEL drukt.
Het ABS-systeem wordt geactiveerd.
De versnellingsbak in de stand NEUTRAAL wordt gezet. Het elektronisch
stabiliteitsregelsysteem/
tractieregelsysteem (ESP/ASR)
wordt geactiveerd.
OPMERKING: Als ACC wordt
hervat of ingesteld terwijl ESP/
ASR is uitgeschakeld, zal ESP au-
tomatisch opnieuw worden inge-
schakeld.
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt uitgeschakeld en
wist de ingestelde snelheid uit het ge-
heugen als u:
Kort op de knop ON/OFF drukt.
De contactschakelaar in de stand OFF zet.
ACC Set
Ingreep door de bestuurder
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
geannuleerd
149
Page 156 of 380

SNELHEID HERVATTEN
Druk kort op de knop RES+. Neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC toont de laatst ingestelde
snelheid.
OPMERKING: U kunt ACC her-
vatten vanaf een minimumsnel-
heid van 30 km/u.
WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te
gebruiken als de verkeers- en
wegomstandigheden dat toestaan.
Terugkeren naar een ingestelde
snelheid die te hoog of te laag is
voor de verkeers- of wegomstandig-
heden kan tot gevaarlijke situaties
leiden doordat de auto teveel ver-
snelt of afremt. Het negeren van
deze waarschuwingen kan een aan-
rijding en ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
INGESTELDE SNELHEID
AANPASSEN
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de
ingestelde snelheid verhogen door de knop RES
+ingedrukt te houden. Het
EVIC toont de snelheidstoename:
Als u in de US-modus de knop inge-
drukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 8 km/u.
Als u in de metrische modus de knop
ingedrukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de knop RES +tot een
verhoging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Telkens wanneer u op-
nieuw kort op de knop drukt, wordt
de snelheid met 1,6 km/u verhoogd.
In de metrische modus leidt het een-
malig indrukken van de knop RES +
tot een verhoging van de ingestelde
snelheid met 1,0 km/u. Telkens wan-
neer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met
1,0 km/u verhoogd.
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de
ingestelde snelheid verlagen door de
knop SET -ingedrukt te houden.
Als u in de US-modus de knop inge-
drukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid af in stappen van 8 km/u. Als u in de metrische modus de knop
ingedrukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid af in stappen van 10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de knop SET
-tot een
verlaging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Telkens wanneer u op-
nieuw kort op de knop drukt, wordt
de snelheid met 1,6 km/u verlaagd.
In de metrische modus leidt het een-
malig indrukken van de knop SET -
tot een verlaging van de ingestelde
snelheid met 1,0 km/u. Telkens wan-
neer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met
1,0 km/u verlaagd.
OPMERKING:
Wanneer u de toets SET - ge- bruikt om de snelheid te verla-
gen, maar de auto door het af-
remmen op de motor
onvoldoende vertraagt om de in-
gestelde snelheid te bereiken,
zal de auto automatisch worden
afgeremd door remsysteem.
150
Page 157 of 380

Het ACC-systeem kan maximaalslechts 25% van het remvermo-
gen van uw auto aanspreken en
zal de auto niet volledig tot stil-
stand brengen.
Het ACC-systeem handhaaft de ingestelde rijsnelheid als u op
een helling of afdaling rijdt. Een
kleine snelheidsverandering op
lichte hellingen is echter nor-
maal. Tijdens het rijden op een
helling of afdaling kan de trans-
missie terugschakelen. Dit is
normaal en noodzakelijk om de
ingestelde rijsnelheid aan te
houden.
VOLGAFSTAND
INSTELLEN IN ACC
U kunt de volgafstand voor de ACC
instellen door de waarde 3 (groot), 2
(normaal) of 1 (klein) te kiezen. Aan
de hand van deze instelwaarde voor
de volgafstand en de rijsnelheid bere-
kent ACC de afstand tot uw voorlig-
ger. Deze afstand wordt ingesteld. De
instelling van de volgafstand wordt
getoond op het EVIC. U wijzigt de volgafstand door kort op
de knop Distance (afstand) te druk-
ken. Bij iedere druk op deze knop
schakelt de instelling voor de volgaf-
stand tussen 3 (groot), 2 (normaal) en
1 (klein).
Als er geen voertuig voor u rijdt,
houdt uw auto de ingestelde snelheid
aan. Als een langzamer rijdend voer-
tuig op dezelfde rijstrook wordt gede-
tecteerd, toont het EVIC het picto-
gram voor een gedetecteerd voertuig,
waarna het systeem de rijsnelheid au-
tomatisch aanpast om de ingestelde
volgafstand te handhaven, ongeacht
de ingestelde snelheid.
Uw auto handhaaft dan de ingestelde
volgafstand totdat:
Het voorliggende voertuig versnelt
tot een waarde die hoger ligt dan de
ingestelde rijsnelheid.
Het voorliggende voertuig naar een andere rijbaan gaat of buiten het
bereik van de sensor komt.
Het voorliggende voertuig ver- traagt tot een snelheid die lager is
Volgafstand 3 (groot)
Volgafstand 2 (normaal)
Volgafstand 1 (klein)
151
Page 158 of 380

dan 25 km/u en het systeem wordt
automatisch uitgeschakeld.
De instelling van de volgafstand wordt gewijzigd.
Het systeem wordt uitgeschakeld. (Zie de informatie over het active-
ren van de ACC.)
Het maximale remvermogen van de
ACC is beperkt, maar indien nodig
kunt u altijd zelf bijremmen.
OPMERKING: De remlichten
gaan branden als het ACC-systeem
de auto afremt.
Er wordt een naderingswaarschuwing
weergegeven wanneer de ACC voor-
spelt dat het maximale remvermogen
onvoldoende is om de ingestelde af-
stand te handhaven. In een dergelijke
situatie knippert de visuele waarschu-
wing "BRAKE" (remmen) op het
EVIC en klinkt er een geluidssignaal,
terwijl de ACC het maximale remver-
mogen gebruikt. U dient dan onmid-
dellijk te remmen om een veilige af-
stand tot uw voorligger te handhaven.INHAALHULP
Tijdens het rijden met ingeschakelde
ACC en het volgen van een doelauto,
biedt het systeem extra acceleratie om
te helpen voorliggende voertuigen in
te halen. Deze extra acceleratie wordt
geactiveerd wanneer de bestuurder de
richtingaanwijzer naar links inscha-
kelt. Op plaatsen waar het verkeer
links rijdt, is de inhaalhulp alleen ac-
tief bij het links inhalen van de doel-
auto.
Wanneer een auto verandert van een
plaats waar het verkeer links rijdt
naar een plaats waar het verkeer
rechts rijdt, detecteert de ACC auto-
matisch de rijrichting van het verkeer.
In dat geval is de inhaalhulp alleen
actief bij het rechts inhalen van de
doelauto. Deze extra acceleratie wordt
geactiveerd wanneer de bestuurder de
richtingaanwijzer naar rechts inscha-
kelt. In deze situatie zorgt het ACC-
systeem niet meer voor inhaalhulp bij
het links inhalen totdat het vaststelt
dat het voertuig weer is teruggekeerd
naar een plaats waar het verkeer links
rijdt.
Remwaarschuwing 3
Remwaarschuwing 2
Remwaarschuwing 1
152
Page 159 of 380

MENU VAN DE ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
Het EVIC toont de huidige instellin-
gen van het ACC-systeem. Het EVIC
bevindt zich in het bovenste deel van
de instrumentengroep, tussen de snel-
heidsmeter en de toerenteller. De ge-
toonde informatie is afhankelijk van
de status van het ACC-systeem.
OMHOOG- en OMLAAG-knoppen
Druk herhaaldelijk op de knop
MENU (op het stuur), totdat een van
de volgende meldingen wordt weerge-
geven in het EVIC:
Adaptive Cruise Control OFF
(adaptieve cruisecontrol uitge-
schakeld)
Als ACC is uitgeschakeld, ver-schijnt op het scherm de melding
"Adaptive Cruise Control OFF
(adaptieve cruisecontrol uitgescha-
keld).
Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready (adaptieve cruisecontrol ge-
reed) Als ACC is ingeschakeld, maar de
rijsnelheid niet is ingesteld, ver-
schijnt op het scherm de melding
"Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready" (adaptieve cruisecontrol
gereed).
ACC ingesteld
Als ACC is ingesteld, wordt de in- gestelde snelheid weergegeven.
De ingestelde snelheid blijft zicht- baar op het scherm in plaats van de
kilometerstand wanneer het EVIC-
scherm verandert terwijl ACC is
ingesteld.
Het ACC-scherm wordt opnieuw ge-
toond wanneer een ACC-activiteit
plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld:
Wijzigen van de ingestelde snelheid
Wijzigen van de ingestelde volgafstand
Annuleren van het systeem
Ingreep door de bestuurder
Uitschakelen van het systeem
Naderingswaarschuwing van ACC Waarschuwing ACC niet beschik-
baar
Als het ACC-scherm langer dan 5 seconden niet actief is, toont het
EVIC het laatst gekozen scherm.
WAARSCHUWINGEN EN
ONDERHOUDSAANWIJ-
ZINGEN OP HET SCHERM
Waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle"
(reinig radarsensor aan voorzijde
voertuig).
De ACC-waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle" (reinig
radarsensor aan voorzijde voertuig)
wordt getoond wanneer de systeem-
prestaties tijdelijk worden beperkt
door de omstandigheden. Dit komt
vooral voor bij slecht zicht, zoals tij-
dens sneeuwval of zware regenbuien.
Het ACC-systeem kan ook tijdelijk
niet beschikbaar zijn doordat de sen-
sor is bedekt met modder, vuil of ijs.
In dergelijke gevallen zal de waar-
schuwing "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig radarsensor
153
Page 160 of 380

aan voorzijde voertuig) op het EVIC
verschijnen en wordt het systeem uit-
geschakeld.
Het bericht "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig radarsensor
aan voorzijde voertuig) wordt soms
getoond als u rijdt in omgevingen met
veel reflectie (zoals tunnels met reflec-
terende tegels of gebieden met ijs en
sneeuw). Het ACC-systeem herstelt
zich nadat de auto deze omgevingen
heeft verlaten. In zeldzame gevallen,
wanneer de radar geen voertuigen of
objecten vóór zich detecteert, kan
deze waarschuwing tijdelijk worden
weergegeven.
OPMERKING: Als de ACC-
waarschuwing "Clean Radar Sen-
sor In Front Of Vehicle" (reinig ra-
darsensor aan voorzijde voertuig)
actief is, is de modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid) nog
steeds beschikbaar. Raadpleeg de
paragraaf "Modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid)" in
dit hoofdstuk voor meer informa-
tie hierover.Als de weersomstandigheden geen
oorzaak kunnen zijn, dient u de sen-
sor te controleren. Het kan noodzake-
lijk zijn een obstakel van de sensor te
verwijderen of deze te reinigen. De
sensor bevindt zich in het midden van
de auto, achter de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-
systeem dient u de volgende onder-
houdsaanwijzingen op te volgen:
Houd de sensor altijd schoon. Veeg
de lens voorzichtig schoon met een
zachte doek. Voorkom beschadi-
ging van de sensorlens.
Verwijder geen schroeven van de sensor. Het verwijderen van schroe-
ven kan een storing in het ACC-
systeem tot gevolg hebben of het
opnieuw uitlijnen van de sensor
noodzakelijk maken.
Laat de auto nakijken door een er- kende dealer als de sensor is be-
schadigd door een aanrijding.
Monteer geen accessoires in de na- bijheid van de sensor, ook geen transparant materiaal of een an-
dere grille. Dat kan een storing of
defect in het ACC-systeem veroor-
zaken.
Als de omstandigheid waardoor het
systeem werd uitgeschakeld niet lan-
ger aanwezig is, keert het systeem te-
rug naar de status "Adaptive Cruise
Control OFF (adaptieve cruisecontrol
uitgeschakeld). U kunt het systeem
dan opnieuw activeren, waarna de
huidige instellingen weer worden ge-
bruikt.
OPMERKING: Het monteren van
een bescherming of een andere
grille of wijzigen van de grille
wordt afgeraden. Hierdoor kan de
sensor worden geblokkeerd en de
werking van het ACC-systeem wor-
den belemmerd.
Waarschuwing ACC niet
beschikbaar
Als het systeem wordt uitgeschakeld
en in het EVIC de melding "Adaptive
Cruise Control (ACC) Unavailable"
(adaptieve cruisecontrol niet beschik-
baar) wordt weergegeven, is er moge-
lijk sprake van een tijdelijke storing
154