ET waarde MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 3 of 805
Hartelijk dank voor het kiezen van een Mazda. Bij het ontwerp en de constructie van
automobielen geven wij bij Mazda aan de volledige tevredenheid van de klant de hoogste
prioriteit.
Wij raden u aan dit instruktieboekje zorgvuldig door te lezen en de daarin opgenomen
raadgevingen op te volgen zodat u zonder problemen van uw nieuwe Mazda kunt genieten.
Regelmatig onderhoud van uw auto door een deskundige reparateur helpt zowel de
rijwaardigheid als ook de verkoopwaarde ervan te behouden. Een netwerk van officiële
Mazda reparateurs dat over de gehele wereld is verspreid kan u met hun vakbekwame
onderhoudsexpertise van dienst zijn.
Hun speciaal getraind personeel komt het meest in aanmerking om op juiste en
nauwkeurige wijze onderhoud aan uw Mazda te verrichten. Verder worden zij ondersteund
door een uitgebreid assortiment van zeer speciale gereedschappen en apparatuur dat
speciaal voor het uitvoeren van onderhoud aan Mazda auto's ontwikkeld is. Wanneer
onderhoud of reparatie noodzakelijk is, verdient een officiële Mazda reparateur de
voorkeur.
Wij verzekeren u van onze voortdurende belangstelling in uw rijplezier en hopen op uw
volledige tevredenheid.
Mazda Motor Corporation
HIROSHIMA, JAPAN
Belangrijke opmerkingen ten aanzien van dit instruktieboekje
Bewaar dit instruktieboekje in het handschoenenvak als een handige naslag voor een veilig en aangenaam gebruik
van uw Mazda. Wanneer u uw Mazda gaat verkopen, laat dan dit instruktieboekje in de auto achter.
Alle in dit instruktieboekje opgenomen specificaties en beschrijvingen gelden bij het ter perse gaan van dit
boekje. Aangezien Mazda zich voortdurende verbetering ten doel stelt, behouden wij het recht voor te allen tijde
zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verdere verplichting wijzigingen in de specificaties aan te brengen.
Wees u er van bewust dat dit instruktieboekje van toepassing is op alle modellen, uitrustingen en opties.
Als gevolg bestaat de mogelijkheid dat u bepaalde verklaringen aantreft voor uitrustingen die niet in uw
wagen geïnstalleerd zijn.
©2015 Mazda Motor Corporation
Aug. 2016 (Druk3)
Voorwoord
Page 96 of 805
OPMERKING
lZet de motor altijd stop en sluit de
portieren. Laat bovendien ter
voorkoming van diefstal nooit
waardevolle voorwerpen in het
interieur achter.
lAls de sleutel op de volgende
plaatsen is achtergelaten en u de auto
verlaat, bestaat de kans dat de
portieren afhankelijk van de
condities van de radiogolven
vergrendeld worden, ook als de
sleutel in de auto is achtergelaten.
lRondom het instrumentenpaneellIn een opbergvak zoals de
handschoenenkast of de
middenconsole
lVlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
lDe buitensluitingpreventiefunctie
voorkomt dat u uwzelf uit de auto
kunt buitensluiten.
(Europees model)
Alle portieren en de achterklep
zullen automatisch ontgrendeld
worden als deze vergrendeld worden
met behulp van de centrale
portiervergrendeling wanneer een
van de portieren geopend is.
Als alle portieren gesloten zijn,
worden alle portieren vergrendeld,
ook als de achterklep open staat.
(Behalve Europese modellen)
Alle portieren en de achterklep
zullen automatisch ontgrendeld
worden als deze vergrendeld worden
met behulp van de centrale
portiervergrendeling wanneer een
van de portieren of de achterklep
geopend is.
OPMERKING
l(Portierontgrendel(regel)systeem
met collisiedetectie)í
Dit systeem ontgrendelt automatisch
de portieren in het geval de auto bij
een ongeluk is betrokken om de
passagiers in staat te stellen het
voertuig onmiddellijk te verlaten en
te voorkomen dat zij binnenin
opgesloten raken. In het geval de
auto een botsing te verwerken krijgt
die krachtig genoeg is om de airbags
op te blazen en het contact is
ingeschakeld, worden ongeveer 6
seconden na het tijdstip van het
ongeval alle portieren automatisch
ontgrendeld.
Het is mogelijk dat de portieren niet
ontgrendelen afhankelijk van hoe de
botsing wordt opgevangen, de kracht
van de botsing en andere
omstandigheden die zich bij het
ongeval voordoen.
Als systemen die verband houden
met de portieren of de accu defect
zijn geraakt, zullen de portieren niet
ontgrendelen.
3-14
Alvorens te gaan rijden
íBepaalde modellen.
Portieren en sloten
Page 148 of 805
Vloermat
Het wordt aanbevolen originele Mazda
vloermatten te gebruiken.
WAARSCHUWING
Zet de vloermatten met de
doorvoerbuisjes of de houders vast om
te voorkomen dat deze onder de
voetpedalen beklemd raken
(bestuurderszijde):
Gebruik van een vloermat die niet
goed is bevestigd is gevaarlijk
aangezien deze de bediening van het
gas- en rempedaal (bestuurderszijde)
zal hinderen wat een ongeluk kan
veroorzaken.
Gebruik enkel een vloermat die
overeenkomt met de vorm van de vloer
aan de bestuurderszijde en plaats deze
in de juiste richting.
Zet de vloermat vast met gebruik van
de doorvoerbuisjes of houders.
Er zijn diverse manieren om
vloermatten vast te zetten afhankelijk
van het gebruikte type, dus zet de mat
vast overeenkomstig het type.
Controleer na het aanbrengen van de
vloermat dat deze niet heen en weer of
van voren naar achteren schuift en dat
er voldoende ruimte is tussen de mat
en de gas- en rempedalen aan de
bestuurderszijde.
Nadat u voor schoonmaken of om een
andere reden de vloermat heeft
verwijderd, deze altijd weer stevig op
zijn plaats aanbrengen en daarbij de
zojuist vermelde voorzorgsmaatregelen
in acht nemen.
WAARSCHUWING
Breng geen twee vloermatten bovenop
elkaar aan de bestuurderszijde aan:
Het aanbrengen van twee vloermatten
bovenop elkaar aan de
bestuurderszijde is gevaarlijk
aangezien de opsluitpennen enkel het
naar voren schuiven van één vloermat
kunnen voorkomen.
Losse vloermat(ten) kunnen de
bediening van de voetpedalen
hinderen en een ongeluk veroorzaken.
Wanneer u in de winter een zwaarder
type vloermat gebruikt, altijd de
oorspronkelijke vloermat verwijderen.
Bij het plaatsen van een vloermat, deze
bevestigen door de openingen of
sluitingen ervan op de uitsteeksels van de
opstaande klemmen te steken.
3-66
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
Page 162 of 805
qVeiligheidskettingen
Veiligheidskettingen dienen gebruikt te worden bij wijze van voorzorgsmaatregel, in het
geval de aanhanger per ongeluk van de trekhaak los zou raken. Deze kettingen dienen
kruiselings onder de tongplaat van de aanhanger aangebracht te worden en aan de trekstang
bevestigd te worden. Laat voldoende speling over zodat volledige bochten mogelijk zijn.
Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de literatuur die ter beschikking wordt gesteld door
uw aanhanger- of trekhaakfabrikant.
WAARSCHUWING
Controleer vóór vertrek of de veiligheidsketting stevig aan zowel de aanhanger als aan
het trekkende voertuig is bevestigd:
Het trekken van een aanhanger zonder gebruik te maken van een veiligheidsketting
die stevig aan zowel de aanhanger als aan het trekkende voertuig is bevestigd, is
gevaarlijk. Als er schade ontstaat aan de aanhangerkoppeling of de trekstangkogel,
kan de aanhanger naar een andere rijbaan uitzwenken en een botsing veroorzaken.
qAanhangerverlichting
OPGELET
Sluit het verlichtingssysteem van een aanhanger niet rechtstreeks aan op het
verlichtingssysteem van uw Mazda. Hierdoor kan de elektrische installatie en het
verlichtingssysteem van uw auto beschadigd raken. Neem voor het aansluiten van de
verlichting van een aanhanger contact op met een officiële Mazda dealer.
qAanhanger-remsysteem
Controleer de tabel van maximum aanhangergewichten in Gewichtsbeperkingen (pagina
3-72), en als het gewicht van uw aanhanger de waarde aangegeven in TOTALE
AANHANGERGEWICHT (Aanhanger zonder rem) overschrijdt, is een aanhangerrem
vereist.
Indien uw aanhanger van een remsysteem is voorzien, dient dit te voldoen aan alle
landelijke geldende voorschriften.
3-80
Alvorens te gaan rijden
Slepen
Page 178 of 805
i-stopí
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een verkeerslicht stil
staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de motor automatisch om
het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een verminderd brandstofverbruik,
minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid van het stationair draaien verdwijnen
wanneer de motor is stopgezet.
Stoppen en herstarten van de motor
OPMERKING
lHet i-stop indikatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
lWanneer de motor gestopt is.l(Behalve Europees model)
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de motor is
voldaan.
lHet i-stop indikatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
Handgeschakelde versnellingsbak
1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het koppelingspedaal
in te trappen.
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de neutraalstand. De
motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
4-14
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Motor start/stop
Page 179 of 805
Automatische transmissie
1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt (behalve tijdens
het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede versnelling) en de auto tot
stilstand is gebracht.
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling).
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals wordt
ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer de
motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal
ingetrapt.)
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer het systeem functioneert
In de volgende gevallen wordt de motor gestopt en gaat het i-stop indikatielampje (groen)
branden.
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
Wanneer de motor is warmgedraaid.
l(SKYACTIV-D 2.2)
lWanneer de motor niet koud is.lHet leren van de hoeveelheid brandstofinspuiting dat periodiek en automatisch wordt
uitgevoerd, vindt niet plaats.
lDe motor is gestart en er is gedurende een bepaalde periode met de auto gereden.
lDe motor wordt gestart met de motorkap gesloten.
lDe accu is in goede toestand.
lAlle portieren, de achterklep en de motorkap zijn gesloten.
lDe veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
lDe airconditioning wordt niet gebruikt met de luchtstroomfunctie in de stand.
l(Automatische airconditioning)
lDe temperatuurinstelknop voor de airconditioning is ingesteld op een andere stand
dan maximale koeling (A/C ON) of maximale verwarming.
lDe interieurtemperatuur van de auto en de temperatuur die voor de airconditioning is
ingesteld is nagenoeg hetzelfde.
lHet i-stop waarschuwingslampje (oranje) brandt niet/knippert niet.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-15
Page 217 of 805
i-stop waarschuwingslampje (oranje)
Wanneer het lampje brandt
lHet lampje gaat branden wanneer het
contact op ON wordt gezet en gaat uit
wanneer de motor gestart wordt.
lHet lampje gaat branden wanneer de i-
stop OFF schakelaar wordt ingedrukt
en het systeem wordt uitgeschakeld.
lHet lampje gaat branden als de motor
gestopt is en de volgende handelingen
worden uitgevoerd. In dergelijke
gevallen herstart de motor om
veiligheidsredenen niet automatisch.
Start de motor met behulp van de
normale methode.
lDe motorkap geopend wordt.l(Europees model)
De veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
l(Behalve Europees model)
(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Wanneer de versnellingshendel in
een andere stand dan neutraal staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus voor
tweede versnelling) staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
lDe volgende gevallen kunnen duiden
op een storing in het systeem. Laat uw
auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
lHet lampje gaat niet branden
wanneer het contact op ON wordt
gezet.
lHet lampje blijft branden ook al is
tijdens het draaien van de motor de
i-stop OFF schakelaar ingedrukt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het systeem is. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
i-stop indikatielampje (groen)
Wanneer het lampje brandt
lHet lampje gaat branden wanneer de
motor gestopt is en gaat uit wanneer de
motor herstart.
l(Behalve Europees model)
Het lampje gaat branden wanneer
tijdens het rijden aan de voorwaarden
voor het stoppen van de motor is
voldaan.
Wanneer het lampje knippert
l(Handgeschakelde versnellingsbak)
Het lampje knippert wanneer de motor
gestopt is en de keuzehendel naar een
andere stand dan neutraal wordt
verplaatst om de bestuurder erop te
attenderen dat de motor gestopt is.
Door het intrappen van het
koppelingspedaal herstart de motor
automatisch en het lampje gaat uit.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-53
Page 218 of 805
l(Europees model)
Het lampje knippert wanneer de motor
gestopt is en het bestuurdersportier
wordt geopend om de bestuurder erop
te attenderen dat de motor gestopt is.
Het lampje gaat uit wanneer het
bestuurdersportier gesloten wordt.
l(Behalve Europees model)
(Automatische transmissie)
Het lampje knippert als de auto tot
stilstand wordt gebracht maar het
rempedaal niet met voldoende kracht
wordt ingetrapt. Trap het rempedaal
wat krachtiger in aangezien de
pedaalkracht mogelijk onvoldoende is.
qRijstrookassistentindikatie (Type
A)í
Rijd met het systeem op standby naar het
midden van de rijstrook. Wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan,
wordt de rijstrookassistentdisplay
aangegeven in de multi-informatiedisplay
en wordt het systeem bedrijfsklaar.
De display van de rijstrookassistent
(standby status) wordt aangegeven in de
multi-informatiedisplay en het systeem
gaat over op standby.
OPMERKING
Wanneer de instelling voor
besturingsassistentie op niet-
bedrijfsklaar is ingesteld, wordt de
rijstrookassistentdisplay niet
aangegeven.
qRijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) indikatie (Type A)í
Wanneer het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt ingeschakeld, wordt de
LDWS indikatie getoond.
qWaarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) (Type B)
í
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden branden.
Het indikatielampje gaat knipperen
wanneer het systeem bepaalt dat de auto
van zijn rijstrook afwijkt.
4-54
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 222 of 805
Type A/Type B
Het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie voor defecte
stuurbekrachtiging gaat branden of
knipperen als er een defect is in de
stuurbekrachtiging terwijl de motor draait.
Als het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie brandt of
knippert, de auto onmiddellijk op een
veilige plaats parkeren en de motor
stopzetten.
Als het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie ook als de motor
daarna opnieuw gestart wordt niet uitgaat,
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
OPMERKING
lAls het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie brandt of
knippert, zal de stuurbekrachtiging
niet normaal functioneren. In dat
geval kan het stuurwiel alsnog
gedraaid worden, echter het sturen
gaat dan zwaarder dan normaal en
het is mogelijk dat het stuurwiel
tijdens het draaien trilt.
lAls tijdens stilstand of uiterst
langzaam rijden het stuurwiel bij
herhaling naar links en naar rechts
gedraaid wordt, is het mogelijk dat
de defectbeveiliging van het
stuurbekrachtigingssysteem in
werking treedt waardoor het sturen
zwaarder wordt. Dit duidt echter niet
op een probleem. Parkeer in dit geval
de auto op een veilige plaats en
wacht enkele minuten totdat het
systeem weer normaal werkt.
qWaarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Indien het systeem van airbag/
voorspanners van de voorste
veiligheidsgordels in orde is, gaat het
waarschuwingslampje branden wanneer
het contact op ON gezet wordt of nadat de
motor is gestart. Het
waarschuwingslampje wordt na een
bepaalde periode van tijd uitgeschakeld.
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
4-58
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 236 of 805
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden
terwijl het bericht wordt getoond, klinkt
er een pieptoon. Als u het stuurwiel
draait terwijl het bericht wordt getoond,
voelt dit zwaarder dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor op
een veilige plaats en probeer het
stuurwiel niet te draaien. Wanneer het
bericht niet langer wordt getoond, zal
het gebruik van het stuur weer normaal
worden.
qIndikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qSchakelstandindikatie
De stand van de keuzehendel wordt
aangegeven wanneer het contact op ON
wordt gezet.
OPMERKING
(Bepaalde modellen)
Als een van de onderstaande
handelingen wordt uitgevoerd, wordt de
stand van de keuzehendel gedurende 5
minuten getoond ook als de
contactschakelaar in een andere stand
dan ON staat.
lHet contact is op OFF gezet.
lHet bestuurdersportier wordt
geopend.
Versnellingspositie-indikatielampje
In de handbediende overschakelfunctie
gaat de“M”van het
schakelstandindikatielampje branden en
wordt het nummer van de gekozen
versnelling getoond.
4-72
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display