OPEL ASTRA K 2018.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.75, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2018.75Pages: 333, PDF Size: 9.56 MB
Page 291 of 333

Verzorging van de auto28980 km/u en niet verder dan 100 km. In
alle andere gevallen en bij een
defecte versnellingsbak de vooras
optakelen.
Auto's met geautomatiseerde
versnellingsbak: de auto mag alleen
vooruit worden gesleept met de
vooras van de grond af.
De hulp van een werkplaats inroepen. Na het slepen verwijdert u het sleep‐oog.
Plaats de afdekking aan de boven‐
kant en klik deze naar beneden toe
vast.
Andere auto slepenWikkel een doek rond de punt van
een platte schroevendraaier om
schade aan de lak te voorkomen.
Steek een schroevendraaier in de
gleuf bij de onderste hoek van de
afdekking. Maak de afdekking los
door de schroevendraaier voorzichtig omlaag te bewegen.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 268.
Draai het sleepoog tot aan de aanslag
in een horizontale stand vast.
Gebruik het sjoroog onder aan de
achterkant van de auto nooit als
sleepoog.
Sleepkabel – of nog beter, een sleep‐ stang – aan sleepoog bevestigen.
Gebruik het sleepoog alleen om de auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.
Na het slepen verwijdert u het sleep‐ oog.
Plaats de afdekking aan de boven‐
kant en klik deze naar beneden toe
vast.
Page 292 of 333

290Verzorging van de autoVerzorging van uiterlijkVerzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet. Ontdooimiddelen alleen in dringendegevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐
tend werken en de werking van de sloten belemmeren. Na gebruik van
ontdooimiddelen, de sloten door een
werkplaats opnieuw laten smeren.
Wassen Het lakwerk van de auto staat blootaan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Vogeluitwerpselen, dode insecten, boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen die
lakschade kunnen veroorzaken.Bij een bezoek aan een wasstraat, de
aanwijzingen van de exploitant opvol‐ gen. Voorruitwisser en achterruitwis‐
ser uitschakelen. Antenne en acces‐
soires op de buitenkant van de auto
zoals een dakdragersysteem verwij‐
deren.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende
portieren, achterklep en motorkap en
de gebieden die erdoor bedekt
worden reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium
geschikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van
vier tot negen.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten
verschillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren het zicht.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Buitenverlichting De afdekking van de koplampen en
de overige verlichting zijn gemaakt
van kunststof. Geen schurende,
bijtende of agressieve middelen of
ijskrabbers gebruiken en ze niet
droog reinigen.
Poetsen en in de was zetten
De auto regelmatig met was conser‐
veren (uiterlijk wanneer het water niet meer parelt). Anders droogt de lak uit.
Poetsen is alleen nodig als de laklaag mat geworden is of aanslag vertoont.
Page 293 of 333

Verzorging van de auto291Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Kunststof carrosseriedelen mogen niet met autowas of poetsmiddelen
worden behandeld.
Ruiten en ruitenwisserbladen
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en insectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een ijskrabber met een scherpe rand
gebruiken. IJskrabber stevig tegen de ruit drukken, zodat er geen vuil onderde krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en
ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐
gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of
vernietigen zelfs de wisserbladen.
ZonnedakVoor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen (bijv. lakreini‐
gers, acetonhoudende oplossingen
enz.), zuurhoudende of sterk alka‐
lische middelen dan wel schuurspon‐
zen gebruiken. Geen was of poets‐ middelen op het zonnedak aanbren‐
gen.
Velgen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met dezelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.Lakschade
Geringe lakschade voordat er roest‐
vorming optreedt met een lakstift
herstellen. Grotere lakschade of
roestvorming door een werkplaats
laten herstellen.
Bodemplaat
Sommige delen van de bodemplaat
zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende
waslaag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen
kunnen de pvc-laag aantasten. Werk‐ zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de
beschermende waslaag laten contro‐
leren.
Trekhaak Kogelstang niet met een stoom- ofhogedrukreiniger reinigen.
Page 294 of 333

292Verzorging van de autoVentilatieklep
Reinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor
leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name oplichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen
worden gereinigd als de carrosserie.
Zo nodig een interieurreiniger gebrui‐ ken. Geen andere middelen gebrui‐
ken. Vooral geen oplosmiddelen of
brandstof. Niet schoonmaken met
hogedrukreinigers.
Page 295 of 333

Service en onderhoud293Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................293
Service-informatie ...................293
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............294
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................294Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Service-display 3 112.
Europese service-intervallen
Aan een auto zonder CNG-installatie
(aardgas) moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display. Aan een auto met CNG-
installatie moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.
De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:
Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 112.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt,
tenzij anders vermeld op het service-
display.
Page 296 of 333

294Service en onderhoudEr is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Service-display 3 112.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐ tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van
service essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
Het service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Service-display 3 112.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoenaan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
Page 297 of 333

Service en onderhoud295viscositeit geeft informatie over de
dikte van de olie bij diverse
temperaturen.
Dexos is de nieuwste motoroliekwali‐
teit die optimale bescherming biedt
voor benzine- en dieselmotoren. Als deze niet verkrijgbaar is, gebruikt u
motoroliën van een van de andere
vermelde kwaliteiten. Aanbevelingen
voor benzinemotoren zijn ook geldig
voor motoren met de brandstoffen
Compressed Natural Gas (CNG),
Liquified Petroleum Gas (LPG) en
Ethanol (E85).
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 299.
Motorolie bijvullenVoorzichtig
Verwijder gemorste olie met een
doek en doe deze op de juiste
wijze weg.
Motoroliesoorten van verschillende fabrikanten en merken kunnen
worden gemengd zolang ze voldoen
aan de vereiste motoroliekwaliteit en
-viscositeit.
Gebruik van motoroliën voor alle
benzinemotoren met alleen ACEA-
kwaliteit is verboden, aangezien dit
onder bepaalde omstandigheden
motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 299.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Viscositeitswaarden motorolie
De SAE-viscositeitswaarde geeft
informatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐ temperatuur 3 299.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hogere omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale corro‐ siebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
–28 °C. In noordelijke landen met
extreem lage temperaturen biedt de
af fabriek bijgevulde koelvloeistof
vorstbescherming tot ca. –37 °C.
Deze concentratie dient het gehele
jaar in stand te worden gehouden.
Extra koelvloeistofadditieven die
bedoeld zijn om extra corrosiebesten‐ digheid te bieden of om kleine lekken
te dichten kunnen functiestoringen
veroorzaken. Aansprakelijkheid voor
Page 298 of 333

296Service en onderhoudeventuele gevolgen van het gebruik
van extra koelvloeistofadditieven
wordt niet aanvaard.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐
stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Page 299 of 333

Technische gegevens297Technische
gegevensVoertuigidentificatie ...................297
Voertuigidentificatienummer ....297
Typeplaatje .............................. 297
Motor-ID .................................. 298
Autogegevens ............................ 299
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................299
Motorgegevens ........................302
Prestaties ................................ 304
Voertuiggewicht .......................306
Afmetingen auto ......................308
Inhouden ................................. 309
Bandenspanningswaarden ......310Voertuigidentificatie
Voertuigidentificatienum‐mer
Het voertuigidentificatienummer kan
op het typeplaatje staan en is boven‐ dien in de bodemplaat onder de vloer‐ bedekking, onder een afdekking
geslagen.
Het voertuigidentificatienummer kan
op het instrumentenpaneel zijn
geperst, zichtbaar door de voorruit, of
in de motorruimte op het rechter
carrosseriepaneel.
Typeplaatje
Het typeplaatje is aangebracht in de
linker of rechter portieropening.
Page 300 of 333

298Technische gegevensGegevens op het typeplaatje:1:fabrikant2:typegoedkeuringsnummer3:voertuigidentificatienummer4:toegelaten totaal voertuiggewichtin kg5:toegelaten totaal treingewicht
in kg6:maximale toegelaten belading
van de vooras in kg7:maximale toegelaten belading
van de achteras in kg8:gegevens die specifiek zijn voor
de auto of voor het land waarin de
auto wordt gebruikt
De som van de voor- en achterasbe‐
lasting mag niet groter zijn dan het
maximale totaalgewicht van de auto.
Indien bijv. de vooras maximaal wordt
belast, mag de achteras slechts met
een gewicht worden belast dat gelijk
is aan het maximaal toelaatbare
totaalgewicht verminderd met de
voorasbelasting.
Deze technische gegevens zijn
samengesteld volgens EU-normen.
Wijzigingen voorbehouden. Specifi‐
caties in de voertuigdocumenten
prevaleren altijd boven die in deze
handleiding.
Motor-ID De tabellen met technische gegevens
bevatten de code van de motor-ID.
Motorgegevens 3 302.
Voor het bepalen van de betreffende
motor kunt u de EEG-conformiteits‐
verklaring die bij uw auto is geleverd, of andere landelijke registratiedocu‐
menten raadplegen.