air conditioning OPEL ASTRA K 2018 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2018Pages: 327, PDF Size: 9.29 MB
Page 17 of 327
Kort en bondig15KlimaatregelingVerwarmbare achterruit
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Ruiten ontwasemen en ontdooien
●
Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Verwarmings- en ventilatiesysteem
3 153.
Airconditioning 3 154.
Page 155 of 327
Klimaatregeling153KlimaatregelingKlimaatregelsystemen...............153
Verwarmings- en ventilatiesysteem ....................153
Airconditioning ......................... 154
Elektronisch klimaatregelsysteem ............... 156
Hulpverwarming ......................161
Luchtroosters ............................. 161
Verstelbare luchtroosters ........161
Vaste luchtroosters ..................162
Onderhoud ................................. 162
Luchtinlaat ............................... 162
Pollenfilter ................................ 162
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Service .................................... 163Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor: ● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Verwarmd stuurwiel * 3 96.
Temperatuurrood bereik:warmblauw bereik:koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l:naar de voorruit en de voorste
zijruitenM:naar hoofdhoogte via de verstel‐ bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
Page 156 of 327
154KlimaatregelingOntwasemen en ontdooien
●Druk op V: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters naar wens openen en op de zijruiten
richten.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
A/C:koeling4:luchtrecirculatieÜ:achterruitverwarming
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Geventileerde stoelen A 3 56.
Verwarmd stuurwiel A 3 96.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht wanneer de
buitentemperatuur iets boven het
vriespunt ligt. Er kan zich dan
condens vormen en onder de auto op
de grond druppelen.
Page 162 of 327
160Klimaatregelingl:naar de voorruit en de voorpor‐
tierruiten (de airco werkt op de
achtergrond om te voorkomen
dat de ruiten beslaan)M:naar hoofdhoogte via de verstel‐
bare luchtroostersK:naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Automatische modus opnieuw
inschakelen: AUTO indrukken.
Koeling A/C
Druk op A/C om naar koeling om te
schakelen. De LED in de knop brandt
om activering aan te geven. Koeling
werkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de
klimaatregeling.
Druk opnieuw op A/C om koeling uit
te schakelen.
Het airconditioningssysteem koelt en
ontvochtigt (droogt) de lucht vanaf
een bepaalde buitentemperatuur. Er
kan zich dan condens vormen en
onder de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen.
Wanneer het koelsysteem wordt
uitgeschakeld, vereist de klimaatre‐
geling niet dat de motor wordt herstart
tijdens een Autostop. Uitzondering:
ruitontdooiing werkt en buitentempe‐
ratuur boven 0 °C vraagt om opnieuw starten.
Stop/Start-systeem 3 170.
Op het display verschijnt A/C ON
wanneer de koeling aanstaat of A/C
OFF wanneer de koeling uitstaat.Handmatig bediende
luchtrecirculatie 4
Luchtrecirculatiemodus met 4
inschakelen. De LED in de knop brandt om activering aan te geven.
Recirculatiemodus uitschakelen door
weer op 4 te drukken.
9Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De
Page 165 of 327
Klimaatregeling163Airconditioning regelmatigaanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling
eenmaal per maand, ongeacht de
weersgesteldheid of het seizoen,
enkele minuten worden ingescha‐ keld. Bij te lage buitentemperaturenkan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
Service
Om de koeling optimaal te laten
werken, is het raadzaam het klimaat‐
regelsysteem jaarlijks te laten contro‐ leren, te beginnen drie jaar na afleve‐ ring van de nieuwe auto, te weten:
● functie- en druktest
● werking van de verwarming
● lektest
● controle van de aandrijfriemen
● afvoer van condensor en verdamper reinigen
● prestatietest
Page 175 of 327
Rijden en bediening173Auto's met automatische versnel‐
lingsbak of geautomatiseerde
versnellingsbak:
Laat het rempedaal los of verzet de
keuzehendel van D naar N of P om de
motor opnieuw te starten.
Herstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak waarbij een conven‐
tionele Autostop is geactiveerd, moet
de versnellingshendel in de vrij staan
om een automatische herstart moge‐
lijk te maken.
Een handgeschakelde auto in een
vroege Autostop kan automatische
herstarten wanneer deze niet in de
neutraalstand staat op het moment
dat u het rem- en koppelingspedaal
intrapt.
Bij auto's met een automatische
versnellingsbak of een geautomati‐
seerde versnellingsbak, moet de
keuzehendel in D staan om een auto‐
matische herstart mogelijk te maken.De motor wordt automatisch opnieuw gestart door het Stop/Start-systeem
als tijdens een Autostop sprake is van een van de volgende situaties:
● Het Stop/Start-systeem is hand‐ matig uitgeschakeld.
● De motorkap is open.
● De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en/ofhet bestuurdersportier is
geopend.
● De motortemperatuur is te laag. ● Het oplaadniveau van de accu is onder een bepaald niveau.
● Het remvacuüm is niet voldoende.
● De auto reed minstens stap‐ voets.
● Het klimaatregelsysteem vereist het starten van de motor.
● De gewenste interieurtempera‐ tuur komt niet overeen met de
werkelijke temperatuur.
● De airconditioning wordt hand‐ matig ingeschakeld.Als de motorkap niet volledig geslo‐
ten is, verschijnt een waarschuwings‐
bericht op het Driver Information
Centre.
Als een elektrische accessoire, bijv.
een draagbare cd-speler, op de elek‐
trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Let op
Als een aanhanger of fietsendrager
is aangekoppeld, zijn vroege Auto‐
stop en late herstart gedeactiveerd.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Trek altijd de handrem aan. Trek de handrem aan zonder
op de ontgrendelingsknop te
drukken. Op een aflopende of
oplopende helling zo stevig
Page 303 of 327
Technische gegevens301Voertuiggewicht
Rijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige opties5-deurs hatchbackMotorHandmatig
uitzendingHandgeschakelde versnellingsbak geautomatiseerdAutomatisch
uitzendingzonder/met
airconditioning
[kg]B10XFL1263/12731263/1273–B14XE1234/1244––B14XFL1268/1278––B14XFT1268/1278––/1308B14XNT
CNG5)––B16SHT–/1350––/1378B16DTC1335/1345––B16DTE1350/1360––B16DTU1335/1345––B16DTH1350/1360–1354/1364B16DTR1396/1406––5) Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 92.
Page 304 of 327
302Technische gegevensRijklaar gewicht, basisuitvoering zonder enige optiesSports TourerMotorHandgeschakelde
versnellingsbakGeautomatiseerde
versnellingsbakAutomatische versnellings‐
bakmet/zonder airconditioning
[kg]B10XFL1278/12881278/1288–B14XE1263/1273––B14XFL–/1322––B14XFT1312/1322–1340/1350B14XNT
CNG5)––B16SHT–/1393––B16DTC1378/1388––B16DTE1393/1403––B16DTU1393/1403––B16DTH1393/1403–1415/1425B16DTR1393/1411–1425/14435) Waarde niet bekend ten tijde van publicatie.
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
Beladingsinformatie 3 92.
Page 322 of 327
320TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 166
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............289, 294
Aanduidingen op banden ..........266
Aanhangerstabilisatie ................237
Aanhanger trekken ....................233
Aardgas .............................. 110, 229
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 239
Accu ........................................... 244
Achterlichten .............................. 249
Achterruitverwarming ................... 44
Achteruitkijkcamera ...................219
Achteruitrijlichten .......................149
Actieve noodrem......................... 206
Adaptieve cruise control .....119, 194
Afmetingen auto ........................303
Afslagverlichting ......................... 143
Afstand tot voorligger .................116
Airbag deactiveren ....................... 66 Airbag-deactivering .................... 114
Airbag en gordelspanners .........114
Airbaglabel.................................... 61
Airbagsysteem ............................. 61
Airconditioning ........................... 154
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163
Alarmknipperlichten ...................147
Algemene informatie .................. 233Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
Andere auto slepen ...................284
Antiblokkeersysteem .................185
Antiblokkeersysteem (ABS) .......116
Armsteun ................................ 55, 57
Armsteun met opbergruimte ........75
Asbakken ................................... 104
Autogegevens ............................ 294
Automatische dimfunctie .............42
Automatische verlichting ............ 142
Automatische versnellingsbak ...177
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 283 Auto stallen ................................. 239
Autostop ..................................... 170
B Bagageruimte ........................ 31, 76
Bagageruimte-afdekking .............82
Bandenreparatieset ...................273
Bandenspanning .......................266
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 117, 267
Bandenspanningswaarden ........305
Batterijspanning .........................129
Bedieningsorganen ......................95
Bekerhouders .............................. 74
Bekleding .................................... 287