sensor OPEL COMBO E 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: COMBO E, Model: OPEL COMBO E 2019Pages: 287, PDF Size: 10.29 MB
Page 236 of 287

234Verzorging van de autoNr.Stroomkring13Head-updisplay, klimaatrege‐
ling, Infotainmentsysteem14Diefstalalarmsysteem, telemati‐
camodule15Automatische versnellingsbak,
instrumentengroep, klimaatre‐
geling16Startmotor, voedingstransfor‐
mator17Instrumentengroep19Aanhangeraansluiting, stuurbe‐
dieningsknoppen21Diefstalalarmsysteem, Aan/Uit-
knop22Achteruitkijkcamera, regen- en
lichtsensor23Gordelverklikker, speciale
boordregelmodule, start-stop,
aanhangeraansluiting24Parkeerhulp, Infotainmentsys‐
teem, achteruitkijkcamera, blin‐
dehoekcamera25AirbagNr.Stroomkring26Stuuruitslagsensor27Parkeerverwarming29Infotainment-systeem31–32Stekkerdoos34Parkeerhulp, binnenspiegel35Diagnosestekker, koplampver‐
stelling, voorruitverwarming,
klimaatregeling36Interieurverlichting, USB-poortBoordgereedschap
Gereedschap
Auto's met reservewiel
Open de klep van de opbergvakken
voetenruimte 3 77.
Page 277 of 287

Klantinformatie275Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐
den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist voor een veilige werking van uw auto, andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (rijhulpsystemen) of verzor‐ gen comfort- of Infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over gegevensverwerking in de auto.
U vindt extra informatie over welke
specifieke gegevens worden
geüpload, opgeslagen en doorgege‐
ven aan derden en voor welke doel‐
einden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld
aan de verwijzingen voor de betref‐
fende functionele eigenschappen inde betreffende gebruikershandleiding
of in de algemene verkoopvoorwaar‐ den. U kunt deze ook online inzien.
Bedieningsgegevens in de auto
Regeleenheden verwerken gege‐
vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● statusinformatie over de auto (bijv,. snelheid, bewegingsvertra‐
ging, zijwaartse acceleratie,
onderling verwisselen van
wielen, schermpje "veiligheids‐
gordels omgedaan")
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,
afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens
van voorbijgaande aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van
de auto zelf verwerkt. Vaak maken
regeleenheden gebruik van gege‐
vensopslag (zo ook de autosleutel).
Dit om tijdelijke of permanente opslag
mogelijk te maken met betrekking tot
de autoconditie, de belasting vancomponenten, de onderhoudsvereis‐
ten en technische gebeurtenissen en storingen.
Afhankelijk van de specifieke techni‐
sche uitrusting, worden de volgende
gegevens opgeslagen:
● bedieningsstatus van systeem‐ componenten (bijv. vloeistofpeil,
bandenspanning, accustatus)
● storingen en gebreken in belang‐
rijke systeemcomponenten (bijv.
verlichting, remmen)
● systeemreacties in bepaalde rijs‐
ituaties (bijv. triggering van een
airbag, activering van de stabili‐ teitsregelingen)
● informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de auto
hebben geleid
● bij elektrische voertuigen het oplaadniveau in de hoogvol‐
taccu, geschatte actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto
een storing heeft gedetecteerd),
moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van
aard zijn.
Page 285 of 287

283PPanne ......................................... 250
Panoramadak .............................. 46
Panoramazichtsysteem ..............199
Parkeerhulp ............................... 189
Parkeerlichten ............................ 130
Parkeerverwarming ....................142
Parkeren .............................. 19, 154
Partikelfilter ................................. 155
Passagiersstoel voor Tafelstand ................................. 50
Peilsensor motorolie ...................105
Persoonlijke instellingen ............122
Portieren ........................... 31, 32, 34
Portier open ............................... 114
Profieldiepte ............................... 238
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 278
REACH ....................................... 274
Regelbare instrumentenverlichting ...........131
Regensensor .............................. 113
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 275
Remassistentie .......................... 167
Rem- en koppelingssysteem .....109
Rem- en koppelingsvloeistof ......259
Remmen ............................ 164, 221Remvloeistof .............................. 222
Reservewiel ............................... 244
Richtingaanwijzers ............107, 129
Richtingaanwijzers voor ............. 227
Rolschermen ............................... 46
Rugleuning neerklappen .............50
Rugleuning passagiersstoel voor neerklappen ......................50
Ruiten ........................................... 42
Rijgedrag en aanhangertips ......211
Rijregelsystemen ........................168
Rijverlichting ........................ 12, 113
S Schakelen ................................... 110
Schakel motor uit ........................109
Scheidingsrooster bagageruimte ..86
Schuifdeur ................................... 31
Selectieve katalysatorreductie ....156
Selective Ride Control ................170
Service ............................... 145, 257
Service-display .......................... 106
Service-indicatie ........................109
Service-informatie ...................... 257
Sjorogen ...................................... 82
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................240
Snelheidsbegrenzer ...........114, 174
Snelheidsmeter .......................... 103Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................221
Startbeveiliging ............................ 39
Starten en bedienen ...................147
Starthulp gebruiken ...................248
Stoelen aanbrengen .....................55
Stoelen verwijderen ......................55
Stoelpositie .................................. 48
Stoelverstelling ........................7, 49
Stoelverwarming ........................... 53
Stop/Start-systeem .....................152
Storing ....................................... 162
Storingsindicatielamp ................109
Stroomspaarmodus ....................149
Sturen ......................................... 147
Stuurbedieningsknoppen .............93
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 93
Symbolen ....................................... 4
Systeemcontrole .........................109
Systeem voor gecontroleerde afdaling .......................... 110, 169
T
Tanken ....................................... 209
Te laag brandstofpeil .................112
Toerenteller ............................... 104
Trekhaak .................................... 212
Trekken............................... 210, 250