display OPEL INSIGNIA 2014.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014.5Pages: 329, PDF Size: 9.05 MB
Page 210 of 329

208Rijden en bedieningobjecten buiten het bereik van de
sensoren, bijv. onder de bumper
of onder de auto, worden niet
weergegeven.
Voetgangers, kinderen of dieren
worden niet gedetecteerd.
Rijd nooit achteruit als u alleen op het Info-Display hebt gekeken.
Controleer eerst de omgeving aan
de achterzijde en rondom de auto
voordat u achteruit rijdt.
Activering
De waarschuwing kruisend verkeer
achter wordt bij het inschakelen van
de achteruitversnelling automatisch
samen met de achteruitkijkcamera
geactiveerd.
Detectiezones
De systeemsensoren bestrijken een
zone van ongeveer 20 meter links of
rechts achter de auto.
Deactivering
De waarschuwing kruisend verkeer
achter wordt gedeactiveerd bij het
overschrijden van een bepaalde snel‐ heid voorwaarts of als de achteruit‐
versnelling gedurende ongeveer
10 seconden niet wordt ingeschakeld.
U kunt de waarschuwing voor krui‐
send verkeer achter in het menu Per‐ soonlijke instellingen op het Colour-
Info-Display in- of uitschakelen.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Colour-
Info-Display.
Colour-Info-Display 3 121.
Persoonlijke instellingen 3 126.
Storing
Het systeem werkt wellicht niet goed wanneer:
■ als sensoren door ijs, sneeuw, modder of iets anders bedekt zijn.
■ de auto een aanhangwagen trekt,
■ de auto een aanrijding aan de ach‐
terzijde heeft gehad,
■ bij extreme temperatuurwisselin‐ gen.
Verkeersbordherkenning WerkingHet verkeersbordherkenningssys‐
teem herkent bepaalde borden via
een frontcamera en toont deze in het
Driver Information Center.
Page 211 of 329

Rijden en bediening209
Verkeersborden die worden herkend,zijn:
Verkeersborden met beperkingen en
geen doorgang ■ maximumsnelheid
■ inhaalverbod
■ einde maximumsnelheid
■ einde inhaalverbodBewegwijzering
begin en eind van:
■ snelwegen
■ A-wegen
■ speelstratenOnderborden ■ bijkomende hints bij verkeersbor‐ den
■ verbod op aanhanger trekken
■ waarschuwing bij nat wegdek■ waarschuwing bij ijzel
■ richtingspijlen
Snelheidsbeperkingsborden worden
in het Driver Information Center ge‐
toond tot het volgende snelheidsbe‐ perkingsbord of het einde van de
snelheidsbeperking wordt gedetec‐
teerd, of totdat een bepaalde time-out
van het verkeersbord is verstreken.
In het display zijn combinaties van
meerdere borden mogelijk.
Een uitroepteken in een kader bete‐
kent dat er een onderbord werd ge‐
detecteerd dat niet door het systeem
kan worden herkend.
Het systeem is actief tot een snelheid
van 200 km/u, afhankelijk van de
lichtomstandigheden. 's Nachts is het systeem actief tot een snelheid van
160 km/u.
Zodra de snelheid onder 55 km/u
komt, wordt het display gereset en
wordt de inhoud van de pagina met
verkeersborden gewist, bijv. bij het
betreden van een stadsgebied. De
volgende herkende snelheidsindica‐
tie zal worden weergegeven.
Displayweergave
Verkeersborden worden weergege‐
ven op de pagina
Verkeersbordherkenning op het Dri‐
ver Information Center.
Page 212 of 329

210Rijden en bediening
Selecteer op het Baselevel-display
Instellingen X met de toets Menu
en selecteer de optie
Verkeersbordherkenning via het stel‐
wiel op de richtingaanwijzer 3 114.Selecteer op een Midlevel- en Uple‐
vel-display het menu Info met de
knoppen rechts op het stuurwiel en druk op P om
Verkeersbordherkenning te selecte‐
ren 3 114.
Wanneer u een andere functie op het Driver Information Cent er-menu hebt
gekozen en u daarna weer de pagina Verkeersbordherkenning kiest, wordt
het laatst herkende verkeersbord ge‐
toond.
Na het wissen van de verkeersbor‐
denpagina door het systeem ver‐
schijnt het volgende symbool:
De inhoud van de pagina met ver‐
keersborden wordt ook teruggezet
wanneer u onderweg de knop
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel of 9 rechts op het stuurwiel
langer indrukt.
Page 213 of 329

Rijden en bediening211
Pop-upfunctieMaximumsnelheden en inhaalverbo‐
den verschijnen als pop-up op elke
pagina van het Driver Information
Center.
De popup-functie kan worden uitge‐
zet op de verkeersbordenpagina door op de knop SET/CLR van de rich‐
tingaanwijzerhendel of de knop 9 op
het stuurwiel te drukken.
Illustratie toont Baselevel-DIC.
Illustratie toont Midlevel- of Uplevel-
DIC.
Selecteer wanneer de pagina Instel‐ lingen verschijnt Uit of stel waarschu‐
wingen I in om de pop-upfunctie te
deactiveren. Activeer deze weer door Aan of waarschuwingen J te selec‐
teren.
Wanneer u het contact aanzet, wordt
de pop-upfunctie uitgeschakeld.
Het pop-upvenster wordt gedurende
ca. 8 seconden in het Driver Informa‐
tion Center weergegeven.
Storing
De verkeersbordherkenning werkt
eventueel niet goed wanneer:
■ de voorruit ter hoogte van de front‐ camera niet schoon is
■ verkeersborden geheel of gedeel‐ telijk bedekt zijn of lastig waar‐neembaar zijn
■ de omgevingsomstandigheden on‐ gunstig zijn, bijv. harde regen,
sneeuw, direct zonlicht of schadu‐
wen. In dat geval verschijnt Geen
verkeersbordherk. door het weer op het display
Page 251 of 329

Verzorging van de auto249
Nr.Stroomkring69Accusensor70Regensensor71Accusensor
Sluit de klep van de zekeringhouder
na het vervangen van doorgebrande
zekeringen en klik deze dicht.
Wanneer u de klep van de zekering‐
houder niet goed sluit, kunnen er sto‐ ringen optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het op‐
bergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak, druk de borglip‐
pen in, klap het opbergvak omlaag en
verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de ze‐
keringenkast achter een deksel in het
handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje en verwijder het deksel.
Nr.Stroomkring1Infotainment-systeem, Info-
display2Carrosserieregelmodule3Carrosserieregelmodule4Infotainment-systeem, Info-
display5Infotainment-systeem, Info-
display6Aansteker7Stekkerdoos8Carrosserieregelmodule
Page 276 of 329

274Verzorging van de auto
Vloeibaar-gassysteem9Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur bo‐
ven 60 °C moet de LPG-tank worden
verwijderd.
Breng geen wijzigingen aan het vloei‐
baar-gassysteem aan.
Trekhaak Kogelstang niet met een stoom- ofhogedrukreiniger reinigen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met zui‐
ver water en een zachte doek. Ge‐
bruik een reinigingsmiddel voor leder
als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐ ringen veroorzaken, met name op
lichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo nodig een interieurreiniger gebruiken.
Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
Page 277 of 329

Service en onderhoud275Service en onderhoudAlgemene informatie..................275
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............276Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐
veiligheid en voor het behoud van de waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar
in de werkplaats.
Servicedisplay 3 105.
Europese service-intervallen Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:
Andorra, België, Bosnië-
Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, De‐
nemarken, Duitsland, Estland, Fin‐
land, Frankrijk, Griekenland, Groen‐
land, Groot-Brittannië , Hongarije, Ier‐land, IJsland, Italië, Kroatië, Letland,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Montenegro, Nederland, Noor‐
wegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Roemenië, Servië, Slovenië, Slowa‐
kije, Spanje, Tsjechische Republiek,
Zweden, Zwitserland.
Servicedisplay 3 105.
Internationale service-
intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De internationale service-intervallen zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Servicedisplay 3 105.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐ streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen
Page 278 of 329

276Service en onderhoud
kilometerstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de uit‐
voerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de
motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 105.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan
de aanbevolen specificaties voldoen.
Schade als gevolg van het gebruik
van producten die niet aan deze spe‐
cificaties voldoen, wordt niet door de
garantie gedekt .9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste motoroliekwali‐ teit die optimale bescherming biedtvoor benzine- en dieselmotoren . In‐
dien deze niet voorhanden is moet
motorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Aanbevelingen voor benzinemotoren
zijn ook geldig voor motoren met de
brandstoffen Compressed Natural
Gas (CNG), Liquified Petroleum Gas
(LPG) en Ethanol (E85).
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 280.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Page 325 of 329

323
BBagageruimte ........................ 30, 74
Bagageruimte-afdekking .............76
Banden- en velgmaat veranderen ............................. 256
Bandenreparatieset ...................258
Bandenspanning .......................253
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ............................... 111, 254
Bandenspanningswaarden ........297
Batterijspanning .........................125
Bedieningsorganen ......................88
Bekerhouders .............................. 73
Bekleding .................................... 274
Beladingsinformatie .....................86
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 180
Beveiliging van de auto ................35
Binnenspiegels ............................. 40
Binnenverlichting ...............138, 244
Blindehoeksysteem ....................202
Bochtverlichting .......................... 134
Bolle vorm .................................... 38
Boordgereedschap .....................252
Boordinformatie .........................123
Brandstof .................................... 213
Brandstofkeuzeschakelaar ........104
Brandstofmeter .......................... 103
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 220Brandstof voor benzinemotoren 213
Brandstof voor dieselmotoren ...214
Brandstof voor rijden op LPG .....214
Buitenspiegels .............................. 38
Buitentemperatuur .......................92
Buitenverlichting .........................130
C
Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 14, 89
Colour-Info-Display .....................121
Conformiteitsverklaring ...............318
Contactslotstanden ....................158
Controlelampen ..................102, 106
Controle over de auto ................157
Controles .................................... 226
Cruise control ....................113, 180
D
Dagrijlicht ................................... 133
Dagteller .................................... 102
Dak ............................................... 44
Dakbelasting ................................. 86
Dakdrager .................................... 85
Diefstalalarmsysteem ..................35
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 233
Dimlicht of grootlicht ...................130Driepuntsgordel ........................... 58
Driver Information Center ...........114
E Eerste hulp ................................... 85
Elektrisch bediende ruiten ...........41
Elektrische aansluitingen .............94
Elektrische handrem ...........109, 173
Elektrische stoelverstelling ...........52
Elektrische verstelling ..................38
Elektrisch systeem...................... 245
Elektronische rijprogramma's ....169
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...111
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 175
Elektronische stabiliteitsregeling uit ...............110
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Event Data Recorders (EDR) .....320
F
FlexOrganizer .............................. 79
Frontaal airbagsysteem ...............63
Frontaanrijdingswaarschuwing ...191
G Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................124
Gereedschap ............................. 252
Page 326 of 329

324
Gevaar, Waarschuwing enVoorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................84
Gloeilamp vervangen ................235
Gordels ......................................... 56
Gordelverklikker ......................... 106
Gordijnairbagsysteem .................. 65
Grootlicht ........................... 112, 131
Grootlichtassistentie ...........112, 131
H
Halogeenkoplampen .................235
Handgeschakelde versnellingsbak ......................171
Handmatige dimfunctie ................40
Handmatige modus ...................168
Handrem ............................. 172, 173
Handschoenenkastje ...................72
Handzender ................................. 22
Hellingrem ................................. 174
Hoofdsteunen .............................. 47
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 154
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 68
Indicatie afstand tot voorligger ...194
Info-Displays ............................... 114
Inhouden ................................... 296Inklapbare spiegels .....................38
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 140
Instrumentengroep ......................97
Instrumentenverlichting .............245
Interactief rijsysteem................... 177
Interieurverlichting ......................138
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........71
K Katalysator ................................. 166
Kentekenverlichting ...................244
Keuzehendel ............................. 167
Kilometerteller ............................ 102
Kindersloten ................................. 29 Kinderveiligheids-systemen ..........67
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................142
Klok............................................... 93
Koelvloeistof .............................. 229
Koelvloeistof en antivries ............276
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 104
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 133
Koplampverstelling ....................133
L
Laadsysteem ............................. 108
Lane Departure Warning ....110, 212Leeslampen ............................... 139
Lekke band ................................. 261
Lichtschakelaar .......................... 130
Lichtsignaal ................................ 132
Luchtinlaat ................................. 155
M
Meters......................................... 102 Mistachterlicht ............................ 113
Mistachterlichten ........................ 137
Mistlamp .................................... 113
Mistlampen ................................ 239
Mistlampen voor ........................137
Motorgegevens .......................... 283
Motor-ID...................................... 279
Motorkap .................................... 227
Motorolie .................... 227, 276, 280
Motoroliedruk ............................. 111
Motor starten ............................. 160
N Nieuwe auto inrijden ..................158
O Obstakeldetectiesystemen .........197
Olie, motor .......................... 276, 280
Ontlaadbeveiliging accu ............141
Opbergruimte................................ 72
Opbergruimte voor........................ 73
Opbergvakken .............................. 72