alarm OPEL INSIGNIA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014Pages: 329, PDF Size: 8.89 MB
Page 202 of 329
200Rijden en bediening
Let op
Het parkeerhulpsysteem herkent automatisch een af fabriek gemon‐
teerde trekhaak. Het systeem wordt
gedeactiveerd zodra u de stekker
erin steekt.
Als gevolg van externe akoestische
of mechanische storingen is het mo‐ gelijk dat de sensor een niet-be‐
staand object (echostoring) herkent.
De geavanceerde parkeerhulp rea‐
geert eventueel niet op veranderin‐ gen van de parkeerplek nadat u met het parkeren bent begonnen.
Let op
Na gebruik moet de geavanceerde parkeerhulp worden gekalibreerd.
Voor optimale begeleiding tijdens het parkeren is een rijafstand van
ten minste 10 km, inclusief een aan‐
tal bochten, nodig.
Blindehoeksysteem
Het blindehoeksysteem detecteert en meldt objecten die zich, binnen een
specifieke blindehoekzone, aan
weerszijden van de auto bevinden.
Het systeem alarmeert visueel in elkebuitenspiegels bij het detecteren die
in de binnen- en buitenspiegels wel‐
licht niet zichtbaar zijn.
De sensoren van het systeem bevin‐
den zich in de bumper aan de linker-
en rechterzijde van de auto.9 Waarschuwing
Het blinde-hoeksysteem vervangt
het zicht van de bestuurder niet.
Het systeem detecteert geen:
■ Auto's die zich buiten de blinde hoeken bevinden, en die moge‐
lijk snel naderen.
■ Voetgangers, fietsers of dieren.
Controleer voordat u van rijstrook
verandert altijd alle spiegels, kijk
over uw schouder en gebruik de
richtingaanwijzer.
Als het systeem tijdens het vooruitrij‐
den in de blindehoekzone een voer‐
tuig detecteert, licht er zowel bij auto's
die worden ingehaald of die u inhalen, het oranje waarschuwingssymbool
B in de betreffende buitenspiegel op.
Als de bestuurder vervolgens de rich‐
tingaanwijzer gebruikt, gaat het waar‐
schuwingssymbool B geel knipperen
als waarschuwing om niet van rij‐
strook te wisselen.
Als de auto wordt gestart, lichten
beide displays in de buitenspiegels
kort op om aan te geven dat het sys‐
teem operationeel is.
Als de auto met waarschuwing voor
wisselen van rijstrook is uitgerust
3 201 , verschijnt het symbool F op
de spiegels.
Page 205 of 329
Rijden en bediening203
DeactiveringU kunt de waarschuwing voor het wis‐selen van rijstroom in het menu Per‐
soonlijke instellingen op het Colour-
Info-Display in- of uitschakelen.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Colour-
Info-Display.
Colour-Info-Display 3 119.
Persoonlijke instellingen 3 124.
Het systeem wordt geactiveerd als er
een aanhangwagen aangekoppeld is.
De deactivering wordt aangegeven
met een tekst op het Driver Informa‐
tion Centre (DIC).
Let op
Na gebruik moet het systeem wor‐
den gekalibreerd. Rijd voor optimale prestaties zo spoedig mogelijk een
stuk op een rechte snelweg met ob‐
jecten aan de kant van de weg,
bijv. vangrails en afsluitingen.
Storing
Het kan soms voorkomen dat het sys‐ teem geen signaal afgeeft, bij natte
weersomstandigheden of in scherpebochten zal dit vaker optreden. An‐
ders kan het systeem vanwege van‐
grails, verkeersborden, bomen,
struikgewas of andere onbeweeglijke
objecten oplichten. Dit is normaal be‐
drijf en het systeem hoeft niet te wor‐ den nagekeken.
Het alarm bij wisselen van rijstrook werkt wellicht niet als de bumper aan
de linker- of rechterzijde vervuild is
met modder, vuil, sneeuw, ijs, slijk, of tijdens hevige regenval. Instructies
voor reinigen 3 269.
Bij een storing in het systeem of als
het systeem door tijdelijke omstan‐
digheden niet operationeel is, dan
verschijnt er een melding op het Dri‐
ver Information Centre (DIC). De hulp
van een werkplaats inroepen.
Achteruitkijkcamera De achteruitkijkcamera helpt de be‐
stuurder bij het achteruitrijden door
middel van een weergave van het ge‐
bied achter de auto.
Het camerabeeld wordt getoond in de
Colour-Info-Display.9 Waarschuwing
De achteruitrijcamera kan nooit
het zicht van de bestuurder ver‐
vangen. Let op: voorwerpen die
zich buiten het bereik van de ca‐
mera en de sensoren van de ge‐
avanceerde parkeerhulp bevin‐
den, bijv. onder de bumper of on‐
der de auto, worden niet getoond.
Rijd nooit achteruit als u alleen op het Info-Display hebt gekeken.
Controleer eerst de omgeving aan
de achterzijde en rondom de auto
voordat u achteruit rijdt.
Activering
De achteruitkijkcamera wordt auto‐matisch ingeschakeld als de auto in
de achteruitversnelling wordt gescha‐
keld.
Page 226 of 329
224Verzorging van de auto
■ Motorkap openen, alle portierensluiten en auto vergrendelen.
■ Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen. Erop letten dat
geen van de systemen werkt, waar‐
onder het diefstalalarmsysteem.
Weer in gebruik nemen
Wanneer u de auto weer in gebruik
neemt:
■ Poolklem op de minpool van de accu aansluiten. Elektronica voorde elektrische ruitbediening inscha‐ kelen.
■ Bandenspanning controleren.
■ Sproeiervloeistofreservoir vullen.
■ Motoroliepeil controleren.
■ Koelvloeistofpeil controleren.
■ Zo nodig kentekenplaat monteren.
Verwerking van sloopauto
Eventueel wettelijk verplichte infor‐
matie over autodemontagebedrijven
en de recycling van sloopauto's vindtu op onze website. Laat dit werk uit‐
sluitend over aan een erkend autode‐ montagebedrijf.
Gasvoertuigen moeten worden afge‐ voerd door een speciaal daartoe be‐
voegd bedrijf.Controle van de auto
Werkzaamheden
uitvoeren9 Waarschuwing
Controles in de motorruimte alleen
met uitgeschakelde ontsteking uit‐ voeren.
De koelventilator kan ook bij uit‐
geschakelde ontsteking gaan
draaien.
Page 250 of 329
248Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring1Centrale vergrendeling, elektri‐
sche achterklep2Aanhangermodule3–4–5Aanhangerstekkerdoos6Stuurwielverwarming7–8Aanhangerstekkerdoos9Zonnedak10Centrale vergrendeling, achter‐
klep11–12–13–14–15Elektr. achterklepslot16Airconditioning17–18–Nr.Stroomkring19Zijdelingse obstakeldetectie20Zijdelingse obstakeldetectie,
geventileerde voorstoelen21Actief dempingssysteem, groot‐
lichtassistentie, cruise control,
verkeersbordherkenning, Lane
Departure Warning, aanhange‐
rmodule22Diefstalalarmsysteem23Aandrijving op alle wielen, dief‐
stalalarmsysteem24–25–26–27–28–29Aanhangermodule, vervoersze‐
kering30Zijdelingse obstakeldetectie31–32–
Page 324 of 329
322TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 156
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............273, 277
Aanduidingen op banden ..........250
Aangeslagen lampenglazen ......136
Aanhangerkoppeling ..................219
Aanhangerstabilisatie ................222
Aanhanger trekken ....................219
Aansteker .................................... 93
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 223
Accu ........................................... 229
Achterlichten .............................. 237
Achterruitverwarming ................... 43
Achteruitkijkcamera ...................203
Achteruitrijlichten .......................136
Actieve hoofdsteunen ...................48
Actieve noodrem......................... 193
Adaptief rijlicht (AFL) .................131
Adaptieve cruise control .....111, 181
Adaptive Forward Lighting .........111
Afmetingen auto ........................296
Afstand tot voorligger .................108
Airbag deactiveren ....................... 62
Airbag-deactivering .................... 106
Airbag en gordelspanners .........105
Airbagsysteem ............................. 60
Airconditioning ........................... 140Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 154
Alarmknipperlichten ...................134
Algemene informatie .................. 219
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 155
All-wheel drive ........................... 170
Andere auto slepen ...................267
Antiblokkeersysteem .................170
Antiblokkeersysteem (ABS) .......107
Armsteun ................................ 55, 56
Armsteun met opbergruimte ........71
Asbakken ..................................... 94
Autogegevens ............................ 277
Autokrik....................................... 249
Automatische dimfunctie .......40, 41
Automatische verlichting ............ 129
Automatische versnellingsbak ...164
Automatisch geregelde airconditioning ........................ 143
Automatisch geregelde airconditioning met twee zones 147
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 265
Auto stallen ................................. 223
Autostop ..................................... 110
Page 325 of 329
323
BBagageruimte ........................ 30, 72
Bagageruimte-afdekking .............74
Banden- en velgmaat veranderen ............................. 254
Bandenreparatieset ...................255
Bandenspanning .......................250
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ............................... 109, 251
Bandenspanningswaarden ........299
Batterijspanning .........................123
Bedieningsorganen ......................86
Bekerhouders .............................. 71
Bekleding .................................... 271
Beladingsinformatie .....................84
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 178
Beveiliging van de auto ................35
Binnenspiegels ............................. 40
Binnenverlichting ...............136, 242
Blindehoeksysteem ....................200
Bochtverlichting .......................... 131
Bolle vorm .................................... 38
Boordgereedschap .....................249
Boordinformatie .........................121
Brandstof .................................... 211
Brandstofkeuzeschakelaar ........102
Brandstofmeter .......................... 101
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 218Brandstof voor benzinemotoren 211
Brandstof voor dieselmotoren ...212
Brandstof voor rijden op LPG .....212
Buitenspiegels .............................. 38
Buitentemperatuur .......................90
Buitenverlichting .........................128
C
Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 14, 87
Colour-Info-Display .....................119
Conformiteitsverklaring ...............320
Contactslotstanden ....................156
Controlelampen ..................100, 104
Controle over de auto ................155
Controles .................................... 224
Cruise control ....................111, 178
D
Dagrijlicht ................................... 131
Dagteller .................................... 100
Dak ............................................... 44
Dakbelasting ................................. 84
Dakdrager .................................... 83
Diefstalalarmsysteem ..................35
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 231
Dimlicht of grootlicht ...................128Driepuntsgordel ........................... 58
Driver Information Center ...........112
E Eerste hulp ................................... 82
Elektrisch bediende ruiten ...........41
Elektrische aansluitingen .............92
Elektrische handrem ...................107
Elektrische stoelverstelling ...........52
Elektrische verstelling ..................38
Elektrisch systeem...................... 243
Elektronische rijprogramma's ....167
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...108
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 174
Elektronische stabiliteitsregeling uit ...............108
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Event Data Recorders (EDR) .....320
F FlexOrganizer .............................. 77
Frontaal airbagsysteem ...............60
Frontaanrijdingswaarschuwing ...189
G Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................122
Gereedschap ............................. 249