OPEL INSIGNIA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2014Pages: 329, PDF Size: 8.89 MB
Page 41 of 329

Sleutels, portieren en ruiten39
Elektrisch inklappen
Zet de knop op o en duw de drukknop
c daarna omlaag. Beide buitenspie‐
gels klappen nu in.
Druk nogmaals op de knop - beide
buitenspiegels keren nu terug naar de oorspronkelijke stand.
Wanneer u een elektrisch ingeklapte
spiegel met de hand uitklapt, wordt
door het omlaag duwen van de knop
alleen de andere spiegel elektrisch
uitgeklapt.
Inklapbare spiegels met
afstandsbediening Deze functie werkt alleen als de auto
is uitgerust met geheugen voor elek‐
trisch bediende stoel.
Druk na het vergrendelen nogmaals
op toets e gedurende één seconde
om de spiegels in te klappen.
Druk na het ontgrendelen nogmaals
op toets c gedurende één seconde
om de spiegels uit te klappen.
Door deze gedurende drie seconden
in te drukken wordt de ruitbediening
geactiveerd. Elektrisch bediende rui‐
ten 3 41. Zonnedak 3 44.
Als de spiegels met de toets op het
bestuurdersportier ingeklapt zijn, dan kunt u deze niet uitklappen door toets
c in te drukken.
Deze functie kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd in de Persoonlijke
instellingen.
Selecteer de betreffende instelling in
Instellingen , I Voertuig op het Colour-
Info-Display.
Colour-Info-Display 3 119.
Persoonlijke instellingen 3 124.
De instellingen worden automatisch
opgeslagen voor de sleutel die wordt
gebruikt 3 24.
Page 42 of 329

40Sleutels, portieren en ruitenVerwarmde spiegels
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken.
De LED in de toets geeft aan dat het
systeem geactiveerd is.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd au‐
tomatisch uitgeschakeld.
Automatische dimfunctie
Verblinding door achterliggers 's
nachts wordt automatisch tegenge‐
gaan door beide buitenspiegels te
dimmen.
Parkeerhulp
Bij spiegels met een standgeheugen, wordt de buitenspiegel aan de passa‐
gierskant als hulpmiddel bij het par‐
keren automatisch op de achterban‐
den gericht zodra u de achteruitver‐
snelling inschakelt, behalve wanneer
een aanhanger is aangekoppeld.
Geheugenplaats 3 52.
U kunt deze functie in- of uitschakelen in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 124.Binnenspiegel
Handmatige dimfunctie
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing verstellen.
Page 43 of 329

Sleutels, portieren en ruiten41Automatische dimfunctie
Verblinding door achterliggers 's
nachts wordt automatisch tegenge‐
gaan door de binnenspiegel te dim‐
men.
Ruiten
Voorruit
Warmtereflecterende voorruit
De warmtereflecterende voorruit
heeft een coating die zonnestralen
weerkaatst. Ook kunnen gegevens‐ signalen, bijv. van tolstations, worden
weerkaatst.
De gemarkeerde gebieden op de
voorruit zijn niet bedekt met de coa‐
ting. Apparaten voor het registreren
van elektronische gegevens en beta‐ ling van gelden moeten op deze plek‐
ken worden bevestigd. Anders is het
mogelijk dat gegevens over ongeval‐
len niet worden geregistreerd.
Voorruitstickers Plak geen stickers, zoals bijvoorbeeld tolvignetten, rondom de binnenspie‐
gel op de voorruit. Anders kunnen de
detectiezone van de sensor en het
zichtveld van de camera in de spie‐
gelbehuizing kleiner worden.
Elektrisch bediende ruiten9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische ruitbediening.
Er bestaat verwondingsgevaar,
met name voor kinderen.
Als er achterin kinderen zitten,
moet u de kinderbeveiliging van
de elektrische ruitbediening in‐
schakelen.
Page 44 of 329

42Sleutels, portieren en ruitenRuiten tijdens het sluiten goed in
de gaten houden. Ervoor zorgen
dat niets of niemand bekneld
raakt.
Bedienbaar met het contact in de
stand Accessoiremodus of
Contactmodus 3 156, 3 156.
Behouden stroom uit 3 158.
Druk de schakelaar van de desbetref‐
fende ruit in om de ruit te openen of
trek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
Toets een beetje indrukken of uittrek‐
ken: ruit gaat omhoog of omlaag zo‐
lang u de schakelaar bedient.
Toets zover mogelijk indrukken of uit‐ trekken en loslaten: ruit gaat automa‐
tisch omhoog of omlaag met geacti‐
veerde beveiligingsfunctie. U stopt de
ruit door de schakelaar nogmaals in
dezelfde richting te bedienen.
De elektrisch bediende ruiten werken gedurende ongeveer 10 minuten na
het uitschakelen van het contact of
totdat het bestuurdersportier wordt
geopend.
BeveiligingsfunctieStuit de ruit tijdens het automatisch
sluiten boven de middelste stand op
weerstand, dan stopt het sluiten on‐
middellijk en beweegt de ruit weer
omlaag.Beveiligingsfunctie negeren
In geval van problemen bij het sluiten
vanwege vorst o.i.d. schakelt u het
contact in, trekt u de schakelaar ver‐
volgens tot de eerste klik en houdt u
hem daar. De ruit gaat omhoog zon‐
der geactiveerde beveiligingsfunctie.
Om de beweging te stoppen, laat u de schakelaar los.
Kinderbeveiliging voor
achterportierruiten
Page 45 of 329

Sleutels, portieren en ruiten43
Druk de schakelaar z in om de ach‐
terste elektrische portierruiten te
deactiveren: de LED licht op. Druk
voor het activeren nogmaals op z.
Comfortabele bediening met de
afstandsbediening U kunt de ruiten op afstand van bui‐
tenaf bedienen.
Druk nogmaals op toets c
gedurende
drie seconden na het ontgrendelen:
alle ruiten worden geopend.
Druk nogmaals op toets e gedurende
drie seconden na het vergrendelen:
alle ruiten worden gesloten.
Druk op een willekeurige toets om de
beweging van de ruiten te onderbre‐
ken.
Inklapbare spiegels 3 38.
Zonnedak sluiten 3 44.
Bevestiging
Na het geheel openen of sluiten van
de ruiten knipperen de alarmknipper‐
lichten ter bevestiging.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren Als u de ruiten niet automatisch kuntsluiten (bijv. na het loskoppelen van de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 121.Activeer de ruitelektronica voor elke
ruit als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Ontsteking inschakelen.
3. Trek aan de schakelaar tot de tweede klik totdat de ruit omhoog
gaat en houd de schakelaar nog
eens 4 seconden aangetrokken.
4. Druk de schakelaar tot de tweede
klik in totdat de ruit automatisch
omlaag gaat.
5. Deze handeling uitvoeren voor alle ruiten.
Achterruitverwarming
Page 46 of 329

44Sleutels, portieren en ruiten
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken.
De LED in de toets geeft aan dat het
systeem geactiveerd is.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd au‐
tomatisch uitgeschakeld.
Zonnekleppen Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Afdekkingen van eventueel in de zon‐ nekleppen aanwezige make-
upspiegels tijdens het rijden gesloten
houden.
Rolschermen
Om de zonnestraling op de achter‐
bank te verminderen, trekt u het
scherm aan de handgreep omhoog
en haakt u het vast aan de bovenkant
van de portieropening.Dak
Zonnedak9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van het zonnedak. Er bestaat ver‐ wondingsgevaar, met name voor
kinderen.
Bewegende onderdelen tijdens de
bediening goed in de gaten hou‐
den. Ervoor zorgen dat niets of
niemand bekneld raakt.
Bedienbaar met het contact in de
stand Accessoiremodus of
Contactmodus 3 156, 3 156.
Behouden stroom uit 3 158.
Zonnedak, 5-deurs hatchback/
4-deurs sedan
Openen of sluiten
Druk schakelaar p of r tot de eer‐
ste aanslag in: zonnedak wordt ge‐
opend of gesloten met geactiveerde
beveiligingsfunctie zolang u de scha‐
kelaar bedient.
Druk schakelaar p of r tot de
tweede aanslag in en laat deze los:
zonnedak wordt automatisch ge‐
opend of gesloten met geactiveerde
beveiligingsfunctie. Om de beweging
te stoppen, drukt u nogmaals op de
schakelaar.
Page 47 of 329

Sleutels, portieren en ruiten45
Omhoog of sluiten
Druk op schakelaar q of r : zon‐
nedak gaat omhoog of sluit automa‐
tisch met geactiveerde beveiligings‐
functie.
Staat het zonnedak omhoog, dan
kunt u het in één keer openen door
p in te drukken.
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt handmatig bediend.
Schuif het zonnescherm open of
dicht. Wanneer het zonnedak open‐
staat, is het zonnescherm altijd open.Panoramadak, Sports Tourer/
Country Tourer
Openen
Druk schakelaar p tot de eerste
aanslag in: het zonnedak gaat in de
spoilerpositie open.
Druk schakelaar p tot de tweede
aanslag in en laat deze los: zonnedak
wordt automatisch geopend met ge‐
activeerde beveiligingsfunctie. Om de beweging te stoppen, drukt u nog‐
maals op de schakelaar.
Sluiten
Druk schakelaar r tot de eerste
aanslag in: zonnedak wordt gesloten
vanuit de volledig open of spoilerpo‐
sitie met geactiveerde beveiligings‐
functie zolang u de schakelaar be‐
dient.
Druk schakelaar r tot de tweede
aanslag in en laat deze los: zonnedak
wordt automatisch volledig gesloten
met geactiveerde beveiligingsfunctie. Om de beweging te stoppen, drukt u
nogmaals op de schakelaar.
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt elektrisch
bediend.
Page 48 of 329

46Sleutels, portieren en ruiten
U sluit of opent het zonnescherm doorde schakelaar H of G in te drukken.
Algemene tips
Beveiligingsfunctie
Stuit het zonnedak of zonnescherm
tijdens het automatisch sluiten op een obstakel, dan stopt het meteen en
gaat het weer open.
Beveiligingsfunctie negeren
Wanneer het sluiten moeilijk gaat
vanwege ijs en dergelijke, dan moet u
schakelaar r tot de tweede aanslag
indrukken en vasthouden. Het zonne‐
dak sluit zonder geactiveerde beveili‐ gingsfunctie. Om de beweging te
stoppen, laat u de schakelaar los.
Comfortabel sluiten met de
afstandsbediening
U kunt het zonnedak op afstand van
buitenaf sluiten.
Houd toets e ingedrukt om het zon‐
nedak te sluiten.
Laat de toets los om de beweging te
stoppen.
Initialiseren na uitvallen van stroom
Na een stroomonderbreking kan het
zonnedak slechts beperkt bediend
worden. Laat het systeem door een
werkplaats initialiseren.
Page 49 of 329

Stoelen, veiligheidssystemen47Stoelen,
veiligheidssystemenHoofdsteunen .............................. 47
Voorstoelen .................................. 49
Achterbank ................................... 56 Veiligheidsgordels .......................56
Airbagsysteem ............................. 60
Kinderveiligheidssystemen ..........64Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun
moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Hoofdsteunen van voorstoelen
Hoogteverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
Page 50 of 329

48Stoelen, veiligheidssystemen
Horizontale verstelling
Trek het kussen van de hoofdsteun
langzaam naar voren. Hij klikt vast in
verschillende posities.
U zet deze weer helemaal naar ach‐
teren door deze geheel naar voren te
trekken en los te laten.
Hoofdsteunen van achterbank
Hoogteverstelling
Trek de hoofdsteun omhoog en laat
deze vastklikken. Omlaag zetten:
druk op de pal om de hoofdsteun los
te zetten en omlaag te drukken.
Actieve hoofdsteunen
Bij een aanrijding van achteren be‐
wegen de voorste gedeelten van de actieve hoofdsteunen iets naar voren. Op deze wijze wordt het hoofd dus‐
danig gesteund dat het risico van een
whiplash afneemt.
Let op
Goedgekeurde accessoires mogen
alleen bevestigd worden als de stoel niet wordt gebruikt.