Navigatie OPEL INSIGNIA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015Pages: 149, PDF Size: 2.64 MB
Page 5 of 149
Inleiding......................................... 6
Basisbediening ............................ 14
Radio ........................................... 48
CD-speler ..................................... 54
Externe apparaten .......................57
Navigatie ...................................... 63
Spraakherkenning ........................83
Telefoon ....................................... 90
Veelgestelde vragen ....................99
Trefwoordenlijst ......................... 102Touch R700 / Navi 900
Page 6 of 149
6InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................6
Antidiefstalfunctie ........................... 7
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 12Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
Daarnaast kunt u op de favorietenpa‐ gina's muzieknummers, telefoon‐
nummers, bestemmingen of geluids‐
instellingen opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het Infotainmentsysteem aansluiten,
bv. een iPod, USB-apparaten of an‐ dere randapparatuur; via een kabel of
via Bluetooth.
Het navigatiesysteem met dynami‐
sche routeplanning brengt u veilig
naar uw bestemming en kan, desge‐
wenst, files of andere knelpunten om‐ zeilen.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.Bovendien kunt u het Infotainment‐
systeem bedienen met de knoppen
op het stuur of een touchpad tussen
de voorstoelen, of via het spraakher‐
kenningssysteem.
Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het aan‐
raakscherm en de heldere displays
kunt u het systeem gemakkelijk en in‐ tuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Page 7 of 149
Inleiding7
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De overeenkom‐
stige verkeersregels moeten zon‐
der uitzondering in acht worden
genomen.
Voer alleen iets in ( bijv. een adres)
terwijl de auto stilstaat.
Wanneer de routebegeleiding te‐
gen de verkeersregels ingaat,
moet u altijd de verkeersregels
volgen.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet wor‐
den. Hier moet u in het bijzonder
letten op eenrichtingsstraten, we‐
gen en inritten waar u niet mag in‐
rijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 13 of 149
Inleiding13
Bij het inschakelen van het Infotain‐mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 43.
Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 43,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op de knop X voor het dem‐
pen van de audiobronnen.
Om het dempen weer te annuleren:
draai aan of druk kort op de knop X.
Bedieningsmodi
Radio
Druk herhaaldelijk op de RADIO-knop
om het hoofdmenu van de radio te
activeren of te wisselen tussen de
verschillende frequentiebereiken.
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 48.CD-speler
Druk herhaaldelijk op de MEDIA-knop
om de cd-speler te activeren.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 54.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐ tern apparaat te activeren (bijv. USB-
apparaat, iPod of smartphone).
Zoek een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 57.
Navigatie
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.
Druk op het pictogram NAV om de
navigatiekaart weer te geven voor het gebied rondom de huidige locatie.
Zoek een gedetailleerde beschrijving van de navigatiefuncties 3 63.
Telefoon
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.Selecteer het TELEFOON-picto‐
gram.
Als er een verbinding met een gekop‐
pelde mobiele telefoon tot stand kan
worden gebracht, wordt het hoofd‐ menu van de telefoonmodus weerge‐
geven.
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van de mobiele
telefoon via het Infotainmentsysteem
3 94.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen van
een Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 91.
Page 34 of 149
34Basisbediening
Let op
Het systeem onthoudt welke lijst er
binnen een toepassing is gekozen.
Wordt de contactenlijst vanuit deze
toepassing opnieuw geopend, dan
wordt de eerder geselecteerde lijst
opnieuw weergegeven.
De voertuigcontacten verwijderen
Selecteer de schermtoets Contactlijst
wijzigen rechts op het scherm. Er ver‐
schijnt een lijst met alle beschikbare
contactbronnen. De actieve contac‐
tenlijst wordt gemarkeerd met 9.
Selecteer de schermtoets ─ naast
Voertuig . Er verschijnt een bevesti‐
ging.
Bevestig de melding om de lijst te ver‐
wijderen.
Contactenlijsten sorteren
Standaard zijn de lijsten alfabetisch
op voornaam geordend. Is er geen
voornaam beschikbaar, dan wordt de achternaam gebruikt. Is er geen voor-
of achternaam, dan wordt een van de
eerst ingevoerde lettertekens als sor‐ teercriterium gebruikt.De sorteervolgorde kan worden ge‐
wijzigd als de voor- en achternaam in verschillende velden worden opge‐
slagen.
Selecteer de schermtoets Sort. om de
sorteervolgorde te veranderen.
Kies de gewenste sorteervolgorde.
De lijst wordt opnieuw gesorteerd.
De contactenlijst gebruiken
Selecteer het tabblad CONTACTEN
in de betreffende toepassing om de contactenlijst weer te geven.
Navigatietoepassing:
Telefoontoepassing:
Selecteer een van de items in de ac‐
tieve contactenlijst om de contactge‐
gevens weer te geven.
De contactgegevens kunnen bestaan
uit:
■ Voor- en achternaam
■ Diverse telefoonnummers
■ Diverse e-mailadressen
■ Diverse adressen (bv. werk en thuis)
■ In de voertuigcontactenlijst: cate‐ gorie-invoer
Page 35 of 149
Basisbediening35
■ In de voertuigcontactenlijst: veldnotities
■ Voor POI-vermeldingen: informatie over openingstijden, menu (bijv.
restaurant), prijzen enz.
Let op
De gegevens worden geordend vol‐
gens de actieve toepassing, bijv. in
de telefoontoepassing worden tele‐
foonnummers als eerste weergege‐
ven.
De navigatie starten
Selecteer een van de voor de con‐
tactpersoon opgeslagen adressen of
de snelkoppeling naast het betref‐
fende contact in de contactenlijst om
de routebegeleiding naar een be‐
stemming te starten. Het scherm met
de bestemmingsdetails wordt weer‐
gegeven 3 63.
Telefoongesprek initiëren
Selecteer een van de contactpersoon opgeslagen telefoonnummers of de
snelkoppeling naast het betreffende
contact in de contactenlijst om een te‐lefoongesprek te voeren. Het menu
uitgaande gesprekken wordt getoond 3 90.
Contactpersonen toevoegen
Open de betreffende toepassing om
informatie uit de toepassingsmenu's
aan de voertuigcontactenlijst toe te
voegen.Navigatietoepassing
Selecteer of voer een bestemming in
3 72. Het scherm met de bestem‐
mingsdetails wordt weergegeven.
Selecteer de knop Opsl. op het
scherm. Er verschijnt een menu.Telefoontoepassing
Selecteer het tabblad RECENT. Se‐
lecteer de schermtoets w naast het
telefoonnummer dat u aan de contac‐ tenlijst wilt toevoegen. Er verschijnt
een menu.
Seleerteer een van de opties.
Nieuw contact aanmaken
Er wordt een datacategorie-selectie‐
menu weergegeven.
Selecteer de betreffende datacatego‐ rie voor de informatie die u wilt op‐
slaan, bv. werkadres of mobiele tele‐
foon. Het scherm met de contactde‐
tails wordt weergegeven.
Let op
De gegevenscategorieën in het
nieuwe menu corresponderen met
de informatie die u wilt opslaan, bv.
Page 41 of 149
Basisbediening41
MenuActieAanraakschermTouchpadNavigatiemenuActuele audio-informatie
naar het Driver Information
Center sturen1 vinger, beweeg in de richting van het
Driver Information CenterKaart pannen1 vinger, beweeg dwars over het scherm2 vingers, beweeg naar
boven, beneden, links of
rechtsKaart centreren1 vinger, tik op een lokatie op de kaart als
u deze rondom dit punt wilt centrerenInzoomen op de kaartKnop w op het scherm2 vingers, tegengesteld
bewegen (spreiden)Uitzoomen op de kaartKnop ─ op het scherm2 vingers, naar elkaar toe
bewegen (knijpen)Menu TelefoonActuele audio-informatie
naar het Driver Information
Center sturen1 vinger, beweeg in de richting van het
Driver Information CenterLettertekenherken‐
ningsfunctieLetterteken tekenen1 vinger, beweeg dwars over het scherm1 vinger, over het pad
bewegenBestemming zoeken
starten2 vingers, op het pad
drukken en vasthoudenAfsluitfunctie2 vingers, druk op het pad
Page 63 of 149
Navigatie63NavigatieAlgemene aanwijzingen...............63
Gebruik ........................................ 65
Invoer van de bestemming ..........72
Begeleiding .................................. 77Algemene aanwijzingen
Het navigatiesysteem zal u betrouw‐
baar naar uw bestemming leiden.
Kaartlezen is niet nodig, ook als u he‐ lemaal niet bekend bent met de be‐
stemming.
Bij de routeberekening wordt de hui‐
dige verkeerssituatie in beschouwing
genomen. Hiervoor ontvangt het Info‐ tainmentsysteem via RDS-TMC ver‐
keersberichten in het huidige ont‐
vangstgebied.
Het navigatiesysteem kan echter
geen rekening houden met de actuele
verkeerssituatie, recentelijk veran‐
derde verkeersregels en plotseling
optredende gevaren of knelpunten
(bijv. wegwerkzaamheden).Voorzichtig
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De relevante ver‐
keersregels moeten zonder uit‐
zondering in acht worden geno‐
men. Wanneer de routebegelei‐
ding tegen de verkeersregels in‐
gaat, moet u altijd de verkeersre‐
gels volgen.
Werking van het
navigatiesysteem
De positie en beweging van de auto
worden door het navigatiesysteem
met behulp van sensors gedetec‐
teerd. De afgelegde afstand wordt be‐ paald door het signaal van de snel‐
heidsmeter van de auto, de draaibe‐
wegingen in de bochten door een gy‐
rosensor. De positiebepaling vindt
plaats m.b.v. satellieten van het GPS (Global Positioning System).
Door vergelijking van de sensorsig‐ nalen met de digitale kaarten op de
kaart op de SD Card is het mogelijk
om de positie met een nauwkeurig‐
heid van ca. 10 meter te bepalen.
Het systeem werkt ook bij een slechte
GPS-ontvangst. Dit kan echter wel de nauwkeurigheid van de positiebepa‐
ling beïnvloeden.
Page 64 of 149
64Navigatie
Na het invoeren van het bestem‐
mingsadres of een markant punt of
POI (dichtstbijzijnde tankstation, ho‐ tel, enz.) wordt de route vanaf de hui‐
dige locatie tot de geselecteerde be‐
stemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Belangrijke informatie Invoeren van een bestemming
De volgorde waarin u het adres van
de bestemming invoert, is afhankelijk
van het land waarin de bestemming
zich bevindt.
■ Albanië, Andorra:
■ België, Bosnië-Herzegovina, Bul‐ garije, Denemarken, Estland, Fin‐
land, Griekenland, Hongarije, Italië,
Kroatië, Liechtenstein, Litouwen,
Luxemburg, Macedonië, Moldavië,
Monaco, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Roe‐
menië, Rusland, San Marino, Ser‐vië, Slowakije, Slovenië, Spanje,
Tsjechische Republiek,Turkije, Va‐
ticaanstad, Wit-Rusland, Zweden,
Zwitserland:
■ Frankrijk:
■ Duitsland:
of
■ Gibraltar, Ierland:
■ Groot-Brittannië:
of
■ Montenegro:
TMC- verkeersinformatiesysteem en
dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem
ontvangt van de TMC-radiozenders alle actuele verkeersinformatie. Deze
informatie wordt gebruikt bij het bere‐ kenen van de volledige route. Daarbij wordt de route zo gepland dat vol‐
gens de vooraf ingestelde criteria om
verkeersproblemen heen wordt gere‐ den.
Is er een actueel verkeersprobleem tijdens een actieve routebegeleiding,
vraagt het systeem - afhankelijk van de vooraf gemaakte instelling - of de
route veranderd moet worden.
De TMC-verkeersinformatie wordt op
het kaartscherm met symbolen weer‐ gegeven of verschijnt als gedetail‐
leerde tekst in het TMC-meldingen‐
menu.
Page 65 of 149
Navigatie65
Een voorwaarde voor het gebruik van
TMC-verkeersinformatie is de ont‐
vangst van TMC-zenders in de be‐
treffende regio.
De TMC-stations kunnen in het navi‐
gatiemenu 3 65 worden geselec‐
teerd.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
Infotainmentsysteem opgeslagen.
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner om de kaartsoftware via
een SD-kaart bij te werken.
Gebruik
Informatie over de kaartdisplay Druk op de knop ; om de navigatie‐
kaart weer te geven en selecteer ver‐
volgens het pictogram NAV.Routebegeleiding niet actief
Uw huidige locatie wordt aangeduid
met een pictogram van een auto.
Na een timeout van ong.
15 seconden, verdwijnen de toepas‐
singenbalk en de interactieve selec‐
tiebalk en wordt de kaart op het hele
scherm weergegeven.
Raak het scherm op een willekeurige plek aan om de toepassingenbalk en
de interactieve selectiebalk opnieuw weer te geven.
Routebegeleiding actief
Middendisplay: