OPEL MERIVA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.5, Model line: MERIVA, Model: OPEL MERIVA 2015.5Pages: 251, PDF Size: 7.87 MB
Page 181 of 251

Verzorging van de auto179AccuAuto's zonder stop-startsysteem zijn
uitgerust met een loodzuuraccu. Au‐
to's met stop-startsysteem zijn uitge‐
rust met een AGM-accu die geen
loodzuuraccu is.
De accu van de auto is onderhouds‐
vrij als het rijgedrag zodanig is dat
deze voldoende wordt opgeladen.
Door korte ritten en vaak starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het gebruik van onnodige elektrische ver‐
bruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
kelde ontsteking aansluiten en los‐
koppelen.
Ontlaadbeveiliging accu 3 128.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in deze para‐ graaf gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling van
het stop-startsysteem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐
roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐
sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een stop-startsys‐ teem dat de AGM-accu (Absorptive
Glass Mat) weer wordt vervangen
door een AGM-accu.
U kunt een AGM-accu herkennen aan
het label op de accu. Wij bevelen het
gebruik aan van een originele Opel-
accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel accu is
het mogelijk dat het Stop/Start-sys‐
teem slechter presteert.
Page 182 of 251

180Verzorging van de auto9Waarschuwing
Bij het aanbrengen van een accu
met een andere lengte dan het
oorspronkelijke exemplaar moet
het bufferelement altijd goed pas‐
sen.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop/Start-systeem 3 142.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kan de
accu beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 217.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ■ Geen vonken of open vlammen en niet roken.
■ Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat aan‐
leiding kan geven tot blindheid of
ernstige brandwonden.
■ Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
■ Explosief gas kan in de buurt van de accu aanwezig zijn.
Page 183 of 251

Verzorging van de auto181Dieselbrandstofsysteem
ontluchten Na het leegrijden van de tank moethet dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. De ontsteking driemaal
15 seconden per keer inschakelen.
Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangen Wisserbladen voorruitTil de ruitenwisser op, druk op de
knop om het wisserblad los te maken en verwijder dit.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek aan de ruitenwisserarm
vast en druk tot het vastklikt.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op. Maak het wis‐
serblad los zoals getoond in de illu‐
stratie en verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek aan de ruitenwisserarm vast en druk tot het vastklikt.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Page 184 of 251

182Verzorging van de autoGloeilamp vervangenOntsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
HalogeenkoplampenDe koplampen hebben afzonderlijke
systemen voor dimlicht 1 (buitenste
gloeilampen) en grootlicht 2 (binnen‐
ste gloeilampen).
Dimlicht
1. Draai de kap 1 naar links en ver‐
wijder deze.
2. Druk de lamphouder omhoog en haal de lamphouder uit de reflec‐
tor.
Page 185 of 251

Verzorging van de auto183
3. Maak de gloeilamp los van delamphouder en vervang de lamp.
4. Plaats de lamphouder in de re‐ flector.
5. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Grootlicht
1. Draai de kap 2 naar links en ver‐
wijder deze.
2. Koppel de stekker los van de lamp.
3. Klik de veerklem los en zwenkdeze naar achteren.
4. Verwijder de gloeilamp en ver‐vang deze.
5.Zwenk de veerklem naar voren en
klik deze vast.
6. Sluit de stekker aan op de lamp.
7. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
1. Lamphouder linksom eruit draaien.
Page 186 of 251

184Verzorging van de auto
2. Haal de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
3. Draai de lamphouder rechtsom in de reflector vast.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
met LED's
Op een andere versie bestaan het zij‐ markeringslicht/dagrijlicht uit LED's.
Laat de LED's bij een eventueel de‐
fect vervangen door een werkplaats.
Adaptief rijlicht (AFL)
De koplampen hebben afzonderlijke
systemen voor dimlicht en grootlicht
1 (buitenste gloeilampen) en bocht‐
verlichting 2 (binnenste gloeilampen).
Dimlicht/grootlicht
1. Draai de kap 1 naar links en ver‐
wijder deze.
Page 187 of 251

Verzorging van de auto185
2. Lamphouder rechtsom los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door op de borgnok te
drukken.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Linksom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Bochtlicht
1. Afdekking 2 linksom draaien en
verwijderen.
2. De lamphouder naar links los‐ draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door op de borgnokken te
drukken.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Page 188 of 251

186Verzorging van de auto
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
Het zijmarkeringslicht/dagrijlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij een
eventuele storing vervangen door
een werkplaats.
Mistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
2. Klik de lamphouder los van destekker door op de borgnok te
drukken.
3. Verwijder en vervang de lamp‐ houder met de gloeilamp.
4. Sluit de stekker aan.
5. Plaats de lamphouder in de re‐ flector.
6. Draai de lamphouder rechtsom en
klik deze vast.
Richtingaanwijzers
vooraan
Page 189 of 251

Verzorging van de auto187
1. Lamphouder linksom eruitdraaien.
2. Draai de lamp linksom uit de lamphouder.
3. Vervang de lamp.
4. Draai de lamphouder rechtsom in de reflector vast.
Achterlichten
1. Maak het deksel los en verwijder het.
2.Twee kunststof bevestigingsmoe‐
ren van binnen met de hand los‐
draaien.
3. Haal de lamp compleet uit de borgpennen en verwijder deze.
De kabelgeleider moet op zijn
plaats blijven zitten.
4. Maak de kabelboomstekker los van de lamphouder.
Page 190 of 251

188Verzorging van de auto
5.Ontgrendel de vier borgnokken en
neem de lamphouder weg.
6. Verwijder de gloeilamp en ver‐ vang deze.
Achterlicht en remlicht ( 1)
Achterlicht ( 2)
Richtingaanwijzer ( 3)
Versie met LED:
Alleen het remlicht ( 1) en de rich‐
tingaanwijzer ( 2) kunnen worden
vervangen.
7. Plaats de lamphouder in het ach‐ terlicht compleet. Sluit de kabel‐
boomstekker aan. Zet de lamp
compleet op de borgpennen en
draai de bevestigingsmoeren
vast. Sluit het deksel en klik het
vast.
8. Schakel de ontsteking in en kijk of
alle lampen werken.
Achterlichten in
achterklepframe
1. Open de achterklep en haal de af‐
dekking met een schroeven‐
draaier los.