OPEL MOKKA X 2018.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2018.5, Model line: MOKKA X, Model: OPEL MOKKA X 2018.5Pages: 267, PDF Size: 6.72 MB
Page 51 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen49det kan føre til at BARNET utsettes for
LIVSFARE og fare for ALVORLIGE
SKADER.
PT: NUNCA use um sistema de
retenção para crianças voltado para
trás num banco protegido com um AIRBAG ACTIVO na frente do
mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE
VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na CRIANÇA.
IT: Non usare mai un sistema di sicu‐
rezza per bambini rivolto all'indietro
su un sedile protetto da AIRBAG
ATTIVO di fronte ad esso: pericolo di
MORTE o LESIONI GRAVI per il
BAMBINO!
EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα
πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ, διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed
którym znajduje się WŁĄCZONA
PODUSZKA POWIETRZNA. Niezas‐
tosowanie się do tego zaleceniamoże być przyczyną ŚMIERCI lub
POWAŻNYCH OBRAŻEŃ u
DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız. ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR
ŞEKİLDE YARALANABİLİR.
UK: НІКОЛИ не використовуйте
систему безпеки для дітей, що
встановлюється обличчям назад,
на сидінні з УВІМКНЕНОЮ
ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це
може призвести до СМЕРТІ чи
СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ
ДИТИНИ.
HU: SOHA ne használjon hátrafelé
néző biztonsági gyerekülést előlről
AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen,
mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy
KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
HR: NIKADA nemojte koristiti sustav
zadržavanja za djecu okrenut prema
natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČ‐ NIM JASTUKOM ispred njega, to bi
moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJN‐
JIH OZLJEDA za DIJETE.SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega
varnostnega sedeža, obrnjenega v
nasprotni smeri vožnje, na sedež z
AKTIVNO ČELNO ZRAČNO
BLAZINO, saj pri tem obstaja nevar‐
nost RESNIH ali SMRTNIH
POŠKODB za OTROKA.
SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni
sistem za decu u kome su deca okre‐
nuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred
sedišta zato što DETE može da
NASTRADA ili da se TEŠKO
POVREDI.
MK: НИКОГАШ не користете детско
седиште свртено наназад на
седиште заштитено со АКТИВНО
ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него, затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ
или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО.
BG: НИКОГА не използвайте
детска седалка, гледаща назад,
върху седалка, която е защитена
чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА
ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да се стигне до СМЪРТ или
СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на
ДЕТЕТО.
Page 52 of 267

50Stoelen, veiligheidssystemenRO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun
pentru copil îndreptat spre partea din
spate a maşinii pe un scaun protejat de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;
acest lucru poate duce la DECESUL
sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPI‐
LULUI.
CS: NIKDY nepoužívejte dětský
zádržný systém instalovaný proti
směru jízdy na sedadle, které je chrá‐ něno před sedadlem AKTIVNÍM
AIRBAGEM. Mohlo by dojít k
VÁŽNÉMU PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE.
SK: NIKDY nepoužívajte detskú
sedačku otočenú vzad na sedadle
chránenom AKTÍVNYM AIRBAGOM,
pretože môže dôjsť k SMRTI alebo
VÁŽNYM ZRANENIAM DIEŤAŤA.
LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal
atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos
sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI
ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI
ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI.
LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmanto‐
jiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēde‐
klīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar
tās priekšā uzstādītu AKTĪVUDROŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā
gadījumā BĒRNS var gūt SMAGAS
TRAUMAS vai IET BOJĀ.
ET: ÄRGE kasutage tahapoole
suunatud lapseturvaistet istmel, mille
ees on AKTIIVSE TURVAPADJAGA
kaitstud iste, sest see võib põhjus‐
tada LAPSE SURMA või TÕSISE
VIGASTUSE.
MT: QATT tuża trażżin għat-tfal li
jħares lejn in-naħa ta’ wara fuq sit
protett b’AIRBAG ATTIV quddiemu; dan jista’ jikkawża l-MEWT jew
ĠRIEĦI SERJI lit-TFAL.
GA: Ná húsáid srian sábháilteachta
linbh cúil RIAMH ar shuíochán a
bhfuil mála aeir ag feidhmiú os a
chomhair. Tá baol BÁIS nó GORTÚ
DONA don PHÁISTE ag baint leis.
Gebruik afgezien van de waarschu‐
wing conform ECE R94.02 omwille
van de veiligheid nooit een kindervei‐
ligheidssysteem op de passagiers‐
stoel met een actieve frontairbag.9 Gevaar
Gebruik geen kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
met actieve frontairbag.
U vindt het waarschuwingslabel aan beide zijden van de zonneklep aan
bijrijderszijde.
Airbag deactiveren 3 52.
Frontaal airbagsysteem Het frontairbagsysteem bestaan uit
een airbag in het stuurwiel en een
airbag in het instrumentenpaneel aan
de passagierskant voorin. Deze zijn
te herkennen aan het opschrift
AIRBAG .
Het frontairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
aanrijding aan de voorzijde. Het
contact moet ingeschakeld zijn.
Page 53 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen51
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en hoofd
van de inzittenden voorin de auto
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Alleen bij een correcte zitpositie is
optimale bescherming mogelijk.
Stoelpositie 3 40.
Lichaamsdelen of voorwerpen uit het werkingsgebied van de airbag
houden.
Veiligheidsgordel correct omleg‐
gen en goed vastzetten. Alleen dan kan de airbag bescherming
bieden.
Zijdelings airbagsysteem
Het zijdelingse airbagsysteem
bestaat uit airbags in de rugleuningen
van de beide voorstoelen. Ze zijn teherkennen aan het opschrift
AIRBAG .
Het zijairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het bovenlichaam en de
heupen bij een zijdelingse aanrijding
aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Let op
Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐
zen gebruiken die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdek‐
ken.
Page 54 of 267

52Stoelen, veiligheidssystemenGordijnairbagsysteemHet hoofdairbagsysteem bestaat uiteen airbag aan weerskanten in het
dakframe. Ze zijn te herkennen aan
het opschrift AIRBAG op de dakstij‐
len.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
zijdelingse aanrijding. Het contact
moet ingeschakeld zijn.
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.
9 Waarschuwing
Houd de zone waarin de airbag
zich ontplooit vrij van obstakels.
De haken in het dakframe zijn
uitsluitend geschikt voor het
ophangen van lichte kledingstuk‐
ken, zonder kledinghangers.
Bewaar geen spullen in deze
kleding.
Airbag deactiveren
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem op de voorstoel gebruikt, moet
u het airbagsysteem van de passa‐
gier deactiveren. Het zijairbag- en het gordijnairbagsysteem, de gordel‐
spanners en alle airbagsystemen van
de bestuurder blijven actief.
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Page 55 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen53Gebruik de contactsleutel om de posi‐
tie te kiezen:c:airbags van voorpassagier zijn gedeactiveerd en gaan niet af
bij een aanrijding. Controle‐
lampje c brandt voortdurend
in de middenconsole. U kunt
een kinderzitje aanbrengen in
overeenstemming met de tabel Inbouwposities kinderveilig‐
heidssystemen 3 56. Er mag
geen volwassen persoon op de
stoel van de voorpassagier
vervoerd worden.d:airbags van voorpassagier zijn
actief. U mag geen kindervei‐
ligheidssystemen aanbren‐
gen.9 Gevaar
Kans op dodelijk letsel voor een
kind in een kinderzitje op de
passagiersstoel met geactiveerde
airbag.
Kans op dodelijk letsel voor een
volwassene op de passagiersstoel met gedeactiveerde airbag.
Zolang het controlelampje c niet
brandt, zal het airbagsysteem van de passagiersstoel afgaan bij een aanrij‐
ding.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl het contact is uitgescha‐
keld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelampje airbag-deactivering
3 95.
Kinderzitjes
Wij adviseren het Opel-kinderzitje dat
specifiek voor montage in uw auto
geschikt is.
Wanneer u een kinderzitje gebruikt,
moet u de gebruikers- en montage‐
handleiding én de instructies bij het
kinderzitje opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kinderzitjes op bepaalde zitplaatsen verboden.9 Waarschuwing
Bij gebruik van een kinderzitje op
de passagiersstoel voor moet het airbagsysteem voor de passa‐
giersstoel voor zijn gedeactiveerd.
Anders kan het kind bij triggering
van de airbags levensgevaarlijk
letsel oplopen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kinderzi‐ tjes op de passagiersstoel voorin
worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 52.
Page 56 of 267

54Stoelen, veiligheidssystemenAirbaglabel 3 47.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats omeen kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk
tegen de rijrichting in. Hierdoor wordt
de nog erg zwakke ruggengraat van
het kind bij een ongeluk minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐
lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderzitjes.
Het kinderzitje dat u gaat monteren,
moet geschikt zijn voor het autotype.
Het kinderzitje moet op de correcte
positie in de auto worden gemon‐ teerd, zie de onderstaande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderzitje niet wordt
gebruikt, moet u vastzetten met een
veiligheidsgordel of verwijderen.Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Kinderzitjes kunnen worden vastge‐
zet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Bevestigingsriemoog
Driepuntsgordel Kinderzitjes kunnen met een drie‐
puntsgordel worden vastgezet.
Afhankelijk van de afmetingen van het kinderzitje kunnen er maximaal
drie exemplaren op de zitplaatsen
achterin worden vastgezet. Na het
bevestigen van het kinderzitje moet
de veiligheidsgordel worden omge‐
daan 3 56.ISOFIX-kinderzitjes
Er zijn twee uitvoeringen beschikbaar
voor plaatsing van ISOFIX-kinderzi‐
tjes:
● Installatie van ISOFIX-kinderzi‐ tjes zonder vaste geleider
● Installatie van ISOFIX-kinderzi‐ tjes met vaste geleider
Installatie van ISOFIX-kinderzitjes
zonder vaste geleider
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderzitjes aan de
ISOFIX bevestigingsbeugels.
Page 57 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen55ISOFIX veiligheidssystemen voor
specifieke auto's worden in de tabel
aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met een label op de
rugleuning.
Installatie van ISOFIX-kinderzitjes
met vaste geleider
Wellicht is de auto vóór de bevesti‐
gingsbeugels uitgevoerd met gelei‐ ders ter ondersteuning van de
montage van het kinderzitje.
Bij het bevestigen van het kinderzitje
zwenken de kappen van de geleiders automatisch naar achteren.
Bevestigingsriemogen
Al naargelang de landspecifieke
uitrusting kan de auto twee of drie bevestigingsogen hebben.
Bevestigingsriemogen worden
aangeduid met het symbool : voor
een kinderzitje.
Maak voor niet-ISOFIX-kinderzitjes de Top-Tether-gordel vast aan de
bevestigingsriemogen.
Maak voor ISOFIX-kinderzitjes de
Top-Tether-gordel vast aan de
bevestigingsriemogen, in aanvulling
op de ISOFIX-bevestiging.
ISOFIX kinderzitjes uit de universele
categorie worden in de tabel aange‐
duid met IUF.
Page 58 of 267

56Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteemGewichtsklasse
Op passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste zitplaats
achteringeactiveerde airbaggedeactiveerde airbagGroep 0: tot 10 kgXU 1U 2U2Groep 0+: tot 13 kgXU1U 2U2Groep I: 9 tot 18 kgXU1U2U2Groep II: 15 tot 25 kgXXU2U2Groep III: 22 tot 36 kgXXU 2U21:wanneer u het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel vastzet, moet u de stoelhoogteverstelling in de
hoogste stand zetten en de veiligheidsgordel vóór het bovenste verankeringspunt langs laten lopen. Zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop, zodat de gordel bij de gordelsluiting gespannen is.2:zet de hoofdsteun in de hoogste stand. Verwijder de hoofdsteun als deze een goede montage van het kinderveilig‐heidssysteem belemmert 3 39.U:universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.X:kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.
Page 59 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen57Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp buitenste zitplaatsen
achterinOp middelste zitplaats
achterinGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XIL 1XGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XIL1XDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XIL1XCISO/R3XIL1XBISO/F2XIL, IUFXB1ISO/F2XXIL, IUFXAISO/F3XIL, IUFXGroep II: 15 tot 25 kgXILXGroep III: 22 tot 36 kgXILX1:zet de passagiersstoel in de voorste stand of zet de rugleuning van de voorstoel zo veel als nodig verticaal, opdat
het kinderveiligheidssysteem en de rugleuning van de voorstoel elkaar niet raken.IL:geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasse.X:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
Page 60 of 267

58Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg