display OPEL ZAFIRA C 2019 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019, Model line: ZAFIRA C, Model: OPEL ZAFIRA C 2019Pages: 333, PDF Size: 9.3 MB
Page 235 of 333

Rijden en bediening233Vanwege de hoge positie van de
camera is, bij wijze van leidraad voor
de positie, de achterbumper op het
display zichtbaar.
De camera bestrijkt slechts een
beperkt gebied. De afstand op het beeld op de display, verschilt van de
werkelijke afstand.
Geleidingsstrepen
Dynamische geleidingsstrepen zijn
horizontale lijnen met een onderlinge
afstand van een meter die op de
afbeelding zijn geprojecteerd om de
afstand tot de getoonde objecten te
kunnen bepalen.De baan van de auto wordt afgebeeld
overeenkomstig de stuurhoek.
Waarschuwingssymbolen
Waarschuwingssymbolen zijn op het
beeld weergegeven als driehoekjes
9 en geven obstakels aan die door de
achtersensoren van de parkeerhulp
zijn geconstateerd.
Ook verschijnt 9 op de bovenste
regel van het Info-Display met de
waarschuwing om de omgeving van
de auto te controleren.
Uitschakelen
De camera wordt uitgeschakeld
wanneer een bepaalde voorwaartse
snelheid wordt overschreden of als
de achteruitversnelling gedurende
ca. 15 seconden niet is ingeschakeld.
De achteruitkijkcamera kan handma‐
tig worden gedeactiveerd in het menu
met Persoonlijke instellingen op het
Info-Display. Selecteer de relevante
instelling in Instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 110.Deactivering van geleidelijnen en
waarschuwingssymbolen
7'' R 4.0 IntelliLink : u kunt de visuele
geleidingsstrepen en waarschu‐
wingssymbolen activeren of deactive‐
ren met de aanraaktoetsen in het
onderste deel van het display.
Info-Display 3 108.
Persoonlijke instellingen 3 110.
Storing
Storingsmeldingen worden weerge‐
geven met een 9 op de bovenste
regel van het Info-Display.
Page 236 of 333

234Rijden en bedieningDe achteruitkijkcamera werkt moge‐
lijkerwijs niet goed:
● In een donkere omgeving.
● Wanneer de zon of de straal van koplampen rechtstreeks op de
lens van de camera valt.
● Als de cameralens door ijs, sneeuw, modder of iets anders is
vervuild. Reinig de lens, spoel
deze met water en veeg deze
met een zachte doek af.
● Wanneer de achterklep niet goed
gesloten is.
● Wanneer de auto een aanrijding aan de achterzijde heeft gehad.
● Bij extreme temperatuurwisselin‐
gen.
Verkeersbordherkenning Werking
Het verkeersbordherkenningssys‐
teem herkent bepaalde borden via
een frontcamera en toont deze op het Driver Information Centre.
Verkeersborden die worden herkend
zijn:
Borden met snelheidsbeperkingen en verboden in te halen ● maximumsnelheid
● inhaalverbod
● einde maximumsnelheid
● einde inhaalverbodVerkeersborden
begin en einde van:
● stadsregio's (landspecifiek)
● snelwegen
● rijkswegen
● woonervenOnderborden ● aanvullingen op verkeersborden
● aanhanger trekken verboden
● beperkingen voor trekkers
● bij natheid
● bij ijs
● richtingspijlen
Borden maximumsnelheid worden
getoond in het Driver Information
Center, tot het volgende bord maxi‐
mumsnelheid of einde maximumsnel‐ heid of als er gedurende een
bepaalde periode geen ander bord
wordt geconstateerd.
In het display zijn combinaties van
meerdere borden mogelijk.
Page 237 of 333

Rijden en bediening235
Een uitroepteken in een kader duidt
erop dat er een bijkomend verkeers‐
bord is gedetecteerd dat niet duidelijk
door het systeem wordt herkend.
Het systeem werkt zonder prestatie‐
verlies tot een snelheid van maximaal 200 km/u, afhankelijk van de verlich‐
ting. ’s Nachts is het systeem actief tot een snelheid van 160 km/u.
Displayweergave
Informatie over de op dit moment
geldige verkeersborden is beschik‐ baar op de betreffende pagina in hetDriver Information Center.
Bovendien wordt de huidige geldige
snelheid permanent op de onderste
regel van het Driver Information
Center aangegeven. Als er een snel‐
heidslimiet met add-on beschikbaar
is, staat het symbool + in dit gebied.
Kies ? via MENU en selecteer
Verkeersbordherkenning met het
stelwiel op de richtingaanwijzerhen‐
del 3 104.
Wanneer u een andere pagina op het
menu Driver Information Center hebt
gekozen en u daarna weer de pagina met de verkeersbordherkenning
kiest, wordt het laatst herkende
verkeersbord getoond.
Waarschuwingsfunctie
U kunt de waarschuwingsfunctie acti‐ veren en deactiveren in het instellin‐
genmenu van de pagina met
verkeersbordherkenning.
Wanneer de functie is geactiveerd en de pagina met verkeersbordherken‐
ning wordt niet getoond, worden de
net waargenomen snelheidslimiet en
'niet inhalen'-borden weergegeven
als waarschuwingen in het Driver
Information Center.
Page 295 of 333

Verzorging van de auto293LakschadeGeringe lakschade voordat er roest‐
vorming optreedt met een lakstift
herstellen. Grotere lakschade of
roestvorming door een werkplaats
laten herstellen.
Onderstel
Sommige delen van de bodemplaat zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende
waslaag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten controleren en zo nodig een nieuwewaslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen
kunnen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de
beschermende waslaag laten contro‐ leren.LPG-systeem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur
boven 60 °C moet de LPG-tank
worden verwijderd.
Breng geen wijzigingen in het LPG-
systeem aan.
TrekhaakKogelstang niet met een stoom- ofhogedrukreiniger reinigen.
Draagsysteem achterzijde Reinig het draagsysteem achterzijdeminstens één keer per jaar met eenstoomspuit of een hogedrukreiniger.
Als u het draagsysteem achteraan
niet regelmatig gebruikt, dient u het
toch af en toe te gebruiken, en dit
vooral in de winter.
Ventilatieklep
Reinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor
leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Page 297 of 333

Service en onderhoud295Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................295
Service-informatie ...................295
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............296
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................296Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Neem voor het gedetailleerde, bijge‐
werkte onderhoudsschema contact
op met uw werkplaats.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud verricht worden, of na één
jaar (afhankelijk van wat het eerst
wordt bereikt). Het controlesysteem
oliekwaliteit geeft aan of er tussen‐
tijdse verversing/vervanging van de motorolie en het filter vereist is (indien eerder vereist dan de termijn voor‐
schrijft).
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:
Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Service-display 3 93.
Internationale service-intervallen
Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud verricht worden, of na één
jaar (afhankelijk van wat het eerst
wordt bereikt). Het controlesysteem
oliekwaliteit geeft aan of er tussen‐
tijdse verversing/vervanging van de motorolie en het filter vereist is (indien eerder vereist dan de termijn voor‐
schrijft).
Page 298 of 333

296Service en onderhoudEr is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt-/
en: Koude starts, vaak stoppen en
optrekken, rijden met een aanhanger,
rijden in de bergen, rijden op slechte
en rulle wegdekken, ernstige lucht‐
vervuiling, zand en veel stof in de
lucht, rijden op grote hoogtes en
aanzienlijke temperatuurwisselingen.
In deze zware omstandigheden
moeten bepaalde onderhoudswerk‐
zaamheden wellicht vaker dan met
het reguliere service-interval worden
verricht.
De internationale service-intervallen zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Service-display 3 93.
Registraties Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De
datum en afgelezen kilometerstandworden bevestigd met stempel en
handtekening van de uitvoerende
werkplaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel is bij aanspraken op garantie of good‐
will en tevens een pluspunt is bij
verkoop van de auto.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen ensmeermiddelen
Gebruik alleen producten die voldoen aan de aanbevolen specificaties.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
Page 328 of 333

326Dagteller ...................................... 91
Dak ............................................... 33
Dakbelasting ................................. 82
Dakconsole .................................. 65
Dakdrager .................................... 82
DEF ............................................ 197
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 256
Dieseluitlaatvloeistof ...................197
Digital Audio Broadcasting .........145
Dimlicht of grootlicht ...................117
Display-instellingen ............150, 152
Driepuntsgordel ........................... 46
Driver Information Center ...........104
E Elektrisch bediende ruiten ...........31
Elektrische aansluitingen .............89
Elektrische handrem .............99, 205
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 264
Elektronische rijprogramma's ....202
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...100
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 208
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............100Elektronisch
klimaatregelsysteem ..............181
Erkenning van software ..............315
Event Data Recorders (EDR) .....319
F
Favoriete lijsten Zenders ophalen .....................143
Zenders opslaan .....................143
Favorieten................................... 160
Favorietenlijst ............................. 143
Filmbestanden ............................ 147
Films afspelen ............................ 152
Film via USB activeren ...............152
FlexOrganizer .............................. 77
Frontaal airbagsysteem ...............52
Frontaanrijdingswaarschuwing ...221
G
Gebruik ............... 132, 141, 156, 169
Bluetooth ................................. 147
Menu ....................................... 135
Navigatiesysteem ....................156
Radio ....................................... 141
Telefoon .................................. 173
USB ......................................... 147
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..318
Geluidsinstellingen .....................137
Geluidssignalen .........................109
Gereedschap ............................. 270Gesproken begeleiding ..............156
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................81
Gloeilamp vervangen ................257
Gordelverklikker ........................... 97
Gordijnairbagsysteem .................. 53
Grootlicht ........................... 102, 118
Grootlichtassistentie ...........102, 118
H
Halogeenkoplampen .................257
Handbediende ruiten ...................31
Handgeschakelde versnellingsbak ......................204
Handmatige dimfunctie ................29
Handmatige modus ...................202
Handmatige stoelverstelling .........38
Handrem ............................. 204, 205
Handschoenenkastje ...................63
Handzender ................................. 20
Hellingrem ................................. 207
Het navigatiesysteem activeren. 156
Hoofdsteunen .............................. 35
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 185
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 59
Indicatie afstand tot voorligger ...225
Page 329 of 333

327Info-Display................................. 108
Info-Displays ............................... 104
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 132
Inhouden ................................... 307
Inklapbare spiegels .....................28
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 125
Instrumentengroep ......................91
Instrumentenverlichting .............264
Intellitext ..................................... 145
Interactief rijsysteem................... 210
Interieurverlichting ......................124
Invoer van de bestemming ........160
K Kaarten ....................................... 156
Katalysator ................................. 196 Kentekenverlichting ...................263
Keuzehendel ............................. 201
Kilometerteller .............................. 91
Kindersloten ................................. 24 Kinderveiligheids-systemen ..........55
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................179
Klok............................................... 88
Koelvloeistof .............................. 252
Koelvloeistof en antivries ............296
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...92Koplampinstelling in het
buitenland .............................. 120
Koplampverstelling ....................119
Koppelen .................................... 170
L
Laadsysteem ............................... 98
Lane Departure Warning ....100, 237
LED-koplampen ..........102, 121, 259
Leeslampen ............................... 125
Lekke band ................................. 282
Lichtschakelaar .......................... 117 Lichtsignaal ................................ 119
Luchtinlaat ................................. 187
Luchtroosters .............................. 185
Lijst met afslagen........................ 166
M
Maximaal opstartvolume............. 138
Menubediening ........................... 135
Meters........................................... 91
Mistachterlicht ...........102, 123, 260
Mistlampen voor ........102, 123, 259
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ......................177
Motorgegevens .......................... 304
Motor-ID...................................... 300
Motorkap .................................... 250
Motorolie .................... 251, 296, 301
Motoroliedruk ............................. 101Motor starten ............................. 190
Mute............................................ 132
N Navigatie Bestemmingsinvoer................. 160
Contacten ................................ 160
Favorieten ............................... 160
Huidige locatie ........................ 156
Kaart manipuleren ...................156
Kaartupdate ............................ 154
Kaartvenster ............................ 156
Lijst met afslagen ....................166
Recente bestemmingen ..........160
Routebegeleiding ....................166
TMC-zenders ..................154, 166
Verkeersincidenten .................166
Nieuwe auto inrijden ..................189
Noodoproep ................................ 172
Nuttige plaatsen ......................... 160
O
Obstakeldetectiesystemen .........227
Olie, motor .................. 251, 296, 301
OnStar ........................................ 112
Ontlaadbeveiliging accu ............126
Opbergruimte................................ 63
Opbergruimte achter..................... 69
Opbergruimte portierbekleding .....65
Opbergruimte voor........................ 65
Opbergvakken .............................. 63
Page 330 of 333

328Opbergvak middenconsole ..........66
Opbergvak onder passagiersstoel 66
Opgeslagen instellingen ...............21
Opklapbaar aflegvlak ...................80
Oproepenhistorie ........................173
Overzicht bedieningselementen. 129
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panoramadak .............................. 33
Parkeerhulp ............................... 227
Parkeerlichten ............................ 123
Parkeren .............................. 18, 194
Park pilot met ultrasoonsensoren 227
Partikelfilter ................................. 195
Pech ........................................... 289
Pedaal intrappen .......................... 99
Persoonlijke instellingen ............110
Portieren ....................................... 24
Portier open ............................... 103
Prestaties ................................... 305
Profieldiepte ............................... 276
Q
Quickheat ................................... 185
R Radio Afstemmen op zender .............142
DAB configureren ....................145
DAB-berichten ......................... 145Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 145
Favoriete lijsten .......................143
Frequentiebereik selecteren ...141
Gebruik.................................... 141
Inschakelen ............................. 141
Intellitext .................................. 145
Radio Data System (RDS) ......144
RDS configureren.................... 144
Regio-instelling........................ 144
Regionaal ................................ 144
Zender zoeken ........................ 142
Zenders ophalen .....................143
Zenders opslaan .....................143
Radio activeren........................... 141 Radio Data System .................... 144
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 322
Rails en haken bagageruimte ......76
RDS ............................................ 144
REACH ....................................... 315
Regelbare instrumentenverlichting ...........124
Regio-instelling ........................... 144
Regionaal ................................... 144
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 319
Remassistentie .......................... 207
Rem- en koppelingssysteem .......98
Rem- en koppelingsvloeistof ......296Remmen ............................ 204, 254
Remvloeistof .............................. 254
Reservewiel ............................... 282
Richtingaanwijzers ............... 96, 122
Rolschermen ............................... 33
Routebegeleiding .......................166
Ruiten ........................................... 30
Rijgedrag en aanhangertips ......244
Rijregelsysteem .......................... 207
Rijverlichting ........................ 12, 102
S Schakelen ................................... 100
Selectie van frequentiebereik .....141
Selectieve katalysatorreductie ....197
Service ............................... 187, 295
Service-display ............................ 93
Service-informatie ...................... 295
Sjorogen ...................................... 77
Slepen ................................ 243, 289
Sleutel, opgeslagen instellingen ...21
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Smartphone ................................ 147
Telefoonweergave ..................153
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 153
Sneeuwkettingen .......................277
Snelheidsbegrenzer ...........103, 213
Snelheidsmeter ............................ 91
Page 331 of 333

329Snelkiesnummers.......................173
Spiegelverstelling ..........................8
Spraakherkenning ......................169
Sproeiervloeistof ........................254
Startbeveiliging ....................28, 102
Starten en bedienen ...................189
Starthulp gebruiken ...................287
Stemherkenning ......................... 169
Stoelpositie .................................. 37
Stoelverstelling .............................. 6
Stoelverwarming ........................... 41
Stop/Start-systeem .....................192
Storing ....................................... 202
Storing elektrische handrem .........99
Storingsindicatielamp ..................98
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 149
Stroomonderbreking ..................203
Sturen ......................................... 189
Stuurbedieningsknoppen .............85
Stuurbekrachtiging .....................100
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......253
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 85
Symbolen ....................................... 4
Systeeminstellingen.................... 139
T
Tanken ....................................... 241
Te laag brandstofpeil .................102Telefoon
Algemene informatie ...............169
Beltoon selecteren ..................173
Bluetooth ................................. 169
Bluetooth-verbinding ...............170
Een nummer invoeren .............173
Functies tijdens het gesprek ...173
Hoofdmenu Telefoon ..............173
Inkomend gesprek ..................173
Noodoproepen ........................ 172
Oproepenhistorie ....................173
Snelkiesnummer .....................173
Telefoonboek .......................... 173
Telefoon activeren ......................173
Telefoonboek .............................. 173
Telefoonweergave ......................153
TMC-zenders .............................. 154
Toerenteller ................................. 92
Traction Control .........................207
Traction Control-systeem UIT..... 100
Trechter ...................................... 241
Trekhaak............................. 243, 245
Trekstang.................................... 243
Typeplaatje ................................ 299
U
Uitlaatfilter........................... 101, 195
Uitlaatgassen ............................. 195
Uitrol-brandstofafsluiter .............192
Uitstapverlichting .......................126USB
Afbeeldingenmenu USB ..........150
Algemene informatie ...............147
Apparaat aansluiten ................147
Audiomenu USB .....................149
Filmmenu USB ........................ 152
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 277
Vaste luchtroosters ....................186
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................44
Veiligheidsnet .............................. 79
Velgen en banden .....................271
Ventilatie ..................................... 179
Verbanddoos ............................... 81
Vergrendelingssysteem ...............25
Verkeersbordherkenning ....103, 234
Verkeersincidenten .....................166
Verlichting middenconsole ........125
Verlichtingsfuncties..................... 125
Verlichting zonneklep ................125
Versnellingsbak ........................... 15
Versnellingsbakdisplay ..............200
Verstelbare luchtroosters ........... 185
Vertraagde uitschakeling stroom 190
Verwarmde spiegels ....................29
Verwarmd stuurwiel .....................85