dashboard PEUGEOT 107 2012 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 107, Model: PEUGEOT 107 2012Pages: 140, PDF Size: 4.23 MB
Page 9 of 140

.In één oogopslag
7
1. Hendel motorkapontgrendeling2.Koplampverstelling 3.Uitschakelen airbag aan passagierszijde4.Verstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster
5.Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
6. Airbag bestuurder
Claxon
7.Zekeringkast dashboard (links en
rechts onder de bekleding van het
instrumentenpaneel) 8. To erenteller 9.Bediening buitenspiegel passagierszijde
10. Bedieningen bij het stuur 2 Tronic
versnellingsbak
11. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
12. Ver snellingshendel
13.Bekerhouder
14. Hoogteverstelling stuurwiel
Cockpit
Page 56 of 140

54Veiligheid
Airbags Airbags vóór
Storing airbag voor
Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch het eventueel
verlaten van de auto door de inzittenden
wordt belemmerd. Bij een minder ernstige
aanrijding of een aanrijding van achteren enin bepaalde gevallen waarin de auto over dekop slaat, treden de airbags niet in werking. De
veiligheidsgordels zorgen in deze situaties voor
een afdoende bescherming. De kracht van de
aanrijding is afhankelijk van het soort obstakelen de snelheid van de auto op dat moment.De airbags werken alleen als het contact
aan is.Het activeren van de airbags gaatgepaard met een geluid.
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij ernstigeaanrijdingen: ze vormen een aanvulling op
de werking van de veiligheidsgordels metspanbegrenzers. Bij een aanrijding registrerenen analyseren de elektronische schoksensoren
de mate van ver traging van de auto in de registratiezones voor een aanrijding (zie schema): als de drempelwaarde voor het in
werking treden wordt overschreden, worden
de airbags onmiddellijk opgeblazen en beschermen ze de inzittenden van de auto.
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuur wiel en voor de passagier in het dashboard aangebracht. Ze worden
tegelijkertijd geactiveerd, behalve als de
airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld,
bij een ernstige frontale aanrijding binnen de impactzone A , in de lengterichting van de autoen vanaf de voorzijde richting de achterzijde vande auto, die zich op een horizontale ondergrondmoet bevinden. De airbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het dashboardom te voorkomen dat de inzittende naar voren schiet. De kans op hoofd- en borstletsel wordtdaardoor verminderd.
A.
Impactzone vóór. B.Impactzone opzij.
Het uit de airbags ontsnappende gas kan enigszins irriteren.
Als het waarschuwingslampje knippert,duidt dit op een storing in de airbags.
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te laten controleren. De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet wordengeactiveerd.
Registratiezones voor een aanrijding
Page 58 of 140

56Veiligheid
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast enlaat uw handen niet op het stuur wielkussenrusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het
dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,kunnen brandende sigaretten of een pijpbrandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Hoofdairbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de hemelbekleding, dit zou bij het afgaan van dehoofdairbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Het activeren van de airbags gaat gepaard met
wat onschadeli
jke rook en een knal, als gevolgvan de activering van de pyrotechnische lading
die in het systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan irriterendzijn voor personen die hier gevoelig voor
zijn. De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende een
kor te periode eni
gszins verminderen.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel en lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbagwordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen ongeveer 30 milliseconden) en loopt vervolgens evensnel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buitenstromen.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er een
tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens hetzelfde
of een volgend ongeval), werken de airbags niet meer.
Zijairbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurdestoelhoezen. Deze belemmeren het activeren
van de zijairbags niet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bevesti
g nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen, dit zou bi
j het afgaan van de airbagskunnen leiden tot ver wondingen aan armen of
middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneelzitten.
Houd u aan de volgendeveiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel. Maak er een gewoonte van om normaalrechtop in de voorstoelen te zitten.Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen,huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij hetopblazen van de airbag ver wonden.Werkzaamheden aan de airbagsystemen moeten door hetPEUGEOT- net wer k of door een gekwalificeerde werkplaats wordenuitgevoerd. Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
Page 73 of 140

9
71 Praktische informatie
Zekeringen vervangen
Vervangen van een zekering
Defect
Tang A
Deze bevinden zich aan weerszijden van het
instrumentenpaneel onder de bekleding. ) Ontgrendel indien nodig het stuur met
behulp van de sleutel .
)
Draai het stuur wiel naar links en ver wijder de bout B.
)
Draai het stuur wiel naar rechts en ver wijder de bout C .
Ver vang een defecte zekering altijddoor een zekering met dezelfde stroomsterkte (dezelfde kleur).
Zekeringkasten dashboard
De zekeringkasten bevinden zich onder aan het dashboard en onder de motorkap naast de accu.
Voordat u een zekerin
g ver vangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen. )Gebruik de speciale tang Adie zich in de
zekeringkast onder de motorkap bevindt.
Page 81 of 140

9
79 Praktische informatie
Autoradio inbouwen Uw auto is af fabriek voorzien van:
- dakantenne,
- coaxiale antennekabel,
- basisontstorin
g,
- bedrading voor luidsprekers vóór,
- 2 stekkers (8-polig).
Luidsprekers
inbouwen
Er is ruimte voor het inbouwen van luidsprekers
met een diameter van 100 mm in het dashboard.
Er bestaat de mogelijkheid voor het naderhand laten inbouwen van luidsprekers met een
diameter van 165 mm in de hoedenplank.
Stekkeraansluitingen
A1:
-
A2: -A3:-A4:(+) accessoires A5:-A6:
(+) parkeerlicht
A7:
(+) constant
A8:massa
Als de mat aan bestuurderszijde verwijderdmoet worden, schuif dan de stoel in de
achterste stand en ver wijder de twee
bevestigingen.
Leg de mat weer terug op de pennen en klem
de bevestigingen vast. Controleer of de matgoed is bevestigd.
Om te voorkomen dat de mat onder de pedalen schuift:
- maak uitsluitend gebruik van matten
die op de reeds in de auto aanwezige
bevestigingen passen. Het gebruik van
deze bevestigingen is verplicht.
- leg nooit twee matten boven op elkaar.
*
Vol
gens uitvoering. B1
:B2:
B3:(+) Luidspreker rechtsvoor
B4: (-) Luidspreker rechtsvoor
B5: (+) Luidspreker linksvoor
B6:(-) Luidspreker linksvoor B7:B8:
Matten *
Raadpleeg voordat u een autoradioof luidsprekers in uw auto monteert het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Page 88 of 140

86Onderhoud
Niveaus controleren
2 merktekens op de peilstok: A= maxi.
Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als het oliepeil boven dit
m
erkteken uitkomt.B=mini. Laat het oliepeil nooit onder dit merkteken uitkomen.
Oliepeilstok
Remvloeistofniveau
Het remvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden.Controleer indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn versleten. Laat in het
geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer de onderstaande niveaus regelmatig en vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezetcontact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het
instrumentenpaneel, of met de oliepeilstok.
Een handmatige controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrondstaat en de motor minstens 30 minuten nietheeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. PEUGEOT adviseer t uom elke 5000 km het olieniveau tecontroleren en, indien nodig, olie bij te vullen.Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het dashboard bij het aanzetten vanhet contact na 30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
ver versingsinterval voor uw auto.
Om een verminderde betrouwbaarheid van de
motor en de emissieregeling te voorkomen, ishet gebruik van additieven in de motorolie niet
toegestaan.
Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen
motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
voorgeschreven ver versingsinterval.
Page 133 of 140

.
131 Visuele index
Stuurkolomschakelaars
Toerenteller 19
Buitenspiegels 37
Ver lichting, parkeerlichten, dimlicht/grootlicht, mistlichten voor, mistachterlicht, richtingaanwijzers 44-45
LED-dagrijverlichting 45
Koplampverstelling 46
Instrumentenpaneel 19Controlelampjes, waarschuwingslampjes 20-22Display, meters, totaalkilometerteller/dagteller 19, 23 -24Brandstofniveaumeter 23Zekeringen dashboard 71-73
Airbag aan passagierszijdeuitschakelen 55 Motorkap openen 84
Ruitenwissers en -sproeiers 47
Contact, starten, startblokkering 4, 16, 42
Stuur wiel, in hoogte verstellen 37
Claxon 48