15
IN EEN OOGOPSLAG
-
VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN
Airbag voorpassagier
1. Steek de sleutel in de
schakelaar.
2. Selecteer de stand:
"ON" (inschakelen) wanneer
een passagier op de voorstoel
zit of een kinderzitje "met het
gezicht in de rijrichting" is
bevestigd,
"OFF" (uitschakelen) wanneer
een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" is bevestigd.
3. Verwijder de sleutel zonder
de stand van de schakelaar te
veranderen.
: 84 Veiligheidsgordel bestuurder
en airbags
A.
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel bestuurder niet
vastgemaakt of weer losgemaakt
(rood).
B. Verklikkerlampje airbag
passagier; brandt als de airbag
is uitgeschakeld.
C. Verklikkerlampje airbags; gaat
uit na het aanzetten van het
contact.
: 21
STARTEN
Contact
1. Stand Stop.
2. Stand Accessoires .
3. Stand Aan.
4. Stand Starten.