Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 11 of 124

1212
UW IN EEN OOGOPSLAG
Nr. SymboolFunctie
1 Regeling luchtverdeling.
2 Toevoer buitenlucht.
3 Temperatuurre-geling.
4 Achterruitverwarmingen verwarmingbuitenspiegels.
5 Regelingluchtopbrengst.
6 Bedieningairconditioning.
VERWARMING EN AIRCONDITIONING
07-10-2002
56
58
Page 12 of 124

13
Nr. Symbool Functie 1 Regeling luchtopbrengst.
2 Regelingluchtverdeling.
3 Toevoer buitenlucht.
4 Bedieningairconditioning.
5 Achterruitverwarmingen verwarmingbuitenspiegels.
6 Uitschakelen.
7 Temperatuurre-geling.
8 Automatisch pro-gramma "comfort".
9 Automatisch pro-gramma "zicht".
Opmerking:De werking van het
systeem kan minder zijn als het dak is weggeklapt.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-200260
Page 13 of 124

14AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Starten Zet de hendel in de stand Nof Pom de auto
te starten.
Trap het rempedaal in bij het selecteren van de gewenste stand vanuit stand P en bij het
selecteren van stand R vanuit een stand voorvooruitrijden en andersom.
P. Parkeerstand.
R. Achteruit.
N. Neutraalstand.
D. Rijden: automatisch schakelen van de 4 versnellingen.
3. Automatisch schakelen van de eerste 3 versnellingen.
2. Automatisch schakelen van de eerste 2 versnellingen.
A. Programma Sport.
B. Programma Sneeuw.UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-200286
Page 14 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
18
UIT TE VOEREN ONDERHOUD Het onderhoud van uw auto dient elke 30 000 km of elke twee jaar te worden uitgevoerd. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te controle- ren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Peugeot nodigt u daarom uit voor een tussentijdse controle tussen alle onderhoudscontroles. De termijn voor deze
tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. Deze moet elke 15 000 km wordenuitgevoerd. Een Peugeot monteur voert een kortdurende controle uit en vult, indien nodig, vloeistoffen bij (olie, koelvloeistof, rui- tensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag motorolieniveau kan aanzienlijke schade aan de motor veroorzaken: controleer het niveau minstens elke 3 000 of 5 000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze lange onderhoudsintervallen zijn mogelijk dankzij de ontwikkeling van onze automobielen en smeermiddelen:
HET IS DAAROM VERPLICHT UITSLUITEND DOOR DE FABRIKANT GEHOMOLOGEERDE EN AANBEVOLEN SMEER-
MIDDELEN TE GEBRUIKEN).
Page 15 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar gecontroleerd te worden.
De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecontroleerd te worden.
De distributieriem: raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Opmerking: de koelvloeistof hoeft niet te worden ververst.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer.
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30 ¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20 000 km of elk jaar.
Page 16 of 124

ONDERHOUDSINTERVALINDICATOR
Deze geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvol-gende onderhoudscontrole volgens hetonderhoudsschema.
Werking Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje (een sleutel die onder-houdswerkzaamheden symboliseert)gedurende 5 seconden branden. Deteller geeft (afgerond) het resterendeaantal kilometers tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: er is nog 4 800 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeftde teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de norma-le kilometerstand of de stand van dedagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende onder-houdscontrole is minder dan 1 000 km.
Voorbeeld: er is nog 900 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole. Bij het aanzetten van het contact en gedu- rende 5 seconden daarna geeft de teller aan:
5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer de norma-le kilometerstand aan, maar het lampjeblijft branden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerdmoeten worden. De kilometertotaal-stand of de stand van de dagteller wordtaangegeven.
De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole is overschreden
Elke keer als het contact wordt aangezet,gaat het lampje gedurende 5 secondenknipperen en geeft de teller het aantal kilo-meters aan dat er teveel gereden is.
Voorbeeld: er had 300 km eerder een
onderhoudscontrole uitgevoerd moe-ten worden. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeftde teller aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de normalekilometerstand aan, maar het lampjeblijft branden. De kilometertotaalstandof de stand van de dagteller wordt aan-gegeven.
07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
20
Page 17 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES21
Op 0 zetten van de onderhouds- intervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole heeft uitgevoerd, kan de onderhoudsinterval-indicator op de volgende wijze op 0gezet worden: Ð zet het contact af,
Ð druk op knop 1en houdt deze
ingedrukt,
Ð zet het contact aan. De kilometer- teller begint 10 seconden terug tetellen,
Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
De teller geeft [= 0]aan en het lampje
gaat uit.
Page 18 of 124

07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, dat door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zi jn
speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw 206 CC afgestemd.Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de vol- gende onderhoudscontrole aan.
Tussentijdse controle tussentwee onderhoudscontroles.
Niveau vloeistof automatische transmissie elke 60 000 km.Hiervoor dient
vloeistof op synthetische basis gebruikt te worden; het gebruik
van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan. ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 CC
Onderhoudscontrole elke 30 000 km of elke 2 jaar
KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000 120 000
Garantiecontrole bij 10 000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken.
150 000 180 000 210 000 240 000 270 000
* Wat het eerst bereikt is.