129
6
Veiligheid
Dynamische stabiliteitscontrole(CDS)
Inschakelen
Dit systeem wordt automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestart.
Het systeem wordt geactiveerd zodra de wielen te
weini
g grip hebben of de koers van de auto afwijkt.
In dat
geval gaat dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...)
kan het nuttig zijn het CDS-systeem uit teschakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen.
Het CDS-systeem zorgt voor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit latenverleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden. De goede werking van het syàsteem wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur met betrekkingtot de wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem,elektronische onderdelen alsmede de montageprocedure en het uitvoeren vanwerkzaamheden door het PEUGEOT-netwerk. Laat het systeem na een aanrijdingcontroleren door het PEUGEOT- netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
Als dit verklikkerlampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een meldin
g op het display, duidt
dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het systeem te
laten controleren.
Opnieuw inschakelen
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als het contact opnieuw wordt aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h. )
Druk nogmaals op de knop om het systeem
handmatig weer in te schakelen.
Het is echter aanbevolen het s
ysteem zo snel
mogelijk weer in te schakelen. ) Druk op de knop.
Als het lamp
je op de knop gaat branden, grijpthet CDS-systeem niet meer in op de werkingvan de motor.