ESP Peugeot 307 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 307 Break, Model: Peugeot 307 Break 2002Pages: 128, PDF Size: 2.64 MB
Page 35 of 128

ALGEMENE FUNCTIESAan / uit
Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop Mom de radio aan of uit te
schakelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME Druk herhaaldelijk op de toets Oom het volume te verhogen en op de toets Nom het te verlagen.
Druk lang op de toets Oof Nom het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.
AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op de toets Gom achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loud-
ness-functie (LOUD), de fader (FAD), de balans (BAL)en de automatische aanpassing van het volume te
kiezen. Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets G na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de bassen en hoge tonen zijn gekoppeld aan de op dat moment inges-
chakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, cassette (RB3), CD (RD3) of CD-wisselaar ver-
schillend worden ingesteld.
UW 307 IN DETAIL
40
Page 37 of 128

RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels , in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.)en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie Autoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toets P.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: druk kort op de toets "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk kort op de toets Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Iof Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Iof Jom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 307 IN DETAIL
42
Page 38 of 128

Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets I of Jom respectievelijk de volgende of volgende zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten. Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: houd de toets "BND/AST"meer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd de toets Pmeer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 FM-zenders op. Deze zenders worden op de Fmast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd.Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 307 IN DETAIL 43
Page 40 of 128

CASSETTESPELER: AUTORADIO RB3 Selecteren van de cassettespelerZodra een cassette in de cassettespeler wordt gestoken, zal automatisch worden begonnen met afspelen van deze cassette. Als er al een cassette in de speler zit, druk dan herhaaldelijk op de toets "SRC"totdat de cassettespeler is
geselecteerd.
Opmerking: Controleer voor het insteken van een cassette of de magneetband goed is gespannen.
Uitwerpen van de cassette Druk de 2 toetsen Cen Dgeheel in om de cassette uit de cassettespeler te werpen.
Afspeelrichting De cassettespeler speelt beide zijden van de band na elkaar af door aan het eind van de band de afspeelrichting automa- tisch om te keren. Druk de toetsen Cen Dhalf in om handmatig de afspeelrichting van de cassette om te keren.
Snel vooruit en terugspoelen Druk ŽŽn van de toetsen Cof Dgeheel in om de cassette snel vooruit of terug te spoelen. Na het spoelen tot het eind zal
het apparaat de zijde die daar begint afspelen. Aanwijzingen voor het gebruik van de cassettespeler - Gebruik alleen cassettes van goede kwaliteit. - Gebruik geen cassettes met een langere speelduur dan 90 minuten.- Leg de cassettes niet op een warme plaats en/of in de zon.- Zorg ervoor dat het bandje is gespannen voordat de cassette in de speler wordt geplaatst.- Reinig de koppen regelmatig met een reinigingsbandje met vloeistof.
UW 307 IN DETAIL
46
Page 41 of 128

CD-WISSELAAR* Selecteren van CD-wisselaarAutoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toets R.
Selecteren van een CD Druk op ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "5" van de CD-wisselaar of de autoradio om de gewenste CD te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets I om het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Jom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Iof Jgeheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Random-functie (RDM)Houd, op het moment dat de CD-wisselaar is geselecteerd: - autoradio RB3: de toets "SRC"langer dan twee seconden ingedrukt;
- autoradio RD3: de toets Rlanger dan twee seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk opnieuw de toets in om weer op normaal spelen over te schakelen.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
48
Page 44 of 128

RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels , in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.)en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie Autoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toets P.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: druk kort op de toets "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk kort op de toets Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Iof Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Iof Jom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 307 IN DETAIL
42
Page 45 of 128

Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets I of Jom respectievelijk de volgende of volgende zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten. Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3: houd de toets "BND/AST"meer dan twee seconden ingedrukt.
Autoradio RD3: houd de toets Pmeer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 FM-zenders op. Deze zenders worden op de Fmast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd.Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 307 IN DETAIL 43
Page 48 of 128

CD-SPELER: AUTORADIO RD3 Selecteren van CD-spelerZodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets Q.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Som de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Iom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Jom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen I of Jlang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Random-functie (RDM)Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Qlanger dan 2 seconden ingedrukt. De num-
mers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Qopnieuw langer dan 2 seconden in om
weer op normaal spelen over te schakelen. De random-functie wordt gedeactiveerd als de radio wordt uitgezet.
UW 307 IN DETAIL 47
Page 57 of 128

Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. AirconditioningBij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. Deaanduiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk de toetsnogmaals in om de automatischewerking van de airconditioning tehervatten. De aanduiding "A/C" ver-
schijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, ditis een normaal verschijnsel. 5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaaldemalen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemen of ont- dooien),
Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-
kleind worden doorrespectievelijk de toet-sen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de
toevoer van buitenlucht bij stank enstofoverlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van de toets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels* in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen. Opmerking: De airconditioning
veroorzaakt condensvorming, waar- door er na het uitschakelen van deairconditioning een plasje wateronder de auto kan ontstaan. Dit iseen normaal verschijnsel.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL 57
Page 62 of 128

Isofix-bevestigingen De Isofix-bevestigingen zijn beschik- baar voor de twee buitenste achter-zitplaatsen en bij montage achterafvoor de passagiersstoel v——r*. Dezemaken het mogelijk een speciaal
Isofix-kinderzitje , dat door de
UTAC is goedgekeurd voor auto's
van het merk PEUGEOT en dat ver-
krijgbaar is bij de PEUGEOT-servi-cepunten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zovoor een veilige, degelijke en snellemontage van het zitje. Voorin
moet voor kinderen van 3 tot
11 kg het kinderzitje tegen de rijrich-ting in worden geplaatst met de
stoel geheel naar voren gescho-ven , zodat de rugleuning van het
kinderzitje tegen of zo dicht mogelijktegen het dashboard aan isgeplaatst. Deze stand zorgt ervoordat het kinderzitje bij een aanrijdingzo min mogelijk wordt verplaatst.Eventueel kan het kinderzitje in derijrichting worden geplaatst als er alandere kinderen op de achterbankzitten of als de achterbank nietgebruikt kan worden (achterbankverwijderd of neergeklapt. Bevestighet kinderzitje met de Isofix-bevesti-gingen, de gordelbeschermer en deveiligheidsgordel en zet de passa-giersstoel in de middelste stand. Het is in beide gevallen verplicht de airbag aan passagierszijde uitte schakelen. Bij montage achterin moet de voorstoel in de middelste stand ende rugleuning rechtop wordengezet , of het kinderzitje nu tegen de
rijrichting in of in de rijrichting is
geplaatst. Als het kinderzitje met derug tegen de rijrichting in wordtgeplaatst moet dit worden bevestigdmet de Isofix-bevestigingen, de gespen de veiligheidsgordel.
UW 307 IN DETAIL 61
Een speciaal kinderzitje, dat is
gehomologeerd door PEUGEOT, is
het KIDDY Isofix kinderzitje. Dit kanmet de rug in de rijrichting worden
geplaatst bij kinderen van 3 tot 11 kgen met het gezicht in de rijrichting bijkinderen van 9 tot 18 kg. Dit kinder-zitje kan ook worden bevestigd opzitplaatsen die niet zijn voorzien vanIsofix-bevestigingen. Het is in datgeval verplicht de normale driepuntsveiligheidsgordels te gebruiken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant. * In de loop van 2001.