Peugeot 308 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2016Pages: 398, PDF Size: 9.45 MB
Page 231 of 398

229
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet
contact worden gecontroleerd
via de motorolieniveaumeter op
het instrumentenpaneel (volgens
uitvoering) of met de oliepeilstok.Controle met de oliepeilstok
F Kijk waar de oliepeilstok zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de benzine- of
dieselmotor.
F
t
r
ek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F
V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
S
teek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij,
tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het P
e
ugeot
-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
A = MA XI
De controle van het motorolieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een horizontale
ondergrond staat en de motor ten minste
30
minuten niet heeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.
P
e
ugeot
adviseert u om elke 5000 km het
olieniveau te controleren en, indien nodig, olie
bij te vullen. B = MINI
Als u ziet dat het oliepeil boven het
merkteken
A of onder het merkteken B ligt,
star t de motor dan niet .
-
A
ls het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
-
A
ls het oliepeil lager is dan het
merkteken
MINI, vul dan altijd motorolie bij.
7
Praktische informatie
Page 232 of 398

230
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
F Kijk waar de olievuldop zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de benzine- of
dieselmotor.
F
D
raai de dop van de vulopening.
F
g
i
et de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F
W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F
V
ul indien nodig nog olie bij.
F
D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht. Na het bijvullen zal de olieniveaumeter
op het dashboard bij het aanzetten van
het contact na 30 minuten de juiste
waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de
fabrikant voor het verversingsinterval voor uw
auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid
van de motor en de emissieregeling te
voorkomen nooit gebruik van additieven in de
motorolie.
Praktische informatie
Page 233 of 398

231
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Het remvloeistofniveau dient zich
tussen het merkteken "A" (MAX
op het afzonderlijke reservoir) en
het merkteken " B" (MIN op het
hoofdreservoir) te bevinden. Controleer
indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het voor uw auto bestemde
onderhoudsschema.
Type remvloeistof
gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht
mogelijk bij het merkteken "MA XI" te
bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het
koelsysteem uit te voeren ten minste 1
uur nadat de motor
gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst
2
omwentelingen los om de druk te laten dalen.
Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul
koelvloeistof bij.
Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te worden.
Type koelvloeistof
gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof. De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator. Als de motor warm is, wordt de temperatuur van
de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Type ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen
van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.
Niveau ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, wordt een te laag
vloeistofniveau van de ruiten- en
koplampsproeiers aangegeven door
een geluidssignaal en een melding op
het display van het instrumentenpaneel.
Vul bij de eerstvolgende gelegenheid
het reservoir bij.
ond
er winterse omstandigheden is het
raadzaam ruitensproeiervloeistof op basis van
ethanol of methanol te gebruiken.
7
Praktische informatie
Page 234 of 398

232
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
go
oi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het Pe
ugeot- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van
het instrumentenpaneel.
Praktische informatie
Page 235 of 398

233
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.OliefilterDeze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het P
e
ugeot
-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
ga o
m het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum brandstofadditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het controleren
van niveaus.
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking
heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het Pe
ugeot-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
ee
n verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
7
Praktische informatie
Page 236 of 398

234
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.De slijtage van de remblokken
is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel korte
ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
Remblokken
Raadpleeg het Pe
ugeot- netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijven Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd
te worden. Als er zich toch een probleem
voordoet, laat het systeem dan
controleren door het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
gebruik uitsluitend door Pe ugeot
a anbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
om d
e werking van belangrijke organen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt P
e
ugeot
specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem, zelfs tussen
twee onderhoudsbeurten door,
worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats. blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem.
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Praktische informatie
Page 237 of 398

235
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe
eu ro 6 -norm te voldoen,
heeft P
e
ugeot ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue®, dat
ureum bevat, zet een katalysator tot 85% van
de stikstofoxides (N
ox
) om in stikstof en
water, stoffen die onschadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Het additief AdBlue
® bevindt zich in een
specifiek reservoir onder de bagageruimte,
aan de achterzijde van de auto. Het reservoir
heeft een inhoud van 17
liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat
een waarschuwingssysteem u meldt dat u
met de resterende hoeveelheid additief nog
maximaal 2400
km kunt rijden.
om e
rvoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
P
e
ugeot
-
netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van het additief
AdBlue
® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de
eu
ro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat
het opnieuw starten van de motor
blokkeert.
7
Praktische informatie
Page 238 of 398

236
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven. F
Sel
ecteer vervolgens
"Diagnose" .
Bij een actieradius van meer dan 5000 km is de
waarde minder nauwkeurig. Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actieradius wordt tijdelijk weergegeven. Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunt u
deze informatie weergeven op het touchscreen.
F
S
electeer het menu
"Rijhulpsysteem" .Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje u
ReA
branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Praktische informatie
Page 239 of 398

237
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje S
eR
VIC
e b
randen en knippert
het verklikkerlampje
u
ReA i
n combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SeR
VICe b randen en knippert
het verklikkerlampje
u
ReA i
n combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
om d
e motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het P
e
ugeot
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bijvullen van het additief
AdBlue
®.
7
Praktische informatie
Page 240 of 398

238
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
Starten geblokkeerd
el
ke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes S
eR
VIC
e
en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
uReA i
n combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd".
u
hebt de limiet van de geautoriseerde
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat
de motor opnieuw wordt gestart.
om d
e motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is
gesignaleerd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het Pe ugeot- netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Als een storing wordt gesignaleerd
De verklikkerlampjes
u
ReA
, S
eR
VIC
e
en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling" om een storing in de
emissieregeling te signaleren.
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100
km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50
km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
S
eR
VIC
e
en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje
u
ReA i
n
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300
km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
ti
jdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
Praktische informatie