Peugeot 308 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2016Pages: 398, PDF Size: 9.45 MB
Page 51 of 398

49
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Selectieve ontgrendeling
F Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk één keer op
het geopende hangslot.
Met de afstandsbediening
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
De selectieve ontgrendeling kan worden ingesteld met
behulp van het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
F
D
e overige portieren en de achterklep
ontgrendelen: druk nogmaals op het
geopende hangslot. Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden
branden van de richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de sleutel mee te
nemen.
Normale vergrendeling
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om de auto volledig
te vergrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand
gedraaid houdt of de knop van de
afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook
de ruiten gesloten. Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal bij draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven.
2
toegang tot de auto
Page 52 of 398

50
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt in dat geval niet meer
ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
F Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om de auto volledig te
vergrendelen.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals richting de achterzijde van de
auto om de supervergrendeling van de
auto in te schakelen. De supervergrendeling wordt
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2
seconden branden van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels ingeklapt.
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
F
D
ruk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de
supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
toegang tot de auto
Page 53 of 398

51
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. om t e kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
F
D
ruk op het gesloten hangslot op
de afstandsbediening.
Lokaliseren van de auto
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Druk kort op deze toets om de
verlichting via de afstandsbediening
te activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de
verlichting via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het P
e
ugeot
-
n
etwerk.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht.
De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
2
toegang tot de auto
Page 54 of 398

52
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Noodbediening
Bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het slot om het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
in-/uitgeschakeld als u de auto met de sleutel
vergrendelt/ontgrendelt.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Overige portieren
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het slot
op de zijkant van het portier en draai de
sleutel een achtste omwenteling rechtsom
(rechter portier) of linksom (linker portier).
F
S
luit de portieren en controleer van
buitenaf of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt niet in-/uitgeschakeld als u de auto
met de sleutel vergrendelt/ontgrendelt.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
toegang tot de auto
Page 55 of 398

53
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Batterij vervangen
gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt
u gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en een melding
op het display.
F
W
ip het deksel los door een kleine
schroevendraaier in de uitsparing te steken.
F
t
il
de deksel op.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste
richting.
F
K
lik het deksel vast.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F
Z et de sleutel in de stand 2 (Contact).
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
o
n
tgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
P
e
ugeot
-
netwerk als de storing niet is
verholpen. Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
F
Druk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op de vergrendelknop (gesloten
hangslot) van de afstandsbediening.
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
2
toegang tot de auto
Page 56 of 398

54
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
"Keyless entry and start" met
afstandsbediening
Volledig ontgrendelenSelectief ontgrendelen
u kunt om de auto te ontgrendelen (openen)
o f vergrendelen (sluiten) de centrale
vergrendeling bedienen met de sleutel in het
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie en het starten van de auto
en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Bovendien wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld (indien aanwezig). F
D
ruk om uitsluitend het
bestuurdersportier te
ontgrendelen één keer op de
toets met het geopende hangslot.
F
D
ruk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen. F
D
ruk nogmaals op de toets met het
geopende hangslot om de overige
portieren te ontgrendelen en de achterklep
te openen.
Deze functie kan worden ingesteld via het
menu "Rijhulpsysteem"
en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Vergrendelen
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto
worden de buitenspiegels ingeklapt en
wordt het inbraakalarm ingeschakeld. F
D
ruk op de toets met het
gesloten hangslot om de auto
volledig te vergrendelen.
H
oud deze toets ingedrukt tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Als de portieren vergrendeld zijn, kunnen
de hulpdiensten in geval van nood
mogelijkerwijs moeilijker toegang krijgen tot
het interieur.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Als een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, zal bij draaiende motor of
als de auto sneller dan 10
km/h rijdt
gedurende enkele seconden een melding
worden weergegeven.
toegang tot de auto
Page 57 of 398

55
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Met deze functie kunt u uw auto
op afstand lokaliseren, wat vooral
praktisch is bij weinig licht. De auto
dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Lokaliseren van de auto
F Druk op het gesloten hangslot op de afstandsbediening.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel van het Keyless entry and
start-systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal als de sleutel
van het Keyless entry and start-
systeem zich binnen het detectiebereik
bevindt ter wijl uw auto ontgrendeld is.
om t
e voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel ontladen raakt,
gaan de "Keyless entry"-functies over
in de waakfase als de auto langer dan
21
dagen niet is gebruikt. o
m d
e functies
weer te activeren, dient u op een van de
knoppen van de afstandsbediening te
drukken of de motor te starten met de
elektronische sleutel in de lezer.
2
toegang tot de auto
Page 58 of 398

56
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Volledig ontgrendelen
"Keyless entry and start" met de elektronische sleutel op zak
Systeem waarmee de auto ontgrendeld
(geopend), vergrendeld (gesloten) en gestart
kan worden zonder dat u de elektronische
sleutel tevoorschijn hoeft te halen.F
A
ls u de elektronische sleutel op zak
hebt binnen de detectiezone A , kunt u
de auto ontgrendelen door uw hand op
de achterzijde van een voorportiergreep
te leggen.
t
r
ek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
De centrale vergrendeling werkt niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de portieren of de
achterklep nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless
entry and start-systeem zich nog in
de auto bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt in dat geval niet meer
ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van
de buitenspiegels met de
afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Selectief ontgrendelen
Als de selectieve ontgrendeling van het bestuurdersportier is
geactiveerd:
F Wanneer de elektronische sleutel zich in de detectiezone
aan de bestuurderszijde bevindt, legt u uw hand achter
de portiergreep van het bestuurdersportier om alleen het
bestuurdersportier te ontgrendelen.
t
rek
vervolgens aan
de portiergreep om het portier te openen.
F Wanneer de elektronische sleutel zich in de detectiezone zich aan de passagierszijde bevindt en u uw hand achter
de portiergreep van het voorportier aan passagierszijde
legt, wordt de gehele auto ontgrendeld.
t
r
ek vervolgens
aan de portiergreep om het portier te openen.
Standaard is de volledige ontgrendeling geselecteerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via het menu
"Rijhulpsysteem" en vervolgens "Configuratie
auto" en "Toegang auto" .
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van
uw auto worden de buitenspiegels
uitgeklapt en wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld.
toegang tot de auto
Page 59 of 398

57
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Vergrendelen
F Druk, als de sleutel zich binnen het detectiegebied A bevindt, met een van uw
vingers op een van de voorportiergrepen
(bij de merktekens) om de auto te
vergrendelen.
H
oud uw vinger op de portiergreep tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt en wordt het
inbraakalarm ingeschakeld.Let erop dat niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
om
wille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal met draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven. F
D ruk, als de sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, op de
vergrendelingsknop van de achterklep
om de auto te vergrendelen.
2
toegang tot de auto
Page 60 of 398

58
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
H
oud het hangslot ingedrukt om
de ramen te sluiten.
Met het Keyless entry and start-systeem
Via de portieren:
F D ruk, als de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, met een vinger op
de portiergreep (bij de merktekens) om de
auto te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep om de supervergrendeling in
te schakelen.
Zorg ervoor dat het correct sluiten van
de ramen niet gehinderd wordt door
personen.
Let op in de auto aanwezige kinderen
wanneer u de ramen sluit.
F
D
ruk binnen 5
seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de
supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Vuil (vocht, stof, modder, zout, ...) op de binnenzijde van de portiergreep kan de detectie
negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van de portiergreep met een doek de detectie niet
verbetert, raadpleeg dan het P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal, hogedrukspuit, ...) kan door het systeem worden
beschouwd als een verzoek om ontgrendelen van de auto. Via de achterklep:
F
D ruk, als de sleutel zich in de detectiezone A
bevindt, op de vergrendelingsknop van de
achterklep om de auto te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
vergrendelingsknop van de achterklep om
de supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
toegang tot de auto