Peugeot 308 CC 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: 308 CC, Model: Peugeot 308 CC 2011Pages: 292, PDF Size: 17.07 MB
Page 41 of 292

1
i
i
39
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel dan
de auto en wacht minimaal 5 mi-
nuten. Het op 0 zetten van de on-
derhoudsindicator zal anders niet
worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
)
zet het contact af,
)
druk op de knop ".../000"
rechts van
het instrumentenpaneel en houd
deze ingedrukt,
)
zet het contact aan; de kilometertel-
ler begint terug te tellen,
)
laat de knop los als het centrale dis-
play van het instrumentenpaneel
"=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt
van het display. De factor tijd kan worden mee-
gewogen bij de nog af te leggen
kilometers, afhankelijk van de rij-
gewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden
als het interval van twee jaar is
overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat geduren-
de 5 seconden de sleutel knipperen
om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld:
u hebt de afstand tot de eerst-
volgende onderhoudsbeurt met 300 km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het dis-
play gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden
.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhouds-
informatie weergeven.
Deze informatie verschijnt, afhankelijk
van de uitvoering, gedurende de hand-
matige controleprocedure.
)
Druk kort op de knop ".../000"
,
rechts van het instrumentenpaneel.
De onderhoudsinformatie wordt en-
kele seconden weergegeven op het
centrale display van het instrumen-
tenpaneel en verdwijnt vervolgens
weer.
Page 42 of 292

1
40
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Handmatige controle
Met deze functie kunt u de staat van de
auto (waarschuwingen en de status van
te confi gureren functies - "geactiveerd"
of "uitgeschakeld") en de informatie
over het onderhoud controleren.
)
Druk bij draaiende motor kort op de
knop "CHECK/000"
van het instru-
mentenpaneel om de handmatige
controle te starten. Als er geen enkele storing wordt gesig-
naleerd, verschijnt de melding "CHECK
OK"
op het centrale display van het in-
strumentenpaneel.
Als er een "kleine" storing wordt gesig-
naleerd, verschijnen de desbetreffende
waarschuwingspictogrammen en vervol-
gens de melding "CHECK OK"
op het
centrale display van het instrumentenpa-
neel. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Als een "ernstige" storing wordt gesigna-
leerd, verschijnen alleen de desbetref-
fende waarschuwingspictogrammen op
het centrale display van het instrumen-
tenpaneel. Laat het systeem door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwa-
lifi ceerde werkplaats controleren.
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven
bij het afzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier en
bij het vergrendelen en ontgrendelen
van de auto.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilo-
meterstand van de auto aan.
)
Druk bij aangezet contact op deze
knop en houd deze ingedrukt tot de
dagteller op 0 staat.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal verreden ki-
lometers weer sinds de laatste keer dat de
bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
Page 43 of 292

1
41
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Dimmer dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de dashboardver-
lichting handmatig aanpassen aan het licht
van de omgeving. De dimmer van de dash-
boardverlichting kan alleen worden gebruikt
als de verlichting van de auto is ingescha-
keld, uitgezonderd de verlichting overdag.
Actief
)
Druk op de knop om de sterkte van
de dashboardverlichting te varië-
ren.
)
Als de verlichting de zwakste stand
heeft bereikt, laat de knop dan los
en druk hem opnieuw in om de ver-
lichting weer feller te maken.
of
)
Als de verlichting de sterkste stand
heeft bereikt, laat de knop dan los
en druk hem opnieuw in om de ver-
lichting weer zwakker te maken.
)
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet wor-
den ingesteld als de verlichting van de
auto is uitgeschakeld of, bij auto's met
verlichting overdag, in de dagstand
staat.