airbag Peugeot 508 Hybrid 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013, Model line: 508 Hybrid, Model: Peugeot 508 Hybrid 2013Pages: 340, PDF Size: 11.18 MB
Page 5 of 340
.
.
Inhoud
Kinderzitjes 153
ISOFIX-kinderzitjes 160
Kinderbeveiliging 164
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Richtingaanwijzers 165
Urgence-oproep of Assistance-oproep 166
Claxon 166
Bandenspanningscontrolesysteem 167
ESC-systeem 168
Veiligheidsgordels 171
Airbags 174
Veiligheid
Bandenreparatieset 178
Wiel ver wisselen 184
Een lamp ver vangen 191
Zekeringen vervangen 200
12V-accu 204
Eco-mode 207
Wisserbladen vervangen 208
Slepen van uw auto 209
Trekken van een aanhanger 211
Allesdragers monteren 213
Accessoires 214
Praktische informatie
Openen van de motorkap 217
Brandstoftank leeg (Diesel) 218
Benzinemotoren 219
Dieselmotoren 220
Niveaus controleren 222
Controles 225
Onderhoud
Benzinemotoren 227
Gewichten (benzine) 228
Dieselmotoren 230
Gewichten (diesel) 233
Afmetingen 236
Identificatie 237
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 239
JBL Hifi-systeem 241
Peugeot Connect Nav 243
Audio-installatie 297
Audio en telematica
Index
Visuele index
Page 12 of 340
10
In één oogopslag
9.Zekeringkast.
10. Zijruitontwaseming.
11.Voor r uitont waseming.
12 .Contact-/stuurslot.
13. Starten met de elektronische sleutel.14 .
Bediening op het stuur wiel van deautoradio.
15. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.
16.Schakelaar alarmknipperlichten en centrale
vergrendeling.
17. Display.
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2.
Koplampverstelling. 3.
Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers. 4.
Instrumentenpaneel.5.
Airbag bestuurder. Claxon.
6.Ver snellingspook.
7. 12V- aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.8.Hendel motorkapontgrendeling.
18.Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters. 19. Airbag passagier.
20.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 21.Dashboardkastje / Uitschakelingpassagiersairbag. 22.
Elektrische parkeerrem.23.
Middenarmsteun met opbergvakken.24.
Opbergvakken (volgens uitvoering). 25.Autoradio.26.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 19 of 340
.
17
In één oogopslag
Veiligheid voor alle inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.2.
Steek de sleutel in de schakelaar.3.Selecteer de stand: "ON"
(inschakelen) wanneer een passagier op de
voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer met
het gezicht in de rijrichting is bevestigd, "OFF"(uitschakelen) wanneer een kinderzitje
voor ver voer met de rug in de rijrichting isbevestigd.4.Ver wijder de sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
175
A.
Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordels voor
Veiligheidsgordels voor en
frontairba
g aan passagierszijde
175 B
. Verklikkerlampje storing van één van de
a
irbags. C. Verklikkerlampje ingeschakelde frontairbagaan passagierszijde.
172
Page 28 of 340
26
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatischeruitenwisserspermanent.De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen.De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd.Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Airbag aan
passagierszijde
permanent op het
displa
y van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON". De passagiersairbag vóór is geactiveerd.Plaats in dit geval geen kinderzitje metde rug in de rijrichting op de stoel van de
voorpassagier.
Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Stop & Start
permanent. Het Stop & Star t-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet(verkeerslicht, stopbord, opstopping,enz.). Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatischgestart als u wilt wegrijden.
knippert enkeleseconden en gaatdan uit. De
STOP-stand is nu nietbeschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de STA R T- s t a n d g e z e t . Raadplee
g voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en STA R T- s t a n d d e
rubriek "Stop & Start".
Page 29 of 340
1
27
Controle tijdens het rijden
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent, op het displayvan de verklikkerlampjes
voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Z
et de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.
CDS/ASR(ESP)
permanent. De toets (op het wegklapbare paneel, linksonder op het dashboard)wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Als het systeem is uitgeschakeld, wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 34 of 340
32
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbagstijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storin
g in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.Laat dit controleren door het PE
UGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichtingknippert. Er is een storing in debochtverlichting. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel(s)niet vastgemaakt of weer losgemaakt
permanent, enknipper t ver volgensin combinatie met een
in volume toenemend geluidssignaal.
Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Page 36 of 340
34
Controle tijdens het rijden
*
Volgens land van bestemming.
CHECK (automatische controle van de auto)
Automatische CHECK
Contact aan: alle pictogrammen van degecontroleerde functies worden weergegeven.
Na enkele seconden doven ze. Gelijktijdig wordt automatisch een CHECK(automatische controle van de auto) uitgevoerd.
In het geval van een storing
Er is een "kleine" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes gaan branden en vervolgens weer uit.U kunt de auto starten, maar raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Er is een "grote" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes
blijven branden, in combinatie met het lampjeSTOP of SERVICE. Start de auto niet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handmatige CHECK
Druk op de knop "CHECK"
van het
instrumentenpaneel om de CHECK (automatische controle van de auto) handmatig te activeren.
Met behulp van deze functie kunnen op elk gewenst moment (contact aan of bij draaiende
motor) de aanwezige waarschuwingsmeldingen
worden weergegeven.
Zolang de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld * , wordt het desbetreffende pictogram constant weergegeven.
Het display van het instrumentenpaneel geeft bij draaiende motor en tijdens het rijden
de pictogrammen
weer die een storing aangeven (in geval van een storing).
Als er geen storing wordt gesignaleerd, kunt ude motor starten.
Dimmer verlichting
Druk, als de verlichting brandt, op de
knop Bom de dashboardverlichting en de sfeerverlichting sterker te laten branden of op
de knop Aom de verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkteis bereikt.
Page 156 of 340
154
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting opde passagiersstoel voor wordt geplaatst, rmoet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het kind bij het afgaan van de airbag ernstig of
dodelijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht inde rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de achterste
stand van de voor-/achterwaartse verstelling
worden gezet, in de hoogste stand en met
de ru
gleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
Let erop dat de veiligheidsgordel goed aansgespannen is.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zover mogelijk naar achteren.
Page 157 of 340
6
155
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de rubriek "Airbags" van het gedeelte "Veiligheid" voor meer informatie over het uitschakelen van deairbag. Raadplee
g de voorschriften op de sticker die zich aan beide zijden van de zonneklep aanpassagierszijde bevindt.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 161 of 340
6
159
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bijeen aanrijding.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of hettuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveelmogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van hetkinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen hetkinderzitje is gespannen en dat de gordel hetkinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.
Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van hetzitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geenbelemmering vormt. Als de hoofdsteun verwijderd moetworden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen.
Adviezen voor kinderzitjes
Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een autoachter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de portieren en de portierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de por tierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen nietmet het gezicht in de rijrichting op depassagiersstoel voor worden vervoerd,behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijndoor andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder vanhet kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over debovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van deschouder.