Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2014Pages: 332, PDF Size: 9.67 MB
Page 31 of 332

29
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Schakelaar ECO OFF
Deze functie voorkomt dat de dieselmotor
wordt afgezet en zorgt zo voor een nog
aangenamer thermisch comfort in de auto (de
airconditioning blijft permanent werken).
Als de schakelaar wordt ingedrukt, wordt de
motor onmiddellijk gestart.
Druk nogmaals op de schakelaar om terug
te keren naar de normale werking van het
systeem.
Bij het afzetten van het contact wordt
de normale werking weer geactiveerd
(controlelampje van de schakelaar uit).*
B
ehalve in de stand ZEV. In deze stand wordt
voorrang gegeven aan elektrisch rijden, ten
koste van een optimaal thermisch comfort.
Tijdens elektrisch rijden en in de STOP-
stand van het Stop & Start-systeem zorgt het
hybridesysteem ervoor dat automatisch de
motor weer wordt gestart als dat nodig is om
het comfort in het interieur op hetzelfde niveau
te houden*.
Onder zeer warme weersomstandigheden is
het echter mogelijk dat temperatuurverschillen
waarneembaar zijn. Om hier onder dergelijke
omstandigheden geen last van te hebben, kunt
u de functie ECO OFF inschakelen.
.
Hybridesysteem
Page 32 of 332

30
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Eco-rijden met uw
HYbrid4-auto
Gebruik de stand A van de selectiehendel,
zodat afhankelijk van de omstandigheden de
optimale versnelling wordt ingeschakeld, en
de modus AUTO van de keuzeschakelaar
HYbrid4.
Accelereer op de normale manier tot de auto
de gewenste snelheid heeft (zone POWER
tussen 20 en 40%).
Rijd als de auto eenmaal een constante
snelheid heeft zo soepel mogelijk door
voorzichtig te doseren met het gaspedaal
(zone ECO of CHARGE ) en rijd bij lage
snelheden zoveel mogelijk elektrisch.
Wanneer u snelheid moet minderen, is het
raadzaam hierop te anticiperen door het
gaspedaal los te laten om af te remmen op
de motor (zone CHARGE ) in plaats van met
het rempedaal. U profiteert dan maximaal
van de gratis energie die hierbij wordt
teruggewonnen.
Gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur
in de auto hoog is opgelopen, open dan alle
ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten,
maar laat de ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur
die de temperatuurstijging kunnen beperken
(blinderingspaneel van het panoramadak,
zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de
gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij
auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitver warming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn
als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als
het zicht voldoende is. Laat de dieselmotor vooral 's winters na het
starten niet stationair warmdraaien: uw auto
warmt sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler,
MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto
aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto
verlaat.
Hybridesysteem
Page 33 of 332

31
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever
een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker op de portiersponning aan
bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt. Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen enz.) en houd u daarbij aan
het in het garantie- en onderhoudsboekje
voorgeschreven interval. U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik
zich stabiliseert.
.
Hybridesysteem
Page 34 of 332

32
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Verbruik van uw hybrideauto op het display
Gemiddeld verbruik over de laatste 5 minuten.
Resetten van het overzicht
van het verbruik
Druk, ter wijl het hybridesysteem is geactiveerd
en het traject "2" wordt weergegeven langer
dan twee seconden op de toets om het
overzicht van het verbruik te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de boordcomputer. "60% Hybrid Use" betekent dat 60% van de tijd met
assistentie van het hybridesysteem en 40% met alleen
de dieselmotor wordt gereden (zonder assistentie van het
hybridesysteem).
Hybridesysteem
Page 35 of 332

33
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
200V-tractiebatterij
De 200V-tractiebatterij kan niet via het lichtnet
worden opgeladen.
De tractiebatterij is van het type Ni-MH
(nikkel-metaalhydride) en bevindt zich onder
de vloerplaat van de bagageruimte, vlak bij de
elektromotor.
Laden
De tractiebatterij wordt opgeladen als de auto
snelheid mindert. De elektromotor fungeert dan
als generator en zet kinetische energie om in
elektrische energie (niet bij snelheden hoger
dan 120 km/h).
Het is niet mogelijk om de tractiebatterij via het
lichtnet op te laden.
De tractiebatterij kan indien nodig ook
automatisch worden opgeladen via de dynamo/
startmotor (Stop & Start-systeem) van de
dieselmotor.
Door op deze manier energie terug te winnen wordt
"gratis" energie verkregen.
De tractiebatterij wordt uiterst snel en efficiënt
opgeladen.
Nadat de accu is ontladen (bijvoorbeeld door
langdurig rijden in de stand ZEV of onder zware
gebruiksomstandigheden) is de laadtoestand snel
weer voldoende voor een volledig gebruik van de
mogelijkheden van de verschillende standen van het
hybridesysteem.
Het opladen gebeurt automatisch tijdens het rijden .
Het opladen kan worden versneld door op de motor af
te remmen.
De tractiebatterij heeft een laadtoestand van gemiddeld
4 à 5 streepjes, zodat er een marge overblijft voor het
terugwinnen van energie bij het snelheid minderen of in
een afdaling (gratis energie).
Om een lange levensduur van de
tractiebatterij mogelijk te maken komt
de laadtoestand nooit onder de 20% uit,
ook niet als na het rijden in de stand ZEV
een laadtoestand van 0 streepjes wordt
weergegeven.
Als de tractiebatterij bijna volledig is
geladen, kan het zijn dat de auto bij het
loslaten van het gaspedaal minder vertraagt.
.
Hybridesysteem
Page 36 of 332

34
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Hoogspanning
Zet alvorens werkzaamheden
uit te voeren altijd het contact
af (controlelampje Ready
gedoofd).
Hoogspanningskabels
Een aantal hoogspanningskabels zijn aan de
onderzijde van de auto bevestigd; zorg ervoor
dat deze niet beschadigd raken bij het rijden op
slecht begaanbaar terrein.
Waarschuwingen m.b.t. de tractiebatterij
De tractiebatterij (hoogspanningsbatterij) mag
nooit door middel van een extern apparaat
worden opgeladen. Laat werkzaamheden
aan de tractiebatterij uitsluitend over aan een
gekwalificeerde technicus.
Het onoordeelkundig uitvoeren van
werkzaamheden aan de tractiebatterij kan
leiden tot ernstige brandwonden en elektrische
schokken die levensgevaarlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Een hoogspanningsbatterij van het type Ni-MH
(nikkel-metaalhydride) dient aan het einde van
de levenscyclus op de voorgeschreven wijze
te worden afgevoerd via de werkplaats, zodat
door de recycling van de batterij het milieu kan
worden ontzien.
Breng hefsystemen (krik, tweekolomsbrug, ...)
aan onder de daarvoor bestemde steunpunten
om beschadiging van de kabels te voorkomen.
De elektromotor werkt met een spanning van
150
tot 270 V.
Let op de waarschuwingsstickers die op de
auto zijn aangebracht.
Wees uiterst voorzichtig bij werkzaamheden in
de buurt van onderdelen met hoogspanning en
onderdelen die heet kunnen worden door de
elektrische stroom.
Noodonderbreker
In het geval van een aanrijding worden
de hoogspanning en de voeding van de
brandstofpomp onderbroken door een
noodonderbreker, waardoor uw auto niet meer
gestart kan worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
hybridesysteem weer in te schakelen.
Raak onderdelen, oranje kabels en
stekkers van het hoogspanningscircuit
nooit aan, ook niet na een aanrijding.
Hybridesysteem
Page 37 of 332

35
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Ventilatie van de tractiebatterij
De tractiebatterij is voorzien van een
luchtkoelingssysteem dat bestaat
uit een luchtaanzuigopening (op de
hoedenplank) en een ventilator (onder de
bagageruimtebekleding links).
Dit systeem werkt niet permanent. Het past
de mate van ventilatie automatisch aan de
behoefte van de tractiebatterij aan.
De werking van het systeem kan achterin
hoorbaar zijn, zelfs als de auto na het rijden
stilstaat.
Als deze aanzuigopening verstopt is, kan
de tractiebatterij oververhit en daardoor
beschadigd raken. Dit kan een nadelig
effect hebben op de prestaties van het
hybridesysteem.Om ervoor te zorgen dat de
tractiebatterij optimaal kan werken,
dient u de volgende aanbevelingen in
acht te nemen:
-
h
oud de aanzuigopening vrij van
vreemde voor werpen, zodat de
tractiebatterij niet oververhit kan
raken waardoor de prestaties van
het hybridesysteem afnemen,
-
m
ors geen vloeistof, de accu zou
hierdoor beschadigd kunnen raken.
.
Hybridesysteem
Page 38 of 332

36
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Voorzorgsmaatregelen/waarschuwingen motorruimte
Zet, voordat u de
motorkap opent,
altijd het contact af
(verklikkerlampje Ready
gedoofd).
Zet om ernstig letsel te voorkomen het
contact af en controleer of het controlelampje
Ready op het instrumentenpaneel is
gedoofd alvorens werkzaamheden in de
motorruimte uit te voeren.
Zet het contact eveneens af voordat u
brandstof gaat tanken, om te voorkomen dat
tijdens het tanken de motor opnieuw wordt
gestart.
Ook de dynamo/startmotor van uw hybrideauto
wordt met hoogspanning gevoed. Wanneer u
de motorkap opent zonder eerst het contact
af te zetten, kan het voorkomen dat de motor
plotseling door de dynamo/startmotor weer
wordt gestart.
Hybridesysteem
Page 39 of 332

37
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Autowasstraat
Bij sommige autowasstraten (waar de auto op een transportband doorheen wordt gevoerd) mag de parkeerrem tijdens het autowassen niet zijn
aangetrokken.
Autowasstraten waarin de dieselmotor moet zijn
afgezet.
Als het hybridesysteem is ingeschakeld, het
verklikkerlampje Ready brandt en de parkeerrem is vrijgezet:
-
Z
et de selectiehendel in de stand N.
-
Z
et de motor af (druk op START/STOP of zet de motor met de
contactsleutel af bij auto's zonder Keyless entry and start).
De parkeerrem wordt automatisch aangetrokken en het
verklikkerlampje Ready op het instrumentenpaneel dooft.
-
Z
et het contact weer aan (druk op START/STOP of zet de
contactsleutel in de middelste stand) zonder het rempedaal in
te trappen. Het verklikkerlampje Ready gaat niet branden.
-
Z
et de parkeerrem vrij met de hendel op de middenconsole,
terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
-
Z
et het contact af (druk op START/STOP zonder het
rempedaal in te trappen, of zet het contact af met de
contactsleutel) en controleer of de parkeerrem vrijgezet blijft. Als het hybridesysteem is ingeschakeld, het
verklikkerlampje
Ready brandt en de parkeerrem is vrijgezet:
-
Z
et de selectiehendel in de stand N (stand Auto of Sport).
-
H
oud het rempedaal ingetrapt en druk vervolgens op de toets
E C O O F F.
Autowasstraten waarin de dieselmotor niet mag
worden afgezet.
Als de dieselmotor op dat moment niet draait, wordt hij weer
gestart.
Als de dieselmotor op dat moment draait, blijft hij onbeperkt
draaien.
.
Hybridesysteem
Page 40 of 332

38
508RXH_nl_Chap00c_systeme-hybride_ed01-2014
Slepen - bergen met een bergingsauto
Voordat u werkzaamheden uitvoert: trap het rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zet de
selectiehendel in de stand N en schakel vervolgens het hybridesysteem uit (verklikkerlampje Ready uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel bergingsbedrijf om uw auto met een bergingsauto of trailer
te bergen. Sleep de auto nooit met alle vier wielen (noch met de twee voor wielen of de twee achter wielen) op
de grond: kans op beschadiging van de aandrijving.
Gebruik de sleepogen uitsluitend om de auto
op een bergingsauto te vervoeren.
Hybridesysteem