Peugeot Expert 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: Expert, Model: Peugeot Expert 2003Pages: 148, PDF Size: 5.88 MB
Page 31 of 148
22-04-2003
B
INSTRUMENTENPANEEL*I-12
30
Digitaal klokje Druk voor de tijdinstelling bij afgezette motor en aangezet contact op de toets B; de uren worden knipperend knipperend
weergegeven. Instellen van de uren - Kort drukken: de uurverstelling gebeurt langzaam. Lang drukken:de uurverstelling gebeurt versneld.
Indien gedurende vijf seconden niet op de toets wordt gedrukt: de uurinstelling is vastgelegd in het geheugen, de minu- ten knipperen.
Instellen van de minuten - Kort drukken: de minutenverstelling gebeurt langzaam. Lang drukken:de minutenverstelling gebeurt versneld.
Indien gedurende vijf seconden niet op de toets wordt gedrukt: de minuteninstelling is vastgelegd in het geheugen.
Nota: De tijdweergave verschijnt bij het openen van het portier aan bestuurderszijde en verdwijnt een minuut nadat het
portier gesloten is. Bij geopend portier verdwijnt de tijdweergave na tien minuten.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Page 32 of 148
22-04-2003
B
INSTRUMENTENPANEEL*31I-12
Sterkte van de dashboardverlichting Het verstellen dient te gebeuren door op de bediening B
te drukken bij draaiende motor en brandende parkeer- lichten. - Verscheidene malen drukken: de sterkte van de
dashboardverlichting varieert progressief.
- Ingedrukt houden van de knop: de sterkte van de
dashboardverlichting varieert snel.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Beschermende zekeringenonder dashboard F19
Page 33 of 148
22-04-2003
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
26 25 24 23 22 2120 19 18 17 16 15 14
BESTUURDERSPLAATS, OVERZICHT*I-12
32
Page 34 of 148
22-04-2003
BESTUURDERSPLAATS, OVERZICHT*33I-12
1 Linker zijventilatierooster.
2 Linker luidspreker (Tweeter).
3 Schakelaar snelheidsregelaar.
4 Bediening: ¥ Claxon.
¥ Verlichting.
¥ Richtingaanwijzer.
¥ Mistlichten voor.¥ Mistachterlicht.
5 Instrumentenpaneel.
6 Bediening autoradio vanaf het
stuur.
7 Bediening:
¥ Ruitenwissers voor.
¥ Ruitensproeier.
¥ Ruitenwisser achter.
8 Centrale ventilatieroosters.
9 Inbouwruimte radio of opberg- vak.
10 Lampje elektronische startbe-veiliging. 11
Airbag passagierszijde*.
12 Rechter luidspreker (Tweeter).
13 Rechter zijventilatierooster.
14 Handschoenenkastje.
15 Bediening:
¥ Airconditioning of verwar-
ming/ventilatie
16 Asbak voor met sigarenaanste-
ker.
17 Versnellingspook.
18 Bediening: ¥ Airconditioning.¥ Alarmverlichting.¥ Achterruitverwarming.
19 Contactslot.
20 Klepje zekeringkastje.
21 Bestuurdersairbag. 22
Bedieningshendel stuurverstel- ling.
23 Hendel snelheidsregelaar.
24 Bediening:
¥ Verstelling van de koplampen.
¥ Regelknop dashboardverlich-
ting.
25 Opbergvak.
26 Openen motorkap.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Page 35 of 148
22-04-2003
INSTRUMENTENPANEEL*I-12
34
Toerenteller Zorg ervoor dat de wijzer niet in het rode gebied komt. Display
¥ Buitentemperatuur.
¥ Schakelstandendisplay auto-
matische transmissie. Display
¥ Onderhoudsintervalindicator.
¥ Kilometerteller.
¥ Dagteller.
Brandstofmeter Koelvloeistoftemperatuurm eter met waarschuwings-lampje
Bediening display:
¥ Kilometerteller.
¥ Dagteller.
¥ Nulstelling van de dagteller.
Tijdelijke oliepeilmeting
* Afhankelijk van uitvoering of land
Page 36 of 148
22-04-2003
INSTRUMENTENPANEEL*35I-12Koelvloeistoftemperatuurmeter
Waarschuwingslampje koelvloeistofOnder normale omstandigheden geeft de wijzer een temperatuur aan die kan oplopen tot 100 ¡C.
Onder zware gebruiksomstandigheden gecombineerd met een hoge buitentemperatuur, kan de wijzer dicht bij het rode gebied komen. Mocht de wijzer in het rode gebied komen of gaat het lampje branden, stop dan onmiddellijk en zet het contact af. Het kan zijn dat de koelventilator in zoÕn geval nog enige tijd blijft werken. Laat de
motor afkoelen en neem de voorzorgsmaatregelen die te vinden zijn in hoofdstuk IV - Onderhoud - ÇNiveaus, controles È. Een te hoge koelvloeistoftemperatuur kan diverse oorzaken hebben; waarschuw onze dichtstbijzijnde
dealer.
Wanneer dit lampje oplicht, knippert ook het STOP-lampje.
Tijdelijke oliepeilmetingBij aanzetten van het contact geeft de wijzer het olieniveau aan en gaat vervolgens weer op nul staan.Controleer met de oliepeilstok het olieniveau wanneer het wijzertje zich in de markering voor minimum olieniveau bevindt. Brandstofmeter Zodra het lampje van de minimum hoeveelheid brandstof permanent brandt, zit er nog ongeveer 5/7 liter reservebrandstof in de tank. Inhoud tank:
circa 80 liter.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Beschermende zekeringen(onder dashboard) F2
Page 37 of 148
22-04-2003
INSTRUMENTENPANEEL*35I-12Koelvloeistoftemperatuurmeter
Waarschuwingslampje koelvloeistofOnder normale omstandigheden geeft de wijzer een temperatuur aan die kan oplopen tot 100 ¡C.
Onder zware gebruiksomstandigheden gecombineerd met een hoge buitentemperatuur, kan de wijzer dicht bij het rode gebied komen. Mocht de wijzer in het rode gebied komen of gaat het lampje branden, stop dan onmiddellijk en zet het contact af. Het kan zijn dat de koelventilator in zoÕn geval nog enige tijd blijft werken. Laat de
motor afkoelen en neem de voorzorgsmaatregelen die te vinden zijn in hoofdstuk IV - Onderhoud - ÇNiveaus, controles È. Een te hoge koelvloeistoftemperatuur kan diverse oorzaken hebben; waarschuw onze dichtstbijzijnde
dealer.
Wanneer dit lampje oplicht, knippert ook het STOP-lampje.
Tijdelijke oliepeilmetingBij aanzetten van het contact geeft de wijzer het olieniveau aan en gaat vervolgens weer op nul staan.Controleer met de oliepeilstok het olieniveau wanneer het wijzertje zich in de markering voor minimum olieniveau bevindt. Brandstofmeter Zodra het lampje van de minimum hoeveelheid brandstof permanent brandt, zit er nog ongeveer 5/7 liter reservebrandstof in de tank. Inhoud tank:
circa 80 liter.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Beschermende zekeringen(onder dashboard) F2
Page 38 of 148
22-04-2003
A
INSTRUMENTENPANEEL*I-12
36
* Afhankelijk van uitvoering of land
Beschermende zekeringen(onder dashboard) F2 - F19
Buitentemperatuurmeter De buitentemperatuur verschijnt op het display zodra het contact wordtaangezet.
Wanneer ''¡C'' knipperend wordt weergegeven, is dat een waarschu-wing voor mogelijke ijzelvorming.
Nulstelling van de dagteller
Wanneer u op de knop
Adrukt,
wordt in plaats van de totale kilome- terstand de dagtellerstand weerge-geven. Houd de knop even ingedrukt voor het verkrijgen van de nulstelling. Sterkte van de dashboardverlich-ting De sterkte van de dashboardver-
lichting is regelbaar.
Verdraai hiertoe het stelwieltje linksonderin het dashboard.
Page 39 of 148
22-04-2003
ONDERHOUDSINTERVALINDICATOR*37I-12
Deze indicator geeft het aantal kilometers aan dat nog verreden kan worden tot de volgende onderhoudsbeurt (ingesteld volgens het onderhoudsschema in het Onderhoudsboekje).
Werking: Bij het aanzetten van het contact licht het onderhoudssymbool (sleu-tel) enkele seconden op en wordtop het display even het aantal kilo-meters getoond dat nog verredenkan worden tot de volgende onder-houdsbeurt. Bijvoorbeeld: de onderhoudsbeurt
is over:
Vijf seconden na het aanzetten van het contact hervat de kilometertellerzijn normale functie en geeft hetdisplay de stand van de totaalteller
of de dagteller weer. Over minder dan 1 000 km moetde volgende onderhoudsbeurtworden uitgevoerd. Bijvoorbeeld:
de onderhoudsbeurt
is over: 900 km. Bij het aanzetten van het contact geeft het display gedurende vijfseconden de volgende informatie:
Vijf seconden na het aanzetten van het contact hervat de kilometertellerzijn normale functie, maar de sleutelblijft branden. Dit geeft aan dat er op korte termijn een onderhoudsbeurt moet wordenuitgevoerd. Het display geeft destand van de totaalteller of de dag-
teller weer. De kilometerstand voor de on-derhoudsbeurt is overschreden.
Telkens wanneer het contact wordt aangezet gaan de sleutel en deoverschreden kilometerstand knip-peren.
Voorbeeld:
De kilometerstand voor
de volgende onderhoudsbeurt is met 300 kilometer overschreden.De onderhoudsbeurt dient nu opkorte termijn te worden uitgevoerd.
Vijf seconden na het aanzetten van het contact hervat de kilometertellerzijn normale functie, maar de sleutelblijft branden.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Page 40 of 148
22-04-2003
1
11
ONDERHOUDSINTERVALINDICATORI-12
38
Onderhoudsinterval Indien uw auto onder bijzonder zware omstandigheden wordtgebruikt, dient u zich te houden aanhet onderhoudsprogramma voor"zware gebruiksomstandigheden"waarbij kortere onderhoudsinterval-len worden gehanteerd (zieOnderhoudsboekje). Opmerking: als de maximumtijd
tussen twee onderhoudsbeurten is verstreken voordat het maximumaantal kilometers is verreden, gaatde sleutel branden en geeft het dis-play ''0"aan'. Wijzigen van het onderhoudsin-terval:
- Zet het contact af.
- Druk knop
1in en houd deze inge-
drukt.
- Zet het contact aan.
- De termijn tot de volgende onder- houdsbeurt knippert.
- Laat de knop los.
- Het onderhoudsinterval verschijnt op het display.
- Door kort op knop 1te drukken
kunt u de onderhoudsintervallen wijzigen. - Als het geselecteerde onder-
houdsinterval op het display ver-schijnt, drukt u gedurende
10 seconden op knop 1om te
bevestigen (het geselecteerdeonderhoudsinterval knippertgedurende tien seconden).
Laat de knop los ter bevestigingzodra de informatie op het displayniet meer knippert. Nulstelling Onze dealers voeren deze hande- ling na iedere onderhoudsbeurt uit.Mocht u het onderhoud aan uw autoechter zelf verrichten, dan is de pro-cedure voor de nulstelling als volgt:
- Zet het contact af.
- Druk knop 1in en houd deze inge-
drukt.
- Zet het contact aan.
- De termijn tot de volgende onder- houdsbeurt knippert.
- Houd knop 1tien seconden inge-
drukt.
- Op het display verschijnt ''=0''en
de onderhoudssleutel verdwijnt.