audio Peugeot Partner 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2013Pages: 236, PDF Size: 9.36 MB
Page 106 of 236

Uitrusting
104
Inbraakalarm, graveren van ruiten,
verbanddoos, veiligheidsvest,
parkeerhulp voor en achter,
gevarendriehoek, slotbouten voor
lichtmetalen wielen...
Stoelhoezen geschikt voor voorstoelen
met zij-airbags, passagiersbank,
rubber matten, textiel matten,
sneeuwkettingen, zonneschermen,
fietsendrager voor op de achterklep...
Autoradio's, handsfree-sets,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, USB-box, Videoset ... Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed bevestigd is,
- gebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt
gemonteerd, moet aan de hand
van de specificaties altijd worden
gecontroleerd of deze kan
worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT-netwerk.
Maximaal toegestaan gewicht op
dakdragers
- Imperiaal: 120 Kg.
- Dwarsstangen op het dak: 100 Kg.
- Dwarsstangen op in lengte
gemonteerde dakstangen: 75 Kg.
Monteren van zenders voor
radiocommunicatie
Alvorens achteraf een zender voor
radiocommunicatie in te bouwen met
externe antenne op uw auto, adviseren
wij u contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT.
Het PEUGEOT-netwerk zal u
informeren over de gegevens van
de zenders (frequentie, maximum
vermogen, stand antenne, specifieke
montagevoorschriften) die kunnen
worden gemonteerd, conform de Richtlijn
Elektromagnetische compatibiliteit
automobielen (2004/104/CE).
Spatlappen vóór, spatlappen achter,
15/17 inch lichtmetalen velgen,
bekleding van wielkasten, lederen
stuurwiel, ...
Ruitensproeiervloeistof, reinigings-/
onderhoudsmiddelen voor interieur en
exterieur, lampen, ...
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die niet
onder een artikelnummer in het
assortiment van PEUGEOT voorkomen
kan storingen in het elektronische
systeem van uw auto veroorzaken.
Houd hier rekening mee. Neem contact
op met een vertegenwoordiger van
het Merk om u te laten informeren
over het assortiment uitrustingen
en accessoires voorzien van een
artikelnummer.
Afhankelijk van het land van
bestemming is de aanwezigheid
van een veiligheidsvest, een
gevarendriehoek en een lampenset in
de auto verplicht.
Telematica-eenheid "Active Fleet
Data"
De telematica-eenheid die via het
"Full CAN"-netwerk rechtstreeks met
het hart van de auto verbonden is, is
onmiddellijk in staat om de volgende
informatie te geven:
- afgelegde afstand,
- nog af te leggen afstand voor de
volgende onderhoudsbeurt,
- waarschuwingen en storingen
(oliepeil, koelvloeistofniveau,
olietemperatuur,
koelvloeistoftemperatuur, enz...).
Fleetowners kunnen hiermee hun
bedrijfswagenpark beter volgen en
beheren.
Raadpleeg, afhankelijk van het land,
voor meer informatie het PEUGEOT-
netwerk.
Page 145 of 236

9.3
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-modus is
geactiveerd schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Al
gemene werking
03 Bedienin
g op stuur
04 Audio-instellin
gen
05 Navi
gatie
06 Verkeersinformatie
07 Telefoneren
0
8 Radio
09 Multimedias
pelers
10 Confi
guratie
11 Boordcom
puter
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
9.4
9.6
9.8
9.9
9.10
9.23
9.27
9.
38
9.42
9.48
9.51
PEUGEOT CONNECT Nav+
12 Menustructuur display blz.9.52
Veelgestelde vragen blz.9.56
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO/BLUETOOTH-
TELEFOON
Page 146 of 236

9.4
01 BASISFUNCTIES
Toegang tot het menu
" Navigatie
" enweergave van de laatste
bestemmingen. Kort indrukken
(motor afgezet): aan/uit.
Kort indrukken
(draaiende
motor): uit-/inschakelen
van geluidsbron.
Kort indrukken: selecteren
van een opgeslagen
radiozender.
Lan
g indrukken: in het geheugen opslaan van dehuidige radiozender.
To ets MODE: Selecteren
van het type permanente
weergave.
Lan
g indrukken: Black panel-
functie (DARK).
To e
gang tot het Menu " MUSICM" en weergave
van de tracks of de afspeellijsten van de CD/MP3/Apple ®-apparatuur.
Lan
g indrukken: weergave van het paneel met
audio-regelknoppen voor de geluidsbron "MEDIA"(CD/USB/iPod/Streaming/AUX).
Lang indrukken: toegang tot de " Audio-instellingen
": klankkleur, lage-/hoge-tonenregeling,loudness, verdeling, balans links-rechts, balans voor-achter, automatische volumecorrectie.
To e
gang tot het menu " RADIO
" en
weergave van de zenderlijst.
Lan
g indrukken: weergave van het
paneel met audio-regelknoppen voor degeluidsbron tuner.Draaiknop
je voor selecteren en bevestigen:
Selecteren van een item op het displa
y en bevestigen van uw keuze door het knopje kort in te drukken.
Als er
geen menu of lijst wordt
weergegeven: druk het knopje kort in om
een contextmenu op te vragen, afhankelijk
van de weergave op het scherm.
Draaien bi
j weergave van de kaart: in/-
uitzoomen op de kaart.
Instellen geluidsvolume (het geluidsvolume van elke geluidsbron wordt afzonderlijk ingesteld, ook dat
van de verkeersinformatie en
de navigatie-aanwijzingen).
Page 151 of 236

9.9
04AUDIO-INSTELLINGEN
Deze zijn op te vragen met de toets MUSICop het bedieningspaneel of door de toets RADIO(afhankelijk van degeluidsbron) even ingedrukt te houden.
-"
Klankkleur " (6 verschillende opties) r
-"Bassen"
- " Hoge tonen
"
- " Loudness"
(In-/uitschakelen)
- "Verdelin
g"(" Bestuurder", " rAlle passagiers")
- " Balans" (Links/Rechts)
-"Fade
r
" (Voor/Achter)r
-"Autom. volume
" afhankelijk van de rijsnelheid (In-/
uitschakelen)
De
( Klankkleur, rBassen , Hoge tonenen Loudness ) zijn voor elke geluidsbron apart in te stellen.
De instellingen van de verdeling van het geluid en de balans zijn voor alle geluidsbronnen gelijk.
De verdelin
g van het geluid (of de ruimtelijke verdeling dankzij het Arkamys©-systeem) in de auto is belangrijk voor de kwaliteit van de
weergave en kan worden afgestemd op het aantal inzittenden.
Page 170 of 236

9.28
07
BLUETOOTH-TELEFOON KOPPELEN
EERSTE KOPPELING Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set magom veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling de
volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd als de auto stilstaat.
A
ctiveer de Bluetooth-functie van uw
telefoon en stel deze zo in dat detelefoon "gezien" wordt.
Druk o
p deze toets. Selecteer het
gewenste apparaat in delijst, kies dan " Verbinden
" en bevestig uw keuze.
Het s
ysteem stelt voor:
- het
profiel " Handsfree functie"(alleen telefoon),
- het profiel "
Audio
" (streaming: lezen van muziekbestanden van de
telefoon),
- o
f beide profielen " Alle
".
Selecteer met "OK" en bevestig uw keuze.
Selecteer " Bluetooth-functies
" en
bevestig uw keuze.
Selecteer " Randapparatuur zoeken"
en bevestig uw keuze.
Er verschi
jnt een overzicht van deapparatuur die waargenomen is. Wacht
tot de knop " Verbinden" verschijnt.
TELEFONEREN
Ga voor meer informatie (compatibiliteit, extra hulp, enz.) naar www.peugeot.nl.
Page 177 of 236

9.35
07
OPTIES TIJDENS EEN GESPREK *
Druk tijdens het gesprek een paar keer
op de toets MODE
om het telefoonmenute selecteren en druk vervolgens op"OK" om naar het contextmenu te gaan.
Selecteer " Privé-modus" en bevestig uw keuze om het gesprek rechtstreeks
via de telefoon te voeren.
Of selecteer " Hands-freefunctie
" en bevestig uw keuze om het gesprek via de luidsprekers van de audio-installatie
weer te geven.
Selecteer en bevestig " In de wacht
zetten" om het gesprek in de wacht te
zetten.
Of selecteer " Gesprek hervatten
" en
bevestig uw keuze om een gesprek datin de wacht is gezet, voort te zetten.
Selecteer " DTMF-tonen
" om het
numerieke toetsenbord te kunnengebruiken voor het kiezen van eventuele
opties die u in een gesprek worden
aangegeven.
Selecteer " Verbreken" om het gesprek
te beëindigen.
*
Afhankelijk van het type telefoon en het abonnement.
U kunt ook een con
ference-call met3 deelnemers houden. Start daarvoor eerst 2 afzonderlijke gesprekken* enselecteer dan " Conference" in het contextmenu dat verschijnt als u deze
toets indrukt.
Of druk deze toets even in.
Page 185 of 236

9.43
09MULTIMEDIASPELERS
CD, MP3-CD, USB-SPELER
De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac, .flac, .ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u, ...) kunnen niet
worden afgespeeld.
WMA-bestanden moeten van het t
ype WMA9 Standaard zijn.
De bemonsterin
gsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Selecteer bi
j het branden van een CD-R of CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
H
et is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor het
branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal
4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
INFORMATIE EN ADVIEZEN
Het s
ysteem is geschikt voor externe geluidsdragers(USB of iPod via USB-kabel - niet meegeleverd).
Indien een USB-stick die verscheidene
partities bevat
wordt aangesloten op het systeem, wordt alleen de eerste partitie herkend.
U kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de auto.
Het aantal tracks is beperkt tot een maximum van
2000, 999 tracks per map.
Als het stroomverbruik op de USB-poort boven
de 500 mA uitkomt, wordt het systeem in de
beschermmodus geschakeld en uitgezet.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de Jack-plug worden aangesloten.
Een U
SB-stick moet geformatteerd zijn naar FAT 16 of 32 om te
kunnen worden afgespeeld.
Als te
gelijkertijd een Apple®
-speler en een USB-stick zijn aangesloten, ®
werkt het systeem niet.
Gebruik voor een goede werking bij voorkeur originele Apple®USB-kabels.
Page 186 of 236

9.44
09MULTIMEDIASPELERS
Plaats de CD in de speler, steek de USB-stick
in de USB-poort of sluit de USB-apparatuur via een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poortaan.
Het s
ysteem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van
deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren nadat het apparaat voor de eerste keer is aangesloten.
Het verwijderen van alle andere danmuziekbestanden en het verminderen van het
aantal afspeellijsten zal het aanmaken van deze
afspeellijsten versnellen.
De afspeelli
jsten worden iedere keer na hetopnieuw aanzetten van het contact of het
aansluiten van een USB-stick vernieuwd. De
autoradio slaat de lijsten echter wel op en als ze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
Het afspelen volgt na een korte tijd, afhankelijk
van de capaciteit van de USB-stick.
GELUIDSBRON KIEZEN
Vi
a de toets SOURCE
op het stuur kunt u van de ene naar de
andere geluidsbron overschakelen.
" CD/CD MP
3
"
"
USB, IPod"
"AUX " "STREAMING "
"RADIO "
Druk o
p MUSIC voor het menu " MEDIA".A
Selecteer " Volgende medium
" enbevestig uw keuze.
Herhaal deze handelin
gen tot u de gewenste geluidsbron
tegenkomt (de radio kan geselecteerd worden met SOURCE
of
RADIO).
AUDIOBRONNEN
Page 188 of 236

9.46
09
STREAMING AUDIO
Streaming audio biedt de mogelijkheid om muziekbestanden op de
telefoon via de audio-installatie in de auto af te spelen.
Maak een verbindin
g met de telefoon: zie het hoofdstuk "TELEFONEREN".
Kies het profiel " Audi
o" of " Alle".
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de telefoon.
Het bedienen is mo
gelijk via de randapparatuur of met de toetsen vande autoradio.
Als de streamin
g audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als eengeluidsbron beschouwd.
Wij adviseren de
functie " Herhalen" voor Bluetooth-apparatuur in te schakelen.
MULTIMEDIASPELERS
APPLE®-SPELER AANSLUITEN
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen be
gint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indelin
g is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums / genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De standaardindelin
g is de indeling per artiest. Om dit te veranderen
moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgenseen andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer afzakt naar de gewenste track.
De modus "
Shuffle tracks" bij de iPod®correspondeert met de modus ®
"Random" bij de autoradio.
De modus "Shuffle album" bi
j de iPod® correspondeert met de modus®
"Random all" bij de autoradio.
De modus "
Shuffle tracks" wordt standaard weergegeven bij
aansluiten van het apparaat.
De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zi
jn met de generatie van uw Apple®-speler.
De li
jst van compatibele uitrusting en een update voor de software zijn
verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk.
Page 189 of 236

9.47
09MULTIMEDIASPELERS
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL
(JACK/USB) NIET
MEEGELEVERD
Sluit het externe apparaat (MP3-/WMA-speler) met een geschikte
audiokabel aan op de AUX-ingang (JACK of USB).
Druk o
p MUSIC
voor weergave van het
menu " MUSIC".
Selecteer "AUX-ingang inschakelen/uitschakelen" en bevestig uw keuze.
Stel eerst het volume van het externe
apparaat in (luid). Regel daarna het
volume van de audio-installatie in de auto.
De bediening gebeurt via het externe apparaat.