PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: PARTNER TEPEE ELECTRIC, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE ELECTRIC 2017Pages: 252, PDF Size: 9.95 MB
Page 171 of 252

133
Onderhoud
De correcte werking van het systeem is alleen
gegarandeerd als de zwanenhals en de steun
schoon blijven.
Alvorens de auto met een hogedrukreiniger schoon
te maken moet de zwanenhals zijn ver wijderd en de
afdekkap op de steun zijn gemonteerd.
Dakrails
Als u allesdragers op de dakrails monteert,
houd u dan aan de door de fabrikant
aangegeven gewichtswaarden. Het gewicht
mag niet meer dan 75 kg zijn.
Dakrails Zénith
De twee dakrails van het Zénith-dak kunnen
verwijderd worden.
De maximaal toegestane daklast op elke
dakrail is 35 kg.
7
Praktische informatie
Page 172 of 252

134
F Open de beschermkappen.
F D raai de vier bouten los en ver wijder ze.
F
D
raai de dragers 90°, zodat de holle delen
aan de voorzijde gepositioneerd worden.
F
B
reng de vier bouten aan en haal ze met
behulp van de sleutel aan.
F
S
luit de beschermkappen.
Max. gewicht op dragers/
rails
F Gebruik alleen de riemdoorvoeren A om de lading correct vast te zetten. De lading moet in elk geval op het hier voor
bestemde antislipmateriaal rusten en mag het
dak of de ruiten in het dak niet raken.
-
A
llesdragers op dakrails: 75 kg (deze
dragers zijn niet compatibel met de Zénith).
-
I
mperiaal: 120 kg.
-
A
llesdragers op dak: 100 kg.
-
A
llesdragers op dakrails: 75 kg
Overige accessoires
Al deze accessoires en onderdelen zijn, na
getest en goedgekeurd te zijn ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid, aangepast aan
uw auto. U hebt een ruime keuze aan originele
onderdelen.
Er is ook een andere reeks accessoires
beschikbaar die gericht is op comfort, sport en
onderhoud:
Alarminstallatie, glasgravering, EHBO-trommel,
veiligheidsvest, parkeerhulp voor en achter,
gevarendriehoek, antidiefstalbouten voor
lichtmetalen velgen enz.
Stoelhoezen compatibel met airbags
voor voorstoelen of voorbank, rubberen
matten, vloerbedekking, sneeuwkettingen,
zonneschermen, fietsendrager op achterklep
enz.
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats ligt
en goed bevestigd is,
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per plaats.
Adviezen voor vervoer van
voorwerpen op het dak
Deze procedure vereist het gebruik van
de sleutel die bij het gereedschap voor het
verwisselen van een wiel is meegeleverd.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het ver wisselen van
een wiel .
Audiosystemen, handsfree set, luidsprekers,
CD-wisselaar, navigatiesysteem, USB-
aansluiting, videoset enz.
Er worden veel audio- en telematicasystemen
Praktische informatie
Page 173 of 252

135
aangeboden op de markt. Om technische
redenen is het echter belangrijk dat deze
systemen geschikt zijn voor de auto. Controleer
dit altijd vooraf bij het PEUGEOT-netwerk.
De afdeling Onderdelen geeft een
accessoirecatalogus uit waarin diverse
uitrustingselementen en voorzieningen worden
aangeboden, zoals:
Laadschotten (alle typen).
Laadrol.
Trekhaak, trekhaakbedrading: deze moeten
door het PEUGEOT-netwerk worden
gemonteerd.
Scheidingswanden en -roosters, gladde
houten betimmering met vloer voorzien van
antisliplaag.
Beschermroosters
Assortiment professionele
uitrustingselementen
Onder de motorkap
Openen
Binnenzijde
BuitenzijdeMotorkapsteun
Sluiten
F Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot
vallen.
F
T
rek de ontgrendelhendel onder het
dashboard naar u toe om de motorkap te
ontgrendelen. F
T
il de motorkap met een vlakke hand iets
op om de veiligheidshaak beter te kunnen
bereiken.
F
D
uw de veiligheidshaak met de andere
hand naar links en til de motorkap op.
F
N
eem de motorkapsteun uit de houder en
bevestig deze in de uitsparing, aangeduid
door een sticker aan de linkerzijde van de
auto, om de motorkap geopend te houden.
F
P
laats de motorkapsteun in de houder
alvorens de motorkap zonder te forceren te
sluiten.
Open de motorkap niet als het hard waait.
7
Praktische informatie
Page 174 of 252

136
Motoren
Benzine
Diesel
Ga voorzichtig te werk bij werkzaamheden
onder de motorkap.7.
Olievuldop.
8. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof.
9. Handopvoerpomp (behalve BlueHDi-
motor).
Accu-aansluitingen:
Niveaus controleren
Controleer deze niveaus regelmatig en
respecteer de voor waarden zoals vermeld in
het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul
indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald
niveau het desbetreffende circuit controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Let erop dat u bij het eventueel
verwijderen en monteren van de afdekkap
van de motor, de bevestigingsclips niet
beschadigt.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid. Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de daar voor
bestemde containers bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Motorolieniveau
Het wordt aanbevolen om elke 5000 km het
m otorolieniveau te controleren en indien nodig
tussen twee onderhoudsbeurten olie bij te vullen.
De controle van het motorolieniveau dient bij
koude motor en horizontaal geplaatste auto te
geschieden, met behulp van de oliepeilstok.
Oliepeilstok
1. Ruitensproeiervloeistofreservoir.
2. Zekeringenkast.
3. Koelvloeistofreservoir.
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5. Luchtfilter.
6. Oliepeilstok. +
Pluspool.
- Minpool (massa).
2 merktekens op de peilstok:
A = maximum
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
als het oliepeil boven dit merkteken
uitkomt. Een te hoog oliepeil kan
beschadiging van de motor tot gevolg
hebben.
B = minimum
Als het olieniveau niet boven dit merkteken uitkomt,
moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven
type motorolie worden bijgevuld via de vuldop.
Laat het olieniveau nooit onder dit merkteken uitkomen.
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissieregelsystemen mogen in geen
geval additieven aan de motorolie worden toegevoegd.
Praktische informatie
Page 175 of 252

137
Dit dient volgens de inter vallen in het
onderhoudsschema van de fabrikant te worden
uitgevoerd. Raadpleeg de voorschriften in het
PEUGEOT-netwerk.
Motoroliekwaliteit
De gekozen olie moet in alle gevallen
voldoen aan de eisen die zijn vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Remvloeistof ver versen
KoelvloeistofniveauAls de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator. Deze kan ook werken als het
contact is afgezet. Wacht na uitschakelen van
de motor minstens 1 uur met het uitvoeren van
werkzaamheden aan het koelsysteem, omdat
het koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst een kwartslag los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij.
Als het reser voir vaak bijgevuld moet worden,
duidt dit op een defect. Raadpleeg zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk om het
systeem te laten controleren.
Bijvullen
Olie ver versen
De remvloeistof dient volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant te worden
ver verst.
Gebruik remvloeistof die door de fabrikant
wordt aanbevolen en aan de DOT4-normen
voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de merktekens
MIN en MA X van het reser voir te staan.
Als het reser voir vaak bijgevuld moet worden,
duidt dit op een storing. Laat het systeem zo
snel mogelijk controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen
vloeistof.
Als u dit niet doet, kan de motor ernstig
beschadigd raken.
F
N
eem voordat u olie bijvult de peilstok uit de
houder.
F
C
ontroleer na het bijvullen het
motorolieniveau (het niveau mag niet boven
het bovenste merkteken uitkomen).
F
D
raai de dop op de vulopening voordat u de
motorkap sluit. Het niveau dient steeds tussen de merktekens
MIN en MA X van het expansievat te staan.
Laat het koelsysteem, als meer dan 1
liter
moet worden bijgevuld, controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op een
vlakke ondergrond staat en de motor koud is.
Draai de dop met geïntegreerde peilstok los en
controleer of het niveau tussen de merktekens
MIN en MA X staat.
7
Praktische informatie
Page 176 of 252

138
Niveau ruitensproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging raden we het
gebruik van producten uit het PEUGEOT-
assortiment aan.
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen,
wordt het (bij)vullen van het reser voir met water
afgeraden.
Inhoud ruitensproeiervloeistofreservoir:
ongeveer 3
liter.
Niveau brandstofadditief
(dieselmotor met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door het lampje
Ser vice in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het display. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de melding niet
verdwijnt en het lampje Service blijft branden.
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Controles
Accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupoolklemmen goed vastzitten
(bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12V- loodac c u.
Deze accu mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudsbeurten door, te
laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Slijtage remschijven/
remtrommels
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
voor informatie over het controleren
van de slijtage van de remschijven/
remtrommels.
Parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote
slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de
parkeerrem, zelfs tussen twee
onderhoudsbeurten door, worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als dit gebeurt wanneer de motor draait,
wijst dit op een beginnende verzadiging van
het roetfilter (veelvuldige stadsritten: lage
snelheden, verkeersopstoppingen enz.).
Om het filter te regenereren wordt aangeraden
zo spoedig mogelijk, als de verkeerssituatie dit
toelaat, gedurende ongeveer 5
minuten met
een snelheid van meer dan 60
km/h te gaan
rijden (tot het lampje uitgaat en de melding
verdwijnt).
Tijdens de regeneratie van het roetfilter kunnen
relaisgeluiden vanaf de onderzijde van het
dashboard hoorbaar zijn. Laat uw accu voor de winter controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie
Page 177 of 252

139
Koolstoffilter en
interieurfilterOliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Roetfilter (diesel)
Onderhoudswerkzaamheden aan het roetfilter
mogen alleen door het PEUGEOT-netwerk
worden uitgevoerd.
Een deksel biedt toegang tot de filters.
Het koolstoffilter filtert voortdurend en op
efficiënte wijze.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken. Wij raden u een gecombineerd interieurfilter
aan. Dankzij het toegevoegde tweede speciale
actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde
lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties,
onaangename geuren en vetaanslag).
Laat de filters periodiek ver vangen volgens
de in het garantie- en onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof enz.) en de
gebruiksomstandigheden van de auto (veel
stadsverkeer enz.) daartoe aanleiding geven,
moeten de filters twee keer zo vaak worden
vervangen.
Water in het brandstoffilter
aftappen
(Afhankelijk van het verkoopland)
Als dit lampje brandt, moet het
water in het brandstoffilter worden
afgetapt. U kunt ook bij elke
ver versing van de motorolie het
water in het brandstoffilter aftappen.
F
D
raai de aftapbout van het filter los om het
water af te tappen.
F
L
aat al het water uit de doorzichtige leiding
stromen en draai ver volgens de aftapbout
weer vast.
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren. Alle
werkzaamheden hieraan vereisen speciale
training en moeten daarom worden
overgelaten aan de gekwalificeerde technici
van het PEUGEOT-netwerk.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt
gereden of de motor langdurig stationair draait,
kan bij gasgeven soms waterdamp uit de uitlaat
komen. Dit heeft geen invloed op de prestaties
en heeft geen gevolgen voor het milieu.
7
Praktische informatie
Page 178 of 252

140
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
onderdelen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt
PEUGEOT specifieke producten aan.
AdBlue® (BlueHDi-
motoren)
SCR-systeem
Met behulp van AdBlue®, een vloeistof die
ureum bevat, kan een katalysator tot 85% van
de stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof en
water (niet schadelijk voor de gezondheid en
het milieu). De AdBlue
® bevindt zich in een specifiek
reser voir van ongeveer 17 liter. Wanneer u
met de resterende hoeveelheid nog maximaal
ongeveer 2400
km kunt rijden tot het reser voir
helemaal leeg is, wordt automatisch een
waarschuwingssysteem geactiveerd.
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft PEUGEOT er voor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt. Als het AdBlue
®-reser voir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem er voor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-systeem
zo snel mogelijk contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats: na 1100
km wordt een
systeem geactiveerd dat het opnieuw
starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart
kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de lampjes en de
bijbehorende waarschuwingsmeldingen.
Na het wassen kan er zich een laagje
vocht of onder winterse omstandigheden
ijs vormen op de remschijven en
remblokken: de remwerking kan daardoor
afnemen. Rem een paar keer lichtjes om
de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Praktische informatie
Page 179 of 252

141
Bevriezing van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reser voir waardoor u onder alle
weersomstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Lees voordat u het reser voir gaat
bijvullen eerst aandachtig de volgende
waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon of fles.
Als het AdBlue
® niet in de originele flacon
wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Gebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de norm
ISO 22241 voldoet.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond
dan met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water. Verdun de AdBlue® nooit met water.
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
Dit product is via het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
U kunt ook naar een tankstation gaan met
AdBlue-pompen voor personenauto's en
lichte bedrijfsauto's. Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen rond -11°C
en verliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf
25°C. Het is raadzaam de flacons en jerrycans
koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto.
Voer de lege AdBlue
®-flacons of
-jerrycans niet als huisvuil af.
Deponeer ze in een daartoe bestemde
container of breng ze naar uw
verkooppunt.
7
Praktische informatie
Page 180 of 252

142
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest de
AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in het
reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren
op een warmere plaats staan en vul ver volgens
het reservoir bij. F
P
ak een flacon of jerrycan met AdBlue
®.
Controleer de houdbaarheidsdatum
en lees ver volgens aandachtig de
gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u
de inhoud van de flacon of jerrycan in het
AdBlue-reser voir van uw auto giet.
Of
F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp
in de vulopening van het reser voir en vul bij
tot het vulpistool automatisch afslaat.
Belangrijk:
-
O
m er voor te zorgen dat het AdBlue
®-
reser voir niet overstroomt, wordt
aanbevolen:
•
O
m 10 tot 13
liter bij te vullen met
behulp van AdBlue
®-flacons.
Of
•
N
iet meer bij te vullen nadat
het vulpistool bij het tankstation
automatisch afslaat.
-
A
ls het AdBlue
®-reser voir van uw auto
helemaal leeg is (dit wordt aangegeven
door de waarschuwingsmeldingen en
u kunt in dat geval de motor niet meer
opnieuw starten), moet u het reser voir
vullen met minimaal 5
liter additief. Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het AdBlue-reser voir leeg is
geraakt
, dient u ongeveer 5 minuten
te wachten voordat u het contact weer
aanzet, zonder het bestuurderspor tier
te openen, de auto te ontgrendelen en
de sleutel in het contactslot te steken .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10 seconden wachten de motor.
F
Z
org dat de auto is ontgrendeld en open de
brandstofvulklep. De blauwe dop van het
AdBlue
®-reser voir bevindt zich links naast
de brandstofvuldop.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
V
er wijder de blauwe dop.
Praktische informatie