dashboard Peugeot Partner VU 2004 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2004, Model line: Partner VU, Model: Peugeot Partner VU 2004Pages: 117, PDF Size: 1.35 MB
Page 2 of 117

3UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
22-12-2003
1 -Schakelaar snelheidsrege-
laar.
2 - Licht-/
richtingaanwijzerschakelaar.
3 - Airbag bestuurder.Claxon.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Stuurkolomschakelaarautoradio.
6 - Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers.
7 - Middelste verstelbareroosters verwarming/ventilatie.
8 - Schakelaaralarmknipperlichten.
9 - Multifunctioneel display of klokje.
10 - Schakelaar centralevergrendeling.
11 - Schakelaars:
Ð Elektrisch bediende ruiten.Ð Achterruitverwarming.Ð Airconditioning. 12 -
Voorruitontwaseming.
13 - Luidspreker (tweeter).
14 - Zijruitontwaseming.
15 - Verstelbaar zijventilatieroos- ter verwarming/ventilatie.
16 - Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*.
17 - Bovenste dashboardkastjeof airbag passagierszijde.
18 - Onderste dashboardkastje.
19 - Autoradio RB3 of RD3.
20 - Bediening verwarming/airconditioning.
21 - Versnellingshendel.
22 - Opbergvak.
23 - 12 V-aansluiting.
24 - Uitneembare asbak. 25 -
Aansteker.
26 - Handrem.
27 - Schakelaar stoelverwarming.
28 - Stuur-/contactslot.
29 - Stuurwielverstelling.
30 - Hendel motorkapontgrendeling.
31 - Zekeringenkast.
32 - Koplampverstelling.
33 - Schakelaar elektrischbediende buitenspiegelpassagierszijde.
* Volgens land van bestemming.
Page 12 of 117

22-12-2003
13
79
UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
INDELING VOORIN
1. OPBERGVAKKEN IN DE PORTIERENA.Flessenhouder.
B. Bekerhouder.
C. Opbergvak.
2. OPBERGVAK BOVEN VOORRUIT MET KAARTLEESLAMPJE
3. PLAFONNIER
4. ZONNEKLEP
5. DASHBOARDKASTJE Trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen (uitvoering met airconditioning).
6. AANSTEKER
7. UITNEEMBARE ASBAK Trek aan de handgreep om de asbak te openen.
Trek de de asbak vervolgens omhoog om deze te kunnen verwijderen.
8. 12 V-aansluiting De 12 V-aansluiting bevindt zich aan de onderzijde van de middenconsole en kan worden gebruikt voor
bijvoorbeeld het opladen van een telefoon of een flessenwarmer.
9. OPBERGLADE Trek de lade enigszins omhoog en naar voren om deze te openen.
Page 13 of 117

14UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde: Trek aan de knop
links onder het dashboard. Buitenzijde: Druk de
veiligheidshaak omhoog, til de motorkap op en zetde motorkapsteun vastom de motorkap open tehouden.
BRANDSTOF TANKEN Het tanken dient met
afgezette motorte gebeuren.
Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulopening.
De voorgeschreven soort brandstof staat aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keer automatisch uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. De inhoud van de brandstoftank bedraagt circa 55 liter bij uitvoeringen
met benzinemotor en 60 liter bij uitvoeringen met dieselmotor. Opmerking: Als de tankdop is verwijderd, kan de schuifdeur rechts niet
geopend worden.
Verklikkerlampje brandstofreserve
Zodra het lampje gaat branden,kan er nog ongeveer
50 km worden gereden.7069
22-12-2003
Page 25 of 117

CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN
28
22-12-2003
1.
Verklikkerlampje veiligheidsgor- dels*
2. Verklikkerlampje uitschakeling air-bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbagsen zij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeer-systeem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Verklikkerlampje voorgloeien die-selmotor
8. Richtingaanwijzer links
9. Kilometerteller, onderhoudsintervalin-dicator en motorolieniveaumeter 10.
Richtingaanwijzer rechts11 . Verklikkerlampje zelfdiagnose motor12.Verklikkerlampje grootlicht
13. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storingelektronische remdrukregelaar
14. Verklikkerlampje dimlicht
15. Verklikkerlampje laden van deaccu
16. Verklikkerlampje motoroliedruk enmotorolietemperatuur
17. Verklikkerlampje water in brand-
stoffilter
18. Verklikkerlampje te laag koel-vloeistofniveau 19.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
20. Schakelaar dagteller/kilometerteller
21. Verklikkerlampje verplicht stop-
pen (STOP)
22. Snelheidsmeter
23. Toerenteller
24. Dimmer dashboardverlichting
25. Brandstofmeter
26. Verklikkerlampje brandstofreserve
* Volgens land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE-DIESEL (HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK)
Page 30 of 117

Dimmer dashboardverlichting Druk, tijdens het branden van de ver- lichting, op de knop om de sterktevan de dashboardverlichting te ver-
anderen. Als de verlichting de zwak-ste (of felste) stand heeft bereikt, laatdan de knop los en druk deze vervol-gens opnieuw in om de verlichtingweer feller (of zwakker) te maken. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Kilometerteller Druk op de knop
1om over te scha-
kelen van kilometerteller naar dag- teller en terug. Druk, als de dagteller is ingescha- keld, op de knop 1tot de nullen ver-
schijnen om de dagteller op nul tezetten.
CONTROLES TIJDENS HET RIJDEN
32
22-12-2003
Page 63 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
62
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aange- bracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2 e
stand van de sleutel), het verklik-
kerlampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
22-12-2003
Page 65 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
62
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aange- bracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2 e
stand van de sleutel), het verklik-
kerlampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
22-12-2003
Page 82 of 117

UW PARTNER IN DETAIL79
22-12-2003
INDELING VOORCOMPARTIMENT
1. Portiervakken
A.Flessenhouder.
B. Houder voor klein flesje.
C. Opbergvak.
2. Opbergvak boven voorruit met kaartleeslampje Maximale belading opbergvak boven voorruit: 5 kg.
3. Plafonnier
4. Zonneklep
5. Dashboardkastje Trek aan de handgreep om het te openen (uitvoering met airconditioning).
6. Aansteker
7. Uitneembare asbak Trek aan het deksel om de asbak te openen.
Trek, om de asbak te legen, deze na het openen omhoog.
8. 12 V-aansluiting Deze bevindt zich aan de onderzijde van de middenconsole.
De 12 V-aansluiting biedt de mogelijkheid voor de aansluiting van een telefoonoplader, een zuigflessenwarmer, enz.
9. Opberglade Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om hem te openen.
Page 85 of 117

Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijdealtijd uit als u een kinderzitje metde rug in de rijrichting op de voor-
stoel plaatst. Anders kan uw kindbij het afgaan van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken.
Zet het contact uit, steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen van de airbag aan passagierszijde 1,
draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang deairbag is uitgeschakeld.
UW PARTNER IN DETAIL
82
22-12-2003
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje ophet instrumentenpaneel gaat branden in combinatie meteen geluidssignaal, raad-
pleeg dan een PEUGEOT-
servicepunt om het systeemte laten controleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op dewerking van de veiligheidsgordelsmet pyrotechnische gordelspanners. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen de inzittenden van deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen
ontsnappende gas kan enigszins irriteren.
* Volgens land van bestemming.
Page 87 of 117

UW PARTNER IN DETAIL
84
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
¥ Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
¥ Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
¥ Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
¥ Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, alleen een PEUGEOT-service- punt heeft hiervoor gekwalificeerd personeel.
¥ Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren. Airbags voor
¥ Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
¥ Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard rusten.
¥ Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
¥ Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op. Zij-airbags*
¥ Bedek de voorstoelen alleen met goedgekeurde stoelhoezen. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
¥ Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver- wondingen aan armen of middel.
¥ Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.
22-12-2003