Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2017Pages: 320, PDF Size: 6.73 MB
Page 251 of 320

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Met de radio's SEAT Media System Plus/Navi
S y
s
tem geeft een geel spoor bovendien het
verwachte traject van de wagen aan volgens
de draaihoek van het stuur.
Wanneer het obstakel zich in de rijrichting
van de wagen bevindt, is steeds het overeen-
komstige waarschuwingssignaal te horen.
Zodra de wagen een obstakel nadert, worden
de segmenten dichter bij de wagen weerge-
geven. Ten laatste bij het aanduiden van het
voorlaatste segment, betekent dit dat de
botszone bereikt is. In de botszone worden
obstakels in rood weergegeven, evenals ob-
stakels buiten de af te leggen weg. Niet door-
rijden (of achteruitrijden) ››› in Algemeen
op p ag. 244
, ›
›› in Algemeen op pag. 245 !
De aanwijzingen en akoestische sig-
n a
l
en aanpassen De indicaties en de akoestische signalen
k
u
nnen w
orden ingesteld in het Easy Con-
nect*-systeem.
Automatische activering
on – activeert de optie Automatische
activering ›››
pag. 248
off – deactiveert de optie Automati-
sche activering ››› pag. 248 Volume voor*
Het v
olume voorin en aan de zijkant.
Instellingen/scherpte van de klank voorin*
Toonregeling (frequentie) voor het voorste
gedeelte.
Volume achter*
Volume achterin.
Instellingen/scherpte van de klank achterin*
Toonregeling (frequentie) voor het achterste
gedeelte.
Volume verlagen
Als de parkeerhulp is ingeschakeld, wordt
het volume van actieve audio/video-bron ver-
laagd; de mate waarin dit gebeurt, verschilt
per gekozen optie.
Foutmeldingen Indien met geactiveerde parkeerhulp of bij
het
in
s
chakelen ervan op het instrumenten-
paneel een bericht verschijnt dat er een fout
is in de parkeerhulp, is er een storing in het
systeem.
Als deze storing niet is verdwenen voordat
het contact wordt uitgeschakeld, wordt ze
niet aangegeven de volgende keer dat de parkeerhulp wordt geactiveerd bij het scha-
kelen
van de achteruitversnelling.
Parkeerhulp plus*
Als er een storing is in de parkeerhulp, ver-
schijnt er een overeenkomstig bericht op het
instrumentenpaneel en gaat de led van de
toets knipperen.
Als een sensor defect is, verschijnt op het
display van het Easy Connect-systeem het
symbool voor/achter de wagen. In geval
van een defect aan een sensor achter, wor-
den uitsluitend obstakels getoond in de zo-
nes A en
B
› ›
› afb
. 215. In geval van een
defect aan een sensor voor, worden uitslui-
tend obstakels getoond in de zones C en
D .
W ac
ht
niet te lang met naar een gespeciali-
seerde werkplaats te gaan om de klacht te la-
ten verhelpen.
Trekhaak Wanneer bij wagens met in de fabriek ge-
mont
eer
de tr
ekhaak de aanhangwagen op
elektrische wijze aangesloten is, worden de
sensoren achteraan voor de parkeerhulp niet
geactiveerd bij het inschakelen van de ach-
teruitversnelling, wanneer de keuzehendel in
stand R wordt gezet of de toets wordt in-
gedrukt. »
249
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 252 of 320

Bedienen
Parkeerhulp plus
D e af
s
tand tot mogelijke obstakels aan de
achterzijde van de wagen wordt niet weerge-
geven op het scherm en wordt ook niet aan-
gegeven met geluidssignalen.
Op het display van het Easy Connect-systeem
worden enkel de objecten getoond die wor-
den gedetecteerd aan de voorzijde, terwijl de
weergave van het traject wordt verborgen.
Manoeuvreerremfunctie* 3 Enkel
geldig met Parkeerhulp Plus
D
e noodremfunctie dient om de kans op bot-
singen tot een minimum te beperken.
Afhankelijk van de uitrusting kan de manoeu-
vreerremfunctie bij actieve parkeerhulp het
noodremmen activeren wanneer een obsta-
kel met botsingsgevaar wordt waargenomen
op het traject, in elke rijrichting.
De functie zal niet remmen indien de parkeer-
hulp als gevolg van een automatische active-
ring ingeschakeld is. Voor de werking moet
de manoeuvreersnelheid hoger dan 2,5 km/u
en lager dan 10 km/u zijn.
Na een ingreep blijft de manoeuvreerrem-
functie inactief in dezelfde rijrichting gedu-
rende 5 meter. Na het veranderen van de ver-
snelling of stand van de keuzehendel is de
functie weer actief. De beperkingen van de
parkeerhulp zijn van toepassing. De manoeuvreerremfunctie wordt ingesteld
in het E
a
sy Connect-systeem met het menu
en de functietoetsen
S
ETUP en
P ark
er
en en manoeuvreren ●
on – maakt het gebruik van de manoeu-
vr
eerremfunctie mogelijk.
● off – maakt het
gebruik van de ma-
noeuvreerremfunctie niet mogelijk.
Tijdelijk uitschakelen van het noodremmen
● Wanneer de functie wordt uitgeschakeld
met de t oets
Manoeuvreerremfunctie op het
s c
herm
van Parkeerhulp van het Easy Con-
nect-systeem.
● Wanneer een van de portieren, de achter-
klep of
motorkap wordt geopend.
Achteruitrijsysteem "Rear View
Camera"* Ger
elateerde video Afb. 219
Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen en gebruiks-
in
s
tructie
s ATTENTIE
● De ac ht
eruitrijhulp kan niet heel nauwkeu-
rig de afstand tot obstakels meten (personen,
voertuigen enz.) noch kan hiermee meer be-
reikt worden dan zonder de hulp. Daarom be-
staat er mogelijk gevaar voor ongevallen en
zware verwondingen als het achteloos of zon-
der de nodige aandacht wordt gebruikt. De
bestuurder moet altijd de omgeving nauw-
keurig observeren zodat de bewegingen in al-
le veiligheid gebeuren.
● De cameralens vergroot en vervormt het ge-
zicht
sveld en dit kan voorwerpen anders en
minder nauwkeurig weergeven op het scherm
dan ze in werkelijkheid zijn. Dit effect zorgt
ook voor een vervormde weergave van afstan-
den.
● Door de schermresolutie of door zwakke
lichtoms
tandigheden kunnen bepaalde voor-
werpen niet of slechts gedeeltelijk zichtbaar
zijn. Let speciaal op palen, afsluitingen, hek-
ken of kleine boompjes die de wagen kunnen
beschadigen doordat ze onzichtbaar zijn op
het scherm.
● De achteruitrijhulp heeft dode hoeken
waarin noch per
sonen of voorwerpen te zien
zijn (bijv. kleine kinderen, dieren of bepaalde
voorwerpen liggen mogelijk niet in zijn ge-
zichtsveld). Hou altijd goed de omgeving van
de wagen in het oog. 250
Page 253 of 320

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
●
Houd de camer a
lens schoon en vrij van
sneeuw en ijs. Dek ze niet af.
● Ondanks het systeem moet de bestuurder
te al
len tijde opmerkzaam blijven. Controleer
altijd het parkeermanoeuvre en de omgeving
van de wagen. De snelheid en de rijstijl aan-
passen aan het zicht, het weer, het wegdek
en het verkeer.
● Laat u niet afleiden van het verkeer door de
beelden op het s
cherm.
● De beelden van de achteruitrijhulp op het
scherm
zijn slechts tweedimensionaal. Door
gebrek aan ruimtelijk dieptezicht is het mo-
gelijk dat uitstekende voorwerpen of putten
in het wegdek moeilijk of helemaal niet waar
te nemen zijn.
● De lading van de wagen beïnvloed de weer-
gave
van de geprojecteerde oriëntatielijnen.
De breedte van deze lijnen vermindert vol-
gens het niveau van de lading van de wagen.
Speciaal opletten voor de omgeving van de
wagen als het interieur of de bagageruimte
volgeladen is.
● Bij de volgende omstandigheden lijkt het of
voorw
erpen of andere voertuigen dichterbij of
verder weg zijn op het scherm dan in werke-
lijkheid. Let vooral op in de volgende geval-
len:
– Bij het overgaan van een vlakke onder-
grond naar een helling.
– Bij het overgaan van een helling naar een
vlakke ondergrond.
– Als achter in de wagen te veel lading ligt. –
Als
de wagen dichter bij voorwerpen
komt die niet op het grondoppervlak lig-
gen of die uitsteken vanaf een steunpunt
op de grond. Deze voorwerpen kunnen bij
het achteruitrijden buiten de gezichts-
veld van de camera vallen. Let op
● Het is
ook belangrijk om speciaal te letten
en voorzichtig te zijn als de bestuurder nog
niet met het systeem vertrouwd is.
● De achteruitrijhulp is niet beschikbaar in-
dien de achterk
lep openstaat. Gebruiksaanwijzing
Afb. 220
In de handgreep van de achterklep:
inbou wp
l
aats van achteruitrijcamera. Een in de achterbumper ingebouwde camera
helpt
de be
s
tuurder bij het achteruit parkeren
of manoeuvreren ››› afb. 220. Het beeld van de camera wordt weergegeven samen met
enkele door het
systeem geprojecteerde ori-
ëntatielijnen op het display van het infotain-
mentsysteem. Onderaan in het scherm is een
deel van de bumper te zien, als referentie
voor de gebruiker.
Achteruitrijhulp instellen
De achteruitrijhulp biedt de gebruiker de mo-
gelijkheid om helderheid, contrast en kleur
van het beeld in te stellen.
Om die instellingen uit te voeren:
● Breng de wagen op een veilige plaats tot
stil
stand.
● Schakel de parkeerrem in.
● Contact inschakelen.
● Schakel zo nodig het infotainmentsysteem
in.
● Schakel de achteruitversnelling in of zet de
keuzehendel
in stand R.
● Druk op de functietoets aan de recht
er-
kant van het beeld.
● Voer de gewenste instellingen in het menu
uit door te drukk
en op de functietoetsen –/+
of door de overeenkomstige schuifknop te
bewegen. »
251
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 254 of 320

Bedienen
Vereiste omstandigheden om te parkeren en
t e m
anoeu
vreren met de achteruitrijhulp
Gebruik het systeem in de volgende gevallen
niet:
● Als geen betrouwbaar beeld te zien is of als
het v
ervormd is, bijvoorbeeld in het geval
van slechte zichtbaarheid of als de lens vuil
is.
● Als het gebied achter de wagen niet helder
zicht
baar is of slechts onvolledig te zien is.
● Als achter in de wagen te veel lading ligt.
● Als de stand of de inbouwhoek van de ca-
mera is
veranderd, bijvoorbeeld na een aan-
rijding van achteren. Laat het systeem door
een gespecialiseerde werkplaats controleren.
Vertrouwd raken met het systeem
Om vertrouwd te raken met het systeem, de
oriëntatielijnen en hun functie en hoe te par-
keren en te manoeuvreren met de achteruit-
rijhulp raadt SEAT aan te oefenen op een plek
met weinig verkeer of een parkeerplaats als
de weersomstandigheden en zichtbaarheid
gunstig zijn.
Cameralens schoonmaken
Houd de cameralens schoon en vrij van snee-
uw en ijs:
● De lens met universeel glasreinigingsmid-
del op alc oho
lbasis bevochtigen en de lens
met een droge doek schoonmaken. ●
Sneeuw met een h
andveger verwijderen.
● Verwijder ijs bij voorkeur met een ontdoois-
pray
. VOORZICHTIG
● Gebruik nooit
schurende schoonmaakmid-
delen voor het schoonmaken van de lens.
● Gebruik nooit lauw of warm water voor het
verw
ijderen van sneeuw of ijs van de ruiten
en buitenspiegels. Anders kan de lens be-
schadigd raken. Parkeren en manoeuvreren met de
ac
ht
eruitrijhu
lp Afb. 221
Weergave op het display van het in-
f ot
ainmentsy
steem: oriëntatielijnen. Systeem in- en uitschakelen
● De achteruitrijhulp wordt ingeschakeld als
het c
ont
act ingeschakeld is of de motor
draait en wanneer de achteruitrijversnelling wordt gekozen (handgeschakelde versnel-
lings
bak) of wanneer de keuzehendel in de
stand R wordt gezet (automatische versnel-
lingsbak).
● Het systeem wordt uitgeschakeld 8 secon-
den na het ontk
oppelen van de achteruitver-
snelling (handgeschakelde versnellingsbak)
of als de keuzehendel voor de versnelling uit
de stand R wordt gezet (automatische ver-
snellingsbak). Het systeem wordt ook onmid-
dellijk uitgeschakeld bij het uitzetten van het
contact.
● Wanneer sneller dan 15 km/u (9 mph) ach-
teruit w
ordt gereden, stopt de camera met
uitzenden.
In combinatie met de parkeerhulp Plus
››› pag. 244 wordt het beeld van de camera
onmiddellijk stopgezet wanneer uit de ach-
teruitversnelling wordt ingeschakeld of de
keuzehendel in stand R wordt gezet; er wordt
dan optische informatie weergegeven die
wordt geleverd door het parkeerhulpsysteem.
Ook in combinatie met dit systeem bestaat
de mogelijkheid om het beeld van de achter-
uitrijhulp te verbergen:
● Door op het display te drukken op een van
de toetsen v
an het infotainmentsysteem.
● OF: door te drukken op de miniatuurweer-
gav
e van de wagen aan de linkerzijde van het
252
Page 255 of 320

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
display (het volledige scherm van het opti-
s c
he sy
steem van de parkeerhulp Plus wordt
dan getoond).
Om terug te keren naar het beeld van de ach-
teruitrijhulp:
● Schakel de achteruitrijversnelling uit of ver-
ander de stand
van de keuzehendel, en scha-
kel dan opnieuw de achteruitversnelling in of
zet de keuzehendel in stand R.
● OF: druk op de functietoets RVC.1)
Bet
ekenis van de oriëntatielijnen
››› afb. 221
Zijlijnen: verlenging van de wagen (onge-
veer de breedte van de wagen inclusief
de buitenspiegels) op het oppervlak van
het wegdek.
Einde van de zijlijnen: het in het groen
aangeduide gebied eindigt ongeveer 2 m
achter de wagen op het wegdek.
Middelste lijn: duidt een afstand van on-
geveer 1 m achter de wagen aan op het
wegdek.
Rode horizontale lijn: duidt een veilige
afstand aan van ca. 40 cm naar het ach-
1 2
3
4 terste deel van de wagen op het opper-
vl
ak
van het wegdek.
Parkeermanoeuvre
● Plaats de wagen voor een parkeerplek en
sch
akel de achteruitversnelling in (handge-
schakelde versnellingsbak) of zet de keuze-
hendel in de stand R (automatische versnel-
lingsbak).
● Rij langzaam achteruit en draai het stuur-
wiel
zodanig dat de oriëntatielijnen opzij
naar de open parkeerplek leiden.
● Oriënteer de wagen zodanig in de open
parkeerp
lek dat de oriëntatielijnen opzij
evenwijdig lopen met de wagen. Trekhaak voor aanhangwa-
g
en en aanh
an
gwagen
Trekhaak voor aanhangwagen* Inleiding De trekhaak voor de aanhanger die in de fa-
briek in
g
ebouwd is of afkomstig is van de ori-
ginele SEAT-onderdelen voldoet aan alle
technische vereisten en nationale wettelijke
voorschriften voor het rijden met een aan-
hanger.
Voor de elektrische verbinding tussen de wa-
gen en de aanhangwagen beschikt de wagen
over een 13-polige steker. Is de aanhanger
met een 7-polige steker is uitgerust, dan kan
de overeenstemmende adapter beschikbaar
als origineel accessoire van SEAT gebruikt
worden.
De maximaal toelaatbare kogeldruk is 48 kg. ATTENTIE
● Voor elk e rit
met geplaatste afneembare ko-
gelkop, moet u de juiste afstelling en bevesti-
ging ervan in de houder nagaan. »1)
WAARSCHUWING: de functietoets RVC (Rear
View
Camera) is alleen beschikbaar wanneer de achteruit-
rijversnelling is ingeschakeld of de keuzehendel zich
in stand R bevindt. 253
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 256 of 320

Bedienen
●
Indien de kog elk
op niet juist geplaatst en
bevestigd is, mag die niet worden gebruikt.
● Gebruik de trekhaak voor aanhanger niet
indien hij besc
hadigd of onvolledig is.
● Voer geen wijzigingen of reparaties uit aan
de trekh
aak voor aanhanger.
● Koppel de afneembare kogelkop nooit los
terw
ijl de aanhangwagen is aangekoppeld. VOORZICHTIG
Ga voorzichtig te werk met de afneembare ko-
g elk op om s
chade aan het lakwerk van de
bumper te voorkomen. Let op
De wagen slepen met de afneembare kogel-
kop ››
› pag. 100. Beschrijving
Afb. 222
Steun van de trekhaak voor aanhan-
g er / af
neemb
are kogelkop / sleutel Afhankelijk van het land of de versie bevindt
de af
neemb
ar
e kogelkop van de trekhaak
zich:
● onder de afdekking van de laadvloer van
de bagag
eruimte,
De stang kan met de hand worden aange-
bracht en verwijderd.
De trekhaak wordt geleverd met sleutel. Legenda van
››› afb. 222
13-po
lige steker
Veiligheidsring
Haakhouder
Dop haakhouder
Beschermende afdekking voor kogelkop
Afneembare kogelkop
Vergrendelingshendel
Slotafdekking
Ontgrendelbout
Slot
Vergrendelingskogels
Sleutel Let op
Ga bij verlies van de sleutel naar een gespeci-
ali seer
de werkplaats. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
254
Page 257 of 320

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Plaatsing in reservestand Afb. 223
Stap 1 Afb. 224
Stap 2 Voordat de montage plaatsvindt, zet u de af-
neemb
ar
e k
ogelkop in reservestand in de
volgende twee stappen. Stap 1
● Draai de sleutel in de richting van de pijl
1 tot het deel met het gaatje van de sleutel
in de bo v
en
ste stand komt ››› afb. 223.
Stap 2 ● Neem de afneembare kogelkop vast aan de
onderkant
van de beschermende afdekking.
● Druk de ontgrendelbout B in de richting
v an de pijl
2 en duw tegelijk de hendel
C in de richting van de pijl
3 tot aan de aan-
s l
ag ›
›› afb. 224.
De hendel blijft in deze stand geblokkeerd. Reservestand Afb. 225
Reservestand: stand van de hendel
en de ont gr
endel
bout Juist ingestelde reservestand
●
De sleutel A
› ›
› afb
. 225 bevindt zich in
ontgrendelde stand (het deel met het gaatje
van de sleutel wijst naar boven).
● De hendel B
› ›
› afb
. 225 bevindt zich in
onderste stand.
● De ontgrendelbout C
› ›
› afb
. 225 kan ver-
plaatst worden. »
255
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 258 of 320

Bedienen
De ingestelde afneembare kogelkop is zo
k l
aar
voor de installatie. VOORZICHTIG
De sleutel kan niet uitgetrokken of in reserve-
st and g
edraaid worden. De afneembare kogelkop monteren -
Stap 1
Afb. 226
Afneembare kogelkop plaatsen /
ont gr
endel
bout in uitgeschoven toestand De afneembare kogelkop plaatsen
● Neem de dop van de haakhouder 4
› ›
› afb
.
222 naar onderen weg.
● Zet de afneembare kogelkop in reserve-
stand ›
›› pag. 255.
● Houd de afneembare kogelkop onderaan
››
› afb. 226 vast en schuif hem in de haak- houder volgens de richting van de pijl
1 tot
hij hoorb aar
v
astklikt ››› .
D e hendel
A draait
automatisch in de rich-
tin g
van de pijl 2 naar boven en de ontgren-
del bout
B komt naar buiten (het rode en
gr oene deel
i
s zichtbaar) ››› .
Indien de hendel A niet automatisch draait
of de ont
gr
endelbout B niet naar buiten
k omt, moet
de af
neembare kogelkop wegge-
haald worden door de hendel tot aan de aan-
slag naar onderen te draaien vanaf de holte
van de houder; de contactvlakken van de ko-
gelkop en de holte moeten dan gereinigd
worden. ATTENTIE
● Bij het v
astmaken van de afneembare ko-
gelkop wordt aanbevolen de handen buiten
het draaibereik van de hendel te houden om
beknelling van de vingers te vermijden.
● Probeer nooit de hendel met grote kracht
naar bov
en te trekken om de sleutel te draai-
en. De afneembare kogelkop wordt dan niet
juist vastgehouden! De afneembare kogelkop monteren -
St
ap 2 Afb. 227
Slot blokkeren Afb. 228
Afdekking op het slot plaatsen De eerste stap mag niet worden overgesla-
g
en
›
›
› pag. 256, De afneembare kogelkop
monteren - Stap 1 !
● Draai de sleutel A in de richting van de
pijl 1 tot het deel met het gaatje van de
256
Page 259 of 320

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
sleutel in de onderste stand komt ››
› afb.
227.
● Verwijder de sleutel in de richting van de
pijl 2 .
● Plaats de afdekking B op het slot in de
ric htin
g
van de pijl 3
› ››
afb
. 228 ››› .
● Ga na of de afneembare kogelkop juist is
v a
s
tgezet ››› pag. 257. VOORZICHTIG
● Plaat s
na het uittrekken van de sleutel al-
tijd de afdekking op het slot van de bedie-
ningshendel. Indien het slot vuil wordt, kan
de sleutel niet ingestoken worden.
● Houd de holte van de houder van de trek-
haak
voor aanhangwagen altijd schoon. Vuil
verhindert de veilige bevestiging van de af-
neembare kogelkop!
● Indien de afneembare kogelkop gedemon-
teerd i
s, plaats dan altijd de dop in de haak-
houder. De juiste bevestiging controleren
Afb. 229
Juist bevestigde afneembare kogel-
k op Voor elk gebruik van de afneembare kogel-
k
op dient
u
zich ervan te vergewissen dat hij
juist is bevestigd.
Juist bevestigde afneembare kogelkop
● De afneembare kogelkop komt niet los uit
de holte
van de houder na een zware
"schok".
● De hendel A
› ›
› afb
. 229 staat volledig
omhoog.
● De ontgrendelbout B
› ›
› afb
. 229 steekt er
volledig uit (het rode en groene deel is zicht-
baar).
● De sleutel is verwijderd.
● De afdekking C
› ›
› afb
. 229 is op het slot
gezet. ATTENTIE
● Bij het lo sm
aken van de afneembare kogel-
kop wordt aanbevolen de handen buiten het
draaibereik van de hendel te houden om be-
knelling van de vingers te vermijden.
● De trekhaak voor aanhangwagen mag enkel
worden g
ebruikt indien de afneembare kogel-
kop juist is geblokkeerd! 257Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 260 of 320

Bedienen
De afneembare kogelkop verwijderen
- St
ap 1 Afb. 230
De afdekking van het slot verwijde-
r en Afb. 231
Slot deblokkeren ●
Neem de afdekking A van het slot weg in
de ric htin
g
van de pijl 1
› ›
› afb. 230.
● Steek de sleutel B in het slot in de rich-
tin g
v
an de pijl 2
› ›
› afb. 231. ●
Draai de sl
eutel in de richting van de pijl
3 zodat het deel met het gaatje de sleutel
n aar bo
v
en wijst. ATTENTIE
Demonteer de afneembare kogelkop nooit
ter w
ijl de aanhangwagen is aangekoppeld. Let op
Voordat de afneembare kogelkop wordt ver-
wijder d, w
ordt het aanbevolen om de be-
schermende afdekking in de kogelkop te
plaatsen. De afneembare kogelkop verwijderen
-
St
ap 2 Afb. 232
De afneembare kogelkop losmaken De eerste stap mag niet worden overgesla-
g
en ›
›
› pag. 258, De afneembare kogelkop
verwijderen - Stap 1 ! De afneembare kogelkop vrijmaken
● Houd de afneembare kogelkop onderaan
vas
t.
● Druk de ontgrendelbout A in de richting
v an de pijl
1 tot aan de aanslag en duw te-
g elijk
de hendel
B in de richting van de pijl
2 tot aan de aanslag.
In dez e s
t
and is de afneembare kogelkop los
en valt hij vrij naar beneden. Indien dit niet
gebeurt bij het loslaten, drukt u er van boven
op met uw andere hand.
De afneembare kogelkop wordt tegelijk vast-
gezet in de reservestand en is zo klaar om
opnieuw in de haakhouder geschoven te wor-
den ››› .
● Zet de dop 4
› ›
› afb
. 222 in zijn houder. ATTENTIE
Laat de afneembare kogelkop nooit in de ba-
gag eruimt
e slingeren. Dit kan schade veroor-
zaken in de bagageruimte bij het plots rem-
men en de veiligheid van de inzittenden in
gevaar brengen! 258