display TESLA MODEL S 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2015, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2015Pages: 164, PDF Size: 22.08 MB
Page 45 of 164

Stuur
RIJDEN4.5
•Climate Temps - verdraai het wieltje om de temperatuur in te stellen. Druk op het wieltje om de Climate control in- en uit te schakelen.
•Fan Speed - verdraai het wieltje om de aanjagersnelheid in te stellen.
•Display Brightness - verdraai het wieltje om de lichtsterkte van de displays in te stellen. Druk op het wieltje om terug te gaan naar de standaardinstelling.
•Media Source Picker - verdraai het wieltje om een mediaspeler te kiezen. Druk op het wieltje om een zender of een nummer dat wordt afgespeeld, als favoriet op te slaan of te verwijderen.
•Sunroof (indien aanwezig) - verdraai het wieltje om de stand van het open dak in te stellen.
Druk op de toets rechtsonder om een menu te verlaten of terug naar een vorig niveau in de mapstructuur.
Claxon
Druk in het midden op het stuur om de claxon te bedienen.
Page 50 of 164

InstrumentenpaneelInstrumentenpaneel
4.10GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
InstrumentenpaneelOverzicht instrumentenpaneelOPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de opties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1.De cirkel in het midden van het instrumentenpaneel verandert van vorm, afhankelijk van het feit of auto is uitgeschakeld of klaar is om weg te rijden. Als de auto is uitgeschakeld, wordt op dit display de status van de portieren en het energieniveau weergegeven, Trap het rempedaal in om de Model S te starten—de controlelampjes knipperen even en de cirkel in het midden van het instrumentenpaneel toont een snelheidsmeter, een energiemeter, de geschatte actieradius (zie 9) en de gekozen versnelling. Als de auto op een laadstation is aangesloten, wordt op het instrumentenpaneel ook de status van het laden weergegeven (zie blz. 6.8).
2.Gebruik de toetsen links op het stuur om de audio-installatie te bedienen. Of druk het scrollwieltje in en draai het omhoog of omlaag om te kiezen wat er op het linker gedeelte van het instrumentenpaneel wordt weergegeven (zie blz. 4.3).
3.Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven.
4.Als u het rempedaal intrapt, knipperen alle controlelampjes even ter bevestiging. De lampjes moeten uitgaan tenzij ze vanwege een bestaande situatie (zie blz. 4.11) worden aangestuurd.
5.Gebruik de toetsen aan de rechterzijde op het stuur voor het bedienen van de telefoon, de spraakbediening en sommige andere functies. U kunt de functies van het rechter scrollwieltje
naar eigen wens instellen (zie blz. 4.4).
6.Status portiervergrendeling
7.KM-teller
8.Buitentemperatuur
9.Geschatte actieradius
De geschatte actieradius is gebaseerd op de resterende hoeveelheid energie in de batterij. U kunt de weergave op het display zelf instellen door te tikken op Controls > Settings > Language & Units en dan te kiezen:
•Rated - gebaseerd op ECE R101 tests.
•Ideal - op basis van ideale omstandigheden zoals rijden met een constante snelheid van 89 km/h op een vlakke weg, zonder extra verbruikers (stoelverwarming, airconditioning enz.).
OPMERKING: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te vinden wanneer u de Model S moet opladen.
10.Let goed op belangrijke waarschuwingen die aan de onderzijde van het instrumentenpaneel worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt u aanvullende informatie opvragen door het icoontje (uitroepteken) op de statusbalk aan de bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
11.Gekozen versnelling P (Parkeren), R (Achteruit), N (Neutraal) of D (Rijden).
12.Datum en tijd
Page 72 of 164

Overzicht touchscreenOverzicht touchscreen
5.2GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
TOU CH SCR EENOverzicht touchscreenHet grote geheelHier worden de belangrijkste onderdelen van het touchscreen weergegeven. Tik op Controls > Displays om de lichtsterkte en het contrast in te stellen. Als het scherm op Auto staat, wisselt het touchscreen automatisch tussen dag- en nachtweergave waarbij de lichtsterkte afhankelijk is van de hoeveelheid licht.OPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de opties, de softwareversie en het land van bestemming kan de inf3ormatie op het touchscreen enigszins afwijken.
Page 75 of 164

Touchscreen - Bedieningsorganen
TOUCHSCREEN5.5
1.Close
Tik op het kruisje in de cirkel aan de linker bovenzijde om het venster te sluiten. U kunt het venster ook sluiten door ergens buiten het venster op het scherm te tikken.
2.Sunroof
Tik op dit icoon om de stand het het open dak (indien aanwezig) in te stellen (zie blz. 2.12).
3.Driving
•Suspension
Tik op dit icoon om, als de auto is uitgerust met actieve luchtvering, de hoogte van de auto handmatig aan te passen (zie blz. 5.12). U moet het rempedaal intrappen om de instelling van de vering te kunnen veranderen. Auto's met actieve luchtvering hebben een automatische niveauregeling die ook werkt als de auto is uitgeschakeld. Deze niveauregeling moet uitgeschakeld worden als de auto wordt opgetakeld of gesleept (zie blz. 7.26 en 9.3).
•Steering mode
Vo o r h e t i n s te l l e n va n d e k ra c h t wa a r m e e het stuurwiel verdraaid moet worden. Sport geeft een betere respons terwijl Comfort zorgt voor een lichtere besturing en extra gemak bij het inparkeren (zie blz. 4.3).
•Regenerative braking
Als het gaspedaal wordt losgelaten, zal de auto snelheid verliezen door het regeneratief remmen. De energie die daarbij wordt opgewekt, wordt gebruikt om de batterij weer op te laden. Selecteer Low om het remmende effect te beperken, dit gaat echter wel ten koste van de actieradius (zie blz. 4.25).
OPMERKING: Ongeacht de instellingen is de hoeveelheid energie die met regeneratief remmen wordt herwonnen kleiner als de batterij vol is, of als het heel heet of heel heet is (de extra energie wordt gebruikt om de batterij te koelen of te verwarmen).
•Tr a c t i o n C o n t r o l
Als de Traction Control wordt uitgeschakeld, verschijnt er een waarschuwing op het instrumentenpaneel. Het systeem wordt
aan het einde van elke rit automatisch weer ingeschakeld (zie blz. 4.26).
•Creep
Selecteer ON als u wilt dat de auto in stand D (Rijden) en R (Achteruit) kruipt als u het rempedaal loslaat (net als bij een conventionele automatische transmissie). Om deze instelling te kunnen veranderen moet de selectiehendel in stand P (Parkeren) staan.
4.Cold weather-pakket
Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket beschikt u over stoelverwarming en verwarmde ruitenwissers. U kunt de verwarming van de beide voorstoelen ook instellen via het bedieningspaneel van de airco aan de onderzijde van het touchscreen (zie blz. 5.8).
5.Tr i p s
Het bekijken en resetten van de dagteller (zie blz. 4.22).
6.Displays
Vo o r h e t h a n d m a t i g i n s t e l l e n va n d e lichtsterkte en het selecteren van dag- (lichte achtergrond) of nachtweergave (donkere achtergrond). Als het scherm op Auto staat, wisselt het touchscreen automatisch tussen dag- en nachtweergave waarbij de lichtsterkte afhankelijk is van de hoeveelheid licht.
7.E-Brake & Power Off
U kunt handmatig:
•De parkeerrem vastzetten en lossen (blz. 4.24).
•Uitschakelen (zie blz. 4.7)
•De Model S in Neutraal laten staan door de Tow-stand in te schakelen (zie blz. 9.3).
8.Doors & locks (zie blz. 2.4)
9.Control lights (zie blz. 4.13)
WA A R S C H U W I N G : K i j k n i e t n a a r het touchscreen onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding. Alles wat van belang is tijdens het rijden wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.
Page 121 of 164

Reinigen
ONDERHOUD7.15
Interieur reinigen
Controleer en reinig het interieur regelmatig, dan blijft het mooi en voorkomt u vroegtijdige slijtage. Verwijder vuil en vlekken altijd zo snel mogelijk. Gebruik een zachte doek (microvezel) gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep (vooraf testen op een minder zichtbaar onderdeel) om de verschillende onderdelen van het interieur te reinigen. Maak het oppervlak meteen droog met een niet-pluizende doek om vlekken te voorkomen.
Ruiten
Kras niet en gebruik ook geen schurende middelen op de ruiten en spiegels. Hierdoor zou de toplaag van de spiegel of de bedrading van de achterruitverwarming beschadigd kunnen raken.
Airbags
Zorg dat er geen vuil op airbags terechtkomt. Dit zou de goede werking kunnen verstoren.
Dashboard en kunststof oppervlakken
Poets de bovenkant van het dashboard niet. Glanzende oppervlakken kunnen reflecteren en uw zicht ernstig belemmeren.
Leren bekleding
Leer is een natuurlijk materiaal dat kan verkleuren, vooral de lichtere kleuren. Wit en lichtbruin leer is voorzien van een coating die het materiaal beschermt tegen vuil. Verwijder vuil en vlekken zo snel mogelijk met een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes met een ronddraaiende beweging. Maak het dan droog met een niet-pluizende doek. Het gebruik van oplosmiddelen en in de handel verkrijgbare leerreinigers wordt afgeraden, deze kunnen verkleuringen veroorzaken en het leer uitdrogen.
Stoffen bekleding
Ve r w i j d e r v u i l e n v l e k k e n z o s n e l m o g e l i j k m e t een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes met een ronddraaiende beweging. Maak het dan droog met een niet-pluizende doek. Maak de stoelen regelmatig met een stofzuiger schoon.
Vloerbedekking
Maak vloerbedekking niet te nat. Gebruik voor hardnekkig vuil een geschikte bekledingreiniger.
Ve i l i g h e i d s g o r d e l s
Tr e k d e g o r d e l h e l e m a a l u i t o m d e z e s c h o o n t e vegen. Gebruik nooit een oplosmiddel of een chemisch reinigingsmiddel. Laat de gordel in uitgetrokken toestand aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
Te s l a o p k l a p b a n k
Maak de stoelen regelmatig met een stofzuiger schoon. Veeg de stoelen met een zachte, in warm water gedrenkte doek schoon. U kunt ook een speciale reiniger voor autobekledingen gebruiken. Trek de gordel helemaal uit om deze schoon te vegen. Laat de gordel aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
To u c h s c r e e n e n i n s t r u m e n t e n p a n e e l
Reinig het touchscreen en het instrumentenpaneel met een zachte, niet-pluizende doek en een speciaal middel voor het reinigen van schermen en displays. Gebruik geen reinigingsmiddelen (zoals ruitenreinigers), geen zeem en geen droge statisch geladen doek (zoals pas gewassen microvezeldoekjes).
Ve rc h r o o m d e e n m e t a l e n o p p e r v l a k ke n
Poetsmiddelen, cleaners en harde doeken kunnen de toplaag van verchroomde en metalen oppervlakken beschadigen.
Aanwijzingen
WA A R S C H U W I N G : N e e m d i r e c t c o n t a c t op met Tesla als u een beschadiging aan een veiligheidsgordel of een airbag ziet.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g d a t e r g e e n water, zeep of stukken poetsdoek in de oprolautomaat van de veiligheidsgordel kan komen.
AANWIJZING: Het gebruik van oplosmiddelen (incl. alcohol), bleekmiddelen, citrus, wasbenzine en producten op siliconenbasis voor het reinigen van onderdelen in het interieur kan schade veroorzaken.