TOYOTA AURIS 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2016, Model line: AURIS, Model: TOYOTA AURIS 2016Pages: 640, PDF Size: 23.63 MB
Page 521 of 640

5218-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
(Gaat branden)
Controlelampje Traction ControlGeeft aan dat er een storing is in:
• De VSC (Vehicle Stability Control);
• De TRC (Traction Control); of
• De Hill Start Assist Control
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC of TRC in wer-
king is. ( Blz. 314)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer
klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en er geen zoe-
mer klinkt):
Geeft aan dat het PCS (Pre-C rash Safety-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil, beslagen of bedekt door damp, ijs, stickers, e.d.
Verwijder het vuil, de damp, de condens, het ijs, de stic-
kers, e.d. ( Blz. 242)
• De temperatuur van de sensor voor is buiten het werkings- bereik
Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het VSC (Vehicle Stability Cont rol-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen
zijn uitgeschakeld.
Schakel zowel het VSC-systeem als het PCS in om het
PCS in te schakelen. ( Blz. 245, 315)
(Knippert)
(indien aanwezig)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Stop & Start-
systeem
(Het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem gaat
branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld: Blz.
269)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje brandstoffilter
Geeft aan dat er te veel water is verzameld in het brandstoffil-
ter.
Blz. 463
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 521 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 522 of 640

5228-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje laag motoroliepeilGeeft aan dat het motoroliepeil laag is, maar duidt niet op een
storing.
Controleer het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
(Blz. 449)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje motorolie verversen
Wanneer het lampje knippert:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
(Als het indicatiesysteem voor het verversen van de motorolie
niet is gereset, zal het controlelampje niet goed werken.)
Controleer de motorolie en ververs indien nodig. Na het
verversen van de motorolie moet het verversingssys-
teem worden gereset. ( Blz. 454)
Als het lampje gaat branden:
Geeft aan dat de motorolie moet worden ververst.
Na het verversen van de motorolie en het resetten van het
indicatiesysteem motorolie verversen.
Laat de motorolie en het oliefilter door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige con-
troleren en vervangen. Na het verversen van de motor-
olie moet het verversingssysteem worden gereset.
(Blz. 454)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje roetfiltersysteem
• Geeft aan dat het roetfilter gereinigd moet worden vanwegehet herhaaldelijk rijden van korte afstanden en/of het rijden
met lage snelheden.
• Geeft aan dat de hoeveelheid afzettingen in het roetfilter een bepaalde drempel overschreden heeft.
Om het roetfilter te reinigen moet er gedurende 20 - 30
minuten met de auto gereden worden met een snelheid
van 65 km/h of hoger totdat het waarschuwingslampje
van het roetfiltersysteem uitgaat
*2.
Zet de motor zo min mogelijk uit totdat het waarschu-
wingslampje van het roetfiltersysteem uitgaat.
Als het niet mogelijk is te rijden met een snelheid van 65
km/h of hoger, of als het waarschuwingslampje van het
roetfilter niet uitgaat ook al is er langer dan 30 minuten
met de auto gereden, laat dan uw auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open por-
tier/achterklep*3
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet
geheel gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten
zijn.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 522 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 523 of 640

5238-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
(Knippert gedurende 15 seconden geel.) (indien aanwezig)
Controlelampje Smart entry-systeem met startknop Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Smart entry-
systeem met startknop.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Instrumentenpaneel met 3 meters:
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
7,5 liter of minder is
Instrumentenpaneel met 2 meters:
• Benzinemotor: Geeft aan dat de resterende hoeveelheidbrandstof ongeveer 7,5 l of minder is
• Dieselmotor: Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer 8,3 l of minder is
Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwingszoemer) bestuurders- en
voorpassagiersgordel*4
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veilig-
heidsgordel vastgemaakt dient te worden.
Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet ook
de veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden
vastgemaakt, zodat het waarschuwingslampje (de waar-
schuwingszoemer) uitgaat.
(indien aanwezig)
Controlelampjes (waarschuwin gszoemer) veiligheidsgor-
del achterpassagiers*4
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om
te doen.
Doe de veiligheidsgordel om.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
• Natuurlijke oorzaken ( Blz. 527)
• Lekke band ( Blz. 537, 551)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige indien het lampje niet dooft
nadat de banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(Blz. 528)
Laat het systeem controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 523 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 524 of 640

5248-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
*1: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem: Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de parkeerrem nog niet is gede-
activeerd (als de auto een snelheid van 5 km/h heeft bereikt).
*2: Het waarschuwingslampje van het roetfiltersysteem kan blijven brandenals het waarschuwingslampje motoroli e verversen brandt. Laat in dit geval
uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*3: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep: Er klinkt een zoemer als de rijsnelheid hoger wordt dan 5 km/h terwijl een
portier is geopend.
*4: Waarschuwingszoemer veiligheidsgor del bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de bestuur-
der en de passagiers eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste
20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastge-
maakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
(indien aanwezig)
Centraal waarschuwingslampje Een zoemer klinkt en het wa arschuwingslampje gaat branden
en knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwings-
systeem een storing heeft gesignaleerd.
Blz. 531
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 524 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 525 of 640

5258-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om
het probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan.
Volg de correctieprocedures. (auto's met Smart entry-systeem
met startknop en met een instrumentenpaneel met 3 meters)
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu- wings-
lampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Continu Continu
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop (auto's met Multidrive CVT) De elektronische sleutel bevond zich buiten de
auto en het bestuurdersportier werd geopend
en gesloten terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan stand P werd gezet zonder
het contact UIT te zetten.
Zet de selectiehendel in stand P.
Neem de elektronische sleutel weer mee in
de auto.
Een
keer3 keer
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop (auto's met Multidrive CVT)
De elektronische sleutel bevond zich buiten de
auto en het bestuurdersportier werd geopend
en gesloten terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan stand P werd gezet zonder
het contact UIT te zetten.
Zet het contact UIT of zorg ervoor dat de
elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
Een
keer3 keer
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop Geeft aan dat er een ander portier dan het
bestuurdersportier werd geopend en gesloten
terwijl het contact in een andere stand dan UIT
stond en de elektronische sleutel zich buiten
het ontvangstgebied bevond.
Controleer waar de elektronische sleutel
zich bevindt.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 525 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 526 of 640

5268-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Een
keerContinu (5
secon-
den)
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Er wordt geprobeerd de auto te verlaten met
de elektronische sleutel en de portieren te ver-
grendelen zonder dat het contact eerst UIT is
gezet.
Zet het contact UIT en vergrendel de por-
tieren opnieuw.
Een
keer(Knippert
gedurende 15 seconden geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknopGeeft aan dat de elektronische sleutel niet
aanwezig is als geprobeerd wordt de motor te
starten.
Controleer waar de elektronische sleutel
zich bevindt.
9 keer
(Knippert
geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Er is geprobeerd om te rijden terwijl de
gewone sleutel zich niet in de auto bevond.
Ga na of de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt.
Een
keer(Knippert
gedurende 15 seconden geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat de batterij van de elektronische
sleutel bijna leeg is.
Vervang de batterij. ( Blz. 483)
Een
keer(Knippert
gedurende 15 seconden
snel en groen)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat het stuurslot nog is vergrendeld.
Ontgrendel het stuurslot. ( Blz. 209)
Een
keer(Knippert
gedurende 30 seconden geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop• Toen de portieren werden ontgrendeld met
de mechanische sleutel en de startknop ver-
volgens werd ingedrukt, kon de elektroni-
sche sleutel niet worden gesignaleerd in de
auto.
• De elektronische sleutel kon niet worden gesignaleerd, ook niet nadat de startknop
tweemaal achter elkaar werd ingedrukt.
Auto's met Multidrive CVT: Houd de elek-
tronische sleutel bij de startknop en trap
tegelijkertijd het rempedaal in.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Houd de elektronische sleutel bij de start-
knop en trap tegelijkertijd het koppe-
lingspedaal in.
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu- wings-
lampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 526 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 527 of 640

5278-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het motorcontrolelampje tijd ens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden als de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Als de brandstoftank leeg is, vul deze
dan zo snel mogelijk. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten weer uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uit gaat.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng het op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje na enkele minuten niet uitgaat, controleer dan
of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaande
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
■ Het waarschuwingslampje lage band enspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsverlies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwingslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spanning
gebracht zijn.
■ Als een wiel wordt vervangen door het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door het reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
■ Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Blz. 470
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 527 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 528 of 640

5288-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning vaak gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning vaak gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer het contact AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
■ Wanneer het waarschuwingslampje mo torolie verversen knippert (die-
selmotor)
Het veelvuldig rijden van korte afstanden en/of rijden met lage snelheden kan
ertoe leiden dat de olie sneller veroudert dan normaal, ongeacht de afge-
legde afstand. Als dat het geval is, zal het waarschuwingslampje motorolie
verversen gaan knipperen.
■ Waarschuwingslampje motorolie verversen gaat branden (dieselmotor)
Vervang de motorolie en het oliefilter als het waarschuwingslampje motorolie
verversen niet gaat branden als u meer dan 15.000 km hebt gereden nadat
de motorolie is ververst.
Mogelijk is het waarschuwingslampje motorolie verversen gaan branden als u
minder dan 15.000 km hebt gereden op basis van een gebruiks- of rijomstan-
digheid.
■ Waarschuwingslampje elektrische st uurbekrachtiging (waarschuwings-
zoemer)
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijdelijk daalt, kan
het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 528 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 529 of 640

5298-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en laat uw auto
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ernstig letsel
kunnen ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje elekt rische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast
en oefen meer kracht uit.
■ Tijdens het rijden om het roetfi lter te reinigen (dieselmotor)
Houd tijdens het rijden voldoende rekening met de weersomstandigheden,
de conditie van de weg, het terrein en het overige verkeer en neem altijd de
verkeersregels in acht. Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
● Auto's met reservewiel: Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht,
het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat
er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de lekke
band door het reservewiel en laat de band repareren door de dichtstbij-
zijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Auto's met bandenreparatieset: Als, nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop
duiden dat er een band lek is. Controleer de banden. Repareer een lekke
band met de bandenreparatieset.
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
■ Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen
in werking treedt.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 529 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
Page 530 of 640

5308-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het banden spanningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende
merken, anders werk het bandenspanningswaarschuwingssysteem moge-
lijk niet goed.
■ Als het waarschuwingslampje roetf iltersysteem gaat branden (diesel-
motor)
Als het waarschuwingslampje roetfiltersysteem blijft branden zonder dat het
roetfilter wordt gereinigd, kan het motorcontrolelampje na 100 tot 300 km
gaan branden. Laat in dat geval uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het waarschuwingslampje brands toffilter gaat branden (dieselmo-
tor)
Rijd niet als het waarschuwingslampje brandt. Rijden met te veel water in
het brandstoffilter kan de brandstofpomp beschadigen.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 530 Monday, March 16, 2015 12:05 PM