sensor TOYOTA AURIS 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: AURIS, Model: TOYOTA AURIS 2018Pages: 592, PDF Size: 23.05 MB
Page 304 of 592

3044-6. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
OPMERKING
■Bij gebruik van de Simple-IPA
● Controleer of de parkeerruimte geschikt is. (Breedte van de rui mte, of er
obstakels aanwezig zijn, staat van het wegdek enz.)
● De Simple-IPA werkt niet naar behoren als het voertuig voor of achter de
parkeerruimte beweegt of als er een obstakel in de parkeerruimt e komt
nadat de sensoren de parkeerruimte hebben gesignaleerd. Control eer bij
gebruik van de Parking Assist-functie ook altijd zelf de omgevi ng.
● Het kan gebeuren dat de sensoren stoepranden niet kunnen waarne men.
De auto kan in bepaalde situaties de stoeprand oprijden, bijvoo rbeeld als
een auto voor of achter de parkeerruimte op de stoeprand geparkeerd
staat.
Controleer de omgeving om te voorkomen dat de banden en wielen
beschadigd worden.
● De auto kan mogelijk niet in de beoogde parkeerruimte worden ge par-
keerd als de auto vooruit beweegt terwijl de selectiehendel in stand R
staat of achteruitrijdt als de selectiehendel in een andere sta nd dan R
staat, bijvoorbeeld bij het parkeren op een helling.
● Rijd bij het achteruitrijden altijd lang-
zaam om te voorkomen dat uw auto
een obstakel voor de auto raakt.
● Rijd bij het achteruitrijden altijd lang-
zaam om te voorkomen dat de voorzijde
van uw auto de auto voor de parkeer-
ruimte raakt.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 304 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 316 of 592

3164-7. Rijtips
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
● Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
● Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
● Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de sn elheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
● Monteer winterbanden op alle wielen.
■ Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
● Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van wel ke snel-
heid de laagste is.
● Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
● Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, d at u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
OPMERKING
■ Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de
werking van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen (au to's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspannin gssen-
soren en -zenders mogelijk niet goed.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 316 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 414 of 592

4147-1. Onderhoud en verzorging
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
WAARSCHUWING
■Bij het schoonmaken van de voorruit (auto's met ruitenwisser me t
regensensor)
• Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
• Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensen- sor wordt gehouden
• Als iets tegen de voorruit stoot
• Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking ko mt met de
regensensor
● Montageplaats van de sensor voor op de voorruit: Blz. 251
■ Voorzorgsmaatregelen met be trekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
● Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onver-
wacht in werking treden. Hierdoor
kunnen uw handen bekneld raken en
kunt u ernstig letsel oplopen, en hier-
door kunnen de ruitenwisserbladen
beschadigd raken.
Uit
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 414 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 440 of 592

4407-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot probl e-
men leidt. ( Blz. 494)
◆Plaatsen van bandenspanni ngssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningss ensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandensp anningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandensp an-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( Blz. 441)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
● Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning.
● Als de bandenmaat wordt aangepast.
● Als de bandenspanning wordt gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer
de rijsnelheid of de belading verandert).
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 440 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 441 of 592

4417-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
7
Onderhoud en verzorging
■Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (Blz. 560)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Open het dashboardkastje.
Houd de resetknop van het
bandenspanningswaarschu-
wingssysteem ingedrukt tot
het waarschuwingslampje
lage bandenspanning drie
keer langzaam knippert.
Laat het contact nog enkele minuten AAN staan en zet vervol-
gens het contact UIT.
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -z enders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identific atiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 441 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 442 of 592

4427-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
■Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd van wege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem ni et cor-
rect. Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauw elijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Routinecontrole van de bandenspan ning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf re gelmatig de
bandenspanning.
■ Brede banden (17 inch banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op b esneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard b anden. Mon-
teer winterbanden of sneeuwkettingen
* wanneer u op besneeuwde en/of
gladde wegen gaat rijden en pas uw rijsnelheid aan aan de omstandigheden.
*: Sneeuwkettingen kunnen niet worden gemonteerd op 225/45R17 banden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 442 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 443 of 592

4437-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
7
Onderhoud en verzorging
■Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Situaties waarin het bandenspa nningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (auto's met ba ndenspanningswaarschuwingssysteem )
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worde n
gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, d an ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 443 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 444 of 592

4447-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)■
De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwi ngs-
systeem)
● Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de ini tialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets i ndrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspanningsw aarschuwingssysteem (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op de rijomstandigheden. Daarom laat het syst eem moge-
lijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was inges teld tijdens
het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssystee m
mislukt is (auto's met bandens panningswaarschuwingssysteem)
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal h et systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspannin g op te
slaan mislukken, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erk ende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wo rdt
bediend, gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspanningsw aar-
schuwingssysteem).
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem voor informatie over het wijzigen van de identificatiecode s contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een a ndere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 444 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 452 of 592

4527-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaars chu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de banden spannings-
sensoren terechtkomen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( Blz. 440)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden (17 inch banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadig d
raken.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 452 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 455 of 592

4557-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
7
Onderhoud en verzorging
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het v olgende niet te gebruiken:
● Velgen van verschillende maten of types
● Gebruikte velgen
● Verbogen velgen die hersteld zijn
● Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en de Toyota-wielmoer-
sleutel bij uw lichtmetalen velgen.
● Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
● Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
● Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtje s, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
■ Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto (behalve die van het reservewiel) zijn ui tgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor het bandenspanningswaa r-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de ban-
denspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er
bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( Blz. 440)
Velgen
Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Lichtmetalen velgen, bel angrijke aanwijzingen
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 455 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM