audio TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 446 of 754

445
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hatchback
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
Wagon
Toy o t a Pa r k i n g
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het
multi-informatiedisplay, het
head-up display (indien aanwezig),
het audiosysteemdisplay (indien
aanwezig) en een zoemer. Contro-
leer bij gebruik van dit systeem
ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 445 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 447 of 754

446
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
■Weergave
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het
multi-informatiedisplay, het head-up
display (indien aanwezig) en het audio-
systeemdisplay (indien aanwezig) over-
eenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Multi-informatiedisplay en head-up
display
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor Signalering zijsensor voor (indien
aanwezig)
*
Signalering zijsensor achter (indien
aanwezig)
*
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
*: De displays van de zijsensoren worden
niet weergegeven tot de gebieden aan de
zijkant volledig zijn gescand.
Audiosysteemdisplay
Er wordt een afbeelding weergegeven wan-
neer de Toyota Parking Assist Monitor wordt
weergegeven.
Als er een object wordt gesignaleerd, ver-
schijnt er een vereenvoudigde afbeelding op
het audiosysteemdisplay.
Gebruik de bedienin gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 446 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 450 of 754

449
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
(
→ Blz. 449)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende
situaties voordoen:
●De sensoren signaleren mogelijk alleen
objecten die zich dicht bij de voor- of ach-
terbumper bevinden.
●Afhankelijk van de vorm van het object en
andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
●Obstakels worden mogelijk niet gesigna-
leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
●Tussen het signaleren van een object en
de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden,
bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren
komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoor-
baar is.
●Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
●De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
doordat zoemers van andere systemen
klinken.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen- sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 449 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 451 of 754

450
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Detectiebereik van de sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Ongeveer 115 cm (auto's met zij-
sensoren voor en zijsensoren ach-
ter)
Het schema toont het detectiebereik van de
sensoren. Houd er rekening mee dat de sen-
soren geen objecten kunnen signaleren die
zich extreem dicht bij de auto bevinden.
Meer informatie m.b.t. de signalering van
obstakels aan de zijkanten. (→
Blz. 448)
Het bereik van de sensoren kan verschillend
zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld de vorm
van het object.
■Multi-informatiedisplay, head-up di splay (indien aanwezig) en audiosys-
teemdisplay (indien aanwezig)
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de globale
afstand tot het obstakel weergegeven op he t multi-informatiedisplay, het audiosys-
teemdisplay (indien aanwezig) en het head-up display (indien aanwezig). (Als de
afstand tot het object klein wordt, ga an de afstandssegmenten mogelijk knipperen.)
De displays van de werking van de zijsensor voor en zijsensor achter (indien aan-
wezig) worden niet weergegeven tot de gebieden aan de zijkant volledig zijn
gescand.
Globale afstand tot object: 150 cm - 60 cm
* (Binnenste sensor achter)
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (→Blz. 452)
Globale afstand tot object: 100 cm - 60 cm* (Binnenste sensor voor)
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 450 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 452 of 754

451
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Functie automatisch dempen z
oemer is ingeschakeld. (→Blz. 452)
Globale afstand tot object: 60 cm - 45 cm* (behalve zijsensor voor, zijsensor achter)
115 cm - 70 cm
* (zijsensor voor, zijsensor achter)
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (→Blz. 452)
Globale afstand tot object: 45 cm - 30 cm* (behalve zijsensor voor, zijsensor achter)
70 cm - 30 cm
* (zijsensor voor, zijsensor achter)
*: Functie automatisch dempen z oemer is ingeschakeld. (→Blz. 452)
Globale afstand tot ob ject: 30 cm - 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoem er is uitgeschakeld. (→Blz. 452)
*2: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
Multi-informatiedisplay*2Audiosysteemdisplay*2Head-up display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 451 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 453 of 754

452
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Globale afstand tot object: Minder dan 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoem er is uitgeschakeld. (→Blz. 452)
*2: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30 cm, klinkt de zoemer continu.
Als er gelijktijdig 2 of meer objecten
worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object.
Als een of meer objecten dichter bij
de auto komen dan ongeveer 30 cm,
klinkt er een langdurig piepsignaal,
gevolgd door elkaar snel opvolgende
piepsignalen.
Functie automatisch dempen zoe-
mer: Als, terwijl de zoemer klinkt, de
afstand tussen de auto en het gesig-
naleerde object niet kleiner wordt,
wordt de zoemer automatisch
gedempt. (Als de afstand tussen de
auto en het object echter 30 cm of
minder is, werkt de functie niet.)■Aanpassen van het zoemer-
volume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay. Het
volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA
(indien aanwezig) wordt gelijktijdig aan-
gepast.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
Multi-informatiedisplay*2Audiosysteemdisplay*2Head-up display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 452 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 454 of 754

453
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktij-
dig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als de actieve functie tijdelijk wordt
geannuleerd.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Audiosysteemdisplay (indien aan-
wezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)*
De RCTA gebruikt de radarsenso-
ren opzij achter van de BSM in de
achterbumper. Deze functie is
bedoeld om de bestuurder te hel-
pen gebieden te controleren die bij
het achteruitrijden niet goed zicht-
baar zijn.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 453 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 455 of 754

454
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
van rechts of links achter nadert, wordt het
RCTA-icoon ( →Blz. 455) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven op het audiosys-
teemdisplay. In deze afbeelding wordt een
voorbeeld getoond van auto's die van zowel
links als rechts achter naderen.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer. De zoemer klinkt ook gedu-
rende ongeveer 1 seconde direct nadat de
RCTA is ingeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de RCTA in of
uit te schakelen. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om RCTA te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
(→ Blz. 111) branden. (Telkens wanneer het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, wordt
de RCTA automatisch ingeschakeld.)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Als “RCTA Unavailable” (RCTA niet
beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Er bevindt zich mogelijk water, sneeuw, mod-
der, enz. bij de sensoren op de achterbum-
per. ( →Blz. 442) Na het verwijderen van het
water, de sneeuw, de modder, enz. van de
achterbumper moet het systeem weer nor-
maal gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Radarsensoren opzij achter
→ Blz. 442
Inschakelen/uitschakelen van
de RCTA
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende func-
tie die de bestuurder waarschuwt wanneer
er een auto van rechts of links achter de
auto nadert. Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet
goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren. Wan-
neer u te veel op deze functie vertrouwt,
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 454 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 456 of 754

455
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsensoren acht er om auto's die van rechts of links
achter naderen te signaleren en waarschu wt de bestuurder voor de aanwezigheid
van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten knipperen en
een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
■Weergave RCTA-icoon
Wanneer een auto wordt gesignaleerd
die van rechts of links achter nadert,
wordt het volgende weergegeven op
het audiosysteemdisplay (indien aan-
wezig).
Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig): Er naderen auto's
van beide kanten
RCTA
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 455 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 460 of 754

459
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten en voor voertui-
gen die achterlangs rijden) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedienin
gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 111) branden.
Als het systeem is ui tgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan op
het multi-informatiedisplay, selecteer
en vervolgens “On” ( aan). Als het systeem
door middel van deze methode is uitgescha-
keld, wordt het niet automatisch weer inge-
schakeld nadat het contact UIT en weer
AAN is gezet.
Als de begrenzingsregeling van het motor-
vermogen of de remregeling in werking is,
klinkt een zoemer en wordt een melding
weergegeven op het audiosysteemdisplay
(indien aanwezig) en multi-informatiedisplay
om de bestuurder te waarschuwen. Bij
auto's met een head-up display (indien aan-
wezig) wordt op het head-up display
dezelfde melding weergegeven als op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Parking Sup-
port Brake-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support
Brake-systeem is ontworpen om te hel-
pen de ernst van een aanrijding te ver-
minderen. Onder sommige
omstandigheden is het echter mogelijk
dat het systeem niet werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk
om onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving. Het is wellicht nodig om
een bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal werkt.
(Als het systeem nog niet normaal werkt
nadat een poosje met de auto gereden is,
reinig dan de sensoren en hun omgeving
op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling
motorvermogen en
remregeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 459 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM