TOYOTA COROLLA HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HYBRID, Model: TOYOTA COROLLA HYBRID 2020Pages: 586, PDF Size: 99.76 MB
Page 331 of 586

330
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Overzicht van functies
Selecteer bij het wegrijden van een par-
keerplaats na het fi leparkeren de rich-
ting waarin u wilt wegrijden. De
ondersteuningsregelin g voor de bedie-
ning van het stuurwiel helpt om de auto
naar een positie te begeleiden van
waaruit u kunt wegrijden.
OPMERKING
■Bij gebruik van de stand fileparkeren
●Als er kuilen of hel lingen in de weg zit-
ten, kan de beoogde parkeerplaats niet
goed worden ingesteld. Daardoor wordt
de auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in
deze gevallen de Parallel Parking
Assist-modus niet.
●Als de geparkeerde auto waarachter u
wilt parkeren erg smal is, of zeer dicht
tegen de stoeprand aan geparkeerd
staat, begeleidt de ondersteuningsrege-
ling uw auto ook naar een positie dicht
tegen de stoeprand aan.
Als de kans bestaat dat de auto de
stoeprand of een ander obstakel zal
raken of als de kans bestaat dat de
stand van de wielen afwijkt van de
beoogde parkeerplaats, breng de auto
dan tot stilstand door het rempedaal in
te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar om het systeem uit te schakelen.
●Wanneer zich aan de binnenzijde van
de parkeerplaats een muur of ander
obstakel bevindt of wanneer een andere
geparkeerde auto deels op de weg
staat, wordt de beoogde parkeerplaats
ingesteld op een positie waarbij de auto
iets uitsteekt op de weg.
●Afhankelijk van de omgeving, zoals
andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de
parkeerplaats geparkeerd. Pas de posi-
tie van de auto indien nodig handmatig
aan.
●Het systeem helpt de auto te begeleiden
op basis van de positie van nabij gepar-
keerde auto's, zelfs wanneer zich obsta-
kels, hobbels, kuilen of stoepranden op,
in of naast de parkeerplaats bevinden.
Als het lijkt alsof de auto iets zal raken,
breng de auto dan tot stilstand door het
rempedaal in te trappen en druk op de
S-IPA-schakelaar om het systeem uit te
schakelen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
Wegrijden van een
parkeerplaats na het
fileparkeren (modus
parkeerplaats fileparkeren
verlaten)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 330 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 332 of 586

331
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
Druk, terwijl de selectiehendel in
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar, selecteer de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten en
bedien de richtingaanwijzerschake-
laar om de gewenste uitrijrichting te
selecteren.
2 De automatische bediening van het
stuurwiel begint wanneer de scha-
kelstand wordt gewijzigd overeen-
komstig de door het systeem
geleverde begeleiding.
3 Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten w anneer de auto de
positie bereikt van waaruit kan wor-
den weggereden.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en
achteruitrijden en de automatische bedie-
ning van het stuurwiel telkens wanneer
meerdere keermanoeuvres nodig zijn, her-
haald vanaf het moment dat de automati-
sche bediening van het s tuurwiel begint in
stap 2 tot het moment dat de auto een posi-
tie bereikt van waaruit kan worden weggere-
den.
■Gebruik van de modus parkeer-
plaats fileparker en verlaten om
weg te rijden
1 Druk, terwijl de selectiehendel in
stand P staat, op de S-IPA-schake-
laar en controleer of het display op
het multi-informatiedisplay terug-
keert naar “Exit Parallel Parking”
(parkeerplaats fileparkeren verla-
ten).
2 Bedien de richtingaanwijzerschake-
laar ( →Blz. 211) om te selecteren of
u linksaf of rechtsaf wilt wegrijden.
Als zich in de richting waarin u wegrijdt
obstakels bevinden, bepaalt het systeem dat
wegrijden niet mogelijk is en wordt de onder-
steuningsregeling uitgeschakeld.
3 Als de selectiehendel in stand R (of
D) wordt gezet overeenkomstig het
advies op het scherm ( →Blz. 324),
klinkt er een hoog piepsignaal en
start de ondersteuningsregeling.
De procedure vanaf stap 4 is voor het geval
het advies “Shift to R” (schakel stand R in)
op het scherm wordt weergegeven nadat de
richtingaanwijzersc hakelaar is bediend om
een wegrijrichting te selecteren.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 331 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 333 of 586

332
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft ( →Blz. 324) op de display-
zone weergegeven.
Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
4 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is en rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Wanneer u te snel achteruitrijdt,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de onderst euningsregeling.
(→Blz. 325).
5 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 324)
op het display wordt weergegeven.
6 Zet de selectiehendel in stand D of
B. 7
Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto veilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
Wanneer er niet in één keer kan wor-
den weggereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 8.
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 14.
8 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 324)
op het display wordt weergegeven.
9 Zet de selectiehendel in stand R.
10 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is e n rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 332 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 334 of 586

333
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats moeten de stappen
5 tot 10 mogelijk
worden herhaald.
11 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 324)
op het display wordt weergegeven.
12 Zet de selectiehendel in stand D of
B.
13 Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto ve ilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
14 Wanneer de auto bijna het punt
voor wegrijden heeft bereikt, klinkt
er een hoog piepsignaal en wordt
de ondersteuningsregeling beëin-
digd. Pak vervolgens het stuurwiel
vast en rijd naar voren.
■Modus parkeerplaats fileparkeren verla-
ten
●Als tijdens de ondersteuningsregeling de
bestuurder bepaalt dat hij/zij zich op een
positie bevindt van waaruit kan worden
weggereden en hij/zij het stuurwiel
bedient, wordt de ondersteuningsregeling
op die positie gestopt.
●De ondersteuningsregeling kan niet wor-
den gebruikt als er geen auto's geparkeerd
staan vóór de auto of als er te veel ruimte
zit tussen de voorzijde van uw auto en de
auto die vóór u geparkeerd staat.
●Bij het gebruik van de modus parkeer-
plaats fileparkeren verlaten werkt afhanke-
lijk van de omgeving de
ondersteuningsmodus mogelijk niet.
■Gebruik van de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten om weg te rijden
Gebruik de modus parkeerplaats fileparkeren
verlaten niet in de volgende situaties:
●Als het wegdek onver hard of slecht is,
zoals op grind.
●Bij een groef of gat in het wegdek aan de
kant van uw auto.
●Als het wegdek aan de kant van uw auto
overhelt.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 333 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 335 of 586

334
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Als een van de volgende zaken achter de
auto aanwezig is binnen het gebied waar-
uit de auto wegrijdt:
• Bomen of palen
• Brandkranen
• Hoog gras, bloemperken, enz.
• Muren die de auto omringen
• Auto's die wachten in de buurt van het par- keervak
• Metalen I-balken
• Muren met uitsteeksels
• Gaten
■Overzicht van functies
Stop op het punt wa arbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrijwel
haaks op de auto staat. Als de parkeer-
plaats kan worden gesignaleerd, kan
de begeleidingsfunctie voor vooruitrij-
den worden gebruikt. Bovendien wordt
er afhankelijk van de parkeerplaats en
andere omstandigheden en indien
nodig ondersteuning verleend bij het
maken van meerdere keermanoeuvres.
WAARSCHUWING
■Gebruik van de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de sensoren opzij objecten mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de sensoren opzij valt.
Obstakel
OPMERKING
■Gebruik van de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten om weg te rij-
den
●Gebruik de modus parkeerplaats filepar-
keren verlaten niet in een andere situa-
tie dan bij het verlaten van een
fileparkeerplek.
Trap het rempedaal in en breng de auto
tot stilstand en druk vervolgens de
S-IPA-schakelaar in om de ondersteu-
ningsregeling uit te schakelen als de
ondersteuningsregeling onbedoeld in
werking treedt.
●Het detectiebereik van de sensoren
(→ Blz. 298) is beperkt. Controleer of het
gebied rondom uw auto veilig is. Breng,
als de kans bestaat dat er iets wordt
geraakt, de auto tot stilstand door het
rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
●Controleer bij het wegrijden of het
gebied rondom uw auto veilig is.
Naast andere auto's parkeren
(modus automatis ch achteruit
inparkeren)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 334 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 336 of 586

335
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrij-
wel haaks op de auto staat. Druk
vervolgens 2 keer op de
S-IPA-schakelaar om de modus
automatisch achteruit inparkeren te
selecteren.
2 De automatische bediening van het
stuurwiel begint wanneer de auto
begint te rijden.
3 Er is een geluid te horen en er wordt
een display weergegeven om u te
laten weten w anneer de auto de
positie bereikt van waaruit achteruit
kan worden gereden.
Als de gesignaleerde parkeerplaats of de
weg (afstand tot de rand van de weg tegen-
over de parkeerplaats) sm al is of als er zich
obstakels voor de auto bevinden, wordt er
geen begeleiding gegeven.
4 Het parkeren is voltooid.
Hiermee is de ondersteuningsmodus vol-
tooid.
Afhankelijk van de conditie van de parkeer-
plaats worden de begeleiding voor de begin-
punten voor naar voren rijden en
achteruitrijden en de automatische bedie-
ning van het stuurwiel telkens wanneer
meerdere keermanoeuvres nodig zijn, her-
haald. Hierbij wordt stap 3 gevolgd vanaf het
moment dat de auto achteruit begint te rijden
totdat het parkeren is voltooid.
■Parkeren
1 Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrij-
wel haaks op de auto staat. Druk
vervolgens 2 keer op de
S-IPA-schakelaar en controleer of
het display op het multi-informatie- display terugkeert naar “Reverse-in
Parking” (achteruit inparkeren).
1 m
Controleer het gebied in de richting
van de pijl die de richting van de
automatische bediening van het
stuurwiel en de be oogde parkeer-
plaats op het displ ay aangeeft visu-
eel.
Iedere keer dat er op de S-IPA-scha-
kelaar wordt gedrukt, wijzigt de
modus. (→Blz. 324)
Als de selectiehendel niet in D of B
staat of als de rijs nelheid te hoog is,
zal door het indrukken van de
S-IPA-schakelaar het scherm niet
wijzigen naar het scherm
“Reverse-in Parking” (achteruit
inparkeren).
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 335 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 337 of 586

336
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De richtingaanwijzerschakelaar
(→Blz. 211) kan worden bediend om
te selecteren of u linksaf of rechtsaf
wilt parkeren.
Het systeem kan niet worden
gebruikt wanneer de parkeerplaats
smal is of wann eer de ondersteu-
ningsregeling onvoldoende ruimte
heeft om te werken. Raadpleeg de
informatie op het multi-informatiedis-
play om naar een andere parkeer-
plaats te gaan.
2 Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto ve ilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal. Ver-
volgens klinkt een hoog piepsignaal
en gaat tegelijkertijd een indicator
op het instrumentenpaneel bran-
den, waarna de ondersteuningsre-
geling start.
Wanneer de automatische bediening
van het stuurwiel begint, worden de
weergave van de automatische
bediening van het stuurwiel en de
indicator die de mate van assistentie
aangeeft ( →Blz. 324) op de display-
zone weergegeven.
Druk op de S-IPA-schakelaar om de
ondersteuningsregeling te stoppen.
Wanneer de rijsnelh eid te hoog is,
klinkt er een schril piepsignaal en
stopt de ondersteuningsregeling.
(→Blz. 325)
Als na het starten van de ondersteu-
ningsregeling de ruimte te smal blijkt
te zijn, klinkt er een schril piepsig-
naal en stopt de ondersteuningsre-
geling.
3 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 324)
op het display wordt weergegeven.
4 Zet de selectiehendel in stand R.
5 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is, controleer of er
zich geen obstakels bevinden op de
parkeerplaats en rijd langzaam ach-
teruit terwijl u de rijsnelheid regelt
met het rempedaal.
Wanneer de auto niet netjes in één
keer de beoogde parkeerplaats kan
worden ingereden en er meerdere
keermanoeuvres nodig zijn, ga dan
naar stap 6.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 336 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 338 of 586

337
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer er niet meerdere keerma-
noeuvres nodig zijn, ga dan naar
stap 12.
6 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 324)
op het display wordt weergegeven.
7 Zet de selectiehendel in stand D of
B.
Wanneer u de ondersteuningsregeling wilt
beëindigen op uw huidige positie, zet dan de
selectiehendel in stand P.
8Neem een normale zithouding aan,
laat uw handen lichtjes en zonder
kracht te gebruiken op het stuurwiel
rusten, controleer of het gebied voor
en rondom de auto ve ilig is en rijd
langzaam vooruit terwijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
9 Breng de auto tot stilstand wanneer
een gelijkmatig piepsignaal te horen
is en de stopweergave ( →Blz. 324)
op het display wordt weergegeven. 10
Zet de selectiehendel in stand R.
11 Neem een normale zithouding voor
achteruitrijden aan, laat uw handen
lichtjes en zonder kracht te gebrui-
ken op het stuurwiel rusten, contro-
leer of het gebied achter en rondom
de auto veilig is e n rijd langzaam
achteruit terwijl u de rijsnelheid
regelt met het rempedaal.
Afhankelijk van de condi tie van de parkeer-
plaats moeten de stappen 6 tot 11 mogelijk
worden herhaald.
12 Wanneer de auto zich bijna geheel
binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsig-
naal en wordt de stopweergave op
het display ( →Blz. 324) weergege-
ven. Breng de auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch achteruit
inparkeren voltooid.
Uit veiligheidsoverwegingen klinkt
de zoemer net voordat de auto volle-
dig op de beoogde parkeerplaats
staat. Bovendien wordt op dat
moment de werki ng van het systeem
ook beëindigd. Houd, om op de
gewenste parkeerplaats te komen,
het stuurwiel stevig vast en rijd lang-
zaam achteruit ter wijl u de rijsnel-
heid regelt met het rempedaal.
Houd bij het achteruitrijden de
omgeving voor en achter de auto in
de gaten. Controleer de omgeving
ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automa-
tisch achteruit inparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij
de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten wer-
ken. Breng de auto volledig tot stilstand op
het punt waarbij het midden van de par-
keerplaats vrijwel haaks op de auto staat
en druk op de S-IPA-schakelaar.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 337 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 339 of 586

338
COROLLA HV_TMMT_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De functie kan niet worden gebruikt wan-
neer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
●De zijsensoren voor en
zijsensoren achter
worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen.
Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is
( → Blz. 345).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan
de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de modus automatisch ach-
teruit inparkeren niet worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeer-
plaats niet kan worden gesignaleerd, werkt
de modus automatisch achteruit inparke-
ren mogelijk niet.
●Als er, afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats, onvoldoende ruimte is vóór
de auto om de parkeerprocedure uit te
voeren, kan de beoogde parkeerplaats
mogelijk niet worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
1 Laat een ruimte van ongeveer 1 m tus-
sen uw auto en de geparkeerde auto's en
rijd richting de beoogde parkeerplaats.
Als de ruimte tussen uw auto en de
geparkeerde auto's te groot is, kunnen de
zijsensoren voor en zijsensoren achter
de geparkeerde auto's mogelijk niet sig-
naleren.
1 m 2
Stop op het punt waarbij het midden van
de beoogde parkeerplaats vrijwel haaks
op de auto staat. Druk bovendien pas op
de S-IPA-schakelaar wanneer de auto
volledig tot stilstand is gebracht.
OPMERKING
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
●Als er kuilen of hellingen in de weg zit-
ten, kan de beoogde parkeerplaats niet
goed worden ingesteld. Daardoor wordt
de auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in
deze gevallen de modus automatisch
achteruit inparkeren niet.
●Bij het parkeren in een smalle ruimte
komt de auto dicht bij nabij geparkeerde
auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk
iets zal raken, breng de auto dan tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
●Afhankelijk van de omgeving, zoals
andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de
parkeerplaats geparkeerd. Pas de posi-
tie van de auto indien nodig handmatig
aan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 338 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM
Page 340 of 586

339
4
COROLLA HV_TMMT_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan
worden bediend of
wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van
de onderstaande meldingen weergege ven op het multi-informatiedisplay. Neem de
juiste maatregelen overeenkomstig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
“IPA System Check Visit Your Dealer”
(IPA-systeemcontrole. Ga naar uw
dealer.)
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
→Zet het contact UIT en start vervolgens het
hybridesysteem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als de melding opnieuw
wordt weergegeven.
“Currently Unavailable” (momenteel
niet beschikbaar)
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
→ Zet het contact UIT, wacht een poosje en start
vervolgens het hybridesysteem weer.
Het hybridesysteem werkt niet.
→Schakel het hybridesysteem in.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vui l, o.i.d. op een sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
→ Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
→Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem
weer normaal werken.
De 12V-accu is verwijderd en weer geplaatst.
→Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht
vooruit met een snelheid van ongeveer 35
km/h of hoger.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rij-
snelheid hoger is dan 30 km/h.
→Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of lager is.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12N58E_1_1912.book Page 339 Thursday, October 3, 2019 10:56 AM