TOYOTA HIGHLANDER 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2020Pages: 568, PDF Size: 97.56 MB
Page 251 of 568

251
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het sy steem uitgeschakeld
en gaat het controlelampje voor de
stand-bystand van het Brake Hold-systeem
uit. Wanneer een van deze omstandigheden
zich voordoet terwijl het systeem de remmen
vasthoudt, klinkt een waarschuwingszoemer
en wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat
geval klinkt een zoemer en verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het systeem
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In
deze situatie kan het nodig zijn dat de
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer
en het multi-informatiedisplay zal de
bestuurder over de situatie informeren.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal
niet automatisch gedeactiveerd worden als
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremsc hakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 247)
■Wanneer een controle door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige nodig
is
Als het controlelampje stand-bystand Brake
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake
Hold-systeem is voldaan, is het systeem
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij extra moet opletten. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzingen
op.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 251 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 252 of 568

2524-2. Rijprocedures
HIGHLANDER HV_EE
■Als het controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking knippert
→ Blz. 490
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto in
een dergelijke situatie mogelijk niet stil-
houden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u
stilhoudt op een glad wegdek.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen
voor langdurig gebruik bij het parkeren van
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl
het systeem de remmen vasthoudt, wor-
den de remmen mogelijk gelost, waardoor
de auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in stand P
en activeer de parkeerrem wanneer u de
startknop bedient.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 252 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 253 of 568

253
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1
De koplampen, de dagrijver-
lichting ( →Blz. 253) en alle verlich-
ting die hieronder genoemd is,
worden automatisch in- en uitge-
schakeld.
(Als het contact AAN staat.)
2 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
3 De koplampen en alle hierbo-
ven genoemde lichten gaan bran-
den.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting autom atisch ingeschakeld
als het hybridesysteem wordt gestart en de
parkeerrem wordt gedeactiveerd met de licht-
schakelaar in de stand . (Brandt helder-
der dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor
gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signa-
leren, waardoor het automatische koplamp-
systeem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Wanneer de lichtschakelaar in stand
of staat: De koplampen en mistlam-
pen voor worden automatisch uitgescha-
keld wanneer het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle verlichting
worden automatisch ui tgeschakeld als het
contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting w eer in te schakelen,
het contact AAN of zet de lichtschakelaar
eenmaal in de stand en daarna weer in
de stand of .
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 253 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 254 of 568

2544-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
HIGHLANDER HV_EE
■Energiebesparende functie 12V-accu
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de lichtschake-
laar in de stand of staat terwijl het
contact UIT wordt gezet, schakelt de energie-
besparende functie van de 12V-accu alle ver-
lichting na ongeveer 20 minuten automatisch
uit. Wanneer het contact AAN wordt gezet,
wordt de energiebesparende functie van de
12V-accu uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de
12V-accu eenmaal uitgeschakeld en vervol-
gens weer geactiveerd. Alle verlichting gaat
20 minuten nadat de energiebesparende
functie van de 12V-accu weer is geactiveerd
automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 537)
1 Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2 Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden
ingeschakeld wanneer het contact UIT
staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem weer
los om de verlichting uit te schakelen.OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet is ingeschakeld.
Inschakelen van het grootlicht
Extended Headlight Lighting
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 254 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 255 of 568

255
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
De koplamphoogte kan worden afge-
stemd op het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading.
1
Verhogen van de koplamphoogte
2 Verlagen van de koplamphoogte
■Aanwijzing voor instellen van de
koplamphoogte
Auto's zonder ergonomisch geheu-
gen
Auto's met ergonomisch geheugenDraaiknop koplampverstelling
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder en
voorpassagierGeen0
Bestuurder,
voorpassagier
en achterste
zitplaatsen
bezet
Geen1
Alle zitplaatsen
bezetGeen2
Alle zitplaatsen
bezetMaximale bela-
ding3
BestuurderMaximale bela-
ding4
Aantal inzittenden en hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder en
voorpassagierGeen0
Bestuurder,
voorpassagier
en achterste
zitplaatsen
bezet
Geen1
Alle zitplaatsen
bezetGeen2
Alle zitplaatsen
bezetMaximale bela-
ding2,5
BestuurderMaximale bela-
ding3,5
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 255 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 256 of 568

2564-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
HIGHLANDER HV_EE
1 Druk de Automatic High
Beam-schakelaar in.
2 Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
en uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch ingeschakeld (na ongeveer 1
seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 30 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 25 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers niet kunnen worden gesignaleerd als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen in de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
Automatic High Beam
Het Automatic Hi gh Beam-sys-
teem gebruikt een camerasensor
aan de bovenzijde van de voorruit
om de helderheid van de verlich-
ting van tegenliggers en voorlig-
gers, straatverlichting, enz. te
beoordelen en schakelt, indien
nodig, het grootlicht automatisch
in en uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 256 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 257 of 568

257
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
HIGHLANDER HV_EE • Wanneer de verlichting van tegenliggers of
voorliggers niet is ingeschakeld
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan heeft terwijl de kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende
objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht
mogelijk ingeschakeld.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage in de auto
●Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht
in- of uitgeschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem
de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of gaat
het grootlicht knipperen of worden voet-
gangers, tegenliggers of voorliggers ver-
blind. Als dat het geval is, moet handmatig
geschakeld worden tussen grootlicht en
dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camerasensor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen • Als de koplampen of achterlichten van
tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk spiegelend is, zoals een container op een
truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bij- voorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een
aanhangwagen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht mogelijk knippert of voetgangers of andere
bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg
rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 257 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 258 of 568

2584-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
HIGHLANDER HV_EE
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel in de oorspronkelijke
stand.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.1 Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen voor
in
3 Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, worden alleen de mistachterlichten
uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: De koplampen of parkeer-
lichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn
ingeschakeld.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlichtSchakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitste-
kend zicht bij ongunstige rijom-
standigheden, zoals bij regen of
mist.
Bedieningsinstructies
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 258 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 259 of 568

259
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
HIGHLANDER HV_EE
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers
als volgt:
In de stand AUTO werken de ruitenwis-
sers automatisch wanneer de sensor
signaleert dat het regent. De wissnel-
heid wordt automatisch afgestemd op
de hoeveelheid neerslag en de rijsnel-
heid. In de stand AUTO kan de sensorgevoe-
ligheid worden ingesteld.
1
Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Als de AUTO-modus is geselecteerd,
kan de gevoeligheid van de sensor als
volgt worden afgesteld door aan de
schakelaarring te draaien:
6 Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
Ruitenwissers en
-sproeiers
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voor-
ruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 259 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 260 of 568

2604-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
HIGHLANDER HV_EE
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Auto's met koplampsproeiers: Als de kop-
lampen aan zijn en u de hendel naar u toe
trekt, werken de koplampsproeiers één keer.
Daarna werken de koplampsproeiers elke
vijfde keer dat u de hendel naar u toe trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Wisslag om druppelvorming te voorko-
men
Na enkele slagen volgt een pauze en maken
de wissers nog een slag om de laatste drup-
pels te verwijderen. Deze functie werkt echter
niet tijdens het rijden.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de interval-
werking.
■Regensensor
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sen-
sor. Deze werkt mogelijk niet goed als zon-
licht van de opkomende of ondergaande
zon af en toe op de voorruit valt of als er
insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO wordt gezet terwijl het contact AAN
is, maken de ruitenwissers één wisbewe-
ging om aan te geven dat de stand AUTO
is ingeschakeld.
●Wanneer de sensorgevoeligheidsring in de
stand AUTO naar een hoge gevoeligheid
wordt gedraaid, werken de ruitenwissers
één keer om aan te geven dat de gevoelig-
heid is verhoogd.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger is, of -15°C of lager, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere modus dan AUTO.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aanwe-
zig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking
wanneer de buitentemperatuur 5°C of lager is
en het contact AAN staat.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 260 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM