ECU TOYOTA HIGHLANDER 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2023Pages: 498, PDF Size: 69.85 MB
Page 31 of 498
Onderdelen SRS-airbagsysteem
AVoorpassagiersairbag
BControlelampjes PASS AIR BAG ON
en PASS AIR BAG OFF
CSide airbags voor
DCurtain airbags
ESensoren aanrijding opzij (achter)
FWaarschuwingslampje SRS
GBestuurdersairbag
HSensoren aanrijding opzij
(voorportier)
IGordelspanners en
spankrachtbegrenzers
JKnie-airbag bestuurder
KSensoren frontale aanrijding
LAirbag-ECU
MAan/uit-schakelaar airbag
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld. Het
SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren van de
airbags zorgt een chemische reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags
snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzittenden te helpen
beperken.
Als de SRS-airbags worden geactiveerd
• U kunt lichte schaafplekken,
brandwonden, kneuzingen, e.d.
oplopen als gevolg van de zeer hoge
snelheid waarmee de airbags worden
geactiveerd door hete gassen.
• Er is een luide knal hoorbaar en er
komt wit poeder vrij.
• Gedurende enkele minuten na het
activeren van de airbags kunnen de
onderdelen van de airbagmodule
(stuurwielnaaf, afdekkap airbag enontstekingsmechanisme) evenals de
voorstoelen, delen van de voor- en
achterstijlen en de daklijstbekleding
nog heet zijn. De airbag zelf kan ook
heet zijn.
• De voorruit kan barsten.
• Het hybridesysteem wordt uitgezet en
de brandstoftoevoer naar de motor
wordt gestopt. (→Blz. 65)
• Alle portieren worden ontgrendeld.
(→Blz. 110)
1 .1 Voor een veilig gebruik
29
1
Veiligheid en beveiliging
Page 49 of 498
Informatie aanbevolen baby- en kinderzitjes
Aanbevolen
baby- of kin-
derzitjeMaatPlaatsingsrich-
tingBevestiging
Vastgezet met
een onderste
bevestigings-
puntVastgezet met
een veiligheids-
gordel
MAXI COSI CA-
BRIOFIXMinder dan 13 kg Alleen tegen de
rijrichting inNiet van toepas-
singJa
BRITAX TRIFIX
2 i-SIZE76 - 105 cm
Alleen in de rij-
richtingJaNiet van toepas-
sing 9-18kg
TOYOTA KIDFIX
i-SIZE
*
100 - 150 cm
Alleen in de rij-
richtingJa Nee
15-36kg
TOYOTA MA XI
PLUS15 - 36 kg Alleen in de rij-
richtingJa Nee
*Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om hem vast te maken.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten de EU
en het Verenigd Koninkrijk.
• Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuard
Azoals aangegeven in de
afbeelding.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veiligheids-
gordel
Blz. 48
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
47
1
Veiligheid en beveiliging
Page 335 of 498
– Als het reservewiel zich op een
plaats bevindt waar een slechte
ontvangst van radiosignalen is.
*
– Als er banden zonder
bandenspanningssensoren en
-zenders zijn gebruikt.
– Als de identificatiecode op de
bandenspanningssensoren en
-zenders niet is geregistreerd in de
bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU.
*Alleen auto's met een volwaardig
reservewiel
• In de volgende situaties kunnen de
prestaties worden beïnvloed.
– In de buurt van een
televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven
of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
– Als u een draagbare radio, mobiele
telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos
communicatiemiddel bij u draagt
• Als de bandenpositiegegevens niet
juist worden weergegeven als gevolg
van slechte ontvangst van de
radiogolven, kan de weergave worden
hersteld door verder te rijden en zo de
ontvangst van de radiogolven te
veranderen.
• Wanneer de auto geparkeerd is, kan
het langer duren voordat de
waarschuwing verschijnt of verdwijnt.
• Wanneer de bandenspanning snel
daalt, zoals bij een klapband, dan
verschijnt de waarschuwing mogelijk
niet.
Waarschuwingen
bandenspanningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
is gebaseerd op de omstandigheden
waaronder het systeem geïnitialiseerd
is. Daarom laat het systeem mogelijk
zelfs een waarschuwing zien wanneer debandenspanning niet laag genoeg is of
wanneer de druk hoger is dan de druk
die was ingesteld tijdens het initialiseren
van het systeem.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren en
-zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren
en -zenders geplaatst worden, moeten de
identificatiecodes van deze componenten
worden geregistreerd in de
bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de
bandenspanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. (→Blz. 336)
Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de
bandenspanningssensor en -zender niet
is geregistreerd, werkt het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer
10 minuten rijden gaat het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden
om aan te geven dat er een storing in het
systeem aanwezig is.
OPMERKING
Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
• Neem voor het verwijderen en
plaatsen van wielen, banden of
bandenspanningssensoren en
-zenders contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
333
6
Onderhoud en verzorging
Page 383 of 498
AMet een compact reservewiel
BMet een volwaardig reservewiel
Auto's met een compact reservewiel
8. Druk de secundaire grendel
Avolledig in en verwijder de houderBvan het hijsgedeelteC.9. Kantel de houder
Ben voer deze
door de opening in het wiel. Verwijder
vervolgens het hijsgedeelte
C.
Auto's met een volwaardig reservewiel
8. Druk de secundaire grendel
Avolledig in en verwijder de houderBvan het hijsgedeelteC.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
381
7
Bij problemen
Page 387 of 498
3. Laat de auto zakken.
4. Draai iedere moer twee of drie keer aan in de volgorde die in de afbeeldingis aangeven.
Aanhaalmoment: 103 Nm(10,5 kgm, 76 ftlbf )
WAARSCHUWING!
Opbergen van een lekke band
Als u de beschreven stappen van het opbergen van het wiel niet uitvoert,kan de reservewieldrager beschadigdraken waardoor u het wiel kuntverliezen en een ongeval kuntveroorzaken, waardoor dodelijk ofernstig letsel kan ontstaan.
Berg de lekke band, de krikslinger en
het gereedschap op
1. Verwijder de naafdop door deze vanaf de achterzijde uit de velg te drukken.
Raak de naafdop niet kwijt.
2. Plaats het wiel rechtop tegen de bumper, met de binnenzijde naar u toegericht. Voer het hijsgedeelteCende houderBdoor de opening in hetwiel.
3. Druk de secundaire grendelAvolledig in en plaat de houderBop het hijsgedeelteC.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
385
7
Bij problemen
Page 399 of 498
Als de 12V-accu verwijderd of
ontladen is
•
De in de ECU opgeslagen informatie
wordt gewist. Laat wanneer de 12V-
accu volledig is ontladen de auto
nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Sommige systemen moeten mogelijk
worden geïnitialiseerd. (→Blz. 425)
Bij het losnemen van de 12V-accuklemmen
Wanneer de 12V-accuklemmen worden
losgenomen, wordt de in de ECU
opgeslagen informatie gewist. Neem
voordat u de 12V-accuklemmen
losneemt contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen,
zelfs wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke
ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere
tijd niet gebruikt wordt, kan de 12V-accu
ontladen en kan het hybridesysteem
mogelijk niet meer worden gestart. (De
12V-accu laadt automatisch op wanneer
het hybridesysteem in werking is.)
Bij het opladen of vervangen van de
12V-accu
•
Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het
in sommige gevallen niet mogelijk om de
portieren te ontgrendelen met het
Smart entry-systeem met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
• Mogelijk start het hybridesysteem
niet bij de eerste poging nadat de
12V-accu weer is opgeladen, maar
start hij wel normaal na de tweede
poging. Dit duidt niet op een storing.•
De stand van het contact wordt door de
auto geregistreerd. Wanneer de 12V-
accu weer wordt aangesloten, keert het
systeem terug naar de stand die was
geselecteerd voordat de 12V-accu
ontladen was. Zorg dat het contact UIT
staat voordat de 12V-accu wordt losge-
nomen. Wees extra voorzichtig bij het
aansluiten van de 12V-accu wanneer u
niet zeker weet in welke stand het con-
tact stond voordat de 12V-accu werd
opgeladen.
• Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: De elektrisch bedienbare
achterklep moet worden
geïnitialiseerd. (→Blz. 120)
Vervangen van de 12V-accu
• Gebruik een 12V-accu van het type
met centrale ontgassing (Europese
wetgeving).
• Gebruik een 12V-accu van hetzelfde
formaat als de vorige (LN2), met een
gelijkwaardige capaciteit van 20 uur
(20HR) (55 Ah) of meer, en een
gelijkwaardige startkracht (CCA) van
345 A of meer.
– Als het formaat verschilt, kan de
12V-accu niet goed worden
bevestigd.
– Als de capaciteit laag is, zelfs als de
auto korte tijd niet gebruikt is, kan
de 12V-accu ontladen en kan het
hybridesysteem mogelijk niet meer
worden gestart.
•
Gebruik een 12V-accu met een hand-
greep. Als u een 12V-accu zonder
handgreep gebruikt, zal het verwijderen
moeilijker gaan.
• Bevestig, na vervanging, de volgende
onderdelen stevig aan de
uitlaatopening van de 12V-accu.
– Gebruik de uitlaatslang die vóór
vervanging aan de 12V-accu was
bevestigd en controleer of deze
goed in de opening van de auto is
bevestigd.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
397
7
Bij problemen