USB TOYOTA HIGHLANDER 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2023Pages: 498, PDF Size: 69.85 MB
Page 15 of 498

ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 82, blz. 90
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 176
CAfstandsschakelaar blz. 225
DCruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik blz. 220
EAfstandsbediening audiosysteem*2
FToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 211
GTelefoontoets*2
HSpraaktoets*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
AUSB-aansluiting*
BUSB-laadaansluitingen blz. 303
CAccessoireaansluiting blz. 310
DSchakelaar Trail-modus blz. 263
EEV-modusschakelaar blz. 175
FSchakelaar VSC OFF blz. 266
GBrake Hold-schakelaar blz. 183
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
13
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 20 of 498

ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 82, blz. 90
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 176
CAfstandsschakelaar blz. 225
DCruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik blz. 220
EAfstandsbediening audiosysteem*2
FToets LTA (Lane Tracing Assist)
blz. 211
GTelefoontoets*2
HSpraaktoets*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
AAccessoireaansluiting blz. 310
BUSB-laadaansluitingen blz. 303
CUSB-aansluiting*
DRijmodusselectieschakelaar blz. 262
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
18
Page 300 of 498

Extra opbergvakken
Dakconsole (indien aanwezig)
Druk op het deksel.
Dashboard bestuurderszijde
Trek aan de lip om het vak te openen.
WAARSCHUWING!
Voorwerpen die niet geschikt zijn om
op te bergen (dak)
Berg geen voorwerpen op die zwaarder
zijn dan 200 g. Zwaardere voorwerpen
kunnen ervoor zorgen dat het extra
opbergvak opengaat, waardoor het
voorwerp naar buiten kan vallen en
letsel kan veroorzaken.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
(dashboard bestuurderszijde)
Houd het extra opbergvak tijdens het
rijden gesloten. Anders kunt u in geval
van een ongeval of plotseling remmen
letsel oplopen.Open opbergvak
Instrumentenpaneel
Voorzijde console
Kabeldoorvoer (dashboard)
Het open opbergvak is voorzien van een
opening waar kabels vanaf de
USB-aansluiting, USB-laadaansluitingen
of accessoireaansluiting doorheen
kunnen worden gevoerd.
Verwijder de kap.
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
298
Page 305 of 498

5.4 Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
5.4.1 Overige voorzieningen in
het interieur
USB-laadaansluitingen
De USB-laadaansluitingen worden
gebruikt om externe apparaten bij 5 V van
3 A aan stroom te voorzien. De
USB-laadaansluitingen zijn uitsluitend
bedoeld voor opladen. Ze zijn niet
ontworpen voor het overbrengen van
gegevens of andere doeleinden.
Afhankelijk van het draagbare apparaat
wordt er mogelijk niet goed opgeladen.
Raadpleeg de handleiding van het
apparaat voordat u de laadaansluiting
gebruikt.
Gebruik van de USB-laadaansluitingen
Op het instrumentenpaneel
Achterzijde van consolevak
Open de klep.De USB-laadaansluitingen kunnen
worden gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Situaties waarin de USB-laadaan-
sluitingen mogelijk niet goed werken
• Als er een apparaat dat meer dan 3 A
bij 5 V verbruikt, wordt aangesloten
•
Als er een apparaat dat is ontworpen
voor communicatie met een pc, zoals
een USB-geheugen, wordt aangesloten
• Als het aangesloten externe apparaat
wordt uitgeschakeld (afhankelijk van
het apparaat)
• Als de temperatuur in de auto hoog is,
bijvoorbeeld nadat de auto in de zon
heeft gestaan
Over aangesloten externe apparaten
Afhankelijk van het aangesloten externe
apparaat wordt het opladen mogelijk
een enkele keer onderbroken en
vervolgens weer gestart. Dit duidt niet
op een storing.
OPMERKING
Voorkomen van schade aan de
USB-laadaansluitingen
• Steek geen vreemde voorwerpen in de
aansluitingen.
• Mors geen water of andere
vloeistoffen in de aansluitingen.
•
Sluit de klepjes als de USB-
laadaansluitingen niet worden gebruikt.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die
in een aansluiting terechtkomen,
kunnen kortsluiting veroorzaken.
• Oefen geen overmatige kracht uit op
de USB-laadaansluitingen en stel ze
niet bloot aan hevige schokken.
• Demonteer of wijzig de
USB-laadaansluitingen niet.
Voorkomen van schade aan externe
apparaten
•
Laat externe apparaten niet achter in de
auto. De temperatuur in de auto kan
hoog oplopen, waardoor het externe
apparaat beschadigd kan raken.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
303
5
Voorzieningen in het interieur
Page 306 of 498

OPMERKING(Vervolg)
• Druk niet op een extern apparaat of de
kabel ervan en oefen er geen
onnodige druk op uit terwijl het
apparaat is aangesloten.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de USB-laadaansluitingen niet
gedurende lange tijd wanneer het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
Draadloze lader (indien aanwezig)
U kunt een draagbaar apparaat, zoals een
smartphone of mobiele telefoon, opladen
door het simpelweg op het laadgebied te
plaatsen, mits het apparaat compatibel is
met de Qi draadloze-laadstandaard van
het Wireless Power Consortium.
De draadloze lader kan niet worden
gebruikt met draagbare apparaten die
groter zijn dan het laadgebied. Daarnaast
werkt de draadloze lader mogelijk niet
goed, afhankelijk van het draagbare
apparaat. Raadpleeg de handleiding van
het draagbare apparaat.
Symbool “Qi”
Het symbool “Qi” is een handelsmerk van
het Wireless Power Consortium.
Namen van alle onderdelen (type A)
AWerkingsindicator
BLaadgebied
COplaadvak
Namen van alle onderdelen (type B)
AVoedingsschakelaar
BWerkingsindicator
CLaadgebied
DOplaadvak
Gebruik van de draadloze lader (type A)
Plaats een draagbaar apparaat op het
laadgebied met het laadoppervlak naar
beneden gericht. De laadspoel bevindt
zich bij sommige apparaten niet in het
midden. Plaats in dat geval het apparaat
zodanig dat de laadspoel zich in het
midden van het laadgebied bevindt.
Tijdens het laden gaat de
werkingsindicator (oranje) branden.
Wanneer er niet wordt geladen, plaats
dan het draagbare apparaat zo dicht
mogelijk bij het midden van het
laadgebied. Als het laden niet wordt
uitgevoerd, brandt de werkingsindicator
langzaam afwisselend groen en oranje en
is er mogelijk herhaaldelijk een
werkingsgeluid van de laadspoel
hoorbaar.
Wanneer het laden is voltooid, gaat de
werkingsindicator (groen) branden.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
304
Page 490 of 498

Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........216
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........226
Ondersteunde soorten
verkeersborden............232
Ondersteunende systemen.....265
Ondersteunend systeem......196
Overzicht systeem..........256
Overzicht van de ondersteunende
systemen................265
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .259
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................261
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .200
PKSB (Parking Support Brake)* . .253
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................254
RCTA ..................249
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .248
Rijden in de afstandsregelmodus .223
Rijmodusselectieschakelaar. . . .262
RSA (Road Sign Assist)*.......231
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........227
Selecteren van een rijmodus. . . .262
Sensoren................196
Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......200
Soorten sensoren.......260 , 261
Systeemfuncties...........200
Systeem- onderdelen .220 , 236, 240,
248
Toyota Parking Assist-sensor* . . .240
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........241
Toyota Safety Sense.........196
Trail-modus..............263
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........226
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie........259
Voorbeeld van het in werking
treden van de functie........261
Waarschuwingsfunctie.......234
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling
hybridesysteem en remregeling . .255Weergave op het multi-
informatiedisplay...........232
Weergave sensorsignalering,
afstand tot object...........246
Werking Blind Spot Monitor. . . .238
Wijzigen van de ingestelde
snelheid................224
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........225
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....203
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bagageafdekking...........300
Bagagehaken.............299
Bagagenethaken
...........299
Bekerhouders.............296
Consolevak..............296
Dashboardkastje...........296
Extra opbergvakken......298 , 302
Fleshouders..............297
Open opbergvak...........298
Overzicht van
opbergmogelijkheden........295
Plaats van de
opbergmogelijkheden........295
Tashaken................299
Voorzieningen in de
bagageruimte.............299
Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur
Accessoireaansluitingen......310
Armsteun...............310
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............304
Handgrepen..............310
Kledinghaakjes............310
Make-upspiegels...........311
Overige voorzieningen in het
interieur................303
USB-laadaansluitingen.......303
Zonnekleppen.............311
Zonneschermen achterportieren .312
Hybridesysteem
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem . .61
Kenmerken hybridesysteem.....59
Systeemonderdelen.......59,62
Trefwoordenlijst
488