TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2022Pages: 578, PDF Size: 99.29 MB
Page 141 of 578

139
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden
■Ontgrendelschakelaar achterklep
Druk op de ontgrendelschakelaar voor
de achterklep.
■Smart entry-systeem met
startknop
Druk de schakelaar op de achterklep in
terwijl u de elektronische sleutel bij u
hebt.
Wanneer alle portieren zijn ontgrendeld
met behulp van een van de volgende
methodes, kan de achterklep worden
geopend zonder de elektronische sleutel:
Instapfunctie
Afstandsbediening
Schakelaars centra le vergrendeling
Automatische portierontgrendeling
Mechanische sleutel
■Afstandsbediening
Houd de schakelaar ingedrukt.
Er klinkt dan een zoemer.
■Handgreep achterklep
Trek de achterklep aan de greep in de
klep recht naar beneden en duw de
achterklep vervolgens van buitenaf
naar beneden om deze te sluiten.
WAARSCHUWING
●Druk bij het sluite n van de achterklep
licht op de buitenzijde. Wanneer bij het
volledig sluiten van de achterklep
gebruik wordt gemaakt van de lus van
de achterklep, kunnen lichaamsdelen
bekneld raken.
●Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep. Door het extra
gewicht op de achter klep kan de achter-
klep, nadat deze is geopend, plotseling
weer dichtvallen.
Openen/sluiten van de
achterklep
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 139 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 142 of 578

140
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
■Bagageruimteverlichting
●De bagageruimteverlichting gaat branden
als de achterklep wordt geopend.
●Als de bagageruimteverlichting aan wordt
gelaten wanneer het contact UIT wordt
gezet, gaat de verlichting na 20 minuten
automatisch uit.
■Functie die voorkomt dat de achterklep
wordt vergrendeld terwijl de elektroni-
sche sleutel zich in de bagageruimte
bevindt
●Er klinkt een geluidssignaal als de achter-
klep wordt gesloten terwijl alle portieren
zijn vergrendeld en de elektronische sleu-
tel zich in de bagageruimte bevindt.
In dat geval kan de achterklep worden
geopend door op de schakelaar van de
achterklep te drukken.
●Als de elektronische reservesleutel zich in
de bagageruimte bevindt en alle portieren
zijn vergrendeld, kan de beveiligingsfunctie
tegen het insluiten van de sleutel worden
geactiveerd, zodat de achterklep kan wor-
den geopend. Neem alle elektronische
sleutels mee als u de auto achterlaat om
diefstal te voorkomen.
●Als de elektronische sleutel zich in de
bagageruimte bevindt en alle portieren zijn
vergrendeld, wordt de sleutel mogelijk niet
gesignaleerd afhankelij k van de locatie van
de sleutel en de aanwezige radiogolven. In
dit geval kan de beveili ging sleutel insluiten
niet worden geactiveerd, zodat de portie-
ren zullen worden vergrendeld als de ach-
terklep wordt gesloten. Zorg ervoor dat de
sleutel zich niet in de auto bevindt als u de
achterklep sluit.
●De beveiliging sleutel insluiten kan niet
worden geactiveerd als een van de portie-
ren ontgrendeld is. Open in dit geval de
achterklep met het openingssysteem van
de achterklep.
■Gebruik van de mechanische sleutel
De achterklep kan ook worden geopend met
de mechanische sleutel. ( →Blz. 450)
■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de ach-
terklep te ontgrendelen. ( →Blz. 450)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
■Waarschuwingszoemer open portier/
achterklep
→ Blz. 136
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
De schakelaar van het openingssys-
teem van de achterklep kan tijdelijk
worden uitgeschakeld om bagage in de
bagageruimte tegen diefstal te
beschermen.
Schakel de hoofdschakelaar in het
dashboardkastje uit om het openings-
systeem van de achterklep uit te scha-
kelen.
Aan
Uit
De achterklep kan nu ook niet worden
geopend met de afstandsbediening of de
instapfunctie.
■Wanneer u een sleutel achterlaat bij een
parkeerwachter
→ Blz. 132
Beveiligingssysteem
bagageruimte
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 140 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 143 of 578

141
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden■Plaats van antenneAntennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen ongeveer 0,7 m van een bui-
tenportiergreep bevindt. (Alleen de portieren
die de sleutel signaleren, kunnen worden
geopend of gesloten.)
Bij het openen van de achterklep
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich binnen 0,7 m van de knop voor het
ontgrendelen van de achterklep bevindt.
Bij het starten van het brandstofcelsys-
teem of veranderen van de standen van
het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel
zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Er gaat een alarm af en op het multi-informa-
tiedisplay worden waarschuwingsmeldingen
weergegeven om een ongeval of diefstal van
de auto als gevolg van onjuist gebruik te
voorkomen. Wanneer er een waarschuwings-
melding wordt weergegeven, neem dan de
juiste maatregelen op basis van de weerge-
geven melding. ( →Blz. 433)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●Wanneer het buiten de auto hoorbare
alarm gedurende 5 seconden één keer
klinkt
Smar t entr y-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt,
bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( →Blz. 133)
Openen van de achterklep
(→Blz. 139)
Starten van het brandstofcel-
systeem (→Blz. 178)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 141 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 144 of 578

142
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
●Als het alarm in de auto continu klinkt
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Key Detected in Vehicle” (sleutel
gesignaleerd in de auto) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
Er is geprobeerd de portieren te vergrende-
len met het Smart entry-systeem met start-
knop terwijl de elektroni sche sleutel zich nog
in de auto bevond. Neem de elektronische
sleutel uit de auto en vergrendel de portieren
opnieuw.
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl er nog een portier geopend was.Sluit alle portie-ren en vergren-
del ze opnieuw.
De achterklep werd geslo- ten terwijl de elektroni-
sche sleutel zich nog in de bagageruimte bevond en
alle portieren waren vergrendeld.Neem de
elektronische
sleutel uit de
bagageruimte
en sluit de
achterklep.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in de
stand ACC gezet terwijl het bestuurdersportier
geopend was (het bestuur-
dersportier werd geopend terwijl het contact in de stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het bestuurders- portier.
Het contact werd UIT
gezet terwijl het bestuur-
dersportier geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 142 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 145 of 578

143
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden
■Omstandigheden die de werking kunnen
beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken: (Oplossingen: →Blz. 449)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of elektromag-
netische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiem iddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een andere elektronische sleutel of afstandsbediening die radiogolven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radio-
golven worden verzonden.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgen de gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of te hoog of te dicht bij
het midden van de achterbumper bij het
ontgrendelen van de achterklep.
• De elektronische sleutel ligt op het dash- board, de hoedenplank of de vloer achter
of in een portiervak of het dashboardkastje
als het brandstofcelsysteem wordt gestart
of de standen van het contact worden
gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt de sleutel mogelijk
gesignaleerd door de antenne buiten het
interieur en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waar-
door de elektronische sleut el mogelijk in de
auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het brandstofcel-
systeem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zich in de buurt van
de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 143 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 146 of 578

144
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dit geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 142)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de
portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleutel
binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 142)
■Voor een juiste bediening van het
systeem
●Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de
auto als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist functio-
neert. (Het alarm kan per ongeluk afgaan of
de functie die voorkomt dat de portieren per
ongeluk worden vergrendeld, werkt wellicht
niet.)
●Laat de elektronische sleutel niet in de
bagageruimte achter.
De beveiligingsfunctie tegen het insluiten
van de sleutel functioneert mogelijk niet als
de sleutel zich op bepaalde locaties
bevindt, zoals in de binnenrand van de
bagageruimte, of door de omstandighe-
den waarin de sleutel zich bevindt (zoals in
een tas van metaal(folie) of dicht bij een
metalen voorwerp) of in de buurt van sto-
rende radiogolven. ( →Blz. 140)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren en de achterklep: →Blz. 450
●Starten van het brandstofcelsysteem:
→Blz. 451
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 144 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 147 of 578

145
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
Voordat u gaat rijden
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren en openen van de achterklep:
Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. (→ Blz. 133, 139,
450)
●Starten van het brandstofcelsysteem en
wijzigen van de standen van het contact:
→ Blz. 451
●Uitschakelen van het brandstofcelsysteem:
→ Blz. 181
■Verklaring
→ Blz. 518
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
●Mensen met geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers of
geïmplanteerde hartdefibrillatoren
moeten voldoende afstand bewaren tot
de antennes van het Smart entry-
systeem met startknop. ( →Blz. 141)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie
worden uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de
frequentie van de radiogolven en de
momenten waarop deze worden
uitgezonden, contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Raadpleeg vervolgens uw
arts om na te gaan of de instapfunctie
moet worden uitgeschakeld.
●Gebruikers van elektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en geïm-
planteerde hartdefibrillatoren moeten
contact opnemen met de fabrikant van
deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van dergelijke
medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het uitschakelen van de instap-
functie.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 145 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 148 of 578

146
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
4-3.Verstellen van de stoelen
■Schakelaars stoelverstellingStoelpositieverstelling
Rugleuningverstelling
Hoekverstelling zitting (voorzijde)
(bestuurderszijde)
Hoogteverstelling
(bestuurderszijde)
Lendensteunverstelling
(bestuurderszijde)
■Wanneer de stoel wordt versteld
Let er bij het verstellen van de stoel op dat de
hoofdsteun het dak niet raakt.
■Power Easy Access-systeem (indien
aanwezig)
De bestuurdersstoel en het stuurwiel worden
automatisch versteld in overeenstemming
met de stand van het contact en de toestand
van de veiligheidsgordel van de bestuurder.
( → Blz. 147)
Voorstoelen
WAARSCHUWING
■Wanneer de positie van de stoel
wordt versteld
●Let er bij het verstellen van de positie
van de stoel op dat de stoel de overige
inzittenden van de auto niet raakt, omdat
deze hierdoor wellicht letsel zouden
kunnen oplopen.
●Houd uw handen niet onder de stoel of
in de buurt van bewegende onderdelen
om letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld
kunnen raken in het stoelmechanisme.
●Zorg ervoor voor dat er voldoende
ruimte overblijft voor de voeten, zodat
ze niet vast komen te zitten.
■Stoel afstellen
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding
onder de veiligheidsgordel doorschuift, is
het raadzaam de leuning niet verder ach-
terover te zetten dan strikt noodzakelijk is.
Als de rugleuning te ver achterover staat,
kan bij een ongeval het heupgedeelte over
uw heupen heen schuiven, waardoor er te
veel kracht op uw buik wordt uitgeoefend,
of kan het schoudergedeelte van de gordel
in contact komen met uw nek, waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het
rijden, aangezien de stoel dan onverwachts
kan bewegen. Hierdoor kan de bestuurder
de controle over de auto verliezen.
Procedure voor het verstellen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 146 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 149 of 578

147
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
De bestuurdersstoel en het stuurwiel
worden automatisch versteld zodat de
bestuurder gemakkelijk in en uit de
auto kan stappen.
Als de volgende handelingen zijn uitge-
voerd, worden de bestuurdersstoel en
het stuurwiel automatisch versteld
zodat de bestuurder gemakkelijk in of
uit de auto kan stappen.
De selectiehendel is in stand P
gezet.
Het contact is UIT gezet.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is losgemaakt.
Als een van de volgende handelingen
is uitgevoerd, worden de stoel en het
stuurwiel automatisch teruggezet in de
oorspronkelijke positie.
• Het contact is in stand ACC of ON gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuur- der wordt vastgemaakt.
■Bediening van het Power Easy Access-
systeem
Als u uit de auto stapt, werkt het Power Easy
Access-systeem mogelijk niet als de stoel al
bijna in de achterste positie staat, enz.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
Ergonomisch geheugen*
Deze functie zet de
bestuurdersstoel, het stuurwiel,
de buitenspiegels en het head-up
display (indien aanwezig)
automatisch in de gewenste stand
om het in- en uitstappen te
vergemakkelijken en om aan uw
voorkeur te voldoen.
Er kunnen maximaal twee
verschillende rijposities worden
opgeslagen.
In elke elektronische sleutel kan
de door u gewenste rijpositie
worden opgeslagen, zodat die kan
worden opgeroepen.
Power Easy Access-systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 147 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 150 of 578

148
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
■Procedure voor opslaan
1 Zet het contact AAN.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Zet de bestuurdersst oel, het stuur-
wiel, de buitenspiegels en het head-
up display (indien aanwezig) in de
gewenste positie.
4 Druk, terwijl u de toets SET inge-
drukt houdt of binnen 3 seconden
nadat de toets SET is ingedrukt, op
toets 1 of 2 tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een instel-
ling was opgeslagen, zal deze worden over-
schreven.
■Procedure voor oproepen
1 Zet het contact AAN.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat. 3
Houd een van de toetsen van de rij-
positie die u wilt oproepen ingedrukt
totdat de zoemer klinkt.
■Het oproepen van de stoelpositie halver-
wege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen uit:
●Druk op de toets SET.
●Druk op toets 1 of 2.
●Bedien een van de schakelaars van de
stoelverstelling (schakelt alleen het oproe-
pen van de stoelpositie uit).
●Bedien de schakelaar van de stuurverstel-
ling (schakelt alleen het oproepen van de
stuurwielpositie uit).
■Stoelposities die in het geheugen kun-
nen worden opgeslagen ( →Blz. 146)
De aan de hand van onderstaande procedure
ingestelde posities kunnen in het geheugen
worden opgeslagen:
●Stoelpositieverstelling
●Rugleuningverstelling
●Hoekverstelling zitting (voorzijde)
●Hoogteverstelling
■Bedienen van het ergonomische geheu-
gen nadat het contact UIT is gezet
De opgeslagen posities kunnen gedurende
180 seconden na het openen van het
bestuurdersportier nog worden geactiveerd
en nog eens 60 seconden na het sluiten van
het portier.
■Het ergonomisch geheugen op de juiste
wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat
en de stoel wordt in dezelfde richting bewogen,
dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af
wanneer deze wordt opgeroepen.
Opslaan/oproepen van een
rijpositie
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 148 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM