display TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2022Pages: 578, PDF Size: 99.29 MB
Page 165 of 578

163
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
wordt weergegeven.
De digitale binnenspiegel is
extreem warm.
(Het display wordt geleidelijk aan
schemeriger. Als de temperatuur
blijft stijgen, wordt de digitale bin-
nenspiegel uitgeschakeld.)
Het wordt aangeraden om de
temperatuur in het interieur
terug te brengen om de
temperatuur van de spiegel
terug te brengen.
( verdwijnt wanneer de
spiegel afkoelt.)
Als niet verdwijnt, ook al
is de spiegel koud, laat dan
de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige.
De hendel kan niet goed
worden bediend.De hendel is mogelijk defect.
Schakel over naar de modus
optische spiegel en laat de
auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige.
(Houd de menutoets gedu-
rende ongeveer 10 seconden
ingedrukt om naar de modus
optische spiegel over te
schakelen.)
SymptoomWaarschijnlijke oorzaakOplossing
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 163 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 169 of 578

167
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-5. Openen, sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
Herhaal de procedure vanaf het begin als u
de schakelaar hebt losgelaten terwijl de ruit
nog in beweging was.
Als de ruit in de tegengestelde richting
beweegt en niet volledig kan worden geslo-
ten of geopend, laat dan de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan portierslot gekoppelde werking
ruiten
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de mechanische sleutel.
* (→ Blz. 450)
●De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
worden geopend en gesloten met behulp
van de afstandsbediening.
* (→ Blz. 133)*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingszoemer bij geopende
elektrisch bedienbare ruiten
Er klinkt een zoemer en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay
in het instrumentenpaneel wanneer het con-
tact UIT staat en u het bestuurdersportier
opent terwijl de elektrisch bedienbare ruiten
geopend zijn.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Sluiten van de ruiten
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van de
passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen, te
voorkomen, de elektrisch bedienbare
ruiten niet door kinderen bedienen. Het
kan gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier klem
komt te zitten tussen de elektrisch
bedienbare ruit. Wanneer er een kind in
de auto zit, verdient het aanbeveling om
de blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening te gebruiken. ( →Blz. 168)
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de ruiten
bediend worden.
●Wanneer de elektrisch bedienbare rui-
ten worden bediend met de afstandsbe-
diening of mechanische sleutel, bedien
dan de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaams-
deel bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat kinderen de elektrisch bedienbare
ruit niet bedienen met de afstandsbedie-
ning of mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt
te zitten door het bedienen van de elek-
trisch bedienbare ruit.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 167 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 173 of 578

171
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (→Blz. 115)
Milieuvriendelijk rijden is gemakkelijker te
realiseren door in de zone ECO-acceleratie
te blijven. Verder is het door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven gemakkelijker om
een goede ECO-score te behalen.
●Bij het wegrijden:
Trap, terwijl u binnen de zone ECO-accelera-
tie blijft, het gaspedaal geleidelijk in en acce-
lereer tot aan de gewenste snelheid. Door
niet overmatig snel te accelereren, kan er
een goede ECO-score voor het wegrijden
worden behaald.
●Tijdens het rijden:
Laat, nadat u de gewenste snelheid hebt
bereikt, het gaspedaal los en rijd met een
constante snelheid binnen de zone ECO-
acceleratie. Door binnen de zone ECO-acce-
leratie te blijven, kan er een goede ECO-score
voor het rijden met constante snelheid worden
behaald.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Door bij het decelereren het gaspedaal
vroegtijdig los te laten, kan er een goede
ECO-score voor het tot stilstand brengen van
de auto worden behaald.
■Beperken van het vermogen van het
brandstofcelsysteem (Brake Override-
systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het brandstofcelsysteem
mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
het head-up display (indien aanwezig) ter-
wijl het systeem in werking is. ( →Blz. 429)
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
■Remsysteem met in remschijf geïnte-
greerde parkeerremtrommel
Uw auto is uitgerust met een remsysteem
met in de remschijf geïntegreerde parkeer-
remtrommel. Deze trommelremmen moeten
regelmatig worden bijgesteld. Bij het vervan-
gen van onderdelen van de parkeerrem, die-
nen ze te worden afgesteld. Laat het bijstel-
len uitvoeren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( →Blz. 467)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 171 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 177 of 578

175
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt terwijl het gaspe-
daal wordt ingetrapt, wordt het vermo-
gen van het brand stofcelsysteem
mogelijk beperkt.
Wanneer de selectiehendel in stand
R
* wordt gezet.
Wanneer de selectiehendel vanuit
stand P of R in een andere stand
voor vooruitrijde n, zoals stand D
*,
wordt gezet.
Als het systeem ingeschakeld wordt, ver-
schijnt er een melding op het multi-informa-
tiedisplay. Lees de boodschap en volg de
instructie op.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
■Wegrijregeling
●Wanneer de TRC wordt uitgeschakeld
(→ Blz. 323), werkt ook de wegrijregeling
niet. Als het u niet lukt om met behulp van
de wegrijregeling weg te rijden in modder
of op verse sneeuw, deactiveer dan de
TRC ( →Blz. 323), zodat de auto in zo'n
geval makkelijker wegrijdt.
OPMERKING
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Schade aan het brandstofcelsysteem
door onderdompeling in water
Na het rijden op een overstroomde weg
moet het volgende worden nagekeken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige:
●Brandstofcelsysteem
●Remwerking
●Wijzigingen in peil en kwaliteit van
transmissievloeistof, enz.
●Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de werking
van alle koppelingen, lagers, enz.
Als het regelsysteem voor stand P
beschadigd is door grote hoeveelheden
water, is het wellicht niet mogelijk om
stand P in te schakelen of vanuit stand P
een andere stand in te schakelen. Neem in
dit geval contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Wegrijregeling
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 175 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 180 of 578

178
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
5-2.Rijprocedures
1Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 189)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het
brandstofcelsysteem niet worden gestart.
Wanneer stand N geselecteerd is, kan het
brandstofcelsysteem niet worden gestart.
Zet de selectiehendel in stand P wanneer u
het brandstofcelsysteem start. ( →Blz. 184)
3 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat branden,
werkt het brandstofcelsysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt. Het brandstofcelsysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
4
Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Starten van het brandstofcelsysteem bij
lage temperaturen
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt het brandstof-
celpakket snel opgewarmd met de rest-
warmte van het opwekken van vermogen.
De werkingsgeluiden zullen luider zijn dan
normaal, maar dat duidt niet op een sto-
ring. Afhankelijk van de situatie kunnen de
werkingsgeluiden ook nadat het controle-
lampje READY is gaan branden nog enige
tijd doorgaan. ( →Blz. 87)
●Bij lage temperaturen kan het langer duren
dan normaal voordat het controlelampje
READY gaat branden. In dergelijke geval-
len wordt de voortgangsstatus weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
“FCV System is Warmed Up Waiting...”
(bezig met opwarmen brandstofcelsys-
teem...)
Startknop
Als u de volgende handelingen
uitvoert terwijl u de elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het brand-
stofcelsysteem gestart of worden
de standen van het contact
gewijzigd.
Starten van het
brandstofcelsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 178 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 181 of 578

179
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt “FCV Sys.
OFF Due to Cold Stop in Safe Place See
Owner’s Manual” (brandstofcelsysteem
UIT ten gevolge van kou, stop op een vei-
lige plaats, zie handlei ding) mogelijk weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het uitgangsvermogen wordt tijdelijk
beperkt totdat het brandstofcelsysteem
volledig op bedrijfstemperatuur is.
●Als de tractiebatterij extreem koud is
(temperatuur lager dan ongeveer -30°C)
als gevolg van de buitentemperatuur, kan
het brandstofcelsysteem mogelijk niet
worden gestart. Probeer in dat geval het
brandstofcelsysteem nogmaals te starten
nadat de temperatuur van de tractiebatterij
is opgelopen omdat bijvoorbeeld de bui-
tentemperatuur is gestegen.
■Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 77)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
●Controleer of de tankdopklep gesloten is.
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Sluit de
tankdopklep alvorens het systeem te star-
ten. ( →Blz. 212)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcelauto
→ Blz. 87
■Als de 12V-accu is ontladen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 452om het brand-
stofcelsysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 130
■Omstandigheden die de werking kunnen
beïnvloeden
→Blz. 143
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 143
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop terwijl
u het stuurwiel naar links en rechts draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het brand-
stofcelsysteem in ko rte tijd herhaaldelijk
wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in dat
geval met het bedienen van de startknop.
Na ongeveer 10 seconden zal de elektro-
motor van het stuurslot weer functioneren.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 179 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 183 of 578

181
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 189)
3 Druk op de schakelaar voor stand P.
(→Blz. 184)
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft en of het waarschuwingslampje
parkeerrem brandt.
4 Druk op de startknop.
Het brandstofcelsysteem stopt en de weer-
gave van het instrumentenpaneel dooft (de
schakelstandindicator dooft een paar secon-
den na de weergave van het instrumenten-
paneel).
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
■Uitschakelen van het brandstofcel-
systeem bij lage temperaturen
●Als de startknop wordt ingedrukt en het
brandstofcelsysteem wordt uitgeschakeld
bij lage temperaturen, kan het uitstoten van
water via de uitlaatpijp langer duren dan
normaal om te voorkomen dat de vloeistof
in het brandstofcelpakket bevriest.
●Als “FCV System Purge in Progress Purge
will Stop Automatically” (uitstoot brandstof-
celsysteem bezig, uitstoot stopt automa-
tisch) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, kunt u de auto gewoon
verlaten.
●Het uitstoten van water kan ook langer
duren als het systeem wordt uitgeschakeld
voordat het brandstofcelsysteem volledig
op bedrijfstemperatuur is.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 87)
●Tanken is geen probleem als er water
wordt uitgestoten. Het uitstootproces wordt
na een aantal minuten automatisch uitge-
voerd en er wordt mogelijk een witte mist
uitgestoten. Dit duidt echter niet op een
storing.
■Parkeren van de auto bij koud weer
●Er wordt mogelijk automatisch water uitge-
stoten via de uitlaatpijp, zelfs wanneer het
brandstofcelsysteem is uitgeschakeld, om
te voorkomen dat vloeistof in het brandstof-
celpakket, waterstofleidi ngen, enz. bevriest.
Er kan ook waterdamp worden uitgestoten,
maar dit duidt niet op een storing.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 87)
■Bij een storing in de schakelregeling
Wanneer wordt geprobeerd om het contact
UIT te zetten terwijl de schakelregeling defect
is, wordt het contact mogelijk in stand ACC
gezet. In dit geval kan het contact UIT wor-
den gezet door de parkeerrem te activeren
en nogmaals de startknop in te drukken.
Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als er een
storing aanwezig is in het systeem.
■Functie automatisch selecteren van
stand P
→ Blz. 185
■Uitstoot van water (toets H2O)
→ Blz. 195
Uitschakelen van het
brandstofcelsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 181 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 184 of 578

182
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal in te trappen. (De stand ver-
andert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordtACCES-
SORY (stand ACC) weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen worden
gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordt IGNITION
ON (contact AAN) weergegeven.
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het brandstofcel-
systeem in een noodgeval
●Als u in een noodgeval het brandstofcel-
systeem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 secon-
den ingedrukt of drukt u deze ten minste
3 keer kort achter elkaar in. (
→Blz. 414)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van nood.
Door het uitschakelen van het brandstof-
celsysteem tijdens het rijden verliest u
niet de controle over het stuurwiel of de
remmen. De stuurbekrachtiging werkt
echter niet meer. Hierdoor zal het sturen
veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in
dat geval de auto aan de kant zodra dit
veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Druk op de startknop om het brandstof-
celsysteem opnieuw te starten nadat dit
ten gevolge van een noodsituatie is uit-
geschakeld.
Wijzigen van de standen van
het contact
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 182 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 185 of 578

183
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(brandstofcelsysteem niet in werking) terwijl
de selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan het ontladen van de 12V-accu echter niet
helemaal voorkomen. Laat het contact niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan terwijl het brandstofcelsysteem niet in
werking is.
De Br-modus is geen schakelstand.
(→Blz. 187)
■Als er een melding over een schakel-
handeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan de scha-
kelstand automatisch worden gewijzigd of is
bediening van de selectiehendel mogelijk
vereist. Wijzig in dit geval de schakelstand
aan de hand van de meldingen op het multi-
informatiedisplay.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan zonder
het brandstofcelsysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
Schakelstand
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Schakel-
standDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van het brandstofcelsysteem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden
OPMERKING
■Situaties waarbij storingen in de
schakelregeling mogelijk zijn
Als een van de volgende situaties zich
voordoet, zijn storingen in de schakelrege-
ling mogelijk.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats met een vlakke ondergrond tot stil-
stand, activeer de parkeerrem en neem
vervolgens contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 183 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 186 of 578

184
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Selectiehendel
Bedien de selectiehendel soepel en goed in
de richting van de pijl op de schakelstandindi-
cator.
Beweeg de selectiehendel in de richting van
de pijl en houd hem in deze positie om stand
N in te schakelen.
Laat de selectiehendel na het schakelen
steeds los, zodat hij kan terugkeren naar zijn
normale positie ( ).
Schakelen naar de Br-modus is alleen moge-
lijk als de selectiehendel in stand D staat.
Zorg er bij het schakelen van P naar N, D of R,
van N, Br-modus of R naar P, van D of Br-
modus naar R of van R naar D voor dat het
rempedaal ingetrapt is en dat de auto stilstaat.
Schakelstandindicator
Weergave instrumentenpaneel
De actuele schakelstand licht op.
Wanneer een andere schakelstand dan
stand D of de Br-modus wordt geselecteerd,
wordt het controlelampje Br-modus grijs.
Schakelaar stand P
Breng de auto volledig tot stilstand en acti-
veer de parkeerrem. Druk vervolgens op de
schakelaar voor stand P.
Wanneer de schakelstand gewijzigd wordt
naar P, gaat de schakelaarverlichting bran-
den.
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft.
■Wijzigen van de schakelstand in elke
stand van het contact
●Wanneer het contact in stand ACC of UIT
staat, kan de schakelstand niet worden
gewijzigd.
●Wanneer het contact AAN staat en het
controlelampje READY niet brandt, kan de
schakelstand alleen worden gewijzigd in N.
●Wanneer het controlelampje READY
brandt, kan de schakelstand worden gewij-
zigd van P in D, N of R.
●Wanneer het controlelampje READY knip-
pert, kan de schakelstand vanuit stand P
niet worden gewijzigd, ook al wordt de
selectiehendel bediend. Bedien de selec-
tiehendel nogmaals nadat het controle-
lampje READY na het knipperen blijft bran-
den.
■Wijzigen van de schakelstand vanuit
stand P
●Bedien de selectiehendel terwijl u het rem-
pedaal stevig intrapt. Als u de selectiehen-
del bedient zonder dat u het rempedaal
intrapt, klinkt de zoemer en is schakelen
niet mogelijk.
OPMERKING
●Als de waarschuwingsmelding met
betrekking tot het regelsysteem op het
multi-informatiedisplay verschijnt.
(→ Blz. 433)
●Op het display wordt aangegeven dat er
gedurende meerdere seconden geen
schakelstand is geselecteerd.
Weergave schakelstand en
wijzigen van de schakelstand
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 184 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM