display TOYOTA PROACE VERSO EV 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PROACE VERSO EV, Model: TOYOTA PROACE VERSO EV 2023Pages: 360, PDF Size: 70.25 MB
Page 179 of 360

179
Rijden
6
De sensoren detecteren geen obstakels die te laag (trottoirbanden, drempels) of te dun (bomen, palen, draadhekken) zijn.Bepaalde obstakels die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich in de dode hoek van het detectiebereik van de sensoren bevinden.Bepaalde materialen (stoffen) kunnen geluidsgolven absorberen: hierdoor worden
voetgangers mogelijk niet gedetecteerd.
NOTIC E
OnderhoudReinig de bumpers, de buitenspiegels en het gezichtsveld van de camera's regelmatig.Houd tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal 30 cm van de radar, sensoren en camera's.
WARNI NG
MattenHet gebruik van matten die niet door TOYOTA zijn goedgekeurd kan de werking van de snelheidsbegrenzer of cruise control belemmeren.Voorkomen dat de pedalen blijven hangen:– Controleer of de mat goed op zijn plaats ligt.
– Leg nooit twee matten op elkaar.
NOTIC E
SnelheidseenhedenAls u in een ander land bent, controleer dan of de snelheidseenheid die door het instrumentenpaneel wordt gebruikt (mph of km/h), overeenkomt met de in dit land geldende eenheid.Zo niet, verander dan bij stilstaande auto de door het instrumentenpaneel gebruikte snelheidseenheid zodat deze overeenkomt met de ter plaatse geldende eenheid.Neem bij twijfel contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Head-up display
Dit systeem projecteert bepaalde informatie op een getint scherm in het directe gezichtsveld van de bestuurder, zodat deze voor het bekijken ervan zijn ogen niet van de weg hoeft af te wenden.
Informatie weergegeven
tijdens de werking
Nadat het systeem is geactiveerd, wordt de volgende informatie gegroepeerd op het head-up display weergegeven:
A.De rijsnelheid.
B.Informatie cruise control/snelheidsbegrenzer.
C.Indien uw auto met deze systemen is uitgerust: informatie over de afstand tussen voertuigen, waarschuwingen van het automatische
noodremsysteem en aanwijzingen van het navigatiesysteem.
D.Indien uw auto met dit systeem is uitgerust: informatie over de snelheidslimiet.
Page 180 of 360

180
NOTIC E
Raadpleeg voor meer informatie over het navigatiesysteem het hoofdstuk Audiosysteem en telematica.
Keuzeknop
1.Aan.
2.Uit (lang indrukken).
3.Instellen van de lichtsterkte.
4.Instellen weergavehoogte.
Inschakelen/uitschakelen
► Druk bij draaiende motor op toets 1 om het systeem in te schakelen en het projectiescherm uit te klappen.
► Houd toets 2 ingedrukt om het systeem uit te schakelen en het projectiescherm in te klappen.De status van het systeem wordt opgeslagen wanneer de motor wordt uitgezet en hersteld wanneer de motor weer wordt gestart.
Hoogteverstelling
► Stel het display bij draaiende motor op de gewenste hoogte af met de toetsen 4:• omhoog om het display hoger af te stellen,• omlaag om het display lager af te stellen.
Instellen helderheid
► Stel bij een draaiende motor de helderheid van het informatiedisplay in met behulp van de toetsen 3:• druk op de “zon” om de lichtsterkte te verhogen,• druk op de “maan” om de lichtsterkte te verlagen.
W ARNI NG
Leg nooit voorwerpen rondom het scherm (of in de uitsparing) zodat het uitklappen en de goede werking van het projectiescherm niet belemmerd worden.
NOTIC E
Bij bepaalde weersomstandigheden (regen en/of sneeuw, zeer zonnig weer, enz.) is de informatie op het head-up display mogelijk tijdelijk minder goed leesbaar.Sommige zonnebrillen kunnen het lezen van de informatie belemmeren.Gebruik een schone, zachte doek (bijvoorbeeld een brillendoekje of microvezeldoekje) om het projectiescherm te reinigen. Gebruik nooit een droge of schurende doek of een schoonmaak- of oplosmiddel, anders kunnen er krassen ontstaan op het projectiescherm of kan de anti-reflecterende laag beschadigd raken.
NOTIC E
Dit systeem werkt bij draaiende motor en de instellingen worden opgeslagen wanneer het
contact UIT wordt gezet.
Page 182 of 360

182
WARNI NG
De eenheden voor de snelheidslimieten (km/h of mph) zijn afhankelijk van het land waarin u rijdt.Houd hier rekening mee om te voorkomen dat u de snelheidslimiet overschrijdt.Als u in een ander land bent, moet de snelheidseenheid die door het instrumentenpaneel wordt aangegeven gelden
voor het land waarin u rijdt. Anders werkt het systeem niet correct.
WARNI NG
Het snelheidslimietherkenningssysteem is een hulpsysteem; het geeft niet altijd de juiste snelheidslimiet aan.De snelheidslimietborden langs of boven de weg hebben altijd prioriteit boven de door het systeem weergegeven snelheidslimieten. Het systeem is ontworpen voor het detecteren van borden die voldoen aan de regels van het Verdrag van Wenen betreffende verkeersborden.
Inschakelen/uitschakelen
De instellingen kunnen worden
gewijzigd via het configuratiemenu van de auto.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Head-up display
1.Weergave van de snelheidslimiet
Weergave snelheid
Het systeem is ingeschakeld, maar detecteert geen informatie over de snelheidslimiet.
Zodra informatie over de snelheidslimiet wordt gedetecteerd, geeft het systeem de waarde weer.
De bestuurder kan, als hij/zij dat wil, zijn/haar snelheid aanpassen op basis van de door het systeem geleverde gegevens.
Beperkingen van het systeem
Het systeem houdt geen rekening met lagere snelheidslimieten die met name in de volgende gevallen van kracht kunnen zijn:– Slecht weer (regen, sneeuw).
– Luchtvervuiling.
Page 183 of 360

183
Rijden
6
– Tijdens slepen of het trekken van een aanhangwagen.– Rijden met een noodreservewiel of sneeuwkettingen.– Rijden met een band die met een bandenreparatieset is gerepareerd.– beginnende bestuurders.Het systeem geeft mogelijk geen snelheidslimiet weer als het gedurende een bepaalde tijd geen
snelheidslimietbord signaleert en in de volgende situaties:– Afgeschermde, beschadigde of vervormde verkeersborden of verkeersborden die niet aan de norm voldoen.– verouderde of onjuiste kaartgegevens.
Opslaan van de ingestelde
snelheid
Aanvullend op de werking van de Snelheidslimietherkenning en advies kan de bestuurder de weergegeven snelheid als snelheidsinstelling aanhouden voor de snelheidsbegrenzer of cruise control met behulp van de toets voor het opslaan van de snelheid voor de snelheidsbegrenzer of cruise control.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de snelheidsbegrenzer, cruise control of Adaptive Cruise Control.
Schakelaars/toetsen aan/op het
stuurwiel
1.Selecteren van de snelheidsbegrenzer/cruise control
2.Opslaan van de ingestelde snelheid
Informatie op het instrumentenpaneel
Head-up display
3.Weergave van de snelheidslimiet.
4.Verzoek om opslaan van de snelheid.
5.Huidige snelheidsinstelling.
Page 185 of 360

185
Rijden
6
5.Afhankelijk van de uitvoering:De met de functie “Opslaan van snelheden” opgeslagen snelheden weergevenofGebruiken van de door de Snelheidslimietherkenning en advies voorgestelde snelheid (weergave MEM)
6.Weergeven en aanpassen van de ingestelde afstand tot de voorligger
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over het opslaan van snelheden of over de Snelheidslimietherkenning en advies.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Head-up display
7.Snelheidsbegrenzer AAN/gepauzeerd.
8.Snelheidsbegrenzer geselecteerd.
9.Ingestelde snelheid.
Inschakelen/onderbreken
► Draai knop 1 in de stand “LIMIT” om de snelheidsbegrenzerfunctie te selecteren; de functie is gepauzeerd.► Als de ingestelde snelheid (laatste in het systeem opgeslagen snelheid) de door u gewenste snelheid is, druk dan op toets 4 om de snelheidsbegrenzer in te schakelen.► Druk nogmaals op toets 4 om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
U hoeft de snelheidsbegrenzer niet in te schakelen om een snelheid in te stellen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid, uitgaande van de actuele rijsnelheid:► Druk kort op toets 2 of 3 om de waarde in stappen van 1,6 km/h te verhogen of te verlagen.► Houd toets 2 of 3 ingedrukt om de waarde in stappen van 8 km/h te verhogen of te verlagen.Wijzigen van de ingestelde snelheid met behulp van de opgeslagen snelheden en het touchscreen:► Druk op toets 5 om de opgeslagen snelheden
weer te geven.► Druk op de toets van het touchscreen om de gewenste snelheid te selecteren.Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde snelheid.Wijzigen van de ingestelde snelheid door deze te vervangen door de snelheid die door de Snelheidslimietherkenning en advies wordt voorgesteld op het instrumentenpaneel:► Druk één keer op toets 5; er verschijnt een melding ter bevestiging van het verzoek om de snelheid op te slaan.► Druk nogmaals op toets 5 om de voorgestelde snelheid op te slaan.Deze snelheid verschijnt direct als nieuwe ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
► Om het geprogrammeerde toerental tijdelijk te overschrijden, drukt u het gaspedaal volledig in.
Page 188 of 360

188
Head-up display
6.Werking cruise control onderbroken/hervat.
7.Cruise control geselecteerd.
8.Ingestelde snelheid.
Inschakelen/onderbreken
► Draai knop 1 in de stand “CRUISE” om de cruise control-functie te selecteren; de functie is gepauzeerd.► Druk wanneer de gewenste snelheid is bereikt op toets 2 of 3 om de cruise control in te schakelen en de actuele rijsnelheid op te slaan als de ingestelde snelheid.► Laat het gaspedaal los.► Druk op toets 4 om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken.► Druk nogmaals op toets 4 om de cruise control weer in te schakelen (ON).
NOTIC E
De werking van de cruise control kan ook tijdelijk worden onderbroken:– door het intrappen van het rempedaal.– door het intrappen van het koppelingspedaal bij uitvoeringen met handgeschakelde transmissie (afhankelijk van de motoruitvoering).– automatisch, als het elektronisch
stabiliteitsprogramma (VSC) in werking treedt.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
De cruise control moet zijn ingeschakeld.Wijzigen van de actuele ingestelde snelheid:► In stappen van +/- 1 km/h: druk zo vaak als nodig kort op toets 2 of 3.► Continu, in stappen van +/- 5 km/h: houd toets 2 of 3 ingedrukt.
WARNI NG
Tijdens het ingedrukt houden van toets 2 of 3 kan de rijsnelheid snel veranderen.
WARNI NG
Stel om veiligheidsredenen een snelheid in die niet al te veel afwijkt van de actuele rijsnelheid. Zo voorkomt u dat de auto onverwacht gaat
accelereren of vaart minderen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid met behulp van de opgeslagen snelheden en het touchscreen:► Druk op toets 5 om de opgeslagen snelheden weer te geven.► Druk op de toets van het touchscreen om de gewenste snelheid te selecteren.Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid door deze te vervangen door de snelheid die door de Snelheidslimietherkenning en advies wordt voorgesteld op het instrumentenpaneel:► Druk één keer op toets 5; er verschijnt een melding ter bevestiging van het verzoek om de snelheid op te slaan.► Druk nogmaals op toets 5 om de voorgestelde snelheid op te slaan.Deze snelheid verschijnt direct als nieuwe ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
Indien noodzakelijk (inhaalmanoeuvre enz.) kunt u de ingestelde snelheid overschrijden door het gaspedaal in te trappen.De cruise control wordt tijdelijk uitgeschakeld en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.Laat het gaspedaal los om terug te keren naar de ingestelde snelheid.
Page 191 of 360

191
Rijden
6
WARNI NG
Selecteer om bruusk accelereren of decelereren van de auto te voorkomen een snelheid die dicht bij de actuele rijsnelheid ligt.
Wijzigen van de ingestelde afstand tot de voorligger
► Druk op 6 om de drempelwaarden voor de
afstand (“Op afstand”, “Normaal” of “Sluiten”) weer te geven en druk er nogmaals op om een drempelwaarde te selecteren.Na enkele seconden wordt de geselecteerde instelling geaccepteerd. Deze blijft in het geheugen bewaard nadat het contact UIT is gezet.
Tijdelijk overschrijden van de ingestelde snelheid
► Trap het gaspedaal in. De afstandsregeling en cruise control blijven uitgeschakeld zolang er wordt geaccelereerd. De snelheid op het instrumentenpaneel knippert.
Uitschakelen van het systeem
► Draai knop 1 omhoog in de stand 0 (UIT).
Informatie op het
instrumentenpaneel
Head-up display
7.Werking cruise control onderbroken/hervat.
8.Weergave van de geselecteerde cruise control-modus of aanpassingsfase rijsnelheid.
9.Ingestelde snelheid.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het head-up display.
Meldingen en
waarschuwingen
NOTIC E
De weergave van deze meldingen of waarschuwingen is niet sequentieel.
“Cruise control onderbroken” of “Cruise control afgebroken” na een korte acceleratie door de bestuurder.“Cruise control actief”, geen voertuig gesignaleerd.“Cruise control actief”, voertuig gesignaleerd.“Cruise control actief en snelheid aangepast”, voertuig te dichtbij gesignaleerd of met een lagere snelheid.“Cruise control actief en snelheid aangepast”, dreigende automatische uitschakeling na het bereiken van een limiet van de cruise control.
“Cruise control onderbroken”, automatische uitschakeling na overschrijding van de snelheidslimiet en geen reactie van de bestuurder.
Page 237 of 360

237
Praktische informatie
7
Interieur
WARNI NG
Reinig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.Vloeistof die in een beker of andere open houder wordt vervoerd en wordt gemorst, kan schade veroorzaken aan de instrumenten en bedieningselementen en de schakelaars in de middenconsole. Wees alert!Reinig het instrumentenpaneel, touchscreens en andere displays door ze voorzichtig af te nemen met een zachte, droge doek. Breng geen schoonmaakproducten (alcohol, desinfectiemiddel) of zeepsop rechtstreeks aan op deze oppervlakken - kans op beschadiging!
Carrosserie
Hoogglanslak
WARNI NG
Gebruik voor het reinigen van de carrosserie geen schurende producten of oplosmiddelen, benzine of olie.Gebruik nooit een schuurspons om hardnekkige vlekken weg te krijgen. Kans op krassen op het lakwerk!Gebruik geen autowas in fel zonlicht of op onderdelen van kunststof of rubber.
NOTIC E
Gebruik een zachte spons en zeepsop of een pH-neutraal product.Veeg de auto af met een schone microvezeldoek.Breng autowas aan op een schone en droge auto.Houd u aan de op het product vermelde gebruiksaanwijzing.
Getextureerde lak
Dit type lak reageert onder invloed van licht, door variaties in het uiterlijk en de afwerking die de lijnen en contouren van de auto accentueren. De afwerklaag is verrijkt met deeltjes die zichtbaar
blijven en zorgen voor een unieke satijnglans met
reliëf. Dankzij de licht korrelige structuur voelt de auto verrassend aan.
WARNI NG
Maak nooit schoon zonder water te gebruiken.Was uw auto nooit in een automatische wasstraat met rolborstels.Selecteer nooit het programma met
hotwaxafwerking.Gebruik nooit hogedruklansen met een borstel: kans op krassen in de lak!Breng nooit glanspolish of conserveringsmiddelen aan op de carrosserie of lichtmetalen velgen; deze producten leggen glanzende of gevlekte gebieden onherstelbaar bloot.
NOTIC E
Kies voor hogedrukreiniging of in elk geval een hogedrukwaterstraal.Spoel de auto af met gedemineraliseerd water.Gebruik alleen een schone microvezeldoek voor het schoonvegen van de auto. Beweeg hem over de auto zonder te wrijven.Veeg gemorste brandstof voorzichtig van de carrosserie met een zachte doek en laat de
carrosserie drogen.Maak kleine verontreinigingen (bijv. vingerafdrukken) schoon met een onderhoudsproduct dat wordt aanbevolen door TOYOTA.
Page 341 of 360

341
Alfabetische index
Bluetooth-verbinding 287, 302–303, 323, 328–329Boordcomputer 25–27Boordgereedschap 240–241Brandstof 8, 206Brandstofadditief 229–230Brandstofniveaumeter 206–208Brandstoftank 206, 206–208, 208
Brandstof tanken 207–208Brandstoftank leeg (diesel) 239Brandstofverbruik 8Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 207–208Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 207–208Buitenspiegels 59, 95, 198–200
C
Carrosserie 237Carrosserie-onderhoud 237CD 284, 299CD MP3 284–285, 299CD-/MP3 -speler 284–285Centrale vergrendeling 31, 36, 41Claxon 11 6Configuratie van de auto 27–28Connectiviteit 321Contact 159–160, 330Contact aangezet 160Controlelampjes 12–13Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle 20
Controlepaneel 2 11, 213Controles 226, 229–231
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 282–283, 298, 326
Dagteller 24Dashboardkastje 77–78Datum (instellen) 30, 306, 333Datum instellen 30, 306, 333Derde remlicht 255Detectie obstakels 200Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 175–176, 245, 250De tractiebatterij laden 213Dieselmotor 206, 226, 239, 268Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 282, 298, 326Dimlicht 103, 252Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer) 25Display instrumentenpaneel 25Dodehoekbewaking 198–199, 200Dubbele cabine met vaste achterbank 75–76Dubbele cabine met wegklapbare bank 76Dynamische noodrem 163–165
E
Eco-mode ~ Eco-modus 221Eco-rijden (adviezen) 8ECO-stand 173Eendelige vaste bank 65–67Een lamp vervangen (achterdeuren) 254Electronic Stability Program (ESC) 11 7, 120
Elektrisch bedienbare schuifdeur 36–37, 42–43, 45Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 162–165, 230Elektrische ruitbediening 52Elektrisch verstelbare stoelen 55–56Elektromotor 5, 9, 28, 160, 209, 223, 226, 260, 264, 272Elektronische remdrukregelaar (REF) 11 6Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 11 6–11 7Elektronische sleutel 31, 161Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 156Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 11 7–11 8, 120Energiestromen 28Etiketten 6, 64–65Extra verwarming 50, 96–98
Page 342 of 360

342
F
Flacon AdBlue® 233Flessenhouder 77Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 105–106Frequentie (radio) 325Functie snelweg (richtingaanwijzers) 104
G
Gekoppeld navigatiesysteem 318–321Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto) 11 6, 155Geluidssignaal voor voetgangers (elektrische auto) 11 6, 155Geprogrammeerd laden 29, 219Geprogrammeerd laden (elektrische auto) 28–29, 210, 217Gereedschap 241, 246Gereedschapskist 240–241Gesproken commando's ~ Spraakcommando's 3 11–315Gevarendriehoek 239Gewichten 267–268, 272GPS 318Grootlicht 103, 252Grootlichtassistent 107–108
H
Halogeenlampen 251–252Handgeschakelde versnellingsbak ~ Versnellingsbak, handgeschakeld 165–166, 174, 230Handrem 161, 230Handsfree-schuifdeur 46–47
Handsfree set 286–287, 302–303, 328–329Head-up display 179–180Helderheid 304Het opslaan van de snelheid 181Hill-Holder ~ Hill Start Assist 165–166Hoedenplank 79Hoek van de stoel 54Hoek van de stoel verstellen 54, 56Hoofdsteunen verstellen 56Hoofdsteunen vóór 56Hoogspanning 209Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling 58Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~ Gordelverstelling 122Hulpoproep 11 4–11 5
I
Identificatiegegevens 276Identificatieplaatjes constructeur 276Identificatie (stickers) 276Indeling achter 83
Indeling interieur ~ Interieurindeling 77–78, 83Individuele achterstoel(en) op rails 72–74, 123Informatie, voertuig 337Infraroodcamera 178Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud) 206–208Inrichting laadruimte 81Instapverlichting 105–106
Instellen van de uitrustingen 27–28Instellingen van het systeem 305, 332Instrumentenpaneel 10, 179Intelligente tractiecontrole 11 8Interieurfilter 90, 229Interieurfilter (vervangen) 229Interieurverlichting 101, 108ISOFIX 148, 148–149ISOFIX bevestigingen 136, 148, 148–149ISOFIX kinderzitjes 139–140, 148, 148–149, 148–149
K
Kaartleeslampjes 101Kentekenplaatverlichting 255Keyless entry and start 31–37, 158–160Kilometerteller 24Kinderbeveiliging 152–153Kinderbeveiliging achterportierruiten 153Kinderen 124, 132, 139–140, 148, 148–149, 148–149Kinderen (veiligheid) 152