TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 41 of 646

Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje (→blz. 40) geeft
met symbolen aan welke typen baby- of
kinderzitjes kunnen worden gebruikt en
de mogelijke zitposities bij het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of
kinderzitje dat geschikt is voor uw kind
selecteren.
Raadpleeg anders [Informatie
aanbevolen baby- en kinderzitjes] voor
de aanbevolen baby- of kinderzitjes.
(→Blz. 43)
Controleer het geselecteerde baby- of
kinderzitje en het volgende [Voordat u de
geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje controleert].
Voordat u de geschiktheid van elke
zitpositie bij een baby- of kinderzitje
controleert
1. Controleren van de normen voor
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat
voldoet aan de VN ECE R44
*1-ofVN
ECE R129*1, 2-norm.
Het onderstaande erkende keurmerk
staat op de baby- en kinderzitjes.
Controleer of het baby- of kinderzitje
is voorzien van het juiste keurmerk.Voorbeeld van het weergegeven
nummer van het voorschrift
ATypegoedkeuringsmerk VN ECE
R44*3
De gewichtsklasse van kinderen die in
aanmerking komen voor een zitje met
het typegoedkeuringsmerk VN ECE
R44 wordt weergegeven.
BTypegoedkeuringsmerk VN ECE
R129*3
De lengtecategorie en gewichtsklasse
van kinderen die in aanmerking
komen voor een zitje met het
typegoedkeuringsmerk VN ECE
R129 worden weergegeven.
2. Controleren van de categorie van het
baby- of kinderzitje.
Controleer het
typegoedkeuringsmerk van het baby-
of kinderzitje om te zien voor welke
van de onderstaande categorieën het
zitje geschikt is.
Indien u twijfelt, controleer dan de
gebruikershandleiding van het baby-
of kinderzitje of neem contact op met
de verkoper van het zitje.
• “universeel”
• “semi-universeel”
• “beperkt”
• “voertuigspecifiek”
*1VN ECE R44 en VN ECE R129 zijn
voorschriften van de VN voor baby- en
kinderzitjes.
*2De in de tabel genoemde baby- en
kinderzitjes zijn mogelijk niet
verkrijgbaar buiten de EU.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
39
1
Veiligheid en beveiliging
Page 42 of 646

*3Het weergegeven keurmerk kan per
product verschillend zijn.
Geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Uitschakelen van voorpassa-
giersairbag.
Inschakelen van voorpassa-
giersairbag en zonder aan/
uit-schakelaar airbag. Ge-
bruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel.
Geschikt voor een “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een in de rij-
richting geplaatst “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een baby- of
kinderzitje dat is vermeld in
de informatie m.b.t. aanbe-
volen baby- en kinderzitjes
(→blz. 43).
Geschikt voor i-Size- en
ISOfix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
*1Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de
passagiersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het kinderzitje
en de rugleuning, stel de rugleuning dan af
totdat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
*3Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
40
Page 43 of 646

Bij het vastzetten van sommige typen
baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de
plaatsen naast het zitje mogelijk niet
goed worden gebruikt en komen ze
mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgordel
negatief worden beïnvloed. Draag uw
veiligheidsgordel goed aansluitend over
uw schouder en laag over uw heupen.
Wanneer dit niet het geval is of wanneer
hij in aanraking komt met het zitje, ga dan
ergens anders zitten. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
• Verstel bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje op de achterstoelen de
voorstoel zodanig dat deze niet in
aanraking komt met het kind of het
baby- of kinderzitje.
•
Indien bij het plaatsen van een
kinderzitje met steunvoet de rugleuning
in de weg zit wanneer u het zitje op de
steunvoet wilt bevestigen, zet dan de
rugleuning naar achteren tot er
voldoende ruimte is.
• Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
• Indien bij het plaatsen van een
zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Zitpositie
Stoelpositienum-
mer
Auto's
zonder
aan/uit-
schakelaar
airbagAan/uit-schakelaar air-
bag
Links Midden Rechts ON OFF
Zitpositie geschikt
voor universeel zitje
vastgezet met gordel
(Ja/Nee)
*
Ja
Alleen in de
rijrichtingJa
Alleen in de
rijrichtingJa Ja Ja Ja
Zitpositie i-Size (Ja/
Nee)Nee Nee Nee Ja Nee Ja
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
41
1
Veiligheid en beveiliging
Page 44 of 646

Zitpositie
Stoelpositienum-
mer
Auto's
zonder
aan/uit-
schakelaar
airbagAan/uit-schakelaar air-
bag
Links Midden Rechts ON OFF
Zitpositie geschikt
voor zijwaarts ge-
plaatst zitje (L1/L2/
Nee)Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevesti-
ging voor tegen de
rijrichting in ge-
plaatst zitje (R1/
R2X/R2/R3/Nee)Nee Nee NeeR1, R2X,
R2, R3NeeR1, R2X,
R2, R3
Geschikte bevesti-
ging voor in de rij-
richting geplaatst
zitje (F2X/F2/F3/
Nee)Nee Nee NeeF2X, F2,
F3NeeF2X, F2,
F3
Geschikte bevesti-
ging voor zitkussen
(B2/B3/Nee)Nee Nee Nee B2, B3 Nee B2, B3
*Alle universele categorieën (groep 0, 0+, I, II en III).
Toyota raadt gebruikers aan om gebruik te maken van zitpositie
en.
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”. Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de
informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst”
van het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de
verkoper van uw kinderzitje.
Ge-
wichts-
groepGewicht kindGrootte-
klasseBevesti-
gingBeschrijving
0minder dan 10 kgER1Tegen de rijrichting in geplaatst
babyzitje
FL1Naar links gericht babyzitje (reis-
wieg)
GL2Naar rechts gericht babyzitje
(reiswieg)
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
42
Page 45 of 646

Ge-
wichts-
groepGewicht kindGrootte-
klasseBevesti-
gingBeschrijving
0+minder dan 13 kgCR3Tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje, volledig for-
maat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje, kleiner for-
maat
— R2XTegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje, kleiner for-
maat
ER1Tegen de rijrichting in geplaatst
babyzitje
I9-18kgAF3In de rijrichting geplaatst baby- of
kinderzitje, volledige hoogte
BF2In de rijrichting geplaatst baby- of
kinderzitje, verlaagd
B1 F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of
kinderzitje, verlaagd
CR3Tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje, volledig for-
maat
DR2Tegen de rijrichting in geplaatst
baby- of kinderzitje, kleiner for-
maat
II15-25kg
— B2, B3 Zitkussen
III22-36kg
Informatie aanbevolen baby- en kinderzitjes
Aanbevolen
baby- of kinder-
zitjeMaatPlaatsingsrich-
tingBevestiging
Vastgezet met
een onderste
bevestigings-
puntVastgezet met
een veiligheids-
gordel
MAXI COSI CA-
BRIOFIXMinder dan 13 kgAlleen tegen de
rijrichting inNiet van toepas-
singJa
BRITAX TRIFIX
2 i-SIZE76 - 105 cm
Alleen in de rij-
richtingJaNiet van toepas-
sing
9-18kg
TOYOTA KIDFIX
i-SIZE
*100 - 150 cm
Alleen in de rij-
richtingJa Nee
15-36kg
TOYOTA MA XI
PLUS15-36kgAlleen in de rij-
richtingJa Nee
*Geleid de veiligheidsgordel door de SecureGuard om hem vast te maken.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
43
1
Veiligheid en beveiliging
Page 46 of 646

De in de tabel genoemde baby- en
kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar
buiten de EU en het Verenigd Koninkrijk.
• Geleid bij gebruik van een kinderzitje
met SecureGuard het heupgedeelte
van de gordel door de SecureGuard
Azoals aangegeven in de afbeelding.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veiligheids-
gordel
Blz. 45
Bevestiging onderste ISOfix-
bevestigingspunt
Blz. 46
Bevestiging bevestigings-
punt bovenste gordel
Blz. 47
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
44
Page 47 of 646

Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel
Een baby- of kinderzitje plaatsen met
behulp van een veiligheidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding. Als
het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in
de tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst”
van de fabrikant van het baby- of
kinderzitje voor de diverse mogelijke
montageposities of doe navraag naar de
compatibiliteit bij de verkoper van het
zitje. (→Blz. 39, blz. 40)
1. Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiersstoel
onvermijdelijk is, raadpleeg dan
blz. 36 voor het afstellen van de
voorpassagiersstoel.
2. Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzitje en de
rugleuning, stel de rugleuning dan af
totdat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
3. Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (→Blz. 145)
4. Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de gesp
in de gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak de
veiligheidsgordel goed vast aan het
baby- of kinderzitje aan de hand van
de bijgesloten handleiding.5. Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsysteem
voor de veiligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeerclip.
6. Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (→Blz. 46)
Verwijderen van een baby- of kinderzitje
dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelslu-
iting in en laat de gordel helemaal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting
komt het baby- of kinderzitje mogelijk
een stukje omhoog als gevolg van de
terugwerking van de zitting. Maak de
gordelsluiting los terwijl u het baby- en
kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen
rustig gebeurt.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
45
1
Veiligheid en beveiliging
Page 48 of 646

Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje
mogelijk gebruikmaken van een
blokkeerclip. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als
uw zitje niet over een blokkeerclip
beschikt, kunt u deze kopen bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige: blokkeerclip voor baby- of
kinderzitje (onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
• Laat kinderen niet met de
veiligheidsgordel spelen. Als de
veiligheidsgordel om de nek van het
kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan
worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
• Controleer of de gesp goed in de
gordelsluiting is vergrendeld en of de
veiligheidsgordel niet gedraaid is.
• Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
• Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de
schoudergordel over het midden van
de schouder van het kind loopt. De
gordel mag niet langs de nek van het
kind lopen, maar mag ook niet van de
schouder van het kind vallen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt
Onderste ISOfix-bevestigingspunten
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
onderste bevestigingspunten aanwezig.
(Labels geven aan waar de bevesti-
gingspunten zich in de stoelen bevinden.)
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
46
Page 49 of 646

Plaatsing van onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in de
tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
de fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montageposities
of doe navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (→
Blz. 39, blz. 40)
1. Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje een opening aanwezig is
tussen het kinderzitje en de
rugleuning, stel de rugleuning dan af
totdat het zitje en de rugleuning goed
contact maken.
2. Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (→Blz. 145)
3. Controleer de posities van de speciale
stangen en plaats het zitje op de stoel.
De stangen bevinden zich in de
opening tussen de zitting en de
rugleuning.4. Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (→Blz. 46)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
•Verstel de rugleuning niet meer nadat
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
• Controleer bij het gebruik van de
onderste bevestigingspunten of er
geen vreemde voorwerpen rond de
bevestigingspunten aanwezig zijn en
of de gordel niet klem zit achter het
zitje.
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel
Bevestigingspunten bovenste gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
bevestigingspunten voor de bovenste
gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van de
bovenste gordel.
ABevestigingspunten bovenste gordel
BBovenste gordel
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
47
1
Veiligheid en beveiliging
Page 50 of 646

Bovenste gordel vastmaken aan de
bevestigingspunten voor de bovenste
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1. Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand.
Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje of de
bovenste gordel hindert. (→Blz. 146)
2. Zet de haak vast aan het
bevestigingspunt voor de bovenste
gordel en trek de bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit. (→Blz. 46)
Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun omhoog
staat, zorg er dan voor dat de
bovenste gordel onder de hoofdsteun
door loopt.
AHaak
BBovenste gordel
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Bevestig de bovenste gordel stevig
en controleer of de gordel niet
gedraaid is.
• Bevestig de bovenste gordel
uitsluitend aan de
bevestigingspunten voor de
bovenste gordel.
• Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
• Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun
omhoog staat, nadat de hoofdsteun
omhoog is gezet en de
bevestigingssteun vervolgens is
vastgemaakt, zet de hoofdsteun dan
niet in een lagere stand.
1.3 Noodoproep
1.3.1 eCall*1, 2
*1Indien aanwezig
*2Werkt binnen het eCall-
dekkingsgebied. De systeemnaam kan
per land verschillend zijn.
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van het Global
Navigation Satellite System (GNSS) en
ingebouwde cellulaire technologie,
waardoor de volgende noodoproepen
mogelijk zijn: automatische noodoproepen
(automatische melding van een aanrijding)
en handmatige noodoproepen (door het
indrukken van de toets SOS). Deze dienst is
door regelgeving van de Europese Unie
verplicht gesteld.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
48