display TOYOTA SUPRA 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2021Pages: 512, PDF Size: 60.95 MB
Page 201 of 512

201
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Laat het systeem nakijken. De kracht waarmee de bestuurders- en
voorpassagiersairbags wordt geacti-
veerd, is afhankelijk van de positie van
de bestuurders- en voorpassagiers-
stoel.
Kalibreer de voorstoelen zodra een
overeenkomstig bericht op het regeldis-
play wordt weergegeven voor een per-
manente nauwkeurigheid van deze
functie.
Er wordt een overeenkomstig bericht
weergegeven op het regeldisplay.
1
Druk op de schakelaar en schuif de
stoel naar voren tot hij stopt.
2 Druk de schakelaar nogmaals naar
voren. De stoel beweegt nog iets
verder naar voren.
3 Stel de stoelpositie opnieuw af.
De kalibratie is voltooid wanneer de
melding op het regeldisplay verdwijnt.
Als de melding niet verdwijnt, herhaal
dan de kalibratie.
Als de melding ook na herhaaldelijke
kalibratie niet verdwijnt, laat het sys-
teem dan zo spoedig mogelijk controle-
ren.
Operationele gereedheid van
het airbagsysteem
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Afzonderlijke onderdelen van het airbag-
systeem kunnen heet zijn nadat de air-
bags zijn geactiveerd. Er bestaat een kans
op letsel. Raak de afzonderlijke onderde-
len niet aan.
WAARSCHUWING
Onjuist uitgevoerde werkzaamheden kun-
nen leiden tot een defect of een storing in
of onbedoelde activering van het airbag-
systeem. Bij een storing wordt het airbag-
systeem bij een ongeval mogelijk niet
zoals bedoeld geactiveerd, ondanks het
feit dat het ongeval ernstig genoeg is. Er
bestaat een kans op (ernstig) letsel. Laat
het airbagsysteem door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige testen, repare-
ren of verwijderen en afvoeren.
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer de Drive Ready-modus
is ingeschakeld, gaat het waar-
schuwingslampje in het instru-
mentenpaneel kort branden ter
indicatie van de operationele
gereedheid van het volledige
airbagsysteem en de gordel-
spanners.
Storing
Het waarschuwingslampje
gaat niet branden nadat de
Drive Ready-modus is inge-
schakeld.
Het waarschuwingslampje
brandt permanent.
Kracht van bestuurders- en
voorpassagiersairbags
Kalibreren van de voorstoelen
WAARSCHUWING
Er bestaat een kans op beknelling als de
stoelen worden verschoven. Er bestaat
een kans op letsel of schade. Zorg er vóór
het verstellen voor dat er geen obstakels
aanwezig zijn in het gebied waarin de stoel
beweegt.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 201 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 210 of 512

2103-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
*: indien aanwezig
Het actieve voetgangerveiligheidssys-
teem zorgt ervoor dat de motorkap
omhoog komt wanneer de voorzijde
van de auto tegen een voetganger
botst. Sensoren onder de bumper wor-
den gebruikt voor de signalering.
Wanneer het voetgangerveiligheidssys-
teem wordt geactiveerd, creëert het
vervormingsruimte onder de motorkap
voor de daaropvolgende impact tegen
het hoofd.
DisplayFunctie
Als de voorpassagiersairbags zijn ingeschakeld, gaat het
controlelampje kort branden en dooft het vervolgens.
Wanneer de voorpassagiers-airbags worden uitgescha-
keld, blijft het controlelampje branden.
Actieve voetgangerveiligheid*
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem kan onbedoeld worden geac-
tiveerd wanneer afzonderlijke onderdelen
van de scharnieren en motorkapvergren-
delingen worden geraakt. Er bestaat een
kans op letsel of schade. Raak de afzon-
derlijke onderdelen v an de scharnieren en
motorkapvergrendelingen niet aan.
WAARSCHUWING
Wijzigingen aan het voetgangerveilig-
heidssysteem kunnen leiden tot een defect
of een storing in of onbedoelde activering
van het voetgangerveiligheidssysteem. Er
bestaat een kans op (ernstig) letsel. Breng
op geen enkele manier wijzigingen aan het
voetgangerveiligheidssysteem aan, ook
niet aan de afzonderlijke onderdelen of de
bedrading ervan. Neem het systeem niet
uit elkaar.
WAARSCHUWING
Onjuist uitgevoerde werkzaamheden kun-
nen leiden tot een defect of een storing in
of onbedoelde activering van het systeem.
Bij een storing wordt het systeem bij een
ongeval mogelijk niet zoals bedoeld geac-
tiveerd, ondanks het feit dat het ongeval
ernstig genoeg is. Er bestaat een kans op
(ernstig) letsel. Laat het systeem door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige testen,
repareren of verwijderen en afvoeren.
WAARSCHUWING
Indien het systeem is geactiveerd of
beschadigd is geraakt, zijn de functies
ervan beperkt of werken ze helemaal niet
meer. Er bestaat een kans op (ernstig) let-
sel.
Laat het systeem, als dit is geactiveerd of
beschadigd is geraakt, nakijken en vervan-
gen door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 210 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 215 of 512

215
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Alle Toyota Supr
a Safety-systemen
worden uitgeschakeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Toyota Supra Safety”
4 “Front collision warning” (waarschu-
wing frontale aanrijding)
5 Selecteer de gewenste instelling:
“Early” (vroeg)
“Medium” (gemiddeld)
“Late” (laat): alleen dringende waar-
schuwingen worden weergegeven.
De geselecteerde tijd wordt opgeslagen
voor het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel. Als er een risico bestaat op een aanrij-
ding met een gesignaleerd voertuig,
wordt er een wa
arschuwingssymbool
weergegeven op het instrumentenpa-
neel en, indien van toepassing, op het
head-up display.
Er wordt een vroegtijdige waarschu-
wing gegeven, bijvoorbeeld wanneer er
een aanrijding dreigt of wanneer de
afstand tot de voorligger te kort is.
De bestuurder moet bij een vroegtijdige
waarschuwing zelf ingrijpen.
Er wordt een dringende waarschuwing
gegeven wanneer de auto met een
hoog snelheidsverschil een ander
object nadert en er een direct risico
bestaat op een aanrijding.
De bestuurder moet bij een dringende
waarschuwing zelf ingrijpen. Afhanke-
lijk van de rijomstandigheden en de uit-
Houd de toets ingedrukt.
To e t sStatus
Controlelampje brandt groen: alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn ingeschakeld.
Controlelampje brandt oranje:
sommige Toyota Supra
Safety-systemen zijn uitge-
schakeld of op dat moment
niet beschikbaar.
Controlelampje brandt niet: alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn uitgeschakeld.
Instellen van de waarschuwingstijd
Waarschuwing met remfunctie
Display
SymboolMaatregel
Symbool brandt rood: vroeg- tijdige waarschuwing.
Rem af en vergroot de afstand.
Symbool knippert rood en er klinkt een geluidssignaal:
dringende waarschuwing.
Rem af en wijk indien nodig uit.
Vroegtijdige waarschuwing
Dringende waarschuwing met
remfunctie
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 215 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 219 of 512

219
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
• Met radarsensor: radarsensor voor.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. Blz. 50.
Het systeem wordt aan het begin van
elke rit automatisch ingeschakeld.
Het menu voor de Toyota Supra
Safety-systemen wordt weergegeven.
Als alle Toyota Supra Safety-systemen
waren uitgeschakeld, worden alle sys-
temen nu ingeschakeld.
“Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen): afhankelijk van
de uitrusting kunnen de Toyota Supra
Safety-systemen afzonderlijk worden
geconfigureerd. De afzonderlijke instel-
lingen worden ingeschakeld en opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurders
profiel. Zodra een
instelling wordt gewijzigd in het menu,
worden alle instellingen in het menu
ingeschakeld.
De instelling schakelt tussen het onder-
staande:
ALL ON (alles ingeschakeld): alle
Toyota Supra Safe ty-systemen zijn
ingeschakeld. De basisinstellingen wor- den ingeschakeld voor de subfuncties.
“Customise” (aanpassen): de Toyota
Supra Safety-systemen worden inge-
schakeld overeenkom
stig de afzonder-
lijke instellingen.
Sommige Toyota Supra Safety-syste-
men kunnen niet afzonderlijk worden
uitgeschakeld.
Alle Toyota Supra Safety-systemen
worden uitgeschakeld.
Als er een risico bestaat op een aanrij-
ding met een gesignaleerde voetgan-
ger of fietser, wordt er een
waarschuwingssymbool weergegeven
op het instrumentenpaneel en, indien
van toepassing, op het head-up display.
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Druk herhaaldelijk op de toets.
Houd de toets ingedrukt.
ToetsStatus
Controlelampje brandt groen: alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn ingeschakeld.
Controlelampje brandt oranje: sommige Toyota Supra
Safety-systemen zijn uitge-
schakeld of op dat moment niet beschikbaar.
Controlelampje brandt niet:
alle Toyota Supra Safety-
systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwing met remfunctie
Display
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 219 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 224 of 512

2243-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
gebruik van richtingaanwijzers of bij
het opzettelijk kruisen van rijstrook-
markeringen in bochten.
“Off” (uit): er worden geen waarschu-
wingen gegeven.
De geselecteerde instelling wordt opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Steering wheel vibration” (stuur-
wieltrillingsfunctie)
4 Selecteer de gewenste instelling.
De instelling wordt geaccepteerd voor
alle Toyota Supr a Safety-systemen en
opgeslagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel.
Stuurinterventie kan afzonderlijk wor-
den in- en uitgeschakeld voor de Blind
Spot Monitor en Lane Departure Warn-
ing.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Toyota Supra Safety”
4 “Steering intervention” (stuurinter-
ventie)
De geselecteerde instelling wordt opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel. Als de auto de rijstrook verlaat en de rij-
strookmarkering wordt gesignaleerd,
trilt het stuurwiel in overeenstemming
met de instelling van de stuurwieltril-
lingsfunctie.
Als de richtingaanwijzer vóór het wisse-
len van rijstrook in de desbetreffende
richting is ingeschakeld, wordt er geen
waarschuwing gegeven.
Afhankelijk van de uitrusting: Als een
rijstrookmarkering wordt overschreden
in het snelheidsbereik tot 210 km/h,
grijpt het systeem mogelijk niet alleen
in door middel van trillingen, maar ook
met een korte actieve stuurinterventie.
De stuurinterventie helpt de auto op de
rijstrook te houden.
Stuurinterventie
kan aan het stuur worden gevoeld en
kan te allen tijde handmatig worden
opgeheven. Bij actieve stuurinterventie
knippert het display in het instrumen-
tenpaneel.
Aanpassen van de sterkte van de
stuurwieltrillingsfunctie
Stuurinterventie in-/uitschakelenWeergave op het instrumenten-
paneel
Het symbool brandt groen: er is
aan ten minste één kant van de
auto een rijstrookmarkering
gesignaleerd en er kunnen waar-
schuwingen worden gegeven.
Waarschuwingsfunctie
Bij het verlaten van de rijstrook
Stuurinterventie
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 224 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 233 of 512

233
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De Driver Attention Control wordt tel-
kens wanneer de Drive Ready-modus
wordt ingeschakeld automatisch geacti-
veerd en kan zodoende pauzeaanbeve-
lingen weergeven.
Pauzeaanbevelingen kunnen ook wor-
den in- en uitgeschakeld en ingesteld
via Toyota Supra Command.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Driver Attention Control”
4 Selecteer de gewenste instelling:
“Off” (uit): er wordt geen pauzeaan-
beveling weergegeven.
“Standard” (standaard): de pauze-
aanbeveling wordt met een
bepaalde waarde weergegeven.
“Sensitive” (gevoelig): de pauzeaan-
beveling wordt eerder weergegeven.
Als de aandacht van de bestuurder
afneemt of hij/zij moe wordt, wordt er
een melding weergegeven op het regel-
display met de aanbeveling om pauze
te nemen.
De volgende instellingen kunnen tij-
dens de weergave worden geselec-
teerd:
“Do not ask again” (niet nogmaals
vragen)
“Places to stop” (plaatsen om te
stoppen)
“Remind me later” (help me herinne-
ren)
De pauzeaanbeveling wordt na 20 minuten
herhaald.
Na een pauze kan een andere pauze-
aanbeveling pas op zijn vroegst na
ongeveer 45 minuten worden weerge-
geven.
Het systeem heeft mogelijk een
beperkte functionaliteit in situaties
zoals onderstaande en er wordt moge-
lijk een onjuiste waarschuwing of hele-
maal geen waarschuwing
weergegeven:
Als de tijd verkeerd is ingesteld.
Wanneer de snelheid overwegend
lager is dan ongeveer 70 km/h.
Bij een sportieve rijstijl, bijvoorbeeld
bij het snel accelereren of het snel
nemen van bochten.
Bij actieve rijsituaties, bijvoorbeeld
bij het regelmatig van rijstrook wis-
selen.
Bij een slechte toestand van de weg.
Bij een sterke zijwind.
Het systeem wordt ongeveer 45 minu-
ten na tot stilstand brengen van de auto
gereset, bijvoorbeeld tijdens een pauze
tijdens een lange snelwegrit.
Aanbeveling voor het nemen
van pauze
Instellen
Display
Beperkingen van het systeem
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 233 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 236 of 512

2363-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De rijstabiliteit bij het accelereren en in
bochten is beperkt als de VSC is uitge-
schakeld.
Schakel om de rijstabiliteit te optimali-
seren de VSC zo snel mogelijk weer in.
Als de VSC is uitgeschakeld, wordt
VSC OFF weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
Bij het aansnijden van een bocht met
een extreem hoge snelheid
In dit geval kan ook een eventuele ingreep
van de VSC een potentieel gevaarlijke situa-
tie niet voorkomen. De bestuurder is zelf
verantwoordelijk voor het inschatten van de
wegsituatie en het rijden met een veilige
snelheid.
De tractiemodus is een functionaliteit
van de Vehicle Stability Control (VSC)
die onder bepaalde omstandigheden de
voorwaartse beweging van de auto
optimaliseert.
Onder bepaalde specifieke rijomstan-
digheden, zoals bij het rijden op een
besneeuwde weg of een losse onder-
grond, zorgt dit syst eem voor een opti-
male voorwaartse beweging wat
enigszins ten koste kan gaan van de rij-
stabiliteit.
VSC in-/uitschakelen
Algemeen
VSC uitschakelen
Houd de toets ingedrukt tot VSC
OFF wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel en het con-
trolelampje VSC OFF gaat bran-
den.
VSC inschakelen
Druk op de toets.
De aanduiding VSC OFF ver-
dwijnt en het controlelampje VSC
OFF gaat uit.
Display
Op het instrumentenpaneel
Controle- en waarschuwingslampjes
Als het controlelampje brandt, is
de VSC uitgeschakeld.
Als het controlelampje knippert,
is de VSC bezig met een regeling
van de acceleratie- en
remkracht.
Als het controlelampje brandt, is
er een storing in de VSC.
Situaties waarin de VSC niet
optimaal kan werken
Tractiemodus
Principe
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 236 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 237 of 512

237
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het inschakelen van de tractiemodus
zorgt voor een optimale tractie. De rij-
stabiliteit bij het accelereren en in boch-
ten is beperkt.
Onder de volgende omstandigheden
kan het nuttig zijn om de tractiemodus
even in te schakelen:
Bij het rijden in smeltende sneeuw of
op een besneeuwde weg.
Bij het wegrijden in diepe sneeuw of
op een losse ondergrond.
Bij het rijden met sneeuwkettingen. Als de tractiemodus is geactiveerd,
wordt TRACTION weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Onder bepaalde omstandigheden wordt
de VSC automatisch geactiveerd:
Als de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
In het geval van een remingreep
door de Toyota Supra Safety-syste-
men.
Bij een lekke band.
Algemeen
Overzicht
Toets in de auto
VSC OFF
Tractiemodus in-/uitschakelen
Tractiemodus inschakelen
Druk op de toets.
De aanduiding TRACTION wordt
weergegeven op het instrumen-
tenpaneel en het controlelampje
VSC OFF gaat branden.
Tractiemodus uitschakelen
Druk nogmaals op de toets.
De aanduiding TRACTION ver-
dwijnt en het controlelampje VSC
OFF gaat uit.
Display
Weergave op het instrumentenpaneel
Controle- en waarschuwingslampjes
Het controlelampje brandt: de
tractiemodus is ingeschakeld.
Automatische programma-
wijziging
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 237 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 239 of 512

239
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De actuele snelheid wordt ingesteld als
de snelheidslimiet.
Als het systeem bij stilstaande auto of
bij een lage snelheid wordt geactiveerd,
wordt 30 km/h als snelheidslimiet inge-
steld.
Bij het activeren van de snelheidsbe-
grenzer is het mogelijk dat de Vehicle
Stability Control (VSC) wordt ingescha-
keld en de rijmodus wordt overgescha-
keld op NORMAL.
Het systeem wordt in bijvoorbeeld de
volgende gevallen automatisch uitge-
schakeld:
Bij het uitzetten van de motor.
Bij het inschakelen van de cruise
control.
Bij het activeren van de sportmodus
met de SPORT-modusschakelaar.
De displays worden uitgeschakeld.
De werking van het systeem wordt
onderbroken als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld of als de versnel-
lingsbak in de neutraalstand wordt
gezet.
Beweeg de tuimelschakelaar herhaal-
delijk omhoog of omlaag tot de
gewenste snelheidslimiet is ingesteld.
Elke keer dat de tuimelschakelaar
tot aan het weerstandspunt omhoog
of omlaag wordt bewogen, wordt de
snelheidslimiet met 1 km/h verhoogd
of verlaagd.
Elke keer dat de tuimelschakelaar
tot voorbij het weerstandspunt
omhoog of omlaag wordt bewogen,
wordt de snelheidslimiet met 10
km/h verhoogd of verlaagd naar de
volgende of vorige op de snelheids-
meter weergegeven snelheid.
Overzicht
Toetsen op het stuurwiel
ToetsFunctie
Systeem in-/uitschakelen.
Actuele snelheid opslaan
Speed Limit Assist, zie blz.
252: handmatig instellen op
de voorgestelde snelheids-
limiet.
Tuimelschakelaar:
De snelheidslimiet wijzigen,
zie blz. 239.
Bediening
Inschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Uitschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Onderbreken
Snelheidslimiet wijzigen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 239 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 242 of 512

2423-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het controlelampje gaat branden.
De cruise control is actief. De rijsnelheid
wordt aangehouden en opgeslagen als
ingestelde snelheid.
De Vehicle Stability Control (VSC) wordt,
indien noodzakelijk, ingeschakeld.
De displays worden uitgeschakeld. De
opgeslagen ingestelde snelheid wordt
gewist.
De werking van he t systeem wordt in
de volgende situ aties automatisch
onderbroken:
Als de bestuurder remt.
Als de selectiehendel uit stand D
wordt gehaald.
Als de tractiemodus wordt geacti-
veerd of als de Vehicle Stability Con-
trol (VSC) wordt uitgeschakeld.
Bij een ingreep van de Vehicle Stabi-
lity Control (VSC). Beweeg als de we
rking van het sys-
teem is onderbroken de tuimelschake-
laar één keer kort omhoog of omlaag.
Als het systeem is ingeschakeld, wordt
de actuele rijsnelheid aangehouden en
opgeslagen als ingestelde snelheid.
De opgeslagen snelheid wordt weerge-
geven op de snelheidsmeter, zie blz.
243.
De Vehicle Stability Control (VSC)
wordt, indien noodzakelijk, ingescha-
keld.
De snelheid kan ook worden opgesla-
gen door op de toets te drukken.
Cruise control in-/uitschakelen
Inschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Uitschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Cruise control onderbreken
Handmatig onderbreken
Druk op deze toets terwijl het
systeem is geactiveerd.
Automatische onderbreking
Instellen van de snelheid
Aanhouden en opslaan van de snel-
heid
Druk op de toets.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 242 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM