sensor TOYOTA YARIS HATCHBACK 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: YARIS HATCHBACK, Model: TOYOTA YARIS HATCHBACK 2014Pages: 512, PDF Size: 26.14 MB
Page 38 of 512

381-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_F_WE_52D53E
*1: 5-deurs uitvoeringen
*2: 3-deurs uitvoeringen
*3: Indien aanwezig
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers
Sensoren aanrijding opzij
(voor)
*1
Side airbags
Curtain airbags
*3
Sensoren aanrijding opzij
(achter)
*3
Sensoren aanrijding opzij
(voorportier)
*2
BestuurdersairbagWaarschuwingslampje SRS
Knie-airbag bestuurder
*3
Airbag-ECU
Sensor frontale aanrijding
Handmatig in-/uitschakelsys-
teem airbags
Voorpassagiersairbag
Controlelampje PASSENGER
AIR BAG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Page 79 of 512

79
1
1-2. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
YARIS_F_WE_52D53E
Super vergrendeling
Auto's die met dit systeem zijn uit-
gerust, zijn voorzien van labels op
de ruiten van de beide voorportie-
ren.
Zet het contact UIT, laat alle passagiers uitstappen en controleer of
alle portieren zijn gesloten.
Gebruik van de instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en
startknop):
Raak het sensorgedeelte van de buitenportiergreep binnen 5 secon-
den 2 keer aan.
Gebruik van de afstandsbediening:
Druk 2 keer binnen 5 seconden op .
: Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
Page 114 of 512

1143-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_F_WE_52D53E
Por tieren
De auto kan worden vergrendeld en ontgrendeld met behulp van de
instapfunctie, afstandsbediening, sleutel of schakelaars voor de cen-
trale vergrendeling.
◆Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de portiergreep vast om
de portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de uitholling aan de zijkant
van de portiergreep) aan om
de portieren te vergrendelen.
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
Page 117 of 512

1173-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_F_WE_52D53E■Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Als er niet binnen 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automa-
tisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van de elek-
tronische sleutel wordt echter mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de auto
is. In dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrendelsen-
sor (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
■Portierslotzoemer (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Als een portier niet volledig gesloten is, klinkt er constant een zoemer als
geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen. Sluit het portier volledig om
de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■Als de instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop) of de
afstandsbediening (indien aanwezig) niet goed werkt
●Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop: Gebruik de sleutel om de
portieren te vergrendelen en ontgrendelen. (Blz. 116)
●Auto's met Smart Entry-systeem en startknop: Gebruik de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgrendelen. (Blz. 451)
●Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt. (Blz. 367) Raak de vergrendelsensor aan met uw
duim.
Page 131 of 512

1313-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_F_WE_52D53E●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de aan-
wezige radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de
sleutel zich buiten de auto bevindt en wordt de auto vergrendeld, waardoor
de elektronische sleutel mogelijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regen-
bui of in een wasstraat wanneer de elektronische sleutel zich binnen het
detectiegebied bevindt. (De portieren zullen na ongeveer 30 seconden auto-
matisch weer vergrendeld worden als ze niet geopend en gesloten worden.)
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
■Aanwijzingen voor het vergrendelen van de portieren
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor
opnieuw aan.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep tij-
dens het wassen van de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een zoemer.
Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
Page 132 of 512

1323-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_F_WE_52D53E■Aanwijzingen voor het ontgrendelen
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek uw handschoenen uit en raak de
sensor aan de achterzijde van de greep opnieuw aan.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 489)
■Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet door het systeem gesignaleerd,
waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan per
ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk wor-
den vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: gebruik de mechanische
sleutel. (Blz. 451)
●Starten van de motor: Blz. 451
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 489)
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. (Blz. 115, 451)
●Starten van de motor en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 451
●Uitzetten van de motor: Blz. 186
Page 151 of 512

1513-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_F_WE_52D53E
■Voorkom een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspie-
gel met automatische antiverblindingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
Page 205 of 512

2054-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Voertuigcategorie N1*
*
: Vraag de categorie van de auto na bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Dagrijverlichting
Om uw auto beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld wanneer de parkeerrem wordt
gedeactiveerd, als de motor is gestart. (Deze verlichting wordt echter gedimd
wanneer de lichtschakelaar handmatig wordt bediend of als het automatische
koplampsysteem de achterlichten inschakelt.) Dagrijverlichting is niet ontwor-
pen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
BeladingstoestandStand bedieningsschakelaar
Bestuurder alleen0
Bestuurder en maximale belading in de
bagageruimte4
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
Page 207 of 512

2074-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E■Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaan de koplampen en overige verlich-
ting na 20 minuten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt:
●De koplampen en/of achterlichten branden.
●De lichtschakelaar staat in stand of .
●Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt UIT
gezet.
●Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt UIT gezet.
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
●Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt
gezet.
●Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt
gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
●Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 489)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de verlichting niet langer branden dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
Page 211 of 512

2114-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Ruitenwisser met regensensor
Als wordt geselecteerd, beginnen de ruitenwissers automatisch
te wissen als de sensor signaleert dat het regent. De wissnelheid
wordt automatisch afgestemd op de hoeveelheid neerslag en de rij-
snelheid.
Als is geselecteerd, kan de gevoeligheid van de sensor als
volgt worden afgesteld door aan de schakelaarring te draaien:
Uit
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruitenwis-
sers
Enkele slag
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
1
2
3
4
5
6
7