YAMAHA AEROX50 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: AEROX50, Model: YAMAHA AEROX50 2018Pages: 76, PDF Size: 4.34 MB
Page 31 of 76
Gebruik en belangrijke rij-informatie5-2
5
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 5
seconden achtereen draaien. Probeer
de kickstarter als de motor niet via de
startmotor wil aanslaan.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
DAU45093
Wegrijden1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
DAU16782
Sneller en langzamer rijdenDe rijsnelheid wordt geregeld door de gas-
greep open of dicht te draaien. Draai de
gasgreep richting (a) om sneller te gaan rij-
den. Draai de gasgreep richting (b) om
langzamer te gaan rijden.
ZAUM0367
1. HandgreepZAUM1551
1
(b)
(a)
ZAUM0199
U1GBD1D0.book Page 2 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 32 of 76
Gebruik en belangrijke rij-informatie
5-3
5
DAU16794
Remmen
WAARSCHUWING
DWA10301
Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één kant
overhelt). De scooter zou namelijk
kunnen slippen of omvallen.
Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de wegen-
bouw en putdeksels worden in nat-
te toestand zeer glad. U dient deze
obstakels daarom met aangepaste
snelheid te naderen en voorzichtig
te passeren.
Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.
Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterrem ge-
lijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit.Voor
Achter
DAU16821
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
ZAUM1081ZAUM1082
U1GBD1D0.book Page 3 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 33 of 76
Gebruik en belangrijke rij-informatie5-4
5
DAU16831
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de volgen-
de informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschillen-
de onderdelen van de motor slijten op el-
kaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU45583
0–150 km (0–90 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/3 opengedraaid.
150–500 km (90–300 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/2 opengedraaid.
500–1000 km (300–600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
3/4 opengedraaid. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie en de eind-overbrengingsolie worden ververst en
moet de oliezeef worden gereinigd.
[DCA16502]1000 km (600 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.LET OP
DCA10271
Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren.
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan
de machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-
den kunnen vatten.
U1GBD1D0.book Page 4 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 34 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-1
6
DAU17246
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en effi-
ciënt mogelijke conditie blijft. De eige-
naar/bestuurder van de machine is
verplicht de optimale veiligheid te waarbor-
gen. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn on-
der normale rijcondities. Het is echter mo-
gelijk dat de intervalperioden voor
onderhoud moeten worden verkort afhan-
kelijk van het weer, het terrein, de geografi-
sche locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10322
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15123
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxid
e.
WAARSCHUWING
DWA15461
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
DAU17303
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onderhouds-
schema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
U1GBD1D0.book Page 1 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 35 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-2
6
DAU46872
OPMERKINGDe jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onderhouds-
beurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46921
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteemNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√√√
2*Bougie• Controleer de conditie.
• Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.√√
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling en stel
deze af terwijl de motor koud is.√√√√
4*Brandstofinjectie• Controleer het stationaire toeren-
tal van de motor.√√√√√
U1GBD1D0.book Page 2 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 36 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-3
6
DAU1771B
Algemeen smeer- en onderhoudsschemaNR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)
1*Luchtfilterelement• Vervangen.√√√√√
2Aftapslang luchtfil-
ter• Reinigen.√√√√√
3*Accu• Controleer het vloeistofniveau en
de soortelijke massa.
• Controleer of de ontluchtings-
slang correct is geplaatst.√√√√√
4*Voorrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5*Achterrem• Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
6*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing
van slang(en) en klem(men).√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
7*Remvloeistof• Verversen. Elke 2 jaar
8*Wielen• Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.√√√√
U1GBD1D0.book Page 3 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 37 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
6
9*Banden• Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
10*Wiellagers• Controleer de lagers op speling of
beschadigingen.√√√√
11*Diagnostische sy-
steemcontrole• Voer dynamische inspectie uit
met Yamaha diagnosegereed-
schap.
• Controleer de storingscodes.√√√√√√
12*Balhoofdlagers• Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.√√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi)
13*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.√√√√√
14Scharnieras van
voorremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
15Scharnieras van
achterremhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
16 Middenbok• Controleer de werking.
•Smeren.√√√√√
17*Voorvork• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
18*Schokdemperunit• Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)
24000 km
(14000 mi)
U1GBD1D0.book Page 4 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 38 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
6
19 Motorolie• Verversen. (Zie pagina 3-2.)√2000 km (1200 mi) na de eerste 1000 km (600 mi) en daarna elke
3000 km (1800 mi)
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.Elke 3000 km (1800 mi)√
20*Olie-aanzuigzeef• Reinigen.√Elke 6000 km (3500 mi)
21*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
22 Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielek-
kage.√√ √
• Verversen.√√√√√
23*V-snaar• Vervangen. Elke 10000 km (6000 mi)
24*Voor- en achterrem-
schakelaar• Controleer de werking.√√√√√√
25Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√
26*Gasgreep• Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis.√√√√√
27*Lampen, richting-
aanwijzers en scha-
kelaars• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)U1GBD1D0.book Page 5 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 39 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
6
DAUM2071
OPMERKINGHet luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Ververs de remvloeistof elke twee jaar.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U1GBD1D0.book Page 6 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 40 of 76
Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
6
DAU18743
Verwijderen en aanbrengen van
het stroomlijn- en framepaneelBij het uitvoeren van sommige in dit hoofd-
stuk beschreven onderhoudswerkzaamhe-
den moeten het afgebeelde
stroomlijnpaneel en framepaneel worden
verwijderd. Neem deze paragraaf telkens
door wanneer het stroomlijn- of framepa-
neel moet worden verwijderd of aange-
bracht.
DAU18791
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de schroeven en neem het
stroomlijnpaneel los.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAUM1251
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Open het opbergcompartiment. (Zie
pagina 3-12.)
2. Verwijder de schroef en haal dan het
paneel los.Om het paneel aan te brengen
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de schroef
aan.
2. Sluit het opbergcompartiment.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel A1
2ZAUM0270
1. Schroef
1ZAUM0271
1. Schroef
2. Paneel AZAUM1072
1
2
U1GBD1D0.book Page 7 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM