YAMAHA FJR1300A 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: FJR1300A, Model: YAMAHA FJR1300A 2015Pages: 118, PDF Size: 3.32 MB
Page 51 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-36
3
DAU54151
Openen en sluiten van de ventila-
tieopenin gen van d e stroomlijn-
panelenDe ventilatieopeningen van de stroomlijn-
panelen kunnen 20 mm (0.79 in) worden
opengezet voor extra ventilatie al naar ge-
lang de rijomstandigheden.
Een ventilatieopenin g van een stroom-
lijnpaneel openzetten 1. Verwijder de drukclip.
2. Schuif het ventilatiepaneel van het stroomlijnpaneel naar voren om de
uitsteeksels uit de onderste uitsparin-
gen te haken en neem het paneel ver-
volgens weg. 3. Steek de uitsteeksels in de bovenste
uitsparingen en schuif het paneel naar
achteren.
4. Breng de drukclip aan. Een ventilatieopenin
g van een stroom-
lijnpaneel sluiten 1. Verwijder de drukclip.
2. Schuif het ventilatiepaneel van het stroomlijnpaneel naar voren om de
uitsteeksels uit de bovenste uitsparin-
gen te haken en neem het paneel ver-
volgens weg.
3. Steek de uitsteeksels in de onderste uitsparingen en schuif het paneel naar
achteren.1. Gesloten stand
2. Geopende stand
1
2
1. Ventilatiepaneel stroomlijnpaneel
2. Onderste uitsparing
3. Drukclip
1. Uitsteeksel
2. Bovenste uitsparing
3. Drukclip
3
1
2
1
32
1. Ventilatiepaneel stroomlijnpaneel
2. Bovenste uitsparing
3. Drukclip
3
1
2
U1MCD2D0.book Page 36 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 52 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-37
3
4. Breng de drukclip aan.OPMERKINGControleer voordat u gaat rijden of de ven-
tilatiepanelen van het stroomlijnpaneel
goed vastzitten.
DAU39672
AchteruitkijkspiegelsDe achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14372
Ver geet niet d e achteruitkijkspieg els in
hun oorspronkelijk stan d teru g te klap-
pen alvorens we g te rij den.
DAU54141
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA14671
Geef altij d bei de vorkpoten dezelf de
veervoorspannin g, an ders kan slecht
wegge dra g en vermin der de rijsta biliteit
het gevol g zijn.Beide voorvorkpoten zijn voorzien van een
stelbout voor veervoorspanning. De rech-
tervoorvorkpoot is voorzien van een stel-
knop voor uitgaande demping en
stelschroef voor ingaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
1. Uitsteeksel
2. Onderste uitsparing
3. Drukclip
1
32
1. Rijstand
2. Parkeerstand
2
2
1
2 2
1
U1MCD2D0.book Page 37 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 53 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-38
3
De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning. Uit
gaan de dempin g
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b). In
gaan de dempin g
De ingaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
ingaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b).1. Stelbout veervoorspanning
1. Afstand A
(a)
(b)1
1(a)
(b)
4.0 mm (0.16 in)
3.0 mm (0.12 in)
1
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
Afstand A = 15.0 mm (0.59 in)
Standaard: Afstand A = 10.0 mm (0.39 in)
Maximum (hard): Afstand A = 0.0 mm (0.00 in)
1. Stelknop voor uitveerdemping
(a)
(b)
1
Afstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
16 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid
in de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
U1MCD2D0.book Page 38 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 54 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-39
3
OPMERKINGDoor geringe productieafwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeen-
komen; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU14917
Schokdemperunit afstellenDeze schokdemperunit is uitgerust met een
stelhefboom voor veervoorspanning en een
stelknop voor uitgaande demping.LET OP
DCA16571
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te g aan om schad e
aan het mechanisme te voorkomen.Veervoorspanning
Om zonder passagier te rijden, zet u de
stelhefboom voor veervoorspanning in
richting (a). Om met passagier te rijden, zet
u de stelhefboom voor veervoorspanning in
richting (b). Uit
gaan de dempin g
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).
Afstellin
g in gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
21 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 11 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig ge-
draaid in de richting (a) 1. Stelhefboom veervoorspanning
1
(b)
(a)
1. Stelknop voor uitveerdempingAfstelling uitgaan de dempin g:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 3 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid
in de richting (a)
U1MCD2D0.book Page 39 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 55 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-40
3
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee het afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid.
Het kan voorkomen dat dit afstelbereik
vanwege kleine productieverschillen niet
exact overeenkomt met de opgegeven
specificaties.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is g evuld met
stikstof gas on der ho ge druk. Lees de
on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan d e schokdemperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er ver der vanaf.
Stel de schokd emperunit niet bloot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of bescha di-
g in g van de cilin der. Scha de aan de
c i
lin der zal resulteren in slechte
d empin gsprestaties.
Werp een beschad igde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daarom
U1MCD2D0.book Page 40 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 56 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-41
3
regelmati g en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU54491
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U1MCD2D0.book Page 41 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 57 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-42
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan.3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12.
Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
●
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
U1MCD2D0.book Page 42 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 58 of 118

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-43
3
DAU39656
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluiting
te voorkomen, d ient u te controleren of
d e dop op het g elijkstroom aansluitcon-
tact is aan geb racht als het contact niet
wor dt geb ruikt.LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aan gesloten op het
g elijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires ma g niet wor den geb ruikt ter-
wijl de motor uit staat en d e belastin g
ma g niet meer b ed ra gen dan 30 W (2.5
A), an ders kan d e zekering d oor bran den
of de accu ontlad en raken.Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact in de accessoire-
box.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit aansluitcontact, kan worden gebruikt
wanneer de sleutel in de stand “ON” staat,
maar mag alleen worden gebruikt wanneer
de motor draait. Ge
bruiken van het g elijkstroom aansluit-
contact voor accessoires 1. Open het deksel van de accessoire- box. (Zie pagina 3-34.)
2. Draai de sleutel naar “OFF”.
3. Verwijder het deksel van het aansluit-
contact.
4. Zet het accessoire uit.
5. Plaats de stekker van het accessoire in het aansluitcontact. 6. Draai de sleutel naar “ON” en start de
motor. (Zie pagina 5-1.)
7. Zet het accessoire aan.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi- res
1
U1MCD2D0.book Page 43 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 59 of 118

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15598
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van d e machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rijd niet met d e machine als u
een pro bleem heb t g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang/overl
oopslang op obstakels, scheuren of
beschadiging en controleer de slangaansluiting. 3-28, 3-29
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-13
Car danolie • Controleer de machine op olielekkage. 6-15
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-16
U1MCD2D0.book Page 1 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM
Page 60 of 118

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-24, 6-25
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-24, 6-25
Koppelin g • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23, 6-25
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-19, 6-27
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
6-27
ITEM CONTROLES PAGINA
U1MCD2D0.book Page 2 Wednesday, June 4, 2014 3:54 PM