YAMAHA FZ8 S 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: FZ8 S, Model: YAMAHA FZ8 S 2014Pages: 108, PDF Size: 2.97 MB
Page 81 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU23284
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-40 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! On dersteun
d e machine zor gvul dig om omval-
len en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50211
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-17.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met d e huid,
o gen of kle din g en b escherm uw1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
1
2
3
U42PD4D0.book Page 33 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 82 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
ogen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buurt van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie bij accula den
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale accula der (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le acculad er raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te ber gen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst de neg atieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst d e sleutel naar
“OFF” en sluit vervolg ens eerst de
positieve ka bel en d aarna de neg a-
tieve kab el aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
U42PD4D0.book Page 34 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 83 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU49825
Zekeringen vervan genDe hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
de kastjes met zekeringen voor de afzon-
derlijke circuits bevinden zich onder het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 3-17.)
FZ8-S FZ8-S
FZ8-SA1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
2
3
4
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering achterlichtcircuit
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
5. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
6. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
18
7
2
3
4
5
6
1. Zekeringenkastje
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
4. Hoofdzekering
4
1
2
3
U42PD4D0.book Page 35 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 84 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
FZ8-SAFZ8-SA
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
5. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
6. Zekering ABS-motor
7. Reservezekering
8. Zekering ABS-regeleenheid
9. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
1
8
92
3
4
5
6
7
7
1. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
2. Zekering achterlichtcircuit
3. Reservezekering
1
2
3
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
23
U42PD4D0.book Page 36 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 85 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23935
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
Voo r
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering ABS-motor:
FZ8-SA 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
FZ8-SA 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: FZ8-SA 7.5 A
Backup-zekering:
10.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
2
1
U42PD4D0.book Page 37 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 86 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
3. Breng een nieuwe koplampgloeilampaan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU32835
Parkeerlicht gloeilamp vervan genDit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder paneel A (als u de linker par- keerlichtgloeilamp vervangt) of paneel
B (als u de rechter parkeerlichtgloei-
lamp vervangt). (Zie pagina 6-9.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer het paneel.
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
2
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp1
1. Parkeerlichtgloeilamp1
U42PD4D0.book Page 38 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 87 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
DAU24116
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-17.)
2. Verwijder de gloeilampfitting van het remlicht/achterlicht (samen met de
gloeilamp) door deze linksom te draai-
en.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Installeer het duozadel.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hier door kan d e
lens breken.
[DCA11192]
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
1
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
U42PD4D0.book Page 39 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 88 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
6
DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervan gen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Schroef
2. Kentekenverlichtingsunit
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
2
U42PD4D0.book Page 40 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 89 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56330
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- slanghouders door de bout en de
moer los te halen. 4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar g eknepen.
[DCA11052]
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
1. Remklauwbout
2. Remklauw
1
2
1
2
U42PD4D0.book Page 41 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
Page 90 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
5. Trek de wielas uit en verwijder dan hetwiel.
Aan bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
4. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.5. Monteer de remslanghouders door de
bout en moer aan te brengen.
6. Zet de remklauwbouten en de rem- slanghouderbouten vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten. 7. Zet de wielas en vervolgens de wielas-
klembout vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
8. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor mo dellen zon-
d er ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56701
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los.
Aanhaalmomenten: Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout: 6 Nm (0.6 m·kgf, 4.3 ft·lbf)
Aanhaalmomenten:Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1. Wielasmoer
1
U42PD4D0.book Page 42 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM