YAMAHA NIKEN 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: NIKEN, Model: YAMAHA NIKEN 2020Pages: 106, PDF Size: 9.5 MB
Page 11 of 106

Veilighei dsinformatie
1-4
1
In de han del verkrij gbare on der delen,
accessoires en aanpassin gssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op
originele Yamaha accessoires, dient u te
beseffen dat sommige in de handel ver-
krijgbare accessoires of aanpassingssets
niet geschikt zijn vanwege mogelijke veilig-
heidsrisico’s voor uzelf of anderen. Het
monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedieningskenmer-
ken van uw machine wijzigen kan het risico
op ernstig letsel of overlijden van uzelf of
anderen vergroten. U bent verantwoordelijk
voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen
aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en de richtlijnen die
staan vermeld op pagina 1-3. Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
motor. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg, de stuuruitslag of de bediening niet
beperkt en geen lampen of reflectors
afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve ge-
wichtsverdeling of door aerodyna-
mische effecten. Accessoires aan
het stuur of nabij de voorvork moe-
ten zo licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
motor. De motor kan door rijwind
worden opgetild of bij zijwind insta-
biel worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de motor-
fiets te boven gaan, kan zich een ge-
vaarlijke elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de motor
uitvalt.
In de han del verkrij gbare ban den en vel-
g en
De banden en velgen die bij uw motorfiets
werden geleverd, zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de motorfiets te onder-
steunen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-17
voor de bandenspecificaties en informatie
over het onderhouden en vervangen van
uw banden.
De motorfiets vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
motorfiets in een ander voertuig wilt ver-
voeren.
Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de motorfiets.
Controleer de motorfiets op brand-
stof- of olielekken.
UBD5D1D0.book Page 4 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 12 of 106

Veiligheidsinformatie
1-5
1
Schakel de versnellingsbak in een ver-
snellingsstand.
Gebruik geschikte spanbanden om de
motorfiets vast te zetten en bevestig
deze aan stevige delen van de machi-
ne, zoals het frame of de kroonplaat
van de voorvork. Bevestig de span-
banden niet aan richtingaanwijzers,
stroomlijnpanelen of andere onderde-
len die daardoor kunnen breken. Kies
de plaats voor de spanbanden zorg-
vuldig om te voorkomen dat deze tij-
dens het transport schuurplekken op
de lak veroorzaken.
Zorg dat de vering iets door de span-
banden wordt ingedrukt, zodat de
motorfiets tijdens het transport niet
overmatig kan stuiteren.
UBD5D1D0.book Page 5 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 13 of 106

Beschrijving
2-1
2
DAU10411
Aanzicht linkerzij de
1
2,3
4
5
6
7
8
9
1. Accu (pagina 6-30)
2. Opbergcompartiment (pagina 3-27)
3. Gereedschapsset (pagina 6-2)
4. Zadelslot (pagina 3-25)
5. Versteller voor veervoorspanning (pagina 3-29)
6. Versteller voor uitgaande demping (pagina 3-29)
7. Schakelpedaal (pagina 3-18)
8. Olieaftapplug (pagina 6-11) 9. Oliefilterpatroon (pagina 6-11)
UBD5D1D0.book Page 1 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 14 of 106

Beschrijving
2-2
2
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
2
1
1
4
3
6
7
8
9
5
1. Zekeringen (pagina 6-31)
2. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-22)
3. Tankdop (pagina 3-22)
4. Versteller voor uitgaande demping (pagina 3-28)
5. Versteller voor ingaande demping (pagina 3-28)
6. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-14)
7. Kijkglas olieniveau (pagina 6-11)
8. Olievuldop (pagina 6-11) 9. Rempedaal (pagina 3-19)UBD5D1D0.book Page 2 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 15 of 106

Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedienin gen en instrumenten
1
2
7
6
5
3
4
8
9
1. Koppelingshendel (pagina 3-17)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-3)
3. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 3-31)
4. Multifunctionele meter (pagina 3-10)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-22)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-3)
7. Remhendel (pagina 3-19)
8. Gasgreep (pagina 6-16) 9. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
UBD5D1D0.book Page 3 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 16 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-1
3
DAU1097A
Start blokkeersysteemDit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel
twee standaardsleutels
een transponder (in elke sleutel)
een startblokkeereenheid (op het
voertuig)
een ECU (op het voertuig)
een controlelampje voor het systeem
(pagina 3-6) Over
de sleutels
De codeersleutel is de hoofdsleutel van het
systeem. Met de codeersleutel kunnen co-
des worden geregistreerd in elke stan-
daardsleutel. Bewaar de codeersleutel op
een veilige plaats. Gebruik een standaard-
sleutel voor uw dagelijkse ritten.
Ga als een sleutel opnieuw moet worden
gecodeerd of vervangen met de codeer-
sleutel en resterende standaardsleutels
naar een Yamaha dealer om de registratie
te laten uitvoeren.
OPMERKING Bewaar de standaardsleutels en de
sleutels van andere startblokkeersy-
stemen altijd op een andere plek dan
de codeersleutel.
Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kunnen
ze signaalstoring veroorzaken.LET OP
DCA11823
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT CON-
TACT OP MET UW DEALER ALS U HEM
VERLOREN HEBT! Als u de co deersleu-
tel bent verloren, kan de machine no g
wor den gestart met de bestaan de stan-
d aar dsleutels. Het is echter niet meer mo
gelijk om een nieuwe stan daar dsleu-
tel te re gistreren. Als alle sleutels zijn
verloren of beschad igd, moet het volle-
d ig e start blokkeersysteem wor den ver-
van gen. Ga d aarom zor gvul dig met d e
sleutels om. Dompel ze niet on der in water.
Stel ze niet bloot aan ho ge tempe-
raturen.
Plaats ze niet in de buurt van ma g-
neten.
Plaats ze niet in de buurt van appa-
raten die elektrische si gnalen uit-
zen den.
Ga er niet ruw mee om.
Pr
obeer ze niet te slijpen of te wijzi-
g en.
Pro beer ze niet uit elkaar te halen.
Han g nooit twee sleutels van een
start blokkeersysteem aan dezelf de
sleutelrin g.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)UBD5D1D0.book Page 1 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 17 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU10474
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU84031
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.OPMERKING De koplamp(en) gaan branden als de
motor wordt gestart.
Laat om ontladen raken van de accu
te voorkomen het contactslot niet in-
geschakeld zonder dat de motor
draait.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rij dt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van d e controle of een on ge-
val.
DAU1068B
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.
1
2
UBD5D1D0.book Page 2 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 18 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU65680
(Parkeren)
De alarmverlichting kan worden ingescha-
keld, maar alle andere elektrische syste-
men zijn uit. De sleutel kan worden
uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA22330
Als u d e alarmverlichtin g lan gduri g laat
b ran den, kan d e accu ontla den raken.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU85481
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaan alleen de twee buitenste kop-
lampen branden. Als de schakelaar op
grootlicht wordt ingesteld, gaan de twee
binnenste koplampen ook branden.
1. Drukken.
2. Draaien.
1 2
1. “MENU”-schakelaar
2. “SELECT”-schakelaar
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
1
2
34
5
6
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
3
2
UBD5D1D0.book Page 3 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 19 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66061
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU84250
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 3-7 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU84521
“MENU”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in de multifunctionele meter te wijzi-
gen. (Zie pagina 3-10.)
DAU84530
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in de multifunctionele meter te wijzi-
gen. (Zie pagina 3-10.)
DAU84260
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 3-17 voor uitleg over de rijmo-
dus.
UBD5D1D0.book Page 4 Friday, October 25, 2019 2:28 PM
Page 20 of 106

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
DAU4939J
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11032
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje ga at knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11259
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Vul zo snel mo-
gelijk motorolie bij om schade aan de motor
te voorkomen.
Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. Als er een
probleem wordt gedetecteerd in het circuit
van het waarschuwingslampje olieniveau,
knippert het waarschuwingslampje olieni-
veau herhaaldelijk. Als dit zich voordoet,
vraag dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden terwijl
het olieniveau correct is (zie pagina 6-11),
laat de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.
DAU58402
Controlelampjes cruise control “ ” en
“SET”
Deze controlelampjes gaan branden wan-
neer de cruise control wordt geactiveerd.
(Zie pagina 3-7.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moe-
ten deze lampjes enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Laat als de lampjes niet
oplichten de machine controleren door een
Yamaha dealer.
DAU11449
Waarschuwin gslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen. (Zie pagina 6-37.)
1. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe- ratuur “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje linker richtingaanwijzers “”
4. Controlelampje grootlicht “ ”
5. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Controlelampje tractieregeling “ ”
8. Controlelampjes cruise control “ ” “SET”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
10.Schakelcontrolelampje “ ”
11.ABS-waarschuwingslampje “ ”
12.Controlelampje startblokkering “ ”123
654
118
910
78
12
ABS
UBD5D1D0.book Page 5 Friday, October 25, 2019 2:28 PM