YAMAHA SR400 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: SR400, Model: YAMAHA SR400 2016Pages: 94, PDF Size: 2.51 MB
Page 41 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
werkzaamheden vereist zijn.
2RD-9-D1.book 3 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 42 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU46862
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal pe r jaar te worden uitgevoerd, behalve
wanneer in plaats daarva n een onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor
Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vana f 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf
10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een
Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereedschap, technische gegevens en vak-
manschap vereist zijn.
DAU63321
Periodiek onderhoudsschema van het uitstootcontrolesysteem
NR. ITEM
1 *Brandstofleiding Controleer de brandstofslan-
gen op scheurtjes of beschadi-
gingen.
2 Bougie Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand
afstellen.
Vervangen.
3 *Ventielen Controleer de klepspeling.
Afstellen.
4 *Brandstofinjectie Controleer het stationaire toe-
rental van de motor.
5 *Uitlaatdemper en
uitlaatpijp Controleer of de schroef-
klem(men) goed vastzit(ten).
6 *Luchtinlaatsysteem Controleer de luchtafsluitklep,
de membraanklep en de slang
op beschadiging.
Vervang beschadigde onderde- len indien nodig. X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE CONTROLE
110203040
0.66121824
2RD-9-D1.book 4 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 43 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU64031
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1 Luchtfilterelement Vervangen. Elke 20000 km (12500 mi)
2 Koppeling Controleer de werking.
Afstellen.
3 *Distributieketting Controleer de spanning van de
distributieketting.
Stel indien nodig bij.
4 *Decompressiesy-
steem Controleer de werking.
Kabel aanpassen of vervangen.
5 *Vo o r r e m Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Stel de vrije slag van de rem- hendel af.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is
bereikt
6 *Achterrem Controleer de werking en stel
de speling van het rempedaal
af.
Vervang de remschoenen. Wanneer de slijtagelimiet is
bereikt
7 *Remslang Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
Zorg voor een correcte plaat- sing van slang(en) en
klem(men).
Vervangen. Elke 4 jaar
8 *Remvloeistof Verversen. Elke 2 jaar
9 *Wielen Controleer de speling en de
spaakspanning en controleer
op beschadigingen.
Trek indien nodig de spaken aan.
10 *Banden Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
2RD-9-D1.book 5 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 44 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
11 *Wiellagers Controleer de lagers op speling
of beschadigingen.
12 *Achterbrug Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13 Aandrijfketting Controleer de spanning, uitlij-
ning en conditie van de aandrijf-
ketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen. Elke 500 km (300 mi) en nadat
de motorfiets is gewassen of
ermee in de regen of vochtige gebieden is gereden
14 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
15 *Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
16 Scharnieras van
remhendel Smeren met siliconenvet.
17 Scharnieras van
rempedaal Smeren met lithiumvet.
18 Scharnieras van
koppelingshendel Smeren met lithiumvet.
19 Zijstandaard,
middenbok Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
20 *Zijstandaardscha-
kelaar Controleer de werking.
21 *Vo o r v o r k Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
22 *Schokdemperunits Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
23 Motorolie Verversen.
Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.
24 Oliefilterelement Vervangen.
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE CONTROLE
110203040
0.66121824
2RD-9-D1.book 6 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 45 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU59350
OPMERKING
Luchtfilter Het luchtaanzuigsysteem van dit model is voorzien van een geolied papieren fil-
terelement. Het luchtfilterelement mag ni et worden gereinigd met perslucht en moet
worden vervangen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervange n als u vaak in extreem vochtige of stof-
fige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem Ververs na het demonteren van de remhoofd cilinder en remklauw altijd de remvloei-
stof. Controleer regelmatig het remvloeist ofniveau en vul het reservoir indien nodig
bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
De remslang dient elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze is ge-
scheurd of beschadigd.
25 *Vo o r - e n
achterremschake-
laar Controleer de werking.
26 Bewegende delen
en kabels Smeren.
27 *Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien
nodig af.
Smeer de kabel en het kabel- huis.
28 *Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
2RD-9-D1.book 7 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 46 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU59460
Het framepaneel verwijderen en
aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onderhouds-
werkzaamheden die in dit hoofdstuk wor-
den beschreven, moet het afgebeelde
paneel worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf door telkens wanneer het paneel
moet worden verwijderd of aangebracht.
OPMERKING
Het paneel aan de linkerzijde kan worden
verwijderd met de sleutel. Het paneel hoeft
echter niet te worden verwijderd voor de in
dit hoofdstuk beschreven onderhoudswerk-
zaamheden.
DAU19152Paneel A
Om het paneel te verwijderen
Verwijder de bout en trek het paneel los zo-
als getoond. Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
1. Paneel A
11. Paneel A
2. Bout
3. Ring
1
2
3
2RD-9-D1.book 8 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 47 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU19605
Bougie controleren
De bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat gemakkelijk te controleren is. Door hitte
en aanslag slijten bougies op de lange duur.
Daarom moeten bougies worden verwijderd
en gecontroleerd volgens het periodieke
onderhouds- en smeerschema. Bovendien
kan aan het uiterlijk van de bougie de con-
ditie van de motor worden afgelezen.
De bougie verwijderen 1. Verwijder de bougiedop.
2. Verwijder de bougie zoals getoond met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset.
Controleren van de bougie 1. Controleer of de porseleinen isolator rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKING
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamaha
dealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.
3. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
De bougie monteren 1. Reinig het oppervlak van de bougie- pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
1. Bougiedop
1. Bougiesleutel
1
1
Voorgeschreven bougie:NGK/BPR6ES
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment: Bougie: 25 Nm (2.5 m·kgf, 18 ft·lbf)
2RD-9-D1.book 9 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 48 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid. 3. Installeer de bougiedop.
DAU59626
Motorolie en oliefilterelement
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniv eau te controleren
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet het voertuig op een vlakke onder- grond op de middenbok.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen. Verwijder de olie-
vuldop en veeg de peilstok schoon.
Steek de peilstok terug in de olievul-
opening (zonder vast te draaien) en
verwijder dan opnieuw om het olieni-
veau te controleren.
WAARSCHUWING! Draai de olie-
vuldop nooit los direct nadat op
hoge snelheid is gereden, de hete
motorolie kan dan naar buiten spui-
ten en schade of brandwonden ver-
oorzaken. Laat de motorolie altijd
voldoende afkoelen alvorens de
olievuldop te verwijderen.
[DWA17640]
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
2RD-9-D1.book 10 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 49 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
4. Als de motorolie beneden de merk- streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
5. Breng de olievuldop aan.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van het oliefilterele-
ment) 1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de ontluchtingsbout van het oliefilterdeksel met de pakking en de
aftapbout van het oliefilterelement om
de olie uit de kamer van het oliefil-
terelement te laten stromen. 4. Verwijder de aftapplug met de pakking
om de olie uit het carter te laten stro-
men.
5. Verwijder de olievuldop en de oliere- servoir-aftapplug met de pakking om
de olie uit de olietank te laten stromen.
OPMERKING
Sla de stappen 6–8 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.
6. Verwijder het oliefilterdeksel door de bouten te verwijderen.
1. Olievuldop
2. Peilstok
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1. Ontluchtingsbout oliefilterdeksel
2. Pakking
3. Aftapbout oliefilterelement
3
4
1
2
1
2
3
1. Pakking
2. Olieaftapplug (carter)
1. Olieaftapplug (oliereservoir)
2. Pakking
21
21
2RD-9-D1.book 11 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 50 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
7. Verwijder en vervang het oliefilterele- ment en de o-ringen.
OPMERKING
Zorg dat de o-ringen correct aanliggen.
8. Monteer het oliefilterdeksel door de bouten aan te brengen en zet de bou-
ten dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
9. Breng de aftapbout van het oliefil- terelement aan en zet de bout dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. 10. Breng de ontluchtingsbout van het
oliefilterdeksel aan met de pakking en
zet de bout dan vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
11. Monteer de olieaftappluggen met hun nieuwe pakking en zet de pluggen vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
12. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
monteer dan de olievuldop en zet deze
vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
1. Bevestigingsbout oliefilterdeksel
1. Oliefilterdeksel
2. O-ring
3. Oliefilterelement
Aanhaalmoment:Bevestigingsbout oliefilterdeksel:10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1
2
1
3
Aanhaalmoment:Aftapbout oliefilterelement:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Ontluchtingsbout oliefilterdeksel:5 Nm (0.5 m·kgf, 3.6 ft·lbf)
Aanhaalmomenten: Olieaftapplug (carter):
30 Nm (3.0 m·kgf, 22 ft·lbf)
Olieaftapplug (oliereservoir): 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie: Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:2.00 L (2.11 US qt, 1.76 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement:
2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)
2RD-9-D1.book 12 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分