YAMAHA SR400 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: SR400, Model: YAMAHA SR400 2016Pages: 94, PDF Size: 2.51 MB
Page 71 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU59443
Zekeringen vervangen
De hoofdzekering bevindt zich in de accus-
tekker. (Zie pagina 6-32.)
Vervang de hoofdzekering als volgt als
deze is doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.)
3. Verwijder de accu door de accuriem te verwijderen.
4. Maak de accustekker los. 5. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
6. Sluit de accustekker aan.
7. Plaats de accu door de accuriem aante brengen.
8. Breng het zadel aan.
9. Draai de sleutel naar “ON”.
10. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich on-
der het zadel.
1. Aansluitkast accukabel
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
1. Accu
2. Accuriem
3
1
2
12
1. Aansluitkast accukabel
Voorgeschreven zekering: 30.0 A
1
2RD-9-D1.book 33 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 72 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-34
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.)
3. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
5. Als een zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch syst eem te controleren.
1. Zekeringenkastje
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Backup-zekering
5. Zekering brandstofinjectiesysteem
6. Zekering parkeerlichten
7. Reservezekering
1
1
2
3 4
5
7
6
Voorgeschreven zekeringen: Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 10.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 7.5 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
2RD-9-D1.book 34 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 73 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU23799
Koplampgloeilamp vervangen
De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de koplampunit door de schroeven los te halen. 2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
1
2
2RD-9-D1.book 35 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 74 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stellen.
DAU33417
Parkeerlichtgloeilamp vervangen
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.1. Verwijder de koplampunit door de schroeven los te halen.
2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilamp) door deze in te drukken
en linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
1. Gloeilamphouder
1
1. Schroef
1. Schroef
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1
1
2RD-9-D1.book 36 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 75 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-37
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting (samen met de
gloeilamp) aan door deze in te drukken
en rechtsom te draaien tot hij stuit.
6. Monteer de koplampunit door de schroeven aan te brengen.DAU24135
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen
1. Verwijder de lamplens van het rem-licht/achterlicht do or de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hierdoor
kan de lens breken.
[DCA10682]
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
2. Parkeerlichtgloeilamp
1
2
1. Schroef
2. Lamplens achterlicht/remlicht
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
1 2
1
2RD-9-D1.book 37 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 76 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU60010
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen
1. Verwijder de lamplens, omlijsting en pakking van de richtingaanwijzer door
de schroeven los te halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de pakking, omlijsting en lamplens van de richtingaanwijzer
door de schroeven aan te brengen.
Zorg dat de inkepingen op de omlijs-
ting en de lamplens naar binnen wijzen
zoals getoond. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hierdoor kan de lens breken.
[DCA10682]
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Omlijsting richtingaanwijzer
3. Pakking
1
2
3
2
1
2RD-9-D1.book 38 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 77 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-39
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU24361
Voorwiel
DAU59603
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen. 1. Draai de wielasmoer terug.
2. Draai de moeren aan de wielashouder los.
3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Maak de snelheidsmeterkabel los van de tandwieloverbrenging voor de snel-
heidsmeter. 5. Verwijder de wielasmoer en de onder-
legring.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan de
bus en het wiel. LET OP: Bekrachtig
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen elkaar
geperst.
[DCA11073]
Aanbrengen van het voorwiel 1. Monteer de wielnaaf en de tand- wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Plaats de bus aan de rechterzijde van de wielnaaf.
3. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
1. Wielasmoer
1. Moer wielashouder
1
1
1. Snelheidsmeterkabel
1. Sleuf
2. Tandwieloverbrenging snelheidsmeter
3. Uitsteeksel
1
2
3
1
2RD-9-D1.book 39 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 78 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-40
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
Controleer of er voldoende afstand bestaat
tussen de remblokken alvorens de rem-
schijf ertussen te schuiven; de sleuf in de
tandwieloverbrenging voor de snelheids-
meter moet over de aanslag op de vorkpoot
vallen.
4. Steek de wielas in vanaf de linkerzijde en breng vervolgens de onderlegring
en de wielasmoer aan.
5. Haal de motorfiets van de middenbok, zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
6. Draai de wielasmoer en de wielashou- dermoeren vast met de voorgeschre-
ven aanhaalmomenten.
7. Bekrachtig de voorrem en druk het stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
DAU25081
Achterwiel
DAU59614
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer los en de moer van de remankerstang bij de reman-
kerplaat.
2. Haal de remankerstang los van de re-
mankerplaat door de moer, de onder-
legring en de bout te verwijderen.
3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Verwijder de stelmoer waarmee de vrije slag van het rempedaal wordt af-
gesteld en haal dan de rempedaal-
stang los van de remnokhefboom.
5. Draai de borgmoer op de kettingspan-
ner en de stelbout voor kettingspan-
ning aan beide uiteinden van de
1. Borging
2. Sleuf
3. Wielas
Aanhaalmomenten:Wielasmoer:104 Nm (10.4 m·kgf, 74 ft·lbf)
Wielashoudermoer: 9 Nm (0.9 m·kgf, 6.5 ft·lbf)
1
3 2
1. Rempedaalstang
2. Remnokhefboom
3. Stelmoer vrije slag rempedaal
4. Stelbout spanning aandrijfketting
5. Borgmoer kettingspanner
6. Aandrijfkettingspanner
7. Ring
8. Wielasmoer
9. Bevestigingsmoer remankerstang
10.Remankerstang
1
10
34
5
6
7
8
9
7
2
2RD-9-D1.book 40 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 79 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-41
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
achterbrug los.
6. Verwijder de wielasmoer en onderle- gring.
7. Ondersteun het achterwiel en trek dan de wielas uit.
8. Verwijder de kettingspanners en de af- standsring.
9. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING
De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen.
Om het achterwiel aan te brengen1. Plaats het afstandsstuk aan de linker- zijde van de wielnaaf. 2. Monteer de kettingspanners en het
wiel door de wielas vanaf de linkerzijde
in te steken.
3. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel.
4. Breng de onderlegring en wielasmoer aan.
5. Monteer de rempedaalstang aan de remnokhefboom en breng dan de stel-
moer voor vrije rempedaalslag aan op
de rempedaalstang.
6. Koppel de remankerstang aan de re- mankerplaat door de bout, de onderle-
gring en moer aan te brengen.
7. Stel de spanning van de aandrijfketting af. (Zie pagina 6-25.)
8. Haal de motorfiets van de middenbok, zodat het achterwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
9. Zet de bevestigingsmoer van de re-
mankerstang en de wielasmoer vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Stel de vrije slag van het rempedaal af. (Zie pagina 6-20.)
WAARSCHUWING
DWA10661
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag.
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer kettingspanner
3. Wielasmoer
4. Ring
1. Aandrijfketting
3
2
14
1
Aanhaalmomenten:
Bevestigingsmoer remankerstang:
19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
Wielasmoer: 129 Nm (12.9 m·kgf, 92 ft·lbf)
2RD-9-D1.book 41 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 80 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU25852
Problemen oplossen
Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze essentië le systemen zelf te
kunnen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correc t te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
2RD-9-D1.book 42 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分