YAMAHA TMAX 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2021Pages: 122, PDF Size: 8.4 MB
Page 101 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-32
8
1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 8-9.)
2. Demonteer de afdekplaatjes van de
schroeven door de drukclips te verwij-
deren.
3. Verwijder de doppen.
4. Verwijder de kuipruit door de schroe- ven los te halen. 5. Verwijder het binnenpaneel door de
bouten en drukclips los te halen.
6. Monteer het binnenpaneel door de bouten en drukclips aan te brengen. 7. Monteer de kuipruit door de schroe-
ven aan te brengen.
8. Breng de doppen aan.
9. Monteer de afdekplaatjes van de schroeven door de drukclips aan te
brengen.
10. Monteer het paneel.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Schakel de machinevoeding uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Afdekplaatje schroeven
2. Drukclip
1. Dop
1
212
1
1. Kuipruit
2. Schroef
1. Binnenpaneel
2. Bout
3. Drukclip
12
2 21 2
2
3 3
2
1. Afdekplaatje schroeven
1
UB3TD1D0.book Page 32 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 102 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-33
8
3. Schakel de machinevoeding in en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU80380
Voertui gverlichtin gMet uitzondering van de gloeilamp van de
kentekenverlichting bestaat alle verlichting
van dit model uit ledlampjes.
Als een lampje niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha-dealer de machine controle-
ren. Als de kentekenverlichting niet gaat
branden, controleer dan het lampje en ver-
vang het indien nodig. (Zie pagina 8-34.)LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering achterlichtcircuit: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires: 2.0 A
Backup-zekering:
15.0 A
Zekering elektronische smoorklep:7.5 A
Remlicht zekering: 1.0 A
Zekering cruise control:
1.0 A
Zekering kuipruitmotor: 20.0 A
1. Koplamp
2. Parkeerlicht2 1
2
1
UB3TD1D0.book Page 33 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 103 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-34
8
DAU81491
De gloeilamp van de kenteken-
verlichtin g vervan gen1. Verwijder de bevestigingsmoeren van
de kentekenverlichtingseenheid.
2. Trek de kentekenverlichtingseenheid los van het achterwielspatbord.
(Plaats de kragen terug als deze eruit-
vallen.) 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting en druk de fitting op zijn plaats.
5. Breng de kentekenverlichtingseen- heid op het achterwielspatbord aan.
6. Breng de moeren aan en zet deze vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
DAU25865
Prob lemen oplossenHoewel uw Yamaha voertuig een grondige
inspectie heeft ondergaan alvorens de fa-
briek te verlaten, kunnen er tijdens gebruik
toch storingen optreden. Problemen in de
brandstof-, compressie- of ontstekingssy-
stemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze essentiële systemen zelf te
kunnen controleren. Ga als er reparaties
nodig zijn echter met uw machine naar een
erkende Yamaha dealer, waar vakkundige
monteurs aanwezig zijn die beschikken
over het vereiste gereedschap, de ervaring
en vakkennis om de werkzaamheden aan
uw Yamaha voertuig correct uit te voeren.
Gebruik altijd uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Imitatieonderde-
len kunnen er hetzelfde uitzien als originele
onderdelen maar zijn vaak van lagere kwa-
liteit, hebben een kortere levensduur en
kunnen uiteindelijk resulteren in dure repa-
raties.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Moer
2 1
1. Flensbus
2. Gloeilamp kentekenverlichting
3. Kentekenverlichtingsunit
Aanhaalmoment:
Moer van kentekenverlichtingseen-
heid:
3.8 N·m (0.38 kgf·m, 2.8 lb·ft)
3
2
1
UB3TD1D0.book Page 34 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 104 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-35
8
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernstig letsel of schade aan
ei gen dommen tot g evolg.
DAU77992
Pro blemen met het Smart-sleutelsy-
steem oplossen
Controleer de volgende items als het
Smart-sleutelsysteem niet werkt. Is de Smart-sleutel ingeschakeld? (Zie
pagina 3-5.)
Is de batterij van de Smart-sleutel ont-
laden? (Zie pagina 3-6.)
Is de batterij van de Smart-sleutel cor-
rect geplaatst? (Zie pagina 3-6.)
Wordt de Smart-sleutel gebruikt op
een locatie met sterke radiogolven of
andere elektromagnetische ruis? (Zie
pagina 3-1.)
Gebruikt u de Smart-sleutel die bij de
machine is geregistreerd?
Is de voertuigaccu ontladen? Als de
voertuigaccu ontladen is, zal het
Smart-sleutelsysteem niet werken.
Laat de voertuigaccu opladen of ver-
vangen. (Zie pagina 8-30.)
Als het Smart-sleutelsysteem na controle
van de bovenstaande items nog steeds niet
werkt, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.
OPMERKINGZie Noodmodus op pagina 8-38 voor infor-
matie over het starten van de motor zonder
de Smart-sleutel.
UB3TD1D0.book Page 35 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 105 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-36
8
DAU86350
Storingzoekschema
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Probeer de motor te s tarten.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Veeg schoon met een droge doek en corrigeer de
elektrodenafstand of vervang de bougie(s). Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
Probeer de motor te starten.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu zo nodig op.
UB3TD1D0.book Page 36 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 106 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-37
8
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UB3TD1D0.book Page 37 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 107 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-38
8
DAU77373
Noodmo dusAls de Smart-sleutel verloren of bescha-
digd is geraakt of de batterij leeg is, kunt u
nog steeds de machine inschakelen en de
motor starten. U hebt hiervoor een mecha-
nische sleutel en het identificatienummer
van het Smart-sleutelsysteem nodig. Volg
de onderstaande stappen om de machine
te gebruiken in de noodmodus.OPMERKINGHet gebruik in de noodmodus wordt gean-
nuleerd wanneer de achtereenvolgende
stappen niet worden uitgevoerd binnen de
vereiste tijd voor elke stap of wanneer de
1. Parkeer de machine op een veilige
plaats.
2. Ontgrendel het zadel door de mecha-
nische sleutel in het slot aan de rech-
terzijde te steken en linksom te
draaien. 3. Open het zadel en controleer of de
verlichting van de bagageruimte gaat
branden.
4. Druk eenmaal op de schakelaar Ž.
5. Beweeg het zadel binnen 10 secon- den drie keer omhoog en omlaag zon-
der het volledig te sluiten.
OPMERKINGGebruik de verlichting van het achterste
opbergcompartiment als indicatie bij het
omhoog- en omlaagbewegen van het za-
del.
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem op de snelheidsmeter
gaat gedurende drie seconden bran-
den om de overgang naar de nood-
modus aan te geven. 6. Gebruik nadat het controlelampje van
het Smart-sleutelsysteem is gedoofd
de schakelaar / Ž om het identifi-
catienummer in te voeren.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem
1. Identificatienummer
1 1
123456
1
UB3TD1D0.book Page 38 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 108 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-39
8
7. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Houd de schakelaar “ / ” inge-
drukt.
↓
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.
↓
Laat de schakelaar “ / ” los nadat
het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem één keer heeft geknip-
perd.
↓
Het eerste cijfer van het identificatie-
nummer is ingesteld als “1”.
↓
Houd de schakelaar “ / ” nog-
maals ingedrukt.
↓ Laat de schakelaar “ / ” los nadat
het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem twee keer heeft ge-
knipperd.
↓
Het tweede cijfer is ingesteld als “2”.
↓
Herhaal de bovenstaande procedure
totdat alle cijfers van het identificatie-
nummer zijn ingesteld. Het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
brandt gedurende 10 seconden als
het juiste identificatienummer is inge-
voerd.
OPMERKINGDe noodmodus wordt opgeheven wanneer
een van de volgende situaties zich voor-
doet. Begin in dat geval opnieuw vanaf stap
4.
Als de schakelaar “ / ” gedurende
10 seconden niet wordt bediend tij-
dens het invoerproces voor het identi-
ficatienummer.
Als u het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem 9 keer of meer
laat knipperen.
8. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt op de
schakelaar “ON/ ” om de machine-
voeding in te schakelen. De motor kan
nu worden gestart.OPMERKINGAls het identificatienummer niet cor-
rect wordt ingevoerd, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem snel gedurende 3 seconden
en wordt de noodmodus opgeheven.
Begin in dat geval opnieuw vanaf stap
4.
Om het stuur te vergrendelen nadat
de machine in de noodmodus is ge-
zet, gaat u als volgt te werk. Schakel
de machinevoeding uit, wacht 30 se-
conden, draai vervolgens het stuur
naar links en druk op de schakelaar
“OFF/LOCK”.
UB3TD1D0.book Page 39 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 109 of 122

Onderhou d en stalling van de scooter9-1
9
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommi ge mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU83443
On derhou dRegelmatige grondige reiniging van de ma-
chine zorgt niet alleen voor een fraaier uiter-
lijk, maar verbetert ook de prestaties van de
machine en de levensduur van veel onder-
delen. Door de machine te wassen, reini-
gen en op te poetsen kunt u ook regelmatig
de conditie ervan inspecteren. Was de ma-
chine telkens na een rit in de regen of dicht
bij de zee, aangezien zout bijtend is voor
metalen.OPMERKINGIn gebieden met vorst en sneeuwval
kan zout worden gestrooid op wegen
als middel tegen gladheid. Dit zout
kan tot in de lente op de weg blijven
liggen, dus was de onderkant en
chassisonderdelen telkens na een rit
in deze gebieden.
Originele Yamaha verzorgings- en on-
derhoudsproducten worden onder de
merknaam YAMALUBE verkocht in
vele markten wereldwijd.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voor
extra reinigingstips.
LET OP
DCA26280
Onjuiste reinig ing kan resulteren in cos-
metische en mechanische scha de. Ge-
b ruik geen:
hoged rukreini gers of stoomreini-
g ers. Water on der ho ge druk kan
wiella gers, remmen, versnellin gs-
b akaf dichtin gen en elektrische on-
d er delen binnen drin gen en scha de
veroorzaken. Vermij d reini gin gsap-
paratuur die geb ruikmaakt van
ho ge druk, zoals autowasserettes.
ag ressieve chemische stoffen in-
clusief sterke, bijten de wielreini-
g in gsmi ddelen, vooral b ij
spaakwielen of ma gnesium wielen.
ag ressieve chemische stoffen,
schuren de reini gin gsmi ddel en of
w a
s op on der delen met een matte
afwerkin g. Borstels kunnen kras-
sen en b eschadig in gen veroorza-
ken op d e matte afwerkin g, g eb ruik
alleen een zachte spons of han d-
d oek.
doeken, sponzen of borstels met
resten van schuren de reini gin gs-
mi ddelen of a gressieve chemische
UB3TD1D0.book Page 1 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 110 of 122

Onderhou d en stallin g van de scooter
9-2
9
stoffen zoals oplosmi ddelen, benzi-
ne, roestverwijd eraars, remvloei-
stof, antivries etc.
Voor het wassen 1. Plaats de machine buiten direct zon- licht en laat deze afkoelen. Dit helpt
watervlekken te voorkomen.
2. Zorg dat alle doppen, kappen, elektri- sche koppelingen en stekkers stevig
zijn gemonteerd.
3. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak en een stevig elastiek.
4. Zet hardnekkige vlekken van bijvoor-
beeld insecten of vogelpoep enkele
minuten in de week met een natte
doek.
5. Verwijder vuil en olievlekken met een hoogwaardig ontvettingsmiddel en
een kunststof borstel of spons. LET
OP: Ge bruik geen ontvettin gsmi d-
d el op ged eelten die gesmeer d
moeten wor den, zoals afd ichtingen,
pakkin gen en wielassen. Vol g d e in-
structies bij het pro duct.
[DCA26290]
Wassen
1. Spoel eventueel ontvettingsmiddel af en spuit de machine na met een tuin-
slang. Gebruik niet meer waterdruk
dan nodig is. Spuit water niet recht- streeks in de uitlaatdemper, het in-
strumentenpaneel, de luchtinlaat of
andere binnengedeelten zoals op-
bergcompartimenten onder het zadel.
2. Was de machine met een hoogwaar-
dig autowasmiddel gemengd met
koud water en een zachte, schone
doek of spons. Gebruik een oude tan-
denborstel of kunststof borstel om op
moeilijk bereikbare plaatsen te ko-
men. LET OP: Gebruik kou d water
als het voertui g is b lootgestel d aan
zout. Warm water ver groot de bij-
ten de ei genschappen van zout.
[DCA26301]
3. Bij machines met een kuipruit: Reinig
de kuipruit met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met water en
een pH-neutraal reinigingsmiddel. Ge-
bruik indien nodig een hoogwaardig
kuipruitreinigingsmiddel of polish voor
motorfietsen. LET OP: Gebruik nooit
a g ressieve chemicaliën om de
kuipruit te reini gen. Daarnaast kun-
nen bepaal de reini gin gsmi ddelen
voor kunststof krassen achterlaten
op de kuipruit, dus test een reini-
g in gsmi ddel altij d eerst voor dat u
het toepast.
[DCA26310]
4. Spoel vervolgens grondig na met wa-
ter. Zorg dat u alle restanten van het
reinigingsmiddel verwijdert omdat
deze schadelijk kunnen zijn voor
kunststof onderdelen.
Na het wassen 1. Droog de machine met een zeem of vochtabsorberende doek, bij voorkeur
een microvezeldoekje.
2. Voor modellen met een aandrijfket- ting: Aandrijfketting drogen en vervol-
gens smeren om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen. Vaak kunt u
thermische verkleuringen op roestvrij-
stalen uitlaatsystemen verwijderen
door deze op te poetsen.
4. Breng een corrosiewerende spray aan
op alle metalen onderdelen, inclusief
verchroomde en vernikkelde opper-
vlakken. WAARSCHUWING! Bren g
g een siliconen- of oliespray aan op
za dels, han dgrepen, ru bber voet-
steunen of ban dprofielen. An ders
wor den deze on der delen gla d,
waar door u de controle over de ma-
chine kunt verliezen. Reini g d e op-
UB3TD1D0.book Page 2 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM